Het ministerie voor ruimtelijk samenwerken Toekomstverkenning naar een krachtenfusie tussen ‘Den Haag’ en ‘de samenleving’ in het inrichten van Nederland Initiatiefgroep HMRS Ad de Rooij, Herman Meines en Alma van Bers Versie 28 maart 2011 1. Nieuwe trends voor de rijksdienst en een inspiratiebron ‘van buiten’ Verkokering en de korte termijn politiek-bestuurlijke focus zijn al decennia lang twee dominante kenmerken van het rijksbeleid en de rijksdienst. Eveneens is al decennia een debat gaande over de kloof tussen de burger en ‘Den Haag’. Over de kwesties van de effectiviteit van de rijksoverheid en de kloof tussen burger en het nationaal bestuur verschijnen bijna jaarlijks onderzoeken en rapporten met aanbevelingen ter leniging van de vastgestelde negatieve effecten. Tot op heden hebben al deze inspanningen niet geleid tot het oplossen van de Haagse verkokering en het overbruggen van de kloof burger - bestuur. Men zou kunnen stellen dat de urgentie van het vraagstuk de laatste jaren sterk is toegenomen: er worden vele lange termijn opgaven gesteld waarin ‘Den haag’ niet op korte termijn actie zou moeten nemen en dit ‘over de kokers heen’. En over de landsgrenzen heen: inhoudelijk is zelfs een wereldwijd perspectief aan de orde is, zoals op de terreinen van het klimaat en het water, de energie, de sociale integratie en de economie. Het kabinet heeft in verband met de politieke discussie over omvang en effectiviteit van de rijksdienst het vorig jaar enkele belangrijke doelstellingen en concrete acties geformuleerd. Zoals de doelstelling van een compacte rijksdienst als onderdeel van een compacte rijksoverheid. Een tweede voorbeeld is de inzet op een andere rolverdeling tussen rijk en provincie. Een derde voorbeeld de samenvoeging van enkele ministeries. Het zou kunnen zijn dat hiermee na een fase van theoretisch onderzoek nu een fase van empirie aanbreekt. Wij willen aan dit nieuwe momentum een bijdrage leveren, namelijk aan het denken over het ideale ministerie van de 21e eeuw. Daarom hebben we begin 2011 gestart het project HMRS, het ministerie voor ruimtelijk samenwerken. Het project HMRS heeft als doel inspirerende beelden te genereren over vorm, organisatie en werkwijze van een ministerie dat zich ankert in een paradigma van samenwerking en kwaliteit. Het project wordt georganiseerd als denkoefening: HMRS is een virtueel ministerie, het bestaat alleen als idee. HMRS krijgt in twee jaar tijd geleidelijk vorm door het ontwerpen van vier scenario’s en het beoordelen van de scenario’s op de oplossende waarde voor actuele problemen. HMRS is verder een ‘open’ project. Een ieder die wil bijdragen is welkom. HMRS wil vanuit die ‘vrije’ positie ook bijdragen aan het uitvoeringsprogramma Compacte rijksdienst, vooral het project 16, “Beleidsuitvoering minder arbeidsintensief”. 2. Referentie voor de scenario’s Het denken over HMRS begint niet bij nul. Wij gaan uit van een visie op samenwerken en kwaliteit in de inrichting van Nederland die onder leiding van Rijkswaterstaat in de afgelopen tien jaar is ontwikkeld en gedocumenteerd onder de naam Fysica van Samenwerking. Ruim honderd auteurs hebben bijgedragen aan een concept voor het vormgeven aan gelijkwaardige samenwerking tussen overheid en samenleving. Dit is het 4B-concept van samenwerkende Burgers, Bestuurders, Bureaucraten en Bedrijven. Ook beschreven zij een concept voor het geïnspireerd vormgeven aan lange termijn kwaliteit in de inrichting van Nederland. Dit is het concept van de Publieke Schijf van Vijf. Deze beide concepten (zie bijlage 1) vormen het gemeenschappelijk vertrekpunt en de inspiratiebron voor de op te stellen scenario’s. Voor de begeleiding van de scenariobouw wordt een scenariobegeleidingsteam gevormd, waarvoor benaderd zullen worden o.m. de WRR (Prof Van Asselt) en de Society for Organizational Learning (Hans Le Fevre). 