raadsvoorstel 10 - Gemeente Leiden

advertisement
RAADSVOORSTEL 10.0109
Rv. nr.: 10.0109
Voorstel van het lid Rademaker van 22 mei
2010
Naam programma +onderdeel:
Programma 6 Stedelijke ontwikkeling.
Onderwerp:
Het wilde westen van de antikraak.
Aanleiding:
Antikraak is een woonvorm waarbij de bewoner geen huurcontract heeft maar een zogeheten
‘bruikleenovereenkomst’. Het werd oorspronkelijk ingezet door vastgoedeigenaren om te voorkomen
dat (tijdelijk) leegstaande panden gekraakt worden; vandaar de naam ‘antikraak’.
De laatste jaren is de antikraak-markt sterk vergroot. Steeds vaker kiezen overheden en
woningcorporaties er ook voor om leegstaande panden via antikraak te laten bewonen.
Antikraak is niet hetzelfde als tijdelijke verhuur. Voor tijdelijke verhuur op basis van de Leegstandswet
is toestemming vereist van het College van B&W. De opzegtermijn bij tijdelijke verhuur is drie
maanden. Overheden en corporaties die deze opzegtermijn te lang vinden, kiezen voor bewoning in
de vorm van antikraak.
Doel:
De gemeente Leiden heeft een publieke verantwoordelijkheid en het is niet te verantwoorden dat de
gemeente meewerkt aan de inperking van burgerrechten van haar inwoners.
Dit initiatiefvoorstel zal ertoe leiden dat de antikraak-constructies van de gemeente Leiden niet in strijd
zullen zijn met de Grondwet. Daartoe wordt voorgesteld om, als de gemeente Leiden antikraak
gebruikt, daarbij eisen te stellen ten aanzien van de inhoud van bruikleenovereenkomsten.
Daarmee kan Leiden een leidende rol spelen in de huidige discussie over onwenselijke bepalingen in
de antikraakmarkt. Een Leidse aanpak kan daarbij als voorbeeld gelden voor een later in te voeren
landelijk keurmerk voor antikraak.
Overwegingen:
Kritiek op antikraak
Er zijn geen wettelijke vereisten voor de ‘bruikleenovereenkomsten’ bij de antikraak. Daardoor zijn
allerlei bepalingen in die ‘bruikleenovereenkomsten’ geslopen die in strijd zijn met eenieders
burgerrechten uit de Grondwet (zie bijlage 1 voor een aantal voorbeelden uit
bruikleenovereenkomsten).
Zo wordt expliciet een inbreuk gemaakt op het recht op privacy, recht op meningsuiting en het recht op
een vrije rechtsgang. Zoals emeritus hoogleraar volkshuisvesting Hugo Priemus het verwoord:
“De antikraak-markt is nu net het Wilde Westen. De rechtspositie van kraakwachten moet beter. Ook
zij hebben rechten op privacy en huisvrede.”1
Daarnaast is er ook kritiek op de hoogte van de gevraagde bruikleenvergoedingen.
Naar aanleiding van de aanzwellende kritiek willen de drie grote antikraakbureaus (Ad-Hoc, Camelot
en HOD) een landelijk keurmerk opzetten. Een antikraakorganisatie zou alleen een keurmerk krijgen
als het voldoet aan specifieke eisen ten aanzien van opzegtermijnen, huisbezoeken en
1
“Wonen met wildwestpraktijken”, NRC Handelsblad, vrijdag 6 november 2009.
1
bruikleenvergoedingen. Wat er precies in het keurmerk komt te staan is op dit moment nog niet
vastgesteld.
Antikraak en de gemeente Leiden
Ook de gemeente Leiden maakt gebruik van antikraak. De gemeente zet antikraak in als verhuur niet
mogelijk is door een slechte onderhoudsstaat of een onzeker opleveringsmoment (wanneer pand
gebruikt moet worden voor de realisatie van een project, bijvoorbeeld bij het Aalmarktproject).
De gemeente Leiden gebruikt twee verschillende bruikleenovereenkomsten. Bij het ene contract (zgn.
“woningbouwcontract”) betaalt de bewoner zelf alle lasten en betaalt de gemeente 60,- euro per
maand aan het antikraakbureau. Dit contract wordt gebruikt bij panden van normale omvang waarbij
de nutsmeter op naam van de bewoner kan. Bij het tweede contract betaalt de gemeente niets aan
het antikraakbureau, maar blijven de kosten voor energie voor de gemeente. Dit wordt toegepast bij
grote objecten, zoals bijvoorbeeld het voormalig Belastingkantoor.
