LESONTWERP ALGEMENE VAKKEN / VOEDING-VERZORGING Naam: Guus Van Aerschot Campus Heverlee Hertogstraat 178 3001 Heverlee Tel. 016 375600 www.khleuven.be Vakkencombinatie: AA-FY Stagebegeleider DLO: Hannelore Verstappen School: Vrije Sint-Lambertusscholen Westerlo Les gegeven door: Guus Van Aerschot Onderwijsvorm: A-stroom Vak: Aardrijkskunde Richting: technische Onderwerp: Oppervlakte gesteenten in België, gebruik van gesteenten Klas: 1hW Lokaal: 2E103 Aantal leerlingen: Vakmentor: G. Van den Broeck Datum/Data: 27-04-15 Lesuur/-uren: 3de en 4de lesuur, 10u20 – 12u00 BEGINSITUATIE Situering in de lessenreeks Dit is een vervolg les op de inleidingsles rond oppervlakte gesteente in België. De leerlingen hebben in voorgaande les al algemene begrippen gekregen en gezien wat gesteente is en wat bodem. Hierna hebben ze een determineeroefening gedaan om de verschillende soorten gesteenten te onderzoeken. Nu kan deze determinatie gebruikt worden om bepaalde gesteenten uit die oefening te plaatsen in België en ook eens na te kijken waarvoor ze precies gebruikt worden. Relevante voorkennis (en/of kennis die nog niet aanwezig is) De lln hebben in de voorgaande les al gezien wat een gesteente juist is en welke kenmerken ze kunnen onderzoeken om te weten te komen over welk gesteente het juist gaat. Nu gaan ze zien waar in België die gesteenten te vinden zijn en hoe deze gebruikt kunnen worden. Belevings- en ervaringswereld & Actualiteit Gesteenten is zeer belangrijk in het dagelijkse leven. Veel lln staan er niet bij stil, maar bijna alle toepassingen of materialen die zij dagelijks zien en gebruiken zijn op één of ander manier afkomstig van gesteenten. Leerniveau van de klasgroep, klassfeer, … Lln werken goed mee en zijn vrij rustig. DIDACTISCHE VERANTWOORDING: In deze les wil ik de lln zelf laten ontdekken welke gesteente we vinden in de leefomgeving en welke soorten gesteenten allemaal gebruikt worden voor ons dagelijks leven. Aan de hand van enkele denkvragen rond de verschillende kerken in België komen ze tot het inzicht dat niet alle kerken uit hetzelfde gesteente bestaan en dat dit gesteente uit de buurt rond de kerk moest komen. Hierdoor zien zij ook in dat er verschillende gesteenten verspreid zijn over heel België. Daarom wordt aan de hand van opzoekwerk in de altas een vereenvoudigde oppervlaktegesteente kaart te maken in het werkboek. De lln weten wel dat bepaalde gesteenten gebruikt worden voor de kerken te bouwen, maar hoe komen ze aan deze gesteenten en hoe maken ze deze tot bouwstenen. Daarom zal ik een filmpje tonen waarin de hele cyclus van ontginning tot bouwen zal tonen van klei naar baksteen. Nu de lln weten dat klei gebruikt wordt voor het maken van bakstenen, kunnen we aan de grote opdracht beginnen. In het 2de lesuur wordt er dan een opdracht gegeven waarbij de lln op de speelplaats op zoek mogen gaan naar verschillende gesteenten en waarvoor ze daar gebruikt worden. Ze krijgen een werkblad waar de verschillende gesteenten op staan. De lln moeten dan zoeken waar ze het op de speelplaats gevonden hebben en waarvoor het daar gebruikt werd. Ze kunnen ook zelf extra voorbeelden geven van waar dat gesteente nog gebruikt wordt. Op het 2 de blad van het werkblad staan enkele afbeeldingen van 6 gesteenten. De lln kunnen deze afbeeldingen dan ook bij de juiste gesteenten plaatsen. Als deze opdracht uitgevoerd is zal deze in de klas klassikaal verbeterd worden en samen gezocht worden naar extra voorbeelden. EINDTERMEN & LEERPLANDOELEN Leerplan Aardrijkskunde: eerste graad secundair onderwijs: VVKSO – BRUSSEL D/2008/7841/038 Situering in de eindtermen: 3 het natuurlijk milieu 3.1 Bodem en ondergrond (Vakoverschrijdend en/of vakgebonden) ET11: de lln kunnen in de eigen omgeving bouwmaterialen in verband brengen met gesteenten of de verwerking ervan. 4 De mens en het landschap ET28: de lln kunnen leren aandacht hebben voor en dragen bij tot de leefkwaliteit van de eigen omgeving. Situering in het leerplan: 4.5 Oppervlaktegesteenten, bodem en ondergrond 5. Onderzoeken waar de belangrijkste oppervlaktegesteenten van België en/of eigen leefruimte zich bevinden. 