3. Initiatief en adres HMRS is een initiatief van de stichting Fysica van Samenwerking i.s.m. Het Buitenhuis. HMRS maakt deel uit van de hub Plein 2013, ontwikkeld door het Buitenhuis. Deze hub is een ontmoetingsplaats voor denkers over een wenkend perspectief voor de organisatie van de nationale overheid ter gelegenheid van het tweehonderd jaar bestaan van de staat der Nederlanden. Binnen de hub 2013 is HMRS één van de activiteiten en zo een veilige vrijplaats voor nieuw, spannend en inspirerend denken. 4. Projectopzet: tijdelijke stichting HMRS De projectopzet is gefaseerd. In het voorjaar van 2011 wordt eerst een formele tijdelijke projectorganisatie opgericht die ook financieel als voertuig kan fungeren: de stichting HMRS. Daarna worden in 2011 vier scenario’s opgesteld: vier beelden van het nieuwe ministerie en haar werkwijze. In het voorjaar van 2011 worden daartoe vier scenariogroepen gevormd (elftallen) die najaar 2011 bijeen komen om ‘hun’ HMRS scenario te bouwen. Naast Het Buitenhuis zal hiertoe samenwerking worden gezocht met enkele future centers. Gedacht wordt aan de volgende vier 4B-getypeerde elftallen’: een groep afkomstig van belangenorganisaties en burgerinitiatieven; een groep lokale bestuurders; een groep rijksambtenaren, ABD-ers (die zo ook zelf leren over diepere zingeving m.b.t. de rijksoverheid) en leden van het Informeel Interdepartementaal Strategen Netwerk; een groep jonge ondernemers (Community of Talents, voorlopers in innovatie, crowd sourcing etc.). In 2012 worden de scenario’s gebruikt als bron voor ideevorming over twee onderwerpen: bouwstenen een nieuwe Grondwet die op samenwerken en kwaliteit is gebaseerd en bouwstenen voor een nieuwe visie op de Haagse ministeries. Samen geven deze bouwstenen een wensbeeld voor nieuwe dynamiek in bureaucratie en democratie: ‘de bevrijding van Den Haag, die als opera zal worden opgevoerd tijdens de manifestatie Plein 2103 (zie paragraaf 6). Affiche-idee voor opera De Bevrijding van Den Haag 5. Methodische referenties voor de HMRS scenario’s De theoretische basis voor de HMRS scenario’s bestaat uit ervaringen uit het verleden (met name WRR en Shell) en de recente WRR-studie Uit zicht, Toekomstverkennen met beleid (verschenen in 2010). Rond 1980 heeft de WRR met haar Algemene en Beleidsgerichte Toekomstverkenningen een imposant scenarioproject afgeleverd. De scenario’s bleken in de academische wereld beter ontvangen dan in de politieke arena. Men wist in de politieke arena eigenlijk niet goed wat men er eigenlijk mee aan zou kunnen. Wie er wel wat mee wilde en ook wat mee deed was de Stichting Nederland Nu als Ontwerp, een burgerinitiatief avant la lettre. Deze stichting ontwikkelde integrale ruimtelijke scenario’s voor het lange termijnbeleid voor Nederland. De NNAO scenario’s en de methode bleken in de decennia daarna beleidsmatig invloedrijk, zij het dat de doorwerking op een informele wijze plaatsvond. In het bedrijfsleven heeft Shell in de jaren ’80 een scenariomethode ontwikkeld waarbij toekomst denken werd gekoppeld aan investeringsbeslissingen. In cycli van enige jaren produceerde de Group Planning van Shell scenario’s die wereldwijd aan managers werden voorgelegd als context voor nationale investeringsbeslissingen. Men heeft tot 2000 het scenario-denken inhoudelijk en als managementtool tot grote hoogte gevoerd, mede door de verbinding met ‘organizational learning’ te leggen. Na 2000 werd overigens de inzet van scenario denken als onderbouwing van belangrijke keuzes als minder opportuun beoordeeld. Dit gebeurde in een tijd Shell de eigen kostenefficiency tot aandachtspunt nummer één verklaarde. Scenario denken is zowel bij de WRR als bij Shell nog steeds levend. Shell produceert nog steeds regelmatig nieuwe lange termijn scenario’s. Van de WRR verscheen vorig jaar het rapport Uit zicht, Toekomstverkennen met beleid. De WRR-studie geeft een omvattende en onderbouwde methodologie en typologie voor scenariostudies voor en door de overheid. De studie reikt een begrippenkader aan om kritisch op toekomstverkenningen te kunnen reflecteren en valkuilen en uitdagingen worden inzichtelijk gemaakt. Zo wordt een bijdrage geleverd aan de kwaliteit van langetermijnoriëntatie in beleid. Het is dit (naar ons oordeel uitstekende) rapport dat wij als methodische referentie en uitgangspunt nemen voor ons project van een lange termijn scenarioverkenning over de rijksoverheid en haar omgeving. 