Code blauw Grafisch Ontwerp Meester Ontwerpers, Amsterdam Context Code Blauw Augustus 2007 Auteurs Geertje van Hoogdalem vts Politie Nederland / npi Lisette Knulst Politie Noord Holland Noord Marja Visser Landelijk programma HRM politie boekje Code blauw 7,3 x 10,5 cm Context Code Blauw Inleiding Waarom is er beleid over integer gedrag? Omdat het bestaansrecht van de politie staat of valt met de integriteit van de politie en dus met het gedrag van de individuele politiemedewerker. Welk recht heeft de politie immers om criminaliteit te bestrijden of de openbare orde te handhaven indien zij zelf de geldende regels en voorschriften niet volgt? In de context van Code Blauw worden de volgende onderwerpen behandeld 1 • Inhoud 2 • Context De bijzondere bevoegdheden die de politie zijn toegekend maken sturing op integriteit noodzakelijk. Daarmee is niet gezegd dat er in het verleden niet of nauwelijks aandacht voor integriteit is geweest of dat integriteitschendingen schering en inslag in de korpsen zouden zijn. Integendeel, zeker in vergelijking met andere bestuursorganen (zoals gemeenten, waterschappen et cetera) gebeurt er binnen de politie al heel veel en ligt de lat behoorlijk hoog. Wat er wèl mee wordt gezegd is dat via dit beleid de kerncompetentie integriteit integraler dan voorheen wordt benaderd en dat de korpsen de instrumenten worden geboden om meer structureel dan incidenteel, èn preventief naast reactief, aandacht te besteden aan integriteit. Behalve via de vele bestaande initiatieven vanuit de politiekorpsen wordt er ook op landelijk niveau meer aandacht voor gevraagd. Van vrijblijvendheid is dan ook geen sprake meer. Op 28 december 2005 is de Politiewet 1993 gewijzigd . Aan artikel 50 is een bepaling toegevoegd die politiekorpsen verplicht een integraal integriteitsbeleid te gaan voeren. Hierop vooruitlopend heeft het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties (BZK) in april 2006 een modelaanpak vastgesteld. Centraal daarin staan dertien basisnormen waaraan overheidsorganisaties in 2007 dienen te voldoen. De implementatie van de dertien basisnormen maakt tevens deel uit van de prestatieafspraken in het Landelijk Kader Politie Nederland voor 2007. In dat kader worden de politiekorpsen eind 2007 getoetst in hoeverre aan de implementatie van de basisnormen is voldaan. Eén van de basisnormen (nummer 2) is dat iedere overheidsorganisatie moet beschikken over een gedragscode en dat deze gedragscode goed kenbaar is voor medewerkers. Code Blauw en de implementatie daarvan voorziet daarin voor de Nederlandse politie. 2 Context Code Blauw 1 • Inhoud Code Blauw is een belangrijk onderdeel van het te voeren integriteitsbeleid binnen de Nederlandse politie en moet een duidelijke plaats krijgen binnen het beleid in de regiokorpsen. Code Blauw beschrijft de professionele waarden voor het politiewerk. Om die reden is gekozen voor de term beroepscode en niet voor gedragscode. Er moet steeds een relatie gelegd worden met het beroep. Code Blauw is bewust geformuleerd in de ‘eerste persoonsvorm’: Integriteit begint immers altijd bij jezelf. ‘Integriteit is doen waarvoor je er bent, volgens de daarvoor geldende waarden, normen en regels.’ Integriteit heeft te maken met overeenstemming in spreken en handelen vanuit bestaande waarden en daaruit volgende gedragsregels. Het heeft een relatie met wezenlijke betrouwbaarheid in gedrag en handelen, met andere woorden ´doe wat je zegt en zeg wat je doet’. Integer handelen en gedrag is het ´goede´ doen in een specifieke situatie. Daarmee is het situationeel gebonden en contextafhankelijk. Er is gekozen voor het beschrijven van zeven waarden binnen Code Blauw. Waarden zijn gebaseerd op het ´goede´ dat we willen nastreven in het beroep en zijn tegelijk de kern van het beroep. Waarden hebben een relatie met idealen en motieven. Waarden worden gezien als onbegrensd en geven aan wat goed is en hoort te zijn. De kracht van waarden, hun essentiële en samenbindende karakter, vormt tegelijkertijd hun beperking. Waarden moeten verder worden geconcretiseerd in normen. Normen zijn de gedragsregels, ook benoemd als concrete richtlijnen voor het handelen. Ze regelen het dagelijkse sociale verkeer en handelen in de beroepssituatie. Normen hebben een directe relatie tot het gedrag van medewerkers en maken dus de echte verschillen duidelijk zichtbaar. Normen hebben een relatie met een grens en geven veelal aan wat niet hoort. Integer gedrag is gewenst gedrag en is zichtbaar in het werken vanuit waarden en tegelijkertijd in de vertaling van waarden naar normen. 