7. In de eigen leefruimte en België bouwmaterialen in verband brengen met gesteenten of de verwerking ervan. 8 Op het terrein of op foto’s de landschappelijke en ecologische gevolgen van de ontginning van gesteenten vaststellen. ALGEMEEN LESDOEL De lln kunnen de oppervlakte gesteenten voor België opzoeken en plaatsen op de kaart. Ze kunnen ook het verband tussen het soort oppervlakte gesteente op een bepaalde plaats in verband brengen met het de verschillende landbouwteelten op die plaatsen. In het 2de uur wordt er nagegaan hoe bepaalde gesteenten precies ontgonnen worden en waarvoor ze vervolgens gebruikt kunnen worden. De gevolgen van de ontginning van deze gesteenten op het landschap wordt ook nagegaan. BRONNEN (Noteer alle gebruikte bronnen, volgens BIN.) Horizon 1, Plantyn, Mechelen http://www.schooltv.nl/video/hoe-worden-bakstenen-gemaakt-gebakkenklei/#q=hoe%20onstaan%20bakstenen LEERMIDDELEN & MEDIA Leerwerkboek Ppt Atlas Werkblaadjes Handstukken SchoolTV Didactisch lesontwerp KRACHTIGE LEEROMGEVING Leerdoelen Lesfasen & timing Instapfase 7min. De lln kunnen het verband tussen de lokale kerk en het gesteente in de ondergrond bespreken. (C) Onderwijs- en leeractiviteiten OLG: Wat zien jullie op de foto’s? Wat is het verschil tussen deze kerken? Uit welk materiaal werden deze kerken gebouwd? Hoe moest men vroeger aan dit materiaal komen? Hoe moesten ze de gesteenten transporteren? Gingen de mensen die gesteenten dan van ver laten afkomen? Van waar kwam het gesteente dan voor de kerk? Wat is het verband tussen de ondergrond bij de verschillende kerken? Media Ppt: slide 1-3 De lokale kerken zijn steeds opgebouwd uit gesteente dat afkomstig is uit de buurt. Een kerk is dus eigenlijk een visuele voorstelling van welk gesteente er in die gemeente in de ondergrond zit. Als we kijken naar de plaats van de kerken in België, wat kunnen we dan zeggen over de ondergrond van België? Lesfase 1: 25min. De lln kunnen in rust de juiste altaskaarten opzoeken. (A) BZL: Lkr laat lln per 2 de bodemkaart van België opzoeken. Met deze kaart kunnen de lln de blinde bodemkaart in hun werkboek inkleuren. Om de juiste afbeeldingen bij de kaart te plaatsen, moeten de lln ook gebruik maken van de kaart met geografische streken van België. Er wordt eerst een overzichtsslide besproken met een schema van hoe je moet opzoeken in een atlas. Vervolgens worden de atlas kaarten besproken die ze moeten gebruiken. Op de pedologie kaart staan veel verschillende kleuren en symbolen. De term pedologie wordt eerst verduidelijkt en hierna wordt de legende uitgelegd en hoe de lln deze precies moeten gebruiken. Welke oppervlaktegesteenten vinden we in Leerinhoud ATLAS Kaart pedologie belgië p.11 en traditionele geografische streken p.14 a. Werkboek p.50 Ppt: slide 4-7 laag-België? Welke oppervlaktegesteenten vinden we in midden-België? Hoe gaat de grens tussen deze 2 gesteenten er uit zien? (Duidelijk of een rustige overgang?) Ppt: slide 8-12 Welk oppervlaktegesteente vinden we terug in de overgangszone? Werkboek p.51 In welk gebied ligt de school? Welk oppervlaktegesteente vinden we hier terug? Wat hebben de oppervlaktegesteenten van laag en midden-België met elkaar gemeen? Welke soort bodem hebben jullie bij de Ardennen geplaatst? Gaat het hier dan vooral om los of om vast gesteente? Welke gesteenten uit de determineeroefening kunnen we daar meestal terug vinden? Wat gebeurt er met deze vaste gesteenten als ze aan het oppervlak komen? 15 Oppervlaktegesteenten in België 15.1 Oppervlaktegesteenten en bodemkaart In België treffen we 5 bodems aan: Klei Zand Zandleem Leem Stenige bodems In laag-België vooral: Klei en zand In midden-België vooral: leem De overgang tussen deze 2 gebieden is geleidelijk aan. Daarom bevindt zich daar een mengeling van zand en leem, namelijk zandleem. In laag- en midden-België vindt men vooral losse gesteenten. In hoog-België vindt men vooral vaste gesteenten. Lesfase 2: 15min. De lln kunnen de verschillende manieren van ontginning benoemen. (C) OLG: Wat moeten we doen om aan deze gesteenten te geraken? Hoe noemen we