Nieuwsbrief De vroege fase van dementerende ouderen. Juni 2015 Dementie In dit nummer Dementie Kenmerken van dementerende ouderen Determinanten van dementerende Dementie is een combinatie van symptomen, waarbij de werking van informatie in de hersenen is verstoord. Het gehele verstandelijke functioneren gaat steeds verder achteruit, waardoor men langzaam aan helemaal afhankelijk wordt van anderen. Dementie is een syndroom, aangezien het gaat om een aantal met elkaar samenhangende verschijnselen die zich tegelijk voordoen. Bij dementie raken steeds meer zenuwcellen in de hersenen en/of verbindingen tussen deze zenuwcellen beschadigd. Hierdoor kunnen de hersenen niet goed meer functioneren. Bij sommige dementerenden kan de ouderen Belemmerende en faciliterende factoren ten aanzien van verandering. Uitslagen interview en enquête Meetinstrumenten achteruitgang heel snel verlopen, terwijl anderen nog jarenlang een relatief gewoon leven kunnen leiden. De meest voorkomende vormen van dementie zijn: - vorm een eiwitophoping in de zenuwcellen van de hersenen is. - Doel en middel Bestaande interventie programma’s Alzheimer 70%. Onderzoekers denken dat de oorzaak van deze Vasculaire Dementie 16%. Een storing in de bloedvoorziening in de hersenen, is de oorzaak van deze ziekte. - Lewy Body eiwithoudend wanneer Vergeetachtig, zich steeds weer herhalen. Dementie 15%. materiaal. een hersencel Deze worden gevaar loopt. inkapselingen waarschijnlijk Voornamelijk van afgezet in de hersenschors. - Fronto-temporale Dementie. Komt vaak voor op jongere leeftijd. Afstervende hersencellen temporaalkwab is de oorzaak. Kenmerken dementerende ouderen - Zowel mannen als vrouwen hebben de kans op dementie - Komt voornamelijk voor bij ouderen (5% met de leeftijd tussen 65 en 74 heeft dementie, 40% van de 85+ heeft dementie). - Verminderde sociale banden - Vergeetachtig, zich steeds weer herhalen - Gesprekken met jongeren gaan vaak te snel - Ruzie maken/frustraties - Denken dat ze iets doen, (zoals koken) maar dit al tijden niet meer hebben gedaan. Abnormale in de frontaalkwab en de NIEUWSBR IEF, DE VROEGE FASE VAN DEMENTERENDE OUDEREN Determinanten van dementerende ouderen - De leeftijd is de duidelijkste determinant van dementie, op oudere leeftijd komt het veel vaker voor. - Een laagopleidingsniveau verhoogd de kans op dementie, hiervoor worden twee redenen opgegeven. Hogeropgeleiden kunnen langer hun cognitieve reserves opvangen. De andere reden geeft Hierbij gaat het onder andere om roken, te weinig bewegen, hoge bloeddruk, overgewicht en diabetes type 2. aan dat lager opgeleiden vroeger gediagnostiseerd worden. - Te weinig mentale activiteiten, wanneer iemand een tweede taal leert of sociaal actief is verkleint dit de kans op dementie. - Een depressie kan juist weer zorgen voor een grotere kans op dementie. Aangezien het geheugen slechter functioneert bij een depressie. - Genetische factoren spelen een rol bij dementie, een complexe maar vaak belangrijke rol. Dit is voornamelijk te zien bij zeldzamere vormen van dementie. - Risicofactoren voor hart- en vaatziekten, schade aan hart- en bloedvaten vergroot de kans op dementie. Hierbij gaat het onder andere om roken, te weinig overgewicht en diabetes type 2. Belemmerende en faciliterende factoren ten aanzien van verandering Belemmerende factoren: - Ongestructureerde ruimtes, deze voelen onveilig aan. - Wat ze niet zien is er volgens hun niet, zoals een keuken of huiskamer. - Geen plek om zich terug te trekken. - Verminderend zicht, wat kan zorgen dat een glimmende vloer glad lijkt, of patronen