September 2015 Stappenplan van signalen naar projecten algemene preventie Dit document bouwt voort op de visietekst die je op dit kennisplein onder het zelfde thema ‘preventie’ kan terugvinden. De bedoeling van dit stappenplan is om middelgrote sociale diensten een kader aan te reiken om met projecten algemene preventie aan de slag te gaan. Dit stappenplan werd uitgewerkt via een proeftuinproject in de loop van 2012 en 2013 in 3 CAW’s: CAW’s Gent-Eeklo, CAW de Kempen en CAW & JZ Middenkust. Concreet beschrijven we het traject of de verschillende stappen dat een project van algemene preventie kan doorlopen. We onderscheiden 12 stappen en hebben daarnaast ook 7 concrete instrumenten ontwikkeld om de concrete praktijk te ondersteunen. Het stappenplan is ook samengevat in een stroomdiagram. Het stroomdiagram omvat per stap, beslissing of activiteit, de belangrijkste criteria en vragen die nodig zijn om het verloop van een project algemene preventie in goede banen te leiden. De belangrijkste instrumenten (probleemanalyse, projectvoorbereiding en projectformulier) werden opgesteld met ondersteuning van Rita L’Enfant van Samenlevingsopbouw Vlaanderen. Deze tekst is grotendeels gebaseerd op een artikel1 van J. Vos, verschenen in het boek ‘Preventie morgen. Bouwstenen voor een goede praktijk’. Het stroomdiagram en de instrumenten kunnen via het Kennisplein gedownload worden. 1 ‘Van signalen naar projecten algemene preventie’, pag 131- 145, J.Vos, reader ‘Preventie morgen. Bouwstenen voor een goede praktijk’, redactie D. Burssens, P. Goris, B. Melis & N. Vettenburg, Uitgeverij Garant Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 1 van 10 Algemene preventie, waar draait het nu om? Even recapituleren uit de visietekst. Met algemene preventie bedoelen we ‘initiatieven opzetten die doelbewust problemen voorkomen via acties die structurele oplossingen realiseren voor een ruimere doelgroep’. Essentie is structurele of duurzame oplossingen zoeken voor structurele, maatschappelijke problemen. Bedoeling is sociale problemen - hoe klein ook- te herkennen, te benoemen, bespreekbaar te maken, oplossingen te stimuleren en mogelijk ook op een structurele manier een gedrags- of mentaliteitsverandering proberen te bereiken. Je kan binnen algemene preventie verschillende soorten projecten opzetten, naargelang de strategieën die je inzet of combineert: beleidssignalering (bv via de regionale welzijnsraad een beperkt dossier met een probleemanalyse en oplossingssuggesties bezorgen aan alle betrokken beleidsinstanties) mensen informeren (bv informatiecampagne over de gevaren van het gebruiken van kredietopeningen) mensen vormen (bv huisartsen vormen in het omgaan met intra-familiaal geweld) mensen sensibiliseren (bv eigenaars-verhuurders motiveren tot het verhuren aan vreemdelingen) petitie organiseren (bv petitie organiseren over het gebrek aan openbare toiletten in de stad) een voorbeeldproject organiseren (bv een nieuwe hulpverleningsmethodiek uitproberen, met de hoop dat dit concept nadien ruimer bruikbaar wordt) sociale actie organiseren (bv een betoging organiseren om een bepaalde eis kracht bij te zetten) In het proces van algemene preventie vertrekken we van signalen. Een signaal is een uiting van verontwaardiging of bezorgdheid, als aanduiding of aanwijzing dat er iets structureel fout loopt. Signalen kunnen van gelijk waar komen: cliëntbesprekingen, teamvergaderingen, de registratie, gesprekken met andere diensten, de wandelgangen, de pers… Cruciaal is of het signaal herkenbaar is voor hulpverleners. Een duidelijke procedure en een organisatorische inbedding Het werken met projecten algemene preventie veronderstelt een duidelijke procedure, met zicht op de belangrijkste activiteiten, beslissingsmomenten en een concrete organisatorische inbedding. Hierbij gaan wij ervanuit dat het herkennen en formuleren (de preventieve reflex) van structurele problemen en het uitvoeren van een eerste probleemanalyse een zaak is van alle hulpverleners. Dit zijn activiteiten die best in het basisprofiel van alle hulpverleners staat. Het ontwikkelen en opvolgen