Z (Weer) muziek in de oren Elektroakoestisch horen dankzij ­ gehoor­sparende chirurgie 1 Cochleaire implantaten Cochleaire implantaten (CI) zijn momenteel de standaardzorg voor ernstig slechthorende patiënten. In het slakkenhuis – de cochlea – wordt een elektrode ingeplant, gekoppeld aan een uitwendige spraakprocessor achter het oor. De spraakprocessor vangt het geluid op, zet het om in ­elektrische pulsen en stuurt die naar de elektrode. Die elektrode stimuleert rechtstreeks de gehoorzenuw. De cochlea heeft de vorm van een zich naar boven toe vernauwende spiraal. Hoge tonen worden aan de basis verwerkt, lage tonen in de top. Prof. dr. ­Ingeborg Dhooge, hoofd van de dienst Neus-, Keel- en Oorheelkunde: ‘Hoge tonen moet je kunnen horen om klinkers en vooral mede- klinkers te kunnen onderscheiden en dus spraak te kunnen verstaan. Met een cochleair implantaat kunnen slechthorenden weer hoge toonfrequenties waarnemen.’ 2 Restgehoor Veel patiënten met ernstig gehoor­ verlies in de hoge frequenties beschikken nog altijd over meetbaar gehoor in de lage frequenties – tot 750 à 1000 hertz (Hz). Dat noemen we restgehoor. Laagfrequente tonen – die dus in de top van het slakkenhuis worden verwerkt – zijn belangrijk om intonatie, klankkleur en timbre te onderscheiden, en dus bijvoorbeeld ook om muziek­ instrumenten te herkennen. Prof. dr. Dhooge: ‘De klassieke elektrode van een CI die we in het slakkenhuis opschuiven is relatief lang en krult zich om de as van het slakkenhuis. Bij die ingreep wordt het akoestisch horen opgeofferd. Na de implantatie kan de patiënt opnieuw spraak verstaan, maar door het wegvallen van de fijne temporele structuur van het geluidssignaal vallen klankkleur en timbre weg. Daardoor valt het beluisteren van muziek erg tegen. Voor sommige muziekliefhebbers was dat zelfs een reden om toch maar niet voor een CI te kiezen.’ 3 Gehoorsparende chirurgie Intussen werden CI’s ontwikkeld met kortere en fijnere elektroden. De chirurg kan die op een niet-­ traumatische manier in het slakkenhuis inbrengen, zodat het restgehoor behouden blijft. Die ­gehoorsparende chirurgie wordt intussen ook in het UZ Gent ­aangeboden. zorg 15 Nieuwe cochleaire implantaten kunnen chirurgisch op zo’n manier worden geplaatst dat het restgehoor gespaard blijft. Met dat restgehoor kan de patiënt lage frequenties blijven horen – en dus ook de volheid van muziek blijven appreciëren. Wat? 4 Elektro­- akoestisch horen Doordat de nieuwste CI’s het restgehoor sparen, horen patiënten laagfrequente informatie akoestisch, dankzij hun restgehoor, dat eventueel versterkt kan worden met een klassiek gehoorapparaat. Voor hoge frequenties kunnen ze steunen op hun elektronisch CI. Ze horen dus elektroakoestisch: ze kunnen spraak verstaan en tegelijk kunnen ze ook muziek blijven appreciëren. Ook het spraakverstaan in rumoer is met deze techniek iets beter. 5 Voor welke ­patiënten? De gehoorsparende CI’s zijn geschikt voor patiënten bij wie het restgehoor voor de lagere frequenties goed genoeg is om te worden gespaard. Prof. dr. Dhooge: ‘In de lage frequenties tot en met 750 Hz moet het restgehoor tussen 20-25 en 60-65 dB liggen. Leeftijdsbeperkingen zijn er in principe niet, maar je moet wel beseffen dat het gehoorverlies in de meeste gevallen progressief is. Als het gehoor te snel achteruitgaat, overleggen we met de patiënt of gehoorsparende chirurgie wel de moeite loont.’ Een obstakel is de RIZIVregelgeving. Er zijn geen aparte terugbetalingscriteria voor de gehoorsparende CI. Die worden dus alleen vergoed bij patiënten die voldoen aan de criteria van een klassiek CI – gemiddeld gehoorverlies van 85 dB en zeer slecht spraakverstaan. ‘Dat is jammer’, zegt prof. dr. Dhooge. ‘In het UZ Gent werken we al een paar jaar met gehoorsparende implantaten, en de resultaten zijn Cochleaire implantaten (CI) met kortere en fijnere elektroden kunnen gehoorsparend worden ingeplant. Voordelen? Restgehoor blijft bewaard: patiënt kan lagere tonen akoestisch horen en hoge tonen elektronisch, met zijn CI Voor wie? Patiënten met redelijk restgehoor: onder 750-1000 Hz gehoor van 20-25 tot 60-65 dB erg goed. We zouden nog meer mensen kunnen behandelen, maar de meesten voldoen niet aan de RIZIV-criteria.’ Dienst Neus- Keel- Oorheelkunde Poli 1 eerste verdieping Universitair Ziekenhuis De Pintelaan 185, 9000 Gent Tel. 09 332 23 32 of 09 332 26 21 E-mail: [email protected] www.een-en-al-oor.be