Economische conjunctuur • hoogconjunctuur • laagconjunctuur • • • • Reëel binnenlands product groeit procentueel sterker dan gemiddeld. Ontstaat door veel vraag naar producten Trend (Gemiddelde groei over groot aantal jaren) • • • Reëel binnenlands product groeit procentueel minder dan gemiddeld. Ontstaat door weinig vraag naar producten Recessie: 2 kwartalen aaneen afname van reëel BBP Depressie: 3 kwartalen krimp 100 producten per mens 4 mensen Totale productie 400 producten fransetman.nl conjuncturele ontwikkeling Anticyclisch beleid pakt soms procyclisch uit fransetman.nl Economische conjunctuur • hoogconjunctuur • • • Ontstaat door veel vraag naar producten Bedrijven weinig voorraden; bedrijfswinsten stijgen (aandeelkoersen stijgen) Veel vraag naar personeel: weinig werkloosheid • laagconjunctuur • • • Ontstaat door weinig vraag naar producten; bedrijven produceren minder, hebben minder mensen nodig; werkloosheid stijgt Overheid ontvangt minder belasting; financieringstekort stijgt. Bedrijven minder winst/verlieslatend fransetman.nl Conjunctuurindicatoren Hoe beïnvloeden de indicatoren het BBP? • Hoogconjunctuur • • • • • Bestellingen (orders) bij bedrijven stijgen Bouwvergunningen stijgen Bedrijfsinvesteringen stijgen Consumentenvertrouwen stijgt Werkloosheid daalt • Laagconjunctuur • • • • • Bestellingen (orders) bij bedrijven dalen Bouwvergunningen dalen Bedrijfsinvesteringen dalen Consumentenvertrouwen daalt Werkloosheid stijgt fransetman.nl Beleid overheid hoogconjunctuur Overheidsbestedingen laten dalen Vraag op de goederenmarkt daalt Productie bedrijven daalt Er is minder economische groei Beleid op gericht hoogconjunctuur tegen te gaan: Anticyclisch beleid Beleid overheid Laagconjunctuur Overheidsbestedingen laten stijgen Vraag op de goederenmarkt stijgt Productie bedrijven stijgt Er is meer economische groei Beleid op gericht laagconjunctuur tegen te gaan: Anticyclisch beleid Beleid overheid Hoogconjunctuur Inkomstenbelasting laten stijgen Besteedbaar (=netto) inkomen daalt Vraag op de goederenmarkt daalt Productie bedrijven daalt Er is minder economische groei Beleid op gericht hoogconjunctuur tegen te gaan: Anticyclisch beleid Beleid overheid Laagconjunctuur Inkomstenbelasting laten dalen Besteedbaar (=netto) inkomen stijgt Vraag op de goederenmarkt stijgt Productie bedrijven stijgt Er is meer economische groei Beleid op gericht laagconjunctuur tegen te gaan: Anticyclisch beleid fransetman.nl Hoogconjunctuur gevolgen overheid Inkomen gezinnen neemt toe (meer inkomstenbelasting) Consumptie neemt toe Meer vraag op de goederenmarkt Productie bedrijven stijgt btw stijgt, vennootschapsbelasting stijgt Overheid gaat minder geldlenen Lagere rente Investeren bedrijven aantrekkelijk (want lagere rente) Overheid heeft minder financieringstekort Laagconjunctuur gevolgen voor overheid Inkomen gezinnen neemt af (minder inkomstenbelasting) Consumptie neemt af Minder vraag op de goederenmarkt Productie bedrijven (= bruto gevoegde waarde) stijgt minder hard/ daalt btw stijgt minder hard/daalt (bij gelijke tarieven), vennootschapsbelasting daalt Overheid gaat tekort financieren. Lenen op de geldmarkt; meer geldvraag hogere rente Investeringen bedrijven zullen verminderen (want hogere rente) Welvaartsvast: uitkeringen meestijgen met gemiddelde loonstijging Waardevast: uitkeringen meestijgen met inflatiepercentage. Koopkracht blijft constant fransetman.nl Laagconjunctuur voor de betalingsbalans en wisselkoers Inkomen gezinnen neemt af Consumptie gezinnen neemt af Import neemt af Betalingsbalans verbetert (E – M), want iMport neemt af Aanbod eigen munt op de valutamarkt neemt af Wisselkoers daalt (eigen munt wordt goedkoper) Internationale concurrentiepositie verbetert Export neemt toe Vraag op de goederenmarkt neemt toe (Y = C + I + O + E – M) Productie bedrijven neemt toe, Vraag op de arbeidsmarkt neemt toe enz fransetman.nl fransetman.nl