van projecten, het formuleren van duidelijke doelstellingen en het denken in oplossingsstrategieën zijn geen basiscompetenties van een hulpverlener. Wij rekenen hier op staffuncties binnen de ruimere organisatie. Dit belet helemaal niet dat hulpverleners, vanuit hun kennis van specifieke doelgroepen en problematieken en vanuit hun eigen opgebouwde net werken en verworven competenties of na de nodige bijscholing mee verantwoordelijkheid opnemen in een projectteam of projectgroep. Wij pleiten voor bijeenkomsten en functies met een duidelijk mandaat, eenmaal een project is van Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 2 van 10 start gegaan: Een projectleider of trekker die de planning opvolgt, de taakverdeling en de samenwerking organiseert en die er voor zorgt dat engagementen worden nageleefd. Een projectteam of projectgroep dat samengesteld is uit de projectmedewerkers die verantwoordelijkheid opnemen in de concrete uitvoering van een project. We spreken van een projectteam als de projectmedewerkers allemaal uit de zelfde organisatie komen. We spreken over projectgroep als projectmedewerkers uit verschillende organisaties komen. Bij grotere projecten, waarbij ook meerdere organisaties betrokken zijn, is het aan te bevelen om ook te werken met een projectstuurgroep. Een stuurgroep bewaakt de globale voortgang van een project, de engagementen van de betrokken organisaties of teams, beslist over belangrijke koerswijzigingen en bewaakt de kwaliteit van het eindresultaat. Wij hebben de aanpak van projecten algemene preventie opgesplitst in 12 stappen. We vermelden tussen haakjes de instrumenten die voor die stap ontwikkeld werden. Stap 1: signaal formuleren (instrument 1: signaalfiche) Stap 2: beslissen of het probleem een structureel probleem is Stap 3: het structureel probleem herformuleren of preciseren vanuit een cliëntperspectief Stap 4: beslissen met wie we een eerste probleemanalyse gaan doen, samenstelling werkgroep Stap 5: een eerste probleemanalyse doen (instrument 2: eerste probleemanalyse) Stap 6: beslissen of een project algemene preventie overwogen wordt Stap 7: grondiger probleemanalyse en projectvoorbereiding (instrument 3: grondiger probleemanalyse en projectvoorbereiding) Stap 8: beslissen of en welk project van start kan gaan met welke personeelstijd en welk werkingsbudget Stap 9: project uitschrijven (instrument 4: projectplan) Stap 10: projectteam of projectgroep samenstellen Stap 11: project uitvoeren en opvolgen (instrument 5: verslagsjabloon tussentijdse afspraken en instrument 6: tussentijdse projectevaluatie) Stap 12: project evalueren (instrument 7: projectevaluatie) Laat duidelijk zijn dat deze stappen geen uniforme, verplichte stappen zijn. Afhankelijk van het signaal of het probleem en rekening houdend met de eigen organisatorische context moet dit stappenplan met gezond verstand gebruikt worden. We denken aan twee voorbeelden. Een eenvoudig signaal, bv het signaal dat een externe dienst systematisch niet open is op de uren die in voorstellingsfolders en antwoordapparaten als openingsuren voorgesteld worden, daar ga je geen zware projectvoorbereiding op los laten, een duidelijk, maar diplomatisch telefoontje zal wel volstaan. Een ander voorbeeld: het toewijzen van personeelstijd aan een project. Directies of leidinggevenden kunnen hier verschillend mee omgaan. Sommige zullen dit al na een projectvoorbereiding met duidelijke voorstellen doen, anderen zullen eerst een uitgeschreven projectplan vragen. Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 3 van 10 Situering instrumenten per stap In dit overzicht situeren we de belangrijkste vragen per stap. In de mate van het mogelijke verwijzen we ook naar methodische suggesties (hoe iets bespreekbaar maken) uit de instrumenten. Stap 1 - Signaal formuleren Maak van ‘signalen’ een vast agendapunt van het team. De hulpverlener vertaalt zijn verontwaardiging of bezorgdheid in een structureel probleem. Hij doet dit best aan de hand van een signaalfiche, omdat hij zo beter voorbereid is voor een bespreking op zijn team. Cruciale vragen zijn: wat is het probleem? wie wordt er door getroffen? wat zijn de effecten voor de mensen die er door getroffen worden? Hoe frequent komt het probleem voor? Wat werd al ondernomen om het probleem op te lossen? Problemen kunnen betrekking hebben op de meest uiteenlopende zaken: het eigen aanbod en functioneren, functioneren van andere instanties, maatschappelijke tendensen, risico’s bij bepaalde groepen, nieuwe doelgroepen, gebreken in regelgeving, sociale rechten… Alhoewel de signaalfiche een handig hulpmiddel is voor een hulpverlener die een signaal aanbrengt, is het belangrijk dat de signaalfiche na de eerste bespreking op team of ten laatste na stap 3 zo goed mogelijk ingevuld wordt. Signaalfiches bevatten immers belangrijke informatie, niet alleen voor de verdere behandeling, maar ook voor het CAW-beleid (bv leemtes, knelpunten in de hulpverlening..) Een illustratie. De werking van het loket vreemdelingenzaken in de gemeente is veel te traag. Mensen moeten een afspraak maken om een verlenging van een verblijfsdocument te krijgen, maar deze afspraak valt dikwijls na de vervaldatum van de geldigheid van het document. Het effect is dat mensen tijdelijk een onwettig verblijfstatuut hebben, financiële steun verliezen en soms ook andere rechten verliezen. Stap 2 - Beslissen of het een structureel probleem is Een eerste korte bespreking op het team moet het mogelijk maken om te beslissen of het hier gaat om een structureel probleem of een individueel probleem waar de hulpverlener op een of andere manier mee vastloopt. In het laatste geval kan het nuttig zijn de collega suggesties te geven voor een verdere aanpak van zijn hulpverlening. Cruciale vragen zijn: is het probleem herkenbaar voor de collega’s? Is men verontwaardigd of bezorgd om het probleem? Is het probleem een sociaal (tegenover een individueel probleem) probleem? Is het een dieper liggend probleem? Gaan mensen die in de toekomst in dezelfde situatie terecht komen met het zelfde probleem te maken krijgen? Heeft het probleem een duurzame oplossing nodig? Indien de discussie in team te lang aansleept, laat dan iedereen elke vraag met ja of neen beantwoorden, tel de ja’s en de nee’s op en maak een ontwerpconclusie. Maak hiervoor, zo nodig, standaardformuliertjes. Illustratie: Een alleenstaande vrouw dreigt thuisloos te worden, omdat zij betrokken is een scheiding en de betrokken notarissen de boedelscheiding op de lange baan schuiven. Hierdoor mist zij de financiële reserve om een moeilijke periode te overbruggen. Blijkbaar is dit een situatie die wel meer voor komt. Een structurele oplossing dringt zich op. Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 4 van 10 Stap 3 - Het structureel probleem herformuleren of preciseren vanuit een cliëntperspectief Als het een structureel probleem is, herformuleer of preciseer het ‘structureel’ karakter van het probleem bekeken vanuit het cliëntperspectief, zodanig dat ook duidelijk is welk en wiens belang geschaad is? Een illustratie. Langdurig werklozen, die psychisch kwetsbaar zijn, maar niet 66 % werkonbekwaam (geen invaliditeit) worden door de VDAB als ‘niet toeleidbaar naar tewerkstelling’ gecatalogeerd, zij worden niet verder begeleid. Dit betekent dat zij, na een parcours van maanden zonder perspectief worden losgelaten in een woestijn van onduidelijkheid. Deze mensen ervaren dat dat zij geen plaats meer hebben in de maatschappij, dat zij niet gewaardeerd worden,… dikwijls kampen deze mensen daarenboven met een acute nood aan een groter inkomen. Het CAW heeft al meerdere gelijkaardige dossiers. Stap 4 - Beslissen met wie we een eerste probleemanalyse gaan doen, samenstelling werkgroep Vooraleer we een eerste probleemanalyse doen moeten we eerst beslissen wie daarbij best betrokken wordt? Omdat deze eerste bespreking toch wat tijd vraagt, doen we dit best niet met een volledig team, maar met een werkgroep-formule. Via mail of op een coördinatorenteam wordt nagegaan voor welke teams het probleem herkenbaar is. Als we weten of vermoeden dat het probleem ook voor andere sectoren of voorzieningen herkenbaar is, dan kan een sectoroverstijgende