lijken gaten of hobbels. - Geen ruimte om naar buiten te kunnen gaan. Faciliterende factoren: - De oudere met respect behandelen, niet als een kind. - Niets uit handen nemen wat de oudere nog zelf kan. - Alleen corrigeren wanneer het noodzakelijk is. - De persoon betrekken bij activiteiten, niet laten vereenzamen. - Zorg voor geestelijke ontspanning, zoals koffie drinken, praten of een activiteit. - De oudere niet testen op kennis. bewegen, hoge bloeddruk, NIEUWSBR IEF, DE VROEGE FASE VAN DEMENTERENDE OUDEREN Interview & Enquête Uit het interview is gekomen dat de bewoners met dementie over het algemeen hele vriendelijke mensen zijn. Ze vinden het gezellig als je lang komt, af en toe zijn ze minder vrolijk of kunnen ze heel boos worden. Dit kan ook voorkomen uit frustratie. De bewoners kunnen in groepen activiteiten doen, een enkele zal dit niet willen. Of wel mee doen, maar verder geen contact hebben met de rest van de groep. De huidige activiteiten die er zijn, zijn bijvoorbeeld bingo, een zanggroepje, bewegen voor ouderen, in de huiskamer gezellig lezen of kaarten. Echter zijn veel van deze activiteiten zelf inloop, hierdoor zullen een aantal ouderen niet vrijwillig heen gaan. Wel wordt er aan ouderen gevraagd of ze er heen willen, of aangegeven wanneer er een activiteit is. De overloop tussen de werkvelden is, dat SGM-er de huidige activiteiten kunnen aanpassen of zorgen voor meer deelname. Door met de bewoners in gesprek te gaan en vanuit een ander perspectief naar de ouderen te luisteren . Om te zien of met kleine aanpassingen ook demente ouderen meer naar activiteiten willen, of juist meer in kleinere groepen activiteiten doen. Nu is het voornamelijk zorgen voor de ouderen en minder gericht op de activiteiten die er zijn. Veel verpleegkundigen en verzorgenden kennen de doelgroep van demente ouderen goed, echter richten zijn zich op de verzorging en verpleging van de ouderen en niet op de activiteiten die de bewoners kunnen doen. Uit de enquête is gebleken dat veel bewoners vriendschappelijk om gaan met andere bewoners. De bewoners zoeken niet snel zelf contact met anderen, dit moet voor hun geregeld worden. Wanneer er iemand langskomt, wordt dit als prettig ervaren. De houding van de bewoner is niet vaak rusteloos, echter is de gespannen houding heel variabel per bewoner. De bezigheden van de bewoners zijn vaak niet aanwezig mits ze iets toegewezen krijgen. Zonder hulp van anderen wordt dit als Contact met andere bewoners moeilijk ervaren. Nooit Hieruit kan dus gehaald worden dat de bewoners wel wat Zelden willen doen, alleen dan moeten ze dit wel toegewezen of Soms aangeboden krijgen. Zelf zullen ze niet snel meer iets Vaak ondernemen. Om een activiteit in een grotere groep te doen, zal voor veel personen ook geen probleem zijn aangezien de meeste vriendelijk met elkaar omgaan. Gaat vriendschappelijk om met andere bewoners Heeft een gespannen lichaamshouding Nooit Zelden Soms Vaak Nooit Zelden Soms Vaak NIEUWSBR IEF, DE VROEGE FASE VAN DEMENTERENDE OUDEREN Meetinstrumenten Subjectief meetinstrument ADL KATZ Vaststellen ADL-gerelateerde zorgbehoeften (algemene dagelijkse levensverrichtingen). Katz S., Down, TD, Cash, HR, et al. Progress in the development of the index of ADL. Gerontologist 1970;10:20-30. Criterium Wassen Kleden Verplaatsen Toiletbezoek S 1 Kan zichzelf wassen zonder enige hulp 2 Heeft gedeeltelijke hulp nodig om zich te wassen onder de gordel Kan zich helemaal aanen uitkleden zonder enige hulp Kan volledig zelfstandig opstaan en zich zonder mechanische hulp of hulp van derden verplaatsen Kan alleen