Op dit moment zijn er 62 contracten waarvan 26 “woningbouwcontracten” en 36 “overige contracten”.
De totale kosten d.d. 8 december 2009 aan de HOD bedragen daarmee 1560 per maand. Naast deze
HOD contracten heeft de gemeente nog 2 overige contracten overgenomen, in dit geval bij Ad-Hoc.
Uit eerdere gesprekken is gebleken dat de antikraakbureaus waarmee Leiden zaken doet (Ad-Hoc en
HOD) bereid zijn om afspraken te maken over de belangrijkste kritiekpunten. Dit kan vooruitlopend op
de invoering van een landelijk Keurmerk. Het “Leidse Antikraakmodel” kan dan als lichtend voorbeeld
dienen voor landelijke ontwikkelingen in de antikraakmarkt.
Portaal Leiden is op dit moment bezig om haar contracten met antikraakbureaus te herzien, naar
aanleiding van de voorgenoemde kritiekpunten. Bij het maken van afspraken over antikraak zal de
gemeente Leiden de ervaringen van Portaal Leiden betrekken.
Financiën:
Niet van toepassing.
Evaluatie:
1 januari 2011.
RAADSBESLUIT
De raad van de gemeente Leiden:
Gezien het voorstel van de Socialistische Partij (initiatiefraadsvoorstel 10.0109 van 2010),
gezien het advies van het college van Burgemeester en Wethouders d.d. 21 september 2010, mede
gezien het advies van de commissie
BESLUIT:
1. het College van B&W te verzoeken met de antikraakbureaus afspraken te maken over de
rechten van bewoners van antikraakpanden. In die afspraken worden de volgende vijf
aspecten nader uitgewerkt:
a. er komt een duidelijke protocol voor huisbezoeken, waarin onder andere geregeld
wordt onder welke voorwaarden onaangekondigde huisbezoeken mogen
plaatsvinden;
2
b. in de bruikleenovereenkomst staan geen bepalingen die beperkingen op de vrijheid
van meningsuiting inhouden;
c. in de bruikleenovereenkomst staan geen bepalingen die leiden tot inbreuk op
levenssfeer;
d. de opzegtermijn wordt minimaal een maand, tenzij direct een vervangende woning
aangeboden kan worden door het antikraakbureau;
e. er komt een nader te bepalen limiet aan de bruikleenvergoedingen;
2. Het College van B&W te verzoeken deze afspraken, wanneer die gereed zijn, ter kennisname
aan de raad zenden;
3. voor 1 januari 2011 de huidige contracten met antikraakbureaus te herzien op basis van de
gemaakte afspraken.
Gedaan in de openbare raadsvergadering van 14 oktober 2010,
de Griffier,
de Voorzitter,
Dit voorstel is op 14 oktober 2010 ongewijzigd vastgesteld. Voor de behandeling in de raad was het
voorstel middels een erratum gewijzigd.
3
Bijlage 1: Initiatiefvoorstel Het wilde westen van de antikraak
Kritiek op antikraak
Hieronder volgt een overzicht van de belangrijkste kritiek op antikraak. Bij een aantal bepalingen uit
bruikleenovereenkomsten is er strijdigheid met de Grondwet of het Europees Verdrag voor de
Rechten van de Mens (EVRM). Verwijzingen naar ‘verhalen’ komen uit de documentaire ‘Leegstand
Zonder Zorgen’ van Abel Heijkamp en het artikel ‘Wonen met wildwestpraktijken’ uit het NRC
Handelsblad van vrijdag 6 november 2009.
Bij sommige punten wordt aangegeven in hoeverre de drie grote antikraakbureaus van plan zijn de
kritiek te ondervangen met het landelijk keurmerk.
Privacy en huisvrede
In veel contracten is de bepaling opgenomen dat het antikraakbureau of de eigenaar
“onaangekondigd en ten alle tijden” de woning mag betreden. Daaronder vallen ook privévertrekken
van bewoners. Dit heeft er in enkele gevallen toe geleid dat controleurs zonder pardon slaapkamers
van bewoners betreden, of zelf badkamers op het moment dat er iemand aan het douchen was.
Zulke bepalingen zijn in strijd met het recht op privacy (artikel 10 van de Grondwet, artikel 8 EVRM) en
het recht op huisvrede (artikel 12 van de Grondwet, artikel 8 EVRM).