werkgroep aangewezen zijn. Stap 5 - Een eerste probleemanalyse doen Voor deze stap werd een uitgebreid instrument uitgewerkt. We willen zicht krijgen op het structureel probleem zoals dit ervaren wordt door de (soorten) betrokkenen die er rechtstreeks last van hebben en we willen ook kunnen inschatten of het probleem voldoende relevant, ernstig en concreet is en er voldoende mogelijke oplossingen zijn om een project algemene preventie te overwegen. Met relevant bedoelen we de mate waarin een probleem verwijst naar zaken die voor het CAW of zijn cliënten van belang zijn. Cruciale vragen zijn: wat zijn de belangrijkste aspecten van het structureel probleem voor de soorten groepen die er het meest last van hebben (gebruik hiervoor een visgraatdiagram)? Hoe zwaar wegen die, hoe ernstig zijn die? Wie zijn de soorten groepen die er het meest last van hebben? Oorzaken van het probleem, wat vergemakkelijkt een oplossing en wat bemoeilijkt een oplossing? Praktisch en methodisch: we werken met flappen, post-its, en stiften. Cruciaal is dat de deelnemers zich inleven in belevingswereld van de mensen die door het probleem getroffen zijn. Een illustratie: Een straathoekwerker wordt vanuit de psychiatrie gebeld met de vraag om een patiënt verder te begeleiden. De patiënt moet na 6 maanden verblijf in de psychiatrie opnieuw naar huis. Binnen de psychiatrie weet men dat deze vrouw nazorg nodig heeft. De psychiatrie heeft alle diensten die nazorg aanbieden gecontacteerd om deze situatie op te nemen. Maar deze diensten geven allemaal aan dat deze voor deze cliënt niets kunnen doen. De vrouw heeft naast een algemene ondersteuning zeker ook psychiatrische hulp nodig. Zij vraagt daar ook om. Het probleem is dat Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 5 van 10 de straathoekwerker onvoldoende onderlegd is om de psychiatrische kant te verrekenen. Na een probleemanalyse in het team blijkt dat het hier wel degelijk om een structureel probleem gaat. Blijkbaar is er een groep heel kwetsbare mensen, die zich kunnen handhaven buiten de psychiatrie, niet thuis horen in de gehandicaptenzorg, regelmatig in een psychiatrische crisis terecht komen en tegelijkertijd sociaal gemarginaliseerd leven. Deze mensen vallen zowat overal tussen wal en schip. Het gaat hier om een ernstig structureel probleem, maar het zal niet eenvoudig zijn om hier een doordacht project algemene preventie van te maken. De vraag zal ook zijn wie kan aangesproken worden voor een structurele oplossing. Naast de eigen diensten van het CAW, kan ook de GGZ een inbreng hebben. Stap 6 - Beslissen of een project algemene preventie overwogen wordt Op basis van de bespreking in de werkgroep beslist de betrokken leidinggevende of het probleem voldoende relevant, ernstig en concreet is en bovendien voldoende oplossingsperspectieven biedt om een project algemene preventie te overwegen. Deze stap moet minimaal resulteren in één of meerdere duidelijke probleemstellingen. Belangrijk is ook aan te geven wat nog zeker moet onderzocht worden. Stap 7 – Een grondigere probleemanalyse en projectvoorbereiding Deze stap is cruciaal in de opbouw van een algemeen preventieproject. Voor deze stap werd een specifiek instrument ontwikkeld. Bedoeling is, zeker bij complexe probleemsituaties (meerdere oorzaken, meerdere oplossingsperspectieven, meerdere betrokkenen..), een grondige probleemanalyse te doen, zicht te krijgen op oorzaken en mogelijke oplossingsscenario’s te toetsen op hun wenselijkheid, de 5 dimensies van wenselijke preventie, de mate dat er maatschappelijk draagvlak voor bestaat, de concrete succesgaranties en de haalbaarheid. Einddoel is een of meerdere projectvoorstellen beslissingsgereed te maken zodanig dat een doordachte beslissing kan genomen worden of een project van start kan gaan, en met welke personeelstijd (inclusief werkingsbudget) en met welke basisstrategie. Bij de grondigere probleemanalyse gaat het niet alleen over cijfers, feiten en mogelijke regelgeving, maar ook de subjectieve beleving van de belangrijkste soorten betrokkenen (niet alleen diegene die er rechtstreeks last van