Economie in Holland Rijnland: versterken en verbinden van de toppen Regionale rolbepaling voor de komende jaren Versie januari 2014, ten behoeve van PHO EZ 11 februari 2015 1. Introductie In het kader van # Kracht 15 vindt er een heroriëntatie plaats van de regionale rol en organisatie op een aantal thema’s. Zo ook op het economische terrein. Portefeuillehouder Tseard Hoekstra heeft in het najaar van 2014 een kennismakingsronde gehouden langs alle wethouders Economie. Daarin is gesproken over de economische ambities van de gemeente en subregio, de economische kracht van een gemeente en de toegevoegde rol die men zag voor de regio Holland Rijnland. In het PHO van 1 oktober heeft er in het PHO EZ een eerste oriënterende discussie plaatsgevonden over de economie in Holland Rijnland en de rollen van de verschillende partijen daarin. Tijdens het PHO op 12 november heeft portefeuillehouder Tseard Hoekstra een presentatie gegeven, waarin hij de belangrijkste resultaten uit zijn gespreksronde terugkoppelde. Op basis daarvan is op een aantal regionale thema’s ingezoomd. Toegezegd is dat de presentatie voor het volgende PHO uitgewerkt zou worden in een notitie. De concept notitie is besproken in het Dagelijks Bestuur van Holland Rijnland op 8 januari en ligt nu voor aan het PHO EZ.Doel van de notitie is om na vaststelling hiervan een gezamenlijk beeld te hebben van de regionale economische speerpunten, de gemeenschappelijke werkwijze om dit de komende periode verder uit te werken en de rollen die de regio daarin vervuld. Een vergelijkbare notitie als deze is geschreven voor de fysiek-ruimtelijke beleidsterreinen ruimte en wonen, natuur en landschap en verkeer en vervoer. Deze notities vormen de basis voor de discussie in de regio voor een nieuwe beleidsmatige agenda. Deze notities worden betrokken bij de verdere uitwerking van #Kracht 15 en de daarbij behorende inhoudelijke agenda voor Holland Rijnland. 2. Krachtenveld economie Schets van de regionale economie in drie subregio’s In opdracht van Holland Rijnland is in 2013 onder leiding van professor Atzema van de Universiteit Utrecht een onderzoek uitgevoerd naar de regionale economie van Holland Rijnland, Kijk op de regionale economie van Holland Rijnland. Belangrijke constatering is dat Holland Rijnland, zoals veel regio’s in Nederland, een gedifferentieerde economie heeft. De regionale economie is sterk verbonden met zowel Zuid- als Noordvleugel van de Randstad. Relatief veel inwoners van Holland Rijnland werken in de Haagse regio en de metropoolregio Amsterdam. Holland Rijnland is daarmee meer een woonregio dan een werkregio. De regio kent een open economie, waarin de innovatieve bedrijven vooral relaties onderhouden met bedrijven buiten de regio. De interregionale relaties van het bedrijfsleven zijn sterker dan de intraregionale relaties. Sterke punten in de regionale economie van Holland Rijnland zijn: 1. de aanwezigheid van kennisinstellingen zoals het Leids Universitair Medisch Centrum (LUMC), ESA ESTEC en de Universiteit van Leiden; 2. een relatief hoog opgeleide beroepsbevolking; 3. de centrale ligging tussen de twee Randstadvleugels en de nabijheid van Schiphol; 4. het aantrekkelijke woon- en leefklimaat. De economie in Holland Rijnland in het geheel kent weinig opvallende uitschieters in haar economische samenstelling en in haar ontwikkeling. Wanneer wordt ingezoomd op de subregio’s Duin- en Bollenstreek (inclusief Katwijk), Leidse Regio en Rijn- en Veenstreek worden de verschillen en de specialisaties beter zichtbaar. 