Stamcellen Stamcel Definitie Een cel afkomstig uit een embryo, foetus of volwassene met de mogelijkheden : • • zichzelf te vernieuwen, minstens voor de duur van één levensspan (“self-renewal”) zichzelf te laten differentiëren tot de multipele weefsels en organen in een lichaam (“differentiation”) Soorten Stamcellen Totipotent, zygoot Pluripotent, Embryonaal • mesoderm • endoderm • ectoderm Multipotent, Foetaal • vroeg (geslachts-cel) • laat (bvb. navelstrengbloed, lever) Multipotent, Volwassen – “MAPc” • weefsel, beenmerg • bloed Verfaillie et al, 2002 Stamcellen Stamcel plasticiteit = de eigenschap, waardoor een volwassen stamcel van het ene weefsel kan differentiëren in een hooggespecialiseerde rijpe cel van een ander weefsel bvb. Beenmerg zenuwcel beenmerg spiercel spiercel beenmergcel, etc = genetische her-programmering Hematopoietische -« bloedvormende » stamcellen 1/100.000 beenmerg cellen In staat tot ± 50 delingen Eén deling elke 3 to 4 jaar Dagelijkse productie van 4x1011 cellen Stamcel Hierarchie LTRC CAFC / LTCIC / PAd HPP-CFC / BL- CF / CFU-S CFU-Mix BFU-E GM- CFC MAPC ? GM- Clusters CFU-E Multipotent Adult Progenitor Cells (MAPC) Population Doubling 105 90 75 60 45 30 15 0 50 100 Days 150 200 Positieve / Negatieve regulatoren Proliferatie - inhibitoire groeifactoren + stimulerende groeifactoren Tijd Klinische toepassingen van stamcellen Vervanging van defekte/ vernietigde/ verkankerde weefsels of systemen • Beenmerg • Immuun systeem Immunologisch wapen tegen kanker Vehikels voor gentherapie Substituten voor dierproeven Substituten voor studies in menselijke vrijwilligers Klinische toepassingen van stamcellen Herstel van aangeboren genetische defekten Herstel van verworven cellulaire defekten • Parkinson/ Alzheimer/ MS • Dwarslesies • Diabetes • Cerebrovasculair accident (CVA) • Kraakbeen (artrose / artritis) Acuut myocard infarct Chronisch Hartfalen Nierfalen Leverfalen Stamcellen Totipotent, zygoot Pluripotent, Embryonaal • mesoderm • endoderm • ectoderm Multipotent, Foetaal • vroeg (geslachts-cel) • laat (bvb. navelstrengbloed, lever) Multipotent, Volwassen – “MAPc” • weefsel, beenmerg • bloed Klinische toepassing Navelstrengbloed Stamcellen Dooierzak 0 6 foetale lever + milt 12 18 24 30 36 W0 6 beenmerg 12 18 24 30 36 42 48 Klinische toepassingen van stamcellen Vervanging van defekte/ vernietigde/ verkankerde weefsels of systemen • Beenmerg • Immuun systeem Immunologisch wapen tegen kanker Vehikels voor gentherapie Substituten voor dierproeven Substituten voor studies in menselijke vrijwilligers Allogeen Autoloog Radiotherapy Chemotherapy Chemotherapy TBI harvest harvest filtration Sedimentation Gradient centrifugation T-cell depletion Filtration Infusion Sedimentation Gradient centrifugation Purging Controled rate freezing store at -196° C Overleving van transplant-patiënten met Hoog Risiko Chronische lymfatische Leukemie 100 Allogeen (N = 164) Probability, % 80 60 Autoloog(N = 316) 40 Klassieke chemotherapie 20 P = 0.0001 0 0 2 4 6 Years 8 10 6 Klinische toepassingen van stamcellen Herstel van aangeboren genetische defekten Herstel van verworven cellulaire defekten • Parkinson/ Alzheimer/ MS • Dwarslesies • Diabetes • Cerebrovasculair accident (CVA) • Kraakbeen (artrose / artritis) Acuut myocard infarct Chronisch Hartfalen Nierfalen Leverfalen Spuit met stamcellen Catheter in de kransslagader Geisoleerde Stamcellen Totale beenmergcellen Infarct Treatment Effect of Bone Marrow Stem Cell Transplantation (BMSC) on Infarct Volume. Infarct volume (g) 30 28% treatment effect* P=0.036 BASELINE 4 MONTHS 25 20 15 10 5 0 CONTROL BMSC * Expressed as relative difference in infarct volume reduction compared with control (ANCOVA model). Global LVEF at baseline and 4 mo FU CONTROL BMSC 80.0% 80.0% 70.0% 70.0% 60.0% 60.0% 50.0% 50.0% 40.0% 40.0% 30.0% 30.0% 20.0% 20.0% 10.0% 0.0% 46.9 (8) 49.1 (11) 1W 4M 4 mo Baseline = 2.2% (7) 10.0% 0.0% 48.4 (7) 51.8 (9) 1W 4M 4 mo Baseline = 3.4% (7) PET Metabolic Indices in Large MI’s MI (% max) Treatment effect P=0.0012 100 (9.9) (12.3) 80 (8.4) (4.5) 60 Baseline 4 months 40 20 0 CONTROL BMSC Autologous “chondrocyte” implantation Cell Implantation Environment The “Bioactive Chamber” Injection of cell suspension Articular surface Subchondral bone Problemen met het klinisch gebruik van stamcellen Onvoldoende basiskennis (“in vitro is niet in vivo”) Onvoldoende hoeveelheden (massaproductie/kost ) Onbetrouwbare kwaliteit (commercie versus wetenschap) Immunologisch potentiëel (afstoting) onvoldoende beheersbaar Ethische aspekten (embryonaal>adult)(commerciëel vs solidair) Welke Bronnen van STAMCELLEN ?