hebben). Een derde invalshoek is een positieanalyse. Hierbij stellen wij ons de vraag wat de belangrijkste soorten betrokkenen weten (erkennen) van het probleem, wat ze er kunnen aan doen en wat ze er willen aan doen. Cruciaal is of je deze vragen beantwoordt via inleving (wat denken wij dat zij…) of door het de betrokkenen zelf te vragen? Bij een analyse van de oorzaken denken we ook na over de impact/sterkte van de oorzaak en de mate dat de oorzaak te beïnvloeden is. Uiteindelijk bekijken we welke oplossingsscenario’s we verder meenemen in mogelijke doelstellingen (‘we willen bereiken dat…’) die we vervolgens toetsen aan onze maatschappij- en hulpverleningsvisie en de 5 dimensies van wenselijke preventie: Radicaliteit: problemen in een zo vroeg mogelijk stadium aanpakken Zo offensief mogelijk: mensen proberen zoveel mogelijk zelf verantwoordelijkheid te geven i.p.v. beperkend op te treden of te controleren Zo integraal mogelijk: in de mate van het mogelijk een evenwicht tussen persoonsgericht en structuurgerichte resultaten Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 6 van 10 De grootst mogelijk participatie van de doelgroep: hoe sneller en zorgvuldiger de doelgroep ervaringen en verwachtingen kan inbrengen, hoe meer kans er is dat acties aansluiten bij de beleving van de doelgroep. Zo democratisch mogelijk: een bewuste keuze bij de afbakening van de doelgroep en vervolgens nodeloze uitsluitingen vermijden. Het moet duidelijk zijn dat het geen kwestie is van elke dimensie onvoorwaardelijk zo extreem mogelijk toe te passen. De toetsing van het initiatief aan de vijf dimensies geeft de groeimarges aan naar een meer wenselijke preventie In de praktijk moet rekening gehouden worden met de concrete context en de doelstellingen en de mogelijkheden van de organisatie. In de praktijk kan ook voor meerdere doelgroepen of voor meerdere projecten gekozen worden. Essentieel is ook de mogelijkheden van andere organisaties te verrekenen (bv kunnen andere organisaties radicalere oplossingen nastreven) Bekijk vervolgens het draagvlak, de haalbaarheid en de succesgaranties van de verschillende oplossingssporen. Formuleer uiteindelijk een of meerdere doelstellingen waarmee je aan de slag zult gaan en welke strategieën je hierbij zult hanteren. Schat de personeelstijd en het werkingsbudget dat je nodig hebt. Je doet dit best door het het project op te splitsen in tussenresultaten (mijlpalen) en concrete activteiten (bv projectteam/projectgroep, bevraging van mensen, dossier maken, actie voeren, studiedag organiseren…) te benoemen op een tijdslijn. Een illustratie: Een JAC wordt hoe langer hoe meer geconfronteerd met cyberpesten bij 11-13 jarigen. Een waaier van mogelijke oorzaken spelen mee: een gebrek aan sociale vaardigheden, de groeiende impact van de sociale media, een gebrek aan mediawijsheid, de lage drempel voor cyberpesten door de anonimiteit van het internet of de afwezigheid van direct contact, beperkte inlevingsvermogens bij pubers, pubers kunnen de impact van hun online-activiteiten te weinig inschatten, het wordt zowel bij jongeren als volwassenen gangbaar om op het internet respectloos met elkaar om te gaan. Cruciale betrokkenen zijn zeker: de pubers zelf, de ouders, de leerkrachten, schooldirecties, CLB, de gemeentelijke jeugddienst, jeugdbewegingen. Velen van deze betrokken voelen zich machteloos en voelen zich slechts gedeeltelijk mee verantwoordelijk voor het probleem. We zien verschillende doelstellingen mogelijk. ‘Ouders vaardiger maken in het omgaan met en bespreekbaar maken van cyberpesten’. Is dit radicaal genoeg, of moeten we dieper werken naar het systeem van pesten op zich? De doelstelling is wel offensief, maar een sanctionerend optreden vanwege de ouders zal nooit ver weg zijn. Hoe houd je de communicatie met pesters ‘open’? Een andere doelstelling: ‘bereiken dat jongeren die slachtoffer zijn van cyberpesten weten hoe ze het pestgedrag moeten stoppen of counteren’ (bv via promotie van chathulpverlening). Dit is relatief defensief, maar is op korte termijn wellicht broodnodig. Op termijn zijn zeker ook offensievere doelstellingen nodig: jongeren meer media-wijs maken, bewust maken van de logica van een pestsysteem, min-12jarigen elementaire mediawijsheid bijbrengen. Momenteel gebeurt er al heel wat rond pesten vanuit het onderwijs (jaarlijkse campagne). Vraag is wat een CAW met zijn lokaal/regionale inplanting en zijn netwerk binnen de jongerengemeenschap hieraan kan toevoegen? Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 7 van 10 Stap 8 - Beslissen of en welk project van start kan gaan met welke personeelstijd en welke werkingsbudget Het is aan de directie of de bevoegde leidinggevende binnen het CAW om te beslissen of een project algemene preventie, met welke personeelstijd en voor welke periode aan de slag kan. Alternatieve beslissingen zijn: het probleem wordt voorlopig geparkeerd of doorverwezen naar een andere organisatie, er komt geen project, er komt geen project, maar we signaleren het probleem wel aan de betrokken beleidsinstantie. Stap 9 – Het project uitschrijven Het projectplan is het meest cruciale instrument in de opbouw van projecten algemene preventie. Nadat er bij de afronding van de projectvoorbereiding beslist is om al dan niet een project algemene preventie op te starten, de uiteindelijke doelstelling en basisstrategie is uitgewerkt en geweten is wie met welke middelen het project gaat uitvoeren, is het de bedoeling om een concreet projectplan uit te werken. Naast het wat, komt nu ook het hoe in de focus. Het projectplan is in feite de globale leidraad voor de uitvoering van een project. Het omvat naast een minimum aantal gegevens over de identificatie en de werkorganisatie van het project, een korte situering van de problematiek, de doelstelling(en) en de daarmee samenhangende indicatoren, een stappenplan met vermelding van de belangrijkste mijlpalen (producten of sleutelactiviteiten) en ten slotte, voor intern gebruik, een financieel luik en een communicatieluik. Het projectplan staat of valt met goede doelstellingen en indicatoren. Een goede doelstelling maakt duidelijk wat je wil bereiken, wat je in welke richting wil veranderd zien, een goede indicator geeft een antwoord op de vraag hoe je kan zien dat iets in de goede richting evolueert. Het projectplan omvat de planning voor de volledige duur van het project. Indien een projectplan over meerdere jaren loopt is het logisch dat tussentijds meer gedetailleerde planningen (nieuwe versies) worden opgesteld. Grondige wijzigingen aan het projectplan doe je pas als je een tussentijdse evaluatie hebt gemaakt. Het projectplan is het basisinstrument voor al wie rechtstreeks mee verantwoordelijkheid opneemt in het project. Het biedt hen houvast, duidelijkheid en helderheid over het waar naartoe en de voorziene tussentijdse stappen. Het is de bedoeling dat dit instrument zowel gebruikt wordt voor beperkte projecten (bv beleidssignalen) als voor omvangrijke projecten (bv een voorbeeldproject uitwerken). Het projectplan is niet bedoeld als communicatie-instrument voor derden. Hiervoor maakt men best een afzonderlijk document. Een belangrijke vraag is wie het projectplan uitschrijft en wanneer het wordt uitgeschreven. In dit stappenplan is voorzien dat het projectplan uitgeschreven is vooraleer het projectteam of projectgroep is samengesteld. Er is ook veel voor te zeggen om het projectplan te laten uit schrijven door de projectleider samen met de projectgroep of projectteam. M.a.w. eerst de mensen aanduiden en dan pas een projectplan uitwerken. De realiteit is immers dat mensen een project naar hun hand zetten of zich minstens moeten herkennen in de formulering. In de praktijk zijn er argumenten voor beide pistes. Indien het om een zeer beperkt (bv beperkt beleidssignaal) project gaat kan het projectteam bestaan uit 2 personen (projectuitvoerder en werkbegeleider). Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 8 van 10 Stap 10 - Het projectteam of projectgroep samenstellen Een projectteam of projectgroep omvat alle medewerkers die taken opnemen in de concrete uitvoering van een project. Naast de projectleider, de trekker, gaat het hier ook om medewerkers die zich engageren rond bepaalde aspecten. Bv iemand die de doelgroep bevraagt, iemand die een dossier maakt, iemand die een vormingspakket maakt, iemand die aanverwante organisaties mobiliseert, een studiedag organiseert… Cruciaal is dat medewerkers expliciet de tijd en het mandaat krijgen om mee te werken aan projecten algemene preventie. Zeker als het gaat om een projectgroep of medewerkers die uit meerdere organisaties komen is dit zeer belangrijk. Stap 11 - Het project uitvoeren en opvolgen Voor het uitvoeren en opvolgen van projecten algemene preventie hebben we 2 afzonderlijke instrumenten uitgewerkt: een verslagsjabloon voor tussentijdse afspraken en een formulier tussentijdse evaluatie. Het ‘verslagsjabloon tussentijdse afspraken’ omvat een schema met een opvolging van de werkafspraken uit het vorige projectteam (schema met to do’s, wie, wat, wanner en ok of niet ok), een stand van zaken van de projectplanning, een schema met nieuwe to do’s en afspraken over wat aan wie best gecommuniceerd wordt. Dit zijn evidente dingen, die op het eerste zicht overbodig lijken. De realiteit wijst echter uit dat het consequent gebruiken en afvinken van ‘to do lijsten’ niet evident is en soms, na verloop van tijd, verwatert tot verslagen met vagere conclusies. Een tussentijdse evaluatie kan aan de orde zijn omdat de aanvankelijke projectdoelen of strategieën ter discussie staan, omdat bepaalde mijlpalen of belangrijke realisaties achter de rug zijn of omdat een bepaalde periode (trimester, half jaar, jaar) verlopen is. Hierover worden best bij de start van een project interne afspraken gemaakt. Het is een belangrijk principe dat een projectplan niet grondig (bv doelen, belangrijkste strategieën) kan gewijzigd worden zonder een tussentijdse evaluatie. De belangrijkste vraag is hier in welke mate en waarom de aanvankelijke planning en doelstellingen wel of niet gehaald werden. Stap 12 – Het project evalueren Naast een evaluatie van de vooropgestelde en bijgestuurde doelstellingen, stelt zich hier ook de vraag naar mogelijke verdere opvolging. Welke bijkomende resultaten kunnen nog bereikt worden? Welke inspanningen zijn hiervoor nodig? Welke afspraken kunnen hierover gemaakt worden? De ervaring leert dat bij heel wat projecten problemen en oplossingen wel bij het beleid bespreekbaar zijn gemaakt, maar dat de realisatie van effectieve oplossingen dikwijls nog lang (soms jaren) op zich laten wachten. De vraag is wanneer een project best afgesloten wordt? Steken we het blijven aandringen op oplossingen in projectopvolging of in het project zelf? Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 9 van 10 Slotbeschouwing Eerstelijns sociale diensten zijn bevoorrechte getuigen over wat er allemaal fout kan lopen in onze samenleving. Het uiten van verontwaardiging of bezorgdheid is een evidente taak van hulpverleners, maar allerlei zaken maken dat hier dikwijls te weinig van in huis komt. Door algemene preventie te vertalen in projecten, een duidelijke procedure uit te werken, concrete instrumenten aan te reiken en hierrond ook de nodige vorming te voorzien hoopt het Steunpunt algemene preventie de plaats te geven die het nodig heeft. Het is nu aan de CAW’s om één en ander concreet op te nemen. Cruciaal is echter de manier waarop medewerkers betrokken en geïnformeerd worden en blijven. Hulpverleners die signalen geven moeten zien dat er iets met hun signalen gebeurt; alle staat of valt met regelmatige communicatie over projecten. Bibliografie Goris Peter, Bursens Dieter, Melis Bie en Vettenburg Nicole, Wenselijke preventie stap voor stap, Garant, 2007. André Desmet, Luc Verbeke e.a., Handboek Samenlevingsopbouw in Vlaanderen (hfst. Projectmatig werken), Die Keure, 2008 Jaak Trips, ‘Van fantastisch idee tot geslaagd project’, NUR 780 - Economie en bedrijf algemeen, 2005 Stanley E. Portny, De kleine ‘Projectmanagement voor Dummies’, Wiley Publishing, 2013 Dieter Burssens, Peter Goris, Bie Melis & Nicole Vettenburg, Preventie morgen. Bouwstenen voor een goede praktijk’, Garant, 2014 Van signalen naar projecten algemene preventie – september 2015 Pag. 10 van 10