3 Context Code Blauw De werksituatie, waarin politiemedewerkers werken vanuit de zeven waarden in Code Blauw, is geconcretiseerd aan de hand van vijf invalshoeken, te weten ik en de burger, ik en mijn korps, ik en mijn collega, ik als leidinggevende, ik en mijn vrije tijd. Hieronder is schematisch weergegeven hoe de samenhang is tussen deze invalshoeken en de drie perspectieven op ontwikkeling van de professionaliteit. ik als persoon (mijn vrije tijd) ik als beroepsbeoefenaar of professional (de burger, als leidinggevende) ik en de organisatie (mijn korps, mijn collega) Politiemedewerkers maken als persoon en als beroepsbeoefenaar deel uit van het korps. Het korps vervult vervolgens een belangrijke plaats in de regio en Nederland. Code Blauw is bedoeld om een belangrijke en verbindende rol te spelen bij de ontwikkeling van politiemedewerkers wat betreft de persoonlijke, professionele als organisatorische integriteit. Bij de implementatie gaat speciale aandacht uit naar de rol van de leidinggevende. Deze heeft een belangrijke rol in het uitdragen van de waarden binnen Code Blauw. Niet alleen moeten de waarden zichtbaar geformuleerd zijn in het beleid van het korps, maar juist ook zichtbaar zijn in het gedrag van de leidinggevende op alle bovengenoemde terreinen. Dit veronderstelt een wezenlijke motivatie van de leidinggevende om vanuit de waarden te werken. Extra ondersteuning van en aandacht voor de ontwikkeling van de leidinggevende op dit punt blijkt nodig. Bij de implementatie van Code Blauw wordt hier nadrukkelijk bij stilgestaan, onder andere door deze top down uit te voeren en daarbij gerichte ondersteuning aan te bieden in de vorm van deskundigheidsbevordering. Vervolgens wordt het daardoor mogelijk om bottom-up adequaat het gesprek te voeren over de toepassing van Code Blauw. Veel korpsen zijn actief bezig met het beleidsterrein integriteit en richten zich daarbij op de ontwikkeling van de integriteit van de medewerker. De implementatie van Code Blauw wordt afgestemd op de specifieke situatie en fase waarin het korps zich bevindt. Het korps, de korpsleiding samen met andere verantwoordelijken voor het beleid binnen het korps, bepaalt de accenten van de implementatie. 4 Context Code Blauw 2 • Context Code Blauw is ontstaan binnen de context van andere activiteiten en ontwikkelingen in korpsen en verwante organisaties. Deze zijn belangrijk omdat zij als het ware het fundament van de kennis en ervaring vormen waarop Code Blauw is gebouwd. De keuze om te komen tot een beroepscode gebaseerd op waarden komt voort uit de ontwikkelingen bij een aantal korpsen. Plattegrond Integriteit Leidinggevenden (PIL) PIL is een instrument dat leidinggevenden ondersteuning biedt bij het concreet vormgeven van het integriteitsbeleid binnen hun afdeling. Aan leidinggevenden wordt binnen het integriteitsbeleid een belangrijke rol toegekend. Niet alleen in het zelf een goed voorbeeld zijn en het aanspreken van medewerkers op gedrag, maar ook in het nemen van maatregelen die de integriteit in het eigen onderdeel versterken. PIL is een hulpmiddel om op basis van een goede diagnose van de situatie, tot maatregelen te komen, die aansluiten bij de specifieke situatie in een team, of een afdeling. De waarden uit Code Blauw hebben een directe relatie met de waarden uit de PIL. Politie in ontwikkeling In mei 2005 heeft de Projectgroep Visie op de Politiefunctie een nieuwe visie op de politiefunctie gepubliceerd. In hoofdstuk 2 is de missie van de politie beschreven. De visie op integriteit is daarin als volgt verwoord: ‘Mede gezien de toekenning van het geweldsmonopolie en de doorslaggevende stem in de rechtspleging mogen de rechtstaat en de burger juist van de