SEO Beelden op te slaan voor SEO protocol 2.0 beeldkwaliteit • het logboek bestaat grotendeels uit optimale beelden, het is niet de verwachting dat deze kwaliteit van de beelden bij iedere zwangere te bereiken is, denk aan adipositas en ligging van de foetus • voor elk echobeeld geldt dat gelet moet worden op instelling, vergroting, focus (ter hoogte of iets onder het onderwerp) en gain (vocht echolucent) Placenta ligging • • • • • placenta in beeld. als de placenta laag ligt ook de verhouding ten opzichte van het ostium internum vastleggen afstand van placenta tot ostium internum meten beleid: als de placenta minder dan 2 cm. van het ostium internum ligt, echo placentalocalisatie afspreken voor 30 weken zwangerschap Beoordeel ook de hoeveelheid vruchtwater, hoeft niet gemeten te worden als het normaal is Navelstrenginsertie (niet verplicht) Waar komt de navelstreng uit de placenta? Gebruik de doppler voor de duidelijkheid. Bij verdenking op velamenteuze insertie bij laagliggende placenta doorverwijzen voor een GUO, om vasa previa uit te sluiten. Wervelkolom 1 Leg een of twee beelden vast van de totale wervelkolom in sagittale doorsnede met intacte huid los van de uteruswand. De foetus moet met de rug naar boven in beeld zijn. Wervelkolom 2 Coronaal beeld van de onderzijde van de wervelkolom. HC • • • • • ovale doorsnede van de schedel de midline horizontaal in beeld cavum septum pellucidum op 1/3 van de voor achterwaartse afstand achterhoorn van het laterale ventrikel a vue schedel wordt gemeten zonder huid en subcutis DBP • • • meet de DBP in hetzelfde vlak als de HC DBP is de breedste afstand tussen de ossa parietales meet outer – outer, van buitenrand tot buitenrand van de schedel Achterhoorn Breedste gedeelte van het laterale ventrikel meten, horizontaal in verloop van de lange as van het ventrikel Meting van de laterale ventrikel Cerebellum • • • Vanaf het vlak voor het meten van de HC wordt de transducer gekanteld naar het cerebellum in het achterhoofd waarbij het cavum septum pellucidum in beeld blijft beide zijden van het cerebellum hebben een symmetrische ronde vorm Meet van buitenrand tot buitenrand, outerouter Orbitae 2 ogen met minimaal 1 lens in een van de ogen in beeld Mond met bovenlip • • • bovenlip totaal in beeld lippen liefst in frontale doorsnede met de neus met 2 neusgaten a vue bovenlip mag eventueel ook beoordeeld worden in transversaal vlak (discutabel, wordt landelijk nog besproken) Profiel sagittaal vlak, voorhoofd, neus en mond a vue 4 kamerbeeld hart4 4 - kamerbeeld van het hart • • • • • ligging en grootte van het hart is goed te beoordelen crux en kleppen a vue septum horizontaal echogeniciteit van de longen is duidelijk a vue 4 – kamerbeeld mag ook in 2 echobeelden opgeslagen worden Outflow linker ventrikel Maak het verloop van de linker kamer van het hart naar de aorta zichtbaar. Gebruik daarbij zonodig de doppler. Outflow rechter ventrikel Maak het verloop van de rechter kamer van het hart naar de arteria pulmonalis zichtbaar. Maak gebruik van de doppler. Kruising van de grote vaten Arteria pulmonalis kruist over de aorta. Gebruik de doppler. 3 vesselview Pijltjes maken duidelijk waar je naar kijkt. Diafragma Middenrif over de gehele breedte van de thorax a vue, met het hart erboven en de maag eronder. AC • • • een wervel en een rib zichtbaar en de maag, als deze in beeld is (hoeft niet), links op ½ van de afstand voorste buikwand – wervelkolom vena umbilicalis / vena portae bifurcatie zichtbaar op 1/3 van de afstand voorste buikwand – wervelkolom geen nieren a vue Buikwand Buikwand a vue met navelstreng in transversale doorsnede. Buikwand mag ook in longitudinale doorsnede opgeslagen worden. Nieren Nieren beiden a vue in transversale doorsnede. Als de pyela verwijd lijken, moeten deze ook in de transversale doorsnede gemeten worden. Nierpyela Als een of beide pyela verwijd zijn, de voor achterwaartse afstand van de pyela meten in de transversale doorsnede. Nierarteriën In principe is dit beeld bewijzend voor de aanwezigheid van 2 nieren. (plaatje is niet verplicht) Blaas met twee arteriën Twee arteriën naast de blaas, om aan te tonen dat er 3 vaten in de navelstreng zijn. Doppler is voor de duidelijkheid noodzakelijk. Thorax en buikholte/darmpakket Sla een echobeeld op van de gehele romp van de foetus, zodat de echogeniciteit van het darmpakket te beoordelen is en ook de verhouding tussen borst en buikholte. Femur Het gehele femur horizontaal in kleine hoek met de transducer in beeld met epifyse, waarbij gemeten wordt van femurkop tot diafyse. Onderste extremiteiten Sla van beide benen een beeld op waarbij te beoordelen is of de pijpbeenderen aanwezig zijn en de voeten in de normale stand staan met de tenen naar voren. Als er twee voetzolen naast elkaar in beeld staan, kan het kind nooit een afwijkende stand van de voeten hebben. Bovenste extremiteit Sla een of twee plaatjes op waarbij de beide armen met beide handjes te zien zijn, waarbij ook te beoordelen is of de handjes in de normale stand staan. Vingers worden niet geteld, maar het is wel van toegevoegde waarde om rechte vingers te zien.