1 Leidse Regio De Leidse regio kent een zeer hoog opgeleide beroepsbevolking. In het onderzoek Kennismaken met de Leidse Regio van bureau Louter uit 2013, heeft de Leidse regio de hoogst opgeleide beroepsbevolking van alle 46 vergeleken regio’s. De werkgelegenheid is in de Leidse regio tussen 2001 en 2011 met circa 10% gestegen. Landelijk steeg de werkgelegenheid in deze periode met 7%. De woon-werkbalans (verhouding beroepsbevolking en banen) is met 94% redelijk in balans. In de Leidse regio zijn de sectoren zorg/vitaliteit en onderwijs oververtegenwoordigd. Opvallend is de sterke ondervertegenwoordiging van de dienstverlening. De tak van industrie die veel ruimte vraagt zoals handel en transport, is door ruimtegebrek niet sterk vertegenwoordigd. Door een concentratie aan biotech bedrijven en Heineken (Zoeterwoude) werkt er nog een redelijk percentage van de beroepsbevolking in de industrie. Rijn‐ en Veenstreek De werkgelegenheid in de Rijn- en Veenstreek is tussen 2001 en 2011 met circa 4% gestegen, minder dan het landelijk gemiddelde (7%). De Rijn- en Veenstreek is meer een woon- dan werkregio met een woon-werkbalans (verhouding beroepsbevolking en banen) van 78%. De handel, de bouw, de land- en tuinbouw (Greenport Aalsmeer bestaande uit delen van Veenweidegebied in Kaag en Braassem en Nieuwkoop) en transport zijn relatief sterk vertegenwoordigd. Duin‐ en Bollenstreek De werkgelegenheid in de Duin- en Bollenstreek is tussen 2001 en 2011 nagenoeg niet gegroeid (0%). De Duin- en Bollenstreek is een welvarende regio. Uit het onderzoek De economie van de Duin- en Bollenstreek van bureau Louter uit 2014 blijkt dat de Duin- en Bollenstreek tot de top tien van meest welvarende regio’s in Nederland hoort . Dit geld wordt voor aanzienlijk deel buiten de regio verdient. Met een woon- werkbalans van 74% is de Duin- en Bollenstreek meer een woon- dan een werkregio. De sectoren handel en de transportsector zijn relatief sterk vertegenwoordigd. De land en tuinbouw (vooral bollensector) is met 3% van de totale economie kleiner danmen op basis van het imago van de regio zou verwachten. Daarentegen is de handel, mede door de bollensector, met 25% van veel groter belang. Ook kent de Duin- en Bollenstreek een aanzienlijke 2 zorgsector. Uit onderzoek van Louter blijkt dat de hotelsector vooral door hotels in Noordwijk en Noordwijkerhout sterk vertegenwoordigd is. Basis op orde De positie als aantrekkelijk woon- en werkgebied tussen de metropoolregio’s Amsterdam en Rotterdam-Den Haag is een gezamenlijke verantwoordelijkheid van de gemeenten, subregio’s en Holland Rijnland. Het gaat daarbij om de volledige breedte van goed ruimtelijk beleid en investeringen op het gebied van; verbeteren van bereikbaarheid (wegen en openbaar vervoer) aantrekkelijk woon- en leefklimaat vestigingsklimaat voor bedrijven. Het is de uitdaging om in te spelen op de actuele trends en ontwikkelingen waarbij de traditionele ruimtelijke indelingen in bedrijventerreinen, kantoren en detailhandel steeds verder vervaagd. De huidige subregionale en lokale visies op het gebied van retail en werklandschappen spelen hier bijvoorbeeld op in. In een dichtbevolkt gebied zoals Holland Rijnland is optimale benutting van ruimte met een zorgvuldige afweging van belang. De Ladder voor Duurzame verstedelijking die is vastgelegd in de BRO en in de Visie Ruimte en Mobiliteit (VRM) van de Provincie Zuid-Holland speelt hierop in. Bij de eerste trede van de ladder moet aangetoond worden dat de stedelijke ontwikkeling voorziet in een behoefte, die regionaal is afgestemd bijvoorbeeld in(sub)regionale visies Binnen de ‘Basis op orde’ zijn in Holland Rijnland de volgende thema’s van belang: • Bedrijventerreinen/Werklandschappen • Kantoren • Retail/Detailhandel • Regionale afstemming (‘Ladder voor duurzame verstedelijking’) Toppen omhoog: samenwerken in de Triple Helix De inzet van Holland Rijnland op economie is van oudsher vooral gericht op het versterken van het fysieke vestigingsklimaat, de ‘de basis op orde’. Het stimuleren van economische ontwikkelingen, ‘de toppen omhoog’, is een relatief nieuw onderdeel waarop Holland Rijnland inzet. De stappen die de regio hierin de afgelopen jaren heeft genomen op het gebied