Controles zijn wettelijk mogelijk maar moeten vooraf aangekondigd worden en de bewoner moet
daarvoor toestemming geven.
De drie grote antikraakbureaus willen in het keurmerk een vast protocol vastleggen voor de
huisbezoeken. Elke huiscontrole zou minstens 24 uur vantevoren aangekondigd moeten worden.
Vrijheid van meningsuiting
Sommige antikraakbureaus hebben bepalingen opgenomen waarin zij stellen dat de bewoners niet
het recht hebben om contact op te nemen met pers, de eigenaar van het pand of de gemeente.
Daardoor durven bewoners niet misstanden aan de kaak te stellen uit angst voor huisuitzetting.
Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren,
zoals artikel 7 van de Grondwet dicteert. Beperkingen daarop zijn ook in strijd met de vrijheid van
meningsuiting uit het EVRM (artikel 10).
Inbreuk op levenssfeer
Sommige contracten maken ernstig inbreuk op het recht op een eigen levenssfeer. De bepalingen die
wij tegen zijn gekomen zijn ondermeer een verbod op logees zonder toestemming vooraf, een verbod
op het gebruik van softdrugs, een verbod om zonder toestemming vooraf een bijeenkomst te houden
voor meer dan 10 mensen, een verbod om langer dan drie dagen weg te gaan. Het meest
schokkende is wel het verbod op verblijf van minderjarigen. Daarbij werd in een contract expliciet
vermeldt dat mocht een bewoner bevallen, zij binnen twee weken het pand zou moeten verlaten.
Daarmee kan een antikraakbureau dus willens en wetens een pasgeboren kind op straat zetten.
Dat laatste is uiteraard in strijd met het Internationaal Verdrag inzake de Rechten van het Kind. De
overige bepalingen zijn in strijd met de artikel 10 van de Grondwet (Eerbiediging van de persoonlijke
levenssfeer) en artikel 8 van het EVRM (Recht op eerbiediging van privéleven, familie- en
gezinsleven.)
Onredelijke opzegtermijnen
In de standaard bruikleenovereenkomsten wordt gesproken van een opzegtermijn van twee weken.
De beëindiging van het contract kan eenzijdig door het antikraakbureau gedaan worden zonder
opgaaf van reden. De bepaling dat zonder opgaaf van reden een contract opgezegd kan worden is
een onredelijk beding dat willekeur en machtsmisbruik niet uitsluit.
4
De antikraakbureaus hebben aangegeven dat zij graag een langere opzegtermijn willen, maar dat de
opzegtermijn vooral afhankelijk is van hoe snel de eigenaar het pand beschikbaar wil hebben. In het
keurmerk stellen de grote antikraakbureaus voor om een opzegtermijn van minimaal een maand op te
nemen. Alleen indien het antikraakbureau direct een vervangende woonruimte aan de bewoner kan
aanbieden, mag de opzegtermijn korter dan een maand.
Bruikleenvergoedingen
Bewoners betalen een ongespecificeerde “bruikleenvergoeding” aan het antikraakbureau, los van de
eventuele nutskosten. De wet stelt een maximum aan de bruikleenvergoeding: als deze namelijk te
hoog is krijgt de bewoner automatisch huurdersrechten. Echter, dit wettelijke maximum is alleen
theoretisch: nergens in de wet staat hoe hoog dit maximum precies is.
In het Keurmerk willen de grote drie antikraakbureaus een maximum bruikleenvergoeding vastleggen
per bewoner. Waar dit maximum zou komen te liggen is nog onduidelijk.
5
Bijlage 2: Initiatiefvoorstel Het wilde westen van de antikraak
Gesprekspartners
Bij het opstellen van dit initiatiefvoorstel heeft de SP Leiden gesprekken gevoerd met:
Freek Ossendrijver, directeur HOD
Ernst Wilton, directeur Ad Hoc Beheer BV
Joost van Gestel, manager Camelot Europe
Remco van Olst, directeur Camelot
Ineke Hoeberichts, manager marktontwikkeling Portaal Leiden
Martin Weijmans, teamleider verhuur Portaal Leiden
Paulus Jansen, Tweede Kamerlid namens de SP
Abel Heijkamp, maakte de documentaire “Leegstand Zonder Zorgen” over de antikraakmarkt
Daarnaast dankt de SP de ondersteuning van de griffie, de wethouder en de ambtenaren van de
gemeente Leiden.