naar het toilet gaan of zich reinigen Heeft gedeeltelijke hulp nodig om zich te kleden onder de gordel (veters uitgezonderd) Kan zelfstandig in en uit stoel of bed, maar gebruikt mechanische hulpmiddelen om zich zelfstandig te verplaatsen (krukken, rolstoel) Heeft gedeeltelijke hulp van derden nodig om naar het toilet te gaan of zich te reinigen Is accidenteel incontinent voor urine of faeces (incl. blaassonde of kunstaars) Heeft vooraf hulp nodig om te eten of te drinken Continentie Is continent voor urine en faeces Eten Kan alleen eten en drinken 3 Heeft gedeeltelijke hulp nodig om zich te wassen zowel boven als onder de gordel Heeft gedeeltelijke hulp nodig om zich te kleden zowel boven als onder de gordel Heeft volstrekt hulp van derden nodig om op te staan en zich te verplaatsen 4 Moet volledig geholpen worden om zich te wassen zowel boven als onder de gordel Moet volledig geholpen worden om zich te kleden zowel boven als onder de gordel Is bedlegerig of zit in rolstoel en is volledig afhankelijk om zich te verplaatsen Moet volledig worden geholpen om naar het toilet te gaan of zich te reinigen Is incontinent voor urine (mictietraining inclusief) Kan niet naar het toilet gaan en evenmin op de toiletstoel Heeft gedeeltelijke hulp nodig tijdens het eten of drinken De patiënt wordt gevoed Is incontinent voor urine en faeces Betrouwbaarheid: Test-hertest bij 38 ziekenhuispatiënten na 2 weken: cc=0.94 en Kendal-tau=0.99 Dit is een goede betrouwbaarheid. Validiteit: In een Amerikaanse review8 werden bij 3 studies bij thuiswonende ouderen (n=1604), ouderen met dagverpleging (n=1511) en ouderen in een verpleeghuis (n=1080) Cronbachs alpha-waarden gevonden van resp.: 0.7766, 0.7487 en 0.7255. De KATZ ADL-schaal werd vergeleken met de IADL-schaal. Ook de validiteit is goed.. NIEUWSBR IEF, DE VROEGE FASE VAN DEMENTERENDE OUDEREN Objectief meetinstrument Meetinstrumenten kracht en balans The Groningen Meander Walking Test Doel: inzicht verkrijgen in loopvaardigheid Doelgroep: dementerende ouderen, ouderen met cognitieve problemen Beschrijving: de Groningen Meander Walk test is een looptest die op een effen terrein afgenomen dient te worden. Deze test is speciaal ontwikkeld voor mensen met dementie en meet het dynamisch loopvermogen door 2x over een kronkelende gebogen lijn te lopen. Het aantal seconden en het aantal foutstappen worden vastgelegd. De patiënt mag tijdens de test gebruik maken van een loophulpmiddel en/of orthese. Voordelen zijn dat de test kort is en er weinig uitleg vooraf nodig is. Benodigde tijd: 5 minuten Toepasbaar: zonder specifieke achtergrondkennis Uitvoering: Parcours van The Groningen Meander Walking Test - Bij voorkeur twee test afnemers, i.v.m. de veiligheid - Doe de test voor bij de uitleg - Noteer of de deelnemer een loop hulpmiddel gebruikt - Begin achter de startlijn - Probeer zo vlot mogelijk te lopen, maar blijf binnen de lijnen - Loop de lijn heen en terug (beide keren apart tijd op nemen) - De deelnemer mag niet oefenen - Neem de tijd op - Noteer het aantal keer dat de voet VOLLEDIG buiten de lijnen is neer gezet. Validiteitsonderzoek staat nog in de planning De betrouwbaarheid verschild door wel of geen loophulpmiddel. Zonder hulp middel is de betrouwbaarheid 0, 94, met loophulpmiddel is de betrouwbaarheid 0,84. NIEUWSBR IEF, DE VROEGE FASE VAN DEMENTERENDE OUDEREN Doel en middel Het doel is om demente ouderen meer te laten bewegen en voornamelijk in groepsverband, om daarmee ook tegelijk eenzaamheid tegen te gaan. Het middel om het doel te behalen is activiteiten organiseren voor de