de plaatsen waar gesteenten ontgonnen worden? Heeft België veel of weinig groeves? Is het gemakkelijker om aan mijnbouw te doen of om gesteenten te ontginnen in een groeve? Welk soort gesteente wordt vooral ontgonnen in laag-België? Welk in hoog-België? Waar liggen de meeste groeves? Welk soort gesteente wordt er in de volgende groeves ontgonnen? Waarvoor worden gesteenten zoal ontgonnen? Werkboek p.52 Ppt: slide 13-15 16 Gebruik van de gesteenten 16.1 Ontginning van gesteenten De ontginning van gesteenten gebeurt meestal in groeven. Groeven liggen aan het oppervlak in de openlucht. Daarom noemt men dit ook dagbouw. 16.2 Gebruik van gesteenten SchoolTV SchoolTV: http://www.schooltv.nl/video/hoe-wordenbakstenen-gemaakt-gebakkenklei/#q=gesteente Filmpje: Schooltv: Hoe worden bakstenen gemaakt? Welk gesteente wordt gebruikt om bakstenen te maken? Waar kwam deze klei vandaan? Hoe haalde ze de klei daar weg? Hoe krijgt de baksteen een andere kleur? Wat moet er gebeuren om een baksteen te maken? Waarvoor wordt een baksteen gebruikt? Kan je ook gewoon een steen maken van klei zonder te bakken? De lln kunnen in stilte naar een filmpje kijken. (A) Lesfase 4: 3min. PAUZE Lesfase 5: 35min. Zelfstandig leren: Lln krijgen de opdracht om de verschillende gesteenten die in het werkboek staan te gaan zoeken op school. Ze worden vrijgelaten op de speelplaats en kunnen daar zelfstandig rondgaan om de gesteenten te gaan zoeken. Hierbij moeten ze ook noteren waar ze het bepaalde gesteente gevonden hebben en waarvoor het gebruikt wordt. Op hun blad wordt ook plaats voorzien waar de lln extra voorbeelden kunnen noteren voor wat dat gesteente nog gebruikt wordt. De lln kunnen zelfstandig een grotere opdracht uitvoeren, waarbij ze bepaalde gesteenten moeten terugvinden op school. (C) Lesfase 6: 10min. Na de opdracht worden de antwoorden in de klas overlopen aan de hand van de ppt en wordt tegelijk de tabel ingevuld in het werkboek. Ppt: slide 16 OLG: Wat gebeurt er met de gesteenten die ontgonnen worden? Wat gebeurt er met de plaats waar het gesteente ontgonnen wordt? Welke gevolgen heeft dit voor het landschap? Wat blijft er achter wanneer alles ontgonnen is? Wat kan de mens doen om dit landschap terug aantrekkelijk te maken? Waarvoor kunnen die grote putten nog Werkboek p.53 Ppt: slide 17-18 Werkboek p.53 16.3 Gevolgen van ontginningen: Tijdens de ontginning: Weggraven natuur om aan gesteente te geraken. Werkboek p.54 Ppt: slide 19-21 Na de ontginning: Achterblijven van grote lege putten die soms gevuld worden door regen- en grondwater. gebruikt worden? Waarom maken ze hier soms stortplaatsen van? Uit welk soort gesteente moeten die groeves bestaan om er stortplaatsen te maken? Waarom moeten die uit klei of stenige bodems bestaan? Waarom niet uit zand? Wat kunnen we doen als de groeves gevuld zijn met stort? Kunnen we hier dan terug op gaan bouwen? Wat gebeurt er met het afval als we hier huizen op bouwen? Wat gaat er dan gebeuren met de grond onder de huizen? Terug opwaarderen landschap: Het omvormen van de groeve tot natuurreservaat of recreatiegebied. Ook wordt het soms gebruikt als stortplaats voor afval. Waarom enkel storten in klei of steengroeves? Deze gesteenten zijn weinig of niet water doorlatend. De vervuiling kan dus moeilijk in het grondwater terecht komen. Afval is niet zo sterk als gesteente en zal dus bij elkaar gedrukt worden waardoor de grond zal verzakken samen met de huizen. Lesfase 7: De lln kunnen de 5min. geziene leerstof uit de 2 lessen gebruiken om een denkoefening voor één gesteente op te lossen. (C) Klassikale denkoefening: Ppt: slide 22 De lkr maakt gebruik van kalksteen/arduin om een samenvattende oefening te maken. Hierbij wordt er telkens aan de hand van afbeeldingen vragen gesteld die één voor één de onderwerpen aflopen die deze les gezien zijn. Welk gesteente is dit? Welk soort gesteente is dit? (Los of vast) Waar in België konden we dit gesteente vinden? Hoe wordt dit gesteente ontgonnen? Wat betekent dagbouw? Waarvoor kan kalksteen gebruikt worden? Wat gebeurt er met de groeve? Wat zijn de gevolgen voor het landschap?