politie als vertegenwoordiger en verdediger van die democratische rechtsstaat verlangen dat zij integer is. Integer handelen is handelen in overeenstemming met de waarden en normen zoals die in plichten en spelregels zijn weggelegd’.. Waakzaam en dienstbaar In de visienota Politie in Ontwikkeling is de missie van de Nederlandse politie opgenomen. Een missie die een directe relatie heeft met de integriteit van de politie. De missie: ‘Waakzaam en dienstbaar staat de politie voor de waarde van de rechtsstaat’ is vertaald naar het motto: ‘Waakzaam en dienstbaar’ en uitgewerkt in Code Blauw in zeven waarden: ‘Respect, transparantie, verantwoordelijkheid, betrokkenheid, betrouwbaarheid, rechtvaardigheid en balans’ en is daarmee richtinggevend voor het gedrag van de politiemedewerkers. 5 Context Code Blauw Andere relevante organisaties Binnen en buiten de politie zijn een aantal instanties werkzaam op het onderwerp integriteit. We staan er niet alleen voor. De komende periode zal steeds meer in het teken staan van de geïntegreerde aanpak. Binnen de politie • Adviescommissie Politie en Integriteit (API): de API is sinds de jaren 90 actief en bestaat uit een afvaardiging van hoofden bureau interne onderzoeken uit de korpsen aangevuld met de beleidsmedewerker van het ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties, de directeur van de Rijksrecherche, een beleidsmedewerker integriteit van de KMAR, één van de adviseurs integriteit van Maatwerk en de projectleider integriteit van het Landelijk programma HRM politie. De beleidsadviseur integriteit van de Vts/NPI voert het secretariaat. De commissie is ingesteld door de portefeuillehouder integriteit binnen de Raad van Hoofdcommissarissen met onder andere als opdrachten: - ontwikkelen van landelijke kaders voor integriteitsbeleid voor de korpsen; - gevraagd en ongevraagd adviseren over integriteitsvraagstukken aan de portefeuillehouder van de RHC. • Politiekennisnet (PKN): het specifiek op de politie georiënteerde PKN biedt politie mede-werkers de mogelijkheid alle relevante vakkennis op een digitale manier te bundelen en te ontsluiten. Omdat er ook behoefte bleek aan personeelsinformatie is het domein personeel opgenomen. Dit voorjaar is het kennisdomein integriteit ontsloten. (PKN>personeel>organisatiezaken>integriteit) • Maatwerk (onderdeel van de Politieacademie): Maatwerk verzorgt de marktactiviteiten binnen de Politieacademie (opleidingen die niet binnen het zogenaamde bekostigingsstelsel van de politie vallen). Maatwerk beschikt over een aantal adviseurs met specifieke kennis op het terrein van integriteit. • Vts Politie Nederland, onderdeel NPI: vanuit haar adviesrol naar de Raad van Hoofdcommissarissen is binnen het NPI een beleidsadviseur op het terrein van integriteit en diversiteit werkzaam. • Landelijk programma HRM politie: project 8 van het Landelijk programma HRM heeft als opdracht het opstellen van een landelijk beleidskader integriteit en het ondersteunen en begeleiden van de korpsen bij de implementatie van de 13 basisnormen uit de Modelaanpak Integriteit voor de overheid. Het project wordt uitgevoerd door de projectleider. • Landelijk Expertise Centrum Diversiteit (LECD) (maakt onderdeel uit van de Politieacademie): het LECD ondersteunt de korpsen binnen de Nederlandse Politie bij beleidsontwikkeling rondom diversiteit binnen de organisatie. Daarnaast ontwikkelt het LECD in samenwerking met korpsen onder andere: - een referentiekader diversiteit; - een landelijk kader op het gebied van omgangsvormen. 6 Context Code Blauw vervolg - Andere relevante organisaties Buiten de politie • Ministerie van Binnenlandse Zaken en Koninkrijkrelaties. Het onderwerp integriteit is belegd binnen de afdeling onderwijs en loopbaanbeleid van de directie Politie. De afspraken binnen het Landelijk Kader Nederlandse Politie en de monitoring van de afspraken worden vanuit het ministerie geïnitieerd en bewaakt. • Bureau integriteitsbevordering openbare sector (BIOS) is in maart 2006 ingesteld met als opdracht te bevorderen dat overheidsorganisaties een samenhangend en evenwichtig integriteitsbeleid voeren, waarbij diverse maatregelen een samenhangend geheel vormen. (zie ook www.integriteitoverheid.nl/bios) 7 Context Code Blauw Bijlage 1 Modelaanpak basisnormen integriteit en openbaar bestuur De modelaanpak bevat de basisnormen voor een volwaardig integriteitsbeleid evenals de instrumenten om de werking van het integriteitsbeleid te monitoren. 