weer, ziekte onder mcnschen en vee werden veroorzaakt door heksen, waaronder men vrouwen verstond, die een verbond met den satan heeten gesloten te hebben en door hem met groote kracht bekleed waren. 1 Iet voorkomen van klitten veeren in het kussen van een zieke was een zeker tecken van hekserij. Wilde men de schuldige vinden, dan kookte men een levende kip of haan in den pot en de eerste de beste vrouw, die wie dan onder het geschreeuw van het dier voorbijkwam, was de heks. Het hielp niet veel dat Balthazar Bekkcr in zijn „Betooverde Wereld" het dwaze van zulke mecningen aantoonde, men gelooft er in zekere kringen nu nog aan. A Ex. XII, 22; XXII, 18; Deut. XVIII, 10; Actor VIII, 9. F. Zijnder wel mcnschen die zeggen dat er geen tooverijc is ? A Ja. F. Wie zijn dat? A De huydendaegsche nieuwe Sadduceën en de Libertijnen onder de genaemde Christenen, die al wat men van de duyvelen ende derselver werekingen seyt, voor fabulen ofte stereke verbeeldingen der menschen, of voor natuerlicke wereken houden. F. Wacrom hebben de Remonstranten in hacr formulier des Nachtmacls end e van haren Cathcchismus de tooverije uytgelaten ? WAAKZKCSTKIi. Reeds in hunne vroegste jeugd werden de kinderen met hekserij en tooverij bekend gemaakt, en er tegen gewaarschuwd als tegen een werk des duivels. Dr. Schotel geeft in zijn reeds meermalen aangehaald werk een uittreksel uit een vraagbockje, dat de jeugd toen gebruikte : f". Welck is de tweede hooft-zonde? A Tooverye. J'~. Staet er oock van tooverije in Gods Woort ? A Ja. F. Bewijst dat? 240 A Dat moet men haar vragen. F. Wat is tooverijc? A Tooverije bestaet in 't maken van een verdragh ofte verbondt met den duyvcl, het zij opentlick of hcimelick, om door hulpe desselfs, het zij mcnschen ofte vee te bctooveren ofte 't onttooveren, te vloccken ofte zegenen, oock dingen te doen ofte bcstacn die 's mcnschen verstant, konst ende kracht te boven gaen ende door de ordinaire ende bekende naturelicke middelen niet geschieden. Niet minder algemeen was het geloof aan spoken en geestverschijningen. Er was geen