Tien vragen over herzonering - Provincie Noord

advertisement
Twaalf vragen en antwoorden over herzonering
Vanaf 1 januari 2002 gaan kleinere zones gelden in het Noord-Brabants openbaar
vervoer. Wat houdt de maatregel precies in, waarom is deze nodig, en wat zijn de
consequenties?
De meest gestelde vragen en antwoorden vindt u hier.
1. Wat is herzonering?
Bij herzonering worden de tariefzones openbaar vervoer opnieuw bepaald. Zones zijn
gebieden waarin Nederland is opgedeeld om tarieven te berekenen voor het openbaar
vervoer. In Noord-Brabant worden deze gebieden na herzonering gemiddeld kleiner dan
nu het geval is.
2. Voor welk openbaar vervoer geldt de herzonering?
De herzonering is van toepassing op het regulier openbaar vervoer waarvoor de
provincie Noord-Brabant verantwoordelijk is. Vervoer in Breda, Tilburg, Den Bosch en het
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven valt hier niet onder. Omdat voor de Interliner
en de buurtbus de strippenkaart niet geldt, vallen deze vervoersvormen hier evenmin
onder. Voor collectief vraagafhankelijk vervoer (CVV) in West-Brabant, Midden-Brabant
en Noordoost-Brabant is met de regionale partners overeengekomen dat tot het moment
van de volgende aanbestedingen de huidige zonering geldig is. Daarna gaan de nieuwe
zones in.
3. Wat betekent dit voor reizigers?
Als de zones kleiner worden, heeft de reiziger voor dezelfde afstand meer strippen nodig.
Het openbaar vervoer wordt dan dus duurder. Dit geldt zowel voor
strippenkaartgebruikers als voor abonnementhouders. Voor mensen die al een
abonnement (week-, maand- of jaarkaart) hebben gekocht, komt er een
overgangsregeling.
4. Wordt het openbaar vervoer duurder?
Ja, herzonering komt neer op een kostenverhoging voor de reiziger. Maar de zones zijn
zo ingedeeld dat ongeveer 85% van de reizigers in Brabant er niet op achteruit gaat.
Voor deze groep blijft het aantal zones gelijk. Bijna 15% van de reizigers gaat één extra
strip betalen; 1% gaat twee extra strippen betalen. En 0,5% hoeft door de herzonering
zelfs een strip mínder te betalen.
5. Waarom is herzonering nodig?
De provincie Noord-Brabant kiest voor herzonering om vervoerders dezelfde kansen te
geven als vervoerders elders in Nederland. De Brabantse zones zijn nu gemiddeld 18
km2. Dit is groter dan in Noord-Holland (12,7 km2), Zuid-Holland (14,5 km2) of in de
noordelijke provincies (14,5 km2). Dit betekent dat de prijs van het openbaar vervoer in
Brabant altijd aan de lage kant is geweest in verhouding tot de rest van het land. Met
herzonering corrigeert Brabant dit. Zou dit niet gebeuren, dan zadelt Brabant de
concessiehouder en zichzelf op met een structureel financieel tekort.
1
Door herzonering betaalt de reiziger een meer realistische prijs voor de verleende dienst.
Doordat er meer inkomsten zijn neemt de kostendekking toe. En ten tweede neemt ook
de rijkssubsidie toe, want deze is gebaseerd op de opbrengsten: op iedere gulden
reizigersopbrengst, geeft het rijk nog eens 1,48 gulden. Waar nu de Randstad door de
kleinere zones meer van deze subsidie profiteert, komt straks een groter deel ten goede
aan Noord-Brabant.
6. Hoe valt herzonering te rijmen met vernieuwing van het openbaar vervoer?
De provincie Noord-Brabant wil met herzonering de openbaar vervoerbedrijven in staat
stellen een goed openbaar vervoeraanbod te ontwikkelen. Een gezonde financiële basis
wordt door middel van de verkleining van de tariefzones gecreëerd, om daardoor de
vervoerders de kans te geven vernieuwende vervoersproducten te ontwikkelen.
Noodzakelijk investeringen kunnen zodoende worden terugverdiend.
7. Is Noord-Brabant de enige decentrale overheid die een herzonering doorvoert?
Nee, onlangs hebben ook de provincies Friesland, Drenthe en Groningen, en het
Samenwerkingsverband Regio Eindhoven (SRE) de zones herzien. Noord-Brabant
hanteert hetzelfde model voor herzonering als in het SRE-gebied, namelijk het
honingraatmodel, een indeling in identieke zeshoeken met een doorsnede van
4,25 kilometer. Omdat de zones in principe even groot zijn, is het tariefsysteem eerlijker
voor reizigers. Ook zijn de tarieven beter uit te leggen.
8. Neemt hierdoor het aantal reizigers af?
Op basis van de ervaringen in de regio Eindhoven valt dit niet te verwachten. Daar heeft
de tariefverhoging niet geleid tot minder gebruik van de bus. Onafhankelijk adviesbureau
NEA heeft de financiële en vervoerskundige effecten van herzonering onderzocht.
Daaruit blijkt dat bij een beperkte vraaguitval de inkomsten zullen toenemen met
3,1 miljoen gulden (1,4 miljoen euro). Bij een gelijk aantal reizigers levert herzonering
zelfs 4,5 miljoen gulden (ruim 2 miljoen euro) extra op. Dit is een toename van 7,4%.
9. Zijn consumentennetwerken betrokken bij deze maatregel?
Nee, want de consumentennetwerken worden pas begin 2002 opgericht. Wel heeft de
provincie Rover en de ANWB om advies gevraagd. Zij hebben begrip voor herzonering,
omdat de zone-oppervlakten meer overeen gaan stemmen met het landelijk gemiddelde
en omdat maar een kleine groep reizigers duurder uit zal zijn.
10. Zijn gemeenten betrokken bij deze maatregel?
De provincie heeft intensief overlegd met de concessieverlenende gemeenten (Breda,
Tilburg en Den Bosch), onder meer om de zones op elkaar af te stemmen. Andere
gemeenten zijn tot nu toe niet of beperkt betrokken bij herzonering.
2
11. Is de rijksoverheid betrokken bij deze maatregel?
Ja, het ministerie van Verkeer en Waterstaat is namelijk verantwoordelijk voor de
vaststelling van de zones. De provincie Noord-Brabant heeft op 28 augustus 2001 een
verzoek gedaan tot wijziging van de zones. De Minister heeft vier maanden om het
voorstel te toetsen, maar in de praktijk zal minder tijd nodig zijn.
12. Bestaat er een bezwaarprocedure?
Nee, een bezwaarprocedure tegen het verzoek van Gedeputeerde Staten aan de
Minister van Verkeer en Waterstaat en het uiteindelijke besluit van de Minister om de
tariefzones openbaar vervoer te wijzigen, is niet mogelijk. Feitelijk wijzigt de Minister de
zonekaart behorende bij de Regeling nationale vervoerbewijzen openbaar vervoer, als
onderdeel van het Besluit en de Wet personenvervoer 2000, volgens een zogenaamd
‘Algemeen verbindend voorschrift’.
’s-Hertogenbosch, 9 oktober 2001
3
Download