1 Aandacht voor integriteit a. Binnen de overheidsorganisatie zijn de verschillende aspecten van integriteit in een schriftelijk document vastgelegd. b. De organisatie verricht vanuit integriteitsoogpunt binnen de organisatie of binnen onderdelen daarvan periodiek onderzoek naar kwetsbare handelingen, functies en processen. c. In een centraal register of anderszins op centraal niveau is relevante aan integriteit gerelateerde informatie beschikbaar. d. Het politiek verantwoordelijk of vertegenwoordigend orgaan wordt betrokken bij de ontwikkeling en de evaluatie/verantwoording van het integriteitsbeleid. 2 Gedragscodes a. De overheidsorganisatie beschikt over een gedragscode. b. De gedragscode is goed kenbaar voor medewerkers. 3 Onderzoeken bij werving en selectie De organisatie beschikt over procedures in het kader van werving en selectie waarin aandacht wordt besteed aan integriteit. Bijvoorbeeld het controleren van diploma’s en getuigschriften, procedures tijdens het sollicitatiegesprek, het controleren van referenties en het hanteren van een verklaring omtrent gedrag. 4 Kwetsbare functies a. Beoordeeld wordt welke functies binnen de organisatie als kwetsbaar dienen te worden aangemerkt. Kwetsbare functies zijn functies die extra risico’s op integriteitsinbreuken met zich mee brengen, zoals het werken met gevoelige informatie, het kunnen beschikken over geld en de omgang met zakelijke relaties. b. De organisatie houdt een overzicht bij van kwetsbare functies en treft maatregelen ter voorkoming van integriteitsinbreuken bij kwetsbare functies . 5 Het afleggen van de eed of belofte Bij de indiensttreding van nieuwe medewerkers leggen deze de eed of de belofte af. 6 Nevenwerkzaamheden a. Er is een nadere regeling voor de verplichte melding van nevenwerkzaamheden. b. De organisatie houdt een geactualiseerd overzicht bij van de gemelde nevenwerkzaamheden. c. Er is een nadere regeling voor de verplichte openbaarmaking van gemelde nevenwerkzaamheden. 8 Context Code Blauw vervolg - Modelaanpak basisnormen integriteit en openbaar bestuur 7 Financiële belangen Er is een nadere regeling voor de verplichte melding van financiële belangen en transacties in effecten. Er worden functies aangewezen waarvoor deze meldplicht geldt. 8 Maatregelen gericht op informatiebescherming a. De organisatie stelt voorschriften vast over het kennisnemen van of omgaan met vertrouwelijke informatie. b. Er worden maatregelen getroffen die beogen te voorkomen dat onbevoegden derden vertrouwelijke gegevens kunnen bezitten, raadplegen of beschadigen. 9 Relatiegeschenken a. Voor het aannemen van geschenken of uitnodigingen is een regeling getroffen. b. De regeling bevat een meldplicht voor het aannemen van geschenken en uitnodigingen. 10 Inkoop- en aanbestedingsprocedure a. De organisatie stelt een inkoop- een aanbestedingsbeleid vast. b. Het beleid bevat richtlijnen voor het aantal aan te vragen offertes en de vastlegging van keuzen voor bepaalde procedures van aanbesteding. 11 Vertrouwenspersoon voor integriteit Er wordt een vertrouwenspersoon of instantie voor integriteitskwesties aangesteld. De vertrouwenspersoon kan tevens belast zijn met vertrouwenstaken voor discriminatie of seksuele intimidatie. 12 Meldingsprocedure bij het vermoeden van een misstand a. Er is voorzien in een procedure voor de wijze waarop binnen de organisatie vermoedens van aantastingen van de integriteit door de medewerkers aangekaart kunnen worden (klokkenluidersregeling). b. De regeling bevat de toegang tot een onafhankelijke instantie. 13 Handelwijze bij aantasting integriteit of vermoedens daarvan De organisatie heeft een schriftelijk vastgelegde procedure voor het verrichten van een onderzoek, nadat een vermoeden van misstand (melding/signaal van een vermoeden van een integriteitsinbreuk) gemeld is. 9