6
Bijlage 3: Initiatiefvoorstel Het wilde westen van de antikraak
Grondwet en EVRM
Grondwet: artikelen 7, 10 en 12
 Artikel 7. [Vrijheid van meningsuiting]
Niemand heeft voorafgaand verlof nodig om door de drukpers gedachten of gevoelens te openbaren,
behoudens ieders verantwoordelijkheid volgens de wet.
De wet stelt regels omtrent radio en televisie. Er is geen voorafgaand toezicht op de inhoud van een
radio- of televisie-uitzending.
Voor het openbaren van gedachten of gevoelens door andere dan in de voorgaande leden genoemde
middelen heeft niemand voorafgaand verlof nodig wegens de inhoud daarvan, behoudens ieders
verantwoordelijkheid volgens de wet. De wet kan het geven van vertoningen toegankelijk voor
personen jonger dan 16 jaar regelen ter bescherming van de goede zeden.
De voorgaande leden zijn niet van toepassing op het maken van handelsreclame.
 Artikel 10. [Eerbiediging persoonlijke levenssfeer]
Ieder heeft, behoudens bij of krachtens de wet te stellen beperkingen, recht op eerbiediging van zijn
persoonlijke levenssfeer.
De wet stelt regels ter bescherming van de persoonlijke levenssfeer in verband met het vastleggen en
verstrekken van persoonsgegevens.
De wet stelt regels inzake de aanspraken van personen op kennisneming van over hen vastgelegde
gegevens en van het gebruik dat daarvan wordt gemaakt, alsmede op verbetering van zodanige
gegevens.
 Artikel 12. [Binnentreden in woning]
Het binnentreden in een woning zonder toestemming van de bewoner is alleen geoorloofd in de
gevallen bij of krachtens de wet bepaald, door hen die daartoe bij of krachtens de wet zijn
aangewezen.
Voor het binnentreden overeenkomstig het eerste lid zijn voorafgaande legitimatie en mededeling van
het doel van het binnentreden vereist, behoudens bij de wet gestelde uitzonderingen.
Aan de bewoner wordt zo spoedig mogelijk een schriftelijk verslag van het binnentreden verstrekt.
Indien het binnentreden in het belang van de nationale veiligheid of dat van de strafvordering heeft
plaatsgevonden, kan volgens bij de wet te stellen regels de verstrekking van het verslag worden
uitgesteld. In de bij de wet te bepalen gevallen kan de verstrekking achterwege worden gelaten indien
het belang van de nationale veiligheid zich tegen verstrekking blijvend verzet.
Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens: artikelen 8 en 10
 Artikel 8. [Recht op eerbiediging van privéleven, familie- en gezinsleven]
Een ieder heeft recht op respect voor zijn privéleven, zijn familie- en gezinsleven, zijn woning en zijn
correspondentie.
Geen inmenging van enig openbaar gezag is toegestaan in de uitoefening van dit recht, dan voor
zover bij de wet is voorzien en in een democratische samenleving noodzakelijk is in het belang van de
nationale veiligheid, de openbare veiligheid of het economisch welzijn van het land, het voorkomen
van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden of
voor de bescherming van de rechten en vrijheden van anderen.
 Artikel 10. [Vrijheid van meningsuiting]
Een ieder heeft recht op vrijheid van meningsuiting. Dit recht omvat de vrijheid een mening te
koesteren en de vrijheid om inlichtingen of denkbeelden te ontvangen of te verstrekken, zonder
7
inmenging van enig openbaar gezag en ongeacht grenzen. Dit artikel belet Staten niet radio- omroep-,
en bioscoop- of televisieondernemingen te onderwerpen aan een systeem van vergunningen.
Daar de uitoefening van deze vrijheden plichten en verantwoordelijkheden met zich brengt, kan zij
worden onderworpen aan bepaalde formaliteiten, voorwaarden, beperkingen of sancties, die bij de wet
zijn voorzien en die in een democratische samenleving noodzakelijk (proportioneel en subsidiair) zijn
in het belang van de nationale veiligheid, territoriale integriteit of openbare veiligheid, het voorkomen
van wanordelijkheden en strafbare feiten, de bescherming van de gezondheid of de goede zeden, de
bescherming van de goede naam of de rechten van anderen, om de verspreiding van vertrouwelijke
mededelingen te voorkomen of om het gezag en de onpartijdigheid van de rechterlijke macht te
waarborgen.
8
Download