van Biobased Economy en Space Technology zijn hier voorbeelden van. Als het gaat om het stimuleren van innovatie in Holland Rijnland, is volgens het onderzoek van Atzema de vierhoek Life Sciences - High Tech - Tuinbouw - Zorg het meest kansrijk (zie onderstaande figuur). Dit betekent dat er vooral ingezet moet worden op de huidige speerpunten van het economisch beleid. Een koppeling met de zorg/vitaliteit biedt hierbij extra perspectieven door de maatschappelijke opgaven die samenhangen met de verdere vergrijzing van de bevolking. Het afgelopen jaar zijn binnen Economie071 hierop flink stappen genomen. 3 Bron: Atzema 2013, Kijk op de regionale Economie van Holland Rijnland Een andere kansrijke sector is toerisme. Deze sector staat meer op zich zelf en heeft weinig verbinding met de andere sterke sectoren in Holland Rijnland. Een grote kans in de sector is het beter meeliften met de toenemende toeristenstroom richting Amsterdam, waarvan een verdubbeling wordt verwacht in 2030. De relatief kleine binnenstad van Amsterdam kan dit niet aan, en Amsterdam Marketing promoot de wijde regio rondom de stad steeds meer. Zo zijn onlangs ‘Flowers from Amsterdam’ (Keukenhof, Bollenstreek) en ‘Leisure lakes’ (Plassengebied) als bestemmingen gelanceerd. Kans voor Holland Rijnland is om haar toeristische bestemmingen beter te verbinden met, en promoten in het Amsterdamse. Ook zijn er voor Holland Rijnland kansen om als de ‘Tuin van Holland’ te fungeren als interessant recreatiegebied voor de circa 7 miljoen inwoners van de Randstad. Het Groenprogramma Holland Rijnland heeft cofinanciering voor recreatieve inrichting. Naast het versterken van de relaties binnen Holland Rijnland is het ook van belang om de relaties met buiten de regio te leggen. Zo zijn er bijvoorbeeld met betrekking tot het gebruik van satellietdata interessante relaties te leggen met de Security sector in Den Haag en de Maritieme sector in de Drechtsteden. Anders dan bij het reguliere beleid gaat het bij innovatiebeleid niet om het ontwikkelen van beleidskaders maar om een projectmatige aanpak waarbij in samenwerking met het regionale bedrijfsleven en kennisinstellingen kennis naar nieuwe bedrijven en innovatieve producten wordt vertaald. Een aanpak waarbij de overheid als partner in plaats van als primaire trekker fungeert. In dit kader wordt ook wel gesproken over samenwerking in de gouden driehoek, ‘Triple Helix’ of drie O’s: 1. Overheid (het uitoefenen van wetgevende controle); 2. Onderwijs- en kennisinstellingen (‘productie’ van nieuwe kennis); 3. Ondernemers (genereren van economische groei en voorspoed). Het idee is dat door de samenwerking het synergie effect zijn werk doet. Synergie ontstaat door de samenwerking tussen minimaal twee van bovenstaande partijen. De Triple Helix werkt lang niet altijd automatisch. Het creëren van inzet van de verschillende partijen voor het gezamenlijk belang vraagt om organiserend vermogen. Steeds vaker zie je dat vooral lokale en regionale overheden de Triple Helix samenwerking op gang brengen door het toevoegen van organiserend vermogen aan de Triple Helix. Dit type van samenwerking zag je in Holland Rijnland tot een aantal jaren geleden bijna enkel op het gebied van Life Sciences in Leiden. De Greenports hadden ook een eigen agenda, maar die was vooral gericht op de ruimtelijke ordening. Recente voorbeelden zijn 4 bijvoorbeeld het Flower Science Centre, de inzet op de sector vitaliteit binnen Economie071 en de inzet van Holland Rijnland op het gebied van Space Technology en Biobased Economy. Bovenregionaal zijn bijvoorbeeld partijen als Medical Delta en InnovationQuarter actief op dit gebied. De mate waarin overheden inzetten om dit organiserend vermogen te versterken valt grofweg op de delen in drie gradaties: 1. Netwerkvorming: partijen met elkaar in contact brengen bijvoorbeeld door thematische netwerkevents, kennis cafés of kennismakelaars; 2. Procesondersteuning in innovatieve projecten: consortiumvorming rond een bepaald innovatief project. 