6. Aanbevelingen voor een nieuwe Grondwet en het ministerie van de 21e eeuw De organisatie van de rijksdienst is gebaseerd op de Grondwet, waarvan de eerste versie stamt uit 1813. De Grondwet beschrijft het bestuurlijke model bestaande uit ministers, Kamers en ministeries. Duidelijk is dat dit een verkokerd en hiërarchisch bestuurlijk model oplevert dat niet aansluit op het wensbeeld van HMRS: samenwerking en kwaliteit. Omdat de scenario’s HMRS hiervan wel uitgaan kan met behulp van de back-casting techniek (“hoe kan het zo zijn gekomen?”) tot aanbevelingen worden gekomen voor nu. De opgestelde scenario’s worden dan gebruikt voor het genereren van bouwstenen voor een nieuwe Grondwet en voor het ministerie van de 21 eeuw. De vraag kan daarvoor luiden: hoe kan een op basis van samenwerking en kwaliteit denkende een werkende rijksoverheid worden ontworpen waardoor maatschappelijke waardecreatie ontstaat? 7. Uitvoering en begroting De scenarioverkenning kan worden gecoördineerd door de initiatiefgroep HRMS die op basis van nultarief opereert. Begroting: p.m. Bijalge 1 Het 4B-concept Volgens het 4B-concept kunnen publieke besluitvormingsprocessen gezien worden (en ontworpen worden) als een samenwerking bij zowel proces en inhoud van vier maatschappelijke krachten, vertegenwoordigd in de praktijk door vier unieke verantwoordelijkheden en bijbehorende groepen actoren. Die vier krachten (groepen actoren) zijn de Burgers, de Bestuurders, de Bureaucraten en de Bedrijven. Ideaal gesproken levert elke ‘B’ een eigen, positieve inbreng (kracht) en stelt zich hiervoor verantwoordelijk: het ervaren probleem en het gewenste doel (Burgerkracht), de ambitie en toekomstvisie van de gemeenschap (Bestuurderskracht), de integratie van proces en inhoud (Bureaucratenkracht) en het waardeverhogend plan (Bedrijvenkracht). Als alle B’s de inbreng leveren conform de eigen aard en als ze daarbij alle samenwerken is er sprake van ‘krachtenfusie’. Door krachtenfusie ontstaat maatschappelijke waardecreatie. Hoe beter de 4B’s hun eigen rollen uitoefenen en hun verantwoordelijkheid nemen, hoe intensiever de krachtenfusie, hoe groter de maatschappelijke meerwaarde. Op www.fysicavansamenwerking.nl zijn de door Rijkswaterstaat uitgebrachte twee boeken opgenomen die het 4B-concept introduceren en concretiseren voor het domein van de ruimtelijke inrichting. Bestuurskundig gezien is het 4B-concept op te vatten als een innovatief voorbeeld van governance (het gaat uit van een nieuw paradigma). Het 4B-concept is een lege visie: het beschrijft op een abstract niveau krachten die in de praktijk alle mogelijke vormen kunnen aannemen. Hierdoor is het mogelijk om in principe alle infrastructuur- en stedelijk-landelijke ontwikkelingsprojecten, uit heden en verleden te analyseren en evalueren. De kernvraag voor de analyse de evaluatie luidt: op welke wijze, onder welke omstandigheden en met welke resultaten hebben de vier krachten zich gemanifesteerd: door welke (groepen van) actoren, burgers, belangengroepen, ministeries, bedrijven, instellingen, etc. en hoe worden/zijn deze inbrengen op elkaar afgestemd? In onze scenarioverkenning kunnen we het 4B-concept toepassen als theoretische referentie voor het ontwerpen van een compacte en op de lange termijn gerichte rijksoverheid. Bijlage 2 Organigram project HMRS Initiatiefgroep HMRS Inbreng in Plein 2013 Scenario’s HMRS Scenariobegeleidingsgroep