ouderen. De soort activiteiten die daarvoor geschikt zijn, zijn: - Boeken/kranten lezen en bespreken - In de tuin werken - Helpen met het huishouden - Helpen met koken - Wandelen - (ochtend) gymnastiek - Muziek luisteren (en mee zingen) - Schilderen/tekenen - Of een uurtje naar de beweegtuin. Wat belangrijk is om de ouderen mee te laten doen, is om de deelnemers op te halen en naar de activiteit te brengen. Als de oudere zelf heen moet gaan, is de kans dat de oudere deel gaat nemen kleiner. Of familie op de Haal de oudere op om mee te gaan naar een activiteit, alleen gaan ze vaak niet hoogte brengen van de activiteiten en deze de oudere laten brengen naar de activiteit. Om dit waar te maken, zullen er ook meer activiteiten begeleiders moeten komen om de activiteiten te begeleiden. Bestaande interventies Interventie 1: Effecten van een oefenprogramma op hoge intensiteit, naar de fysieke en geestelijke gezondheid van verpleegtehuisbewoners met dementie. Kenmerken: 170 personen met milde of matige dementie in verpleegtehuizen Gemiddelde leeftijd 86,7 jaar 74% vrouw, 26% man Willekeurige toewijzing interventie of controlegroep De interventie bestond uit intensieve versterking- en evenwicht oefeningen in kleine groepen twee keer per week gedurende 12 weken lang. De controlegroep deed aan vrijetijdsbesteding. De activiteiten die ze deden waren lichte lichamelijke activiteiten. Lezen, spelletjes spelen, naar muziekluisteren en gesprekken voeren. Effectiviteit: De deelnemers aan de interventie had een vooruitgang van 2,9 punten op de Bergs Balance Schaal. Voor de controlegroep geldt dat het gaat om een verbetering van 1,2 punten op de Bergs Balance Schaal. Uit de resultaten van onze studie blijkt dat een op hoge intensiteit functioneel oefenprogramma het evenwicht en spierkracht verbeterd en er minder apathie (Apathie is het gebrek aan emotie, motivatie of enthousiasme) bij verpleegtehuis patiënten met dementie is. Verbeterpunten: Is twaalf weken wel genoeg? Misschien kunnen ouderen nog verder ontwikkelen mits ze langer de tijd hebben. Er is geen rekening gehouden met het wel of niet gebruiken van loophulpmiddelen. NIEUWSBR IEF, DE VROEGE FASE VAN DEMENTERENDE OUDEREN Interventie 2: Ontmoetingscentra dementie Kenmerken: Programma onderdelen voor ouderen met dementie, hun mantelzorgers en voor beiden. Maandelijks overleg met de persoon met dementie, mantelzorgers en professionals. Hierin kunnen deelnemers hun ervaringen, behoeften en wensen uiten Buurtbewoners kunnen vrijblijvend deelnemen aan een sessie. Effectiviteit: De interventie leidt tot uitstel van opname in een verpleegtehuis van mensen met dementie. Mantelzorgers voelen zich competenter en minder belast. Ook heeft de ondersteuning een positief effect op gedrags- en stemmingsontregelingen van mensen met dementie. Verbeterpunten: Over de verbeterpunten is niks weergegeven. Interventie 3: Beweegtuin ouderen Kenmerken: FIT+ beweegtoestellen Zelfstandig of onder begeleiding van fysiotherapeut of activiteiten begeleider Afwisselende beweegtoestellen aangepast op de beweegmogelijkheden van de doelgroep Er is een lesschema met 16 uitdagende lessen Ook cursus erbij voor activiteitenbegeleiders Effectiviteit: De beweegtuin draagt bij aan een verbetering van de fysieke gesteldheid van ouderen in een zorgcentra. Verbetering van lenigheid/flexibiliteit, uithoudingsvermogen, balans, coördinatie en kracht. Het heeft een positieve invloed op de sociale contacten tussen ouderen onderling en tussen ouderen en hun begeleiding. Verbeterpunten: Over de verbeter punten wordt niets weergegeven.