3. Financiering van innovatieve projecten of bedrijven om kennis te valoriseren. De inzet van de regio op het Holland Space Cluster en het programma Holland Rijnland Biobased is vooral gericht op een combinatie van 1 en 2 en toeleiding naar 3. Met name in categorie 2 en 3 zitten knelpunten voor innovatie projecten en bedrijvigheid in Holland Rijnland. Holland Rijnland heeft met instellingen zoals het LUMC, de Universiteit Leiden, Praktijkonderzoek Plant en Omgeving (PPO), ESA ESTEC en TNO veel kennis in huis. Deze kennis blijft echter vaak ‘op de plank liggen’ omdat het naar de markt brengen van kennis en innovatie niet de hoofdtaak is van deze instellingen. InnovationQuarter probeert hier met businessdevelopment met betrekking tot Life Siences, Vitaliteit en in mindere mate Space (enkel gericht op crossovers) en Greenports (vooral gericht op het Westland) op in te spelen. Er is veel meer vraag naar dit type organiserend vermogen dan de huidige partijen in dit veld kunnen leveren. Dit vraag om scherpe keuzes en gevoel voor ‘business’. Lang niet alle innovaties kunnen immers worden omgezet in nieuwe business. Niet voor niets wordt er vaak gesproken over de ‘Valley of Death’. Bij de ‘Toppen omhoog’ om gaat het voor Holland Rijnland dus om: Life Sciences Biobased Economy Tuinbouw (Greenports Duin- en Bollenstreek, Aalsmeer en Boskoop) Zorg/Vitaliteit High tech (o.a. Space Technology) Toerisme 3 Sturingsfilosofie Kern van de sturingsfilosofie binnen het economische domein van Holland Rijnland is ‘Lokaal en subregionaal waar dat kan en regionaal waar het moet’. Het zwaartepunt ligt bij de subregionale agenda’s van de Leidse Regio (Economie071), Duin- en Bollenstreek en in de Rijn en Veenstreek waarin ook actief wordt samengewerkt in het Groene Hart met Gouda en Woerden.. Daar ligt de energie van de lokale overheden die met andere partijen (binnen de triple helix) samenwerken en de economische kracht vergroten, in de zin van werkgelegenheid, investerend vermogen en innovatie. De drie subregionale agenda’s zijn echter niet los van elkaar te beschouwen, er bestaat een inhoudelijke overlap tussen de thema’s en onderwerpen. Hier is een rol weggelegd voor de regio Holland Rijnland. Daarnaast is er sprake van van gemeenschappelijke belangen. Vanuit die optiek is het belangrijk dat de regio wordt vertegenwoordigd naar buiten in bijvoorbeeld lobbytrajecten en dat de regio voor externe partners fungeert als eerste aanspreekpunt. Op basis hiervan komen we tot vier regionale rollen, die hieronder kort worden omschreven en in een figuur worden gesymboliseerd: 5 1. Coördinatie en afstemming: waar overlappen thema’s elkaar? Waar kunnen thema’s elkaar aanvullen of versterken? De regio vervuld hierbij een rol op afstemming en coördinatie. 2. Inhoudelijk programma Waar alle drie de subregio’s zich richten op eenzelfde thema, is het zinvol om dit op te pakken vanuit de regio, Dit geldt momenteel voor de regionale topsectoren Space Technology, Biobased Economy en kantorenstrategie 3. Vertegenwoordiging en lobby: Op basis van de input uit de eerste rol (coördinatie en afstemming) en de tweede rol, het eigen inhoudelijke programma, is er een helder regionaal belang dat uitgedragen wordt richting de omgeving (provincie, Rijk, Europa) waar het gaat om vertegenwoordiging, beleidsbeïnvloeding en lobby. 6 4. Aanspreekpunt in formele trajecten In bepaalde formele trajecten vanuit de overheidslagen Rijk en provincie, fungeert de regio als eerste aanspreekpunt. Dit is bijvoorbeeld het geval bij economisch ruimtelijk beleid op het gebied van detailhandel, kantoren en bedrijventerreinen. Bij uitvoering van deze rollen is er binnen de regio een beperkte capaciteit beschikbaar om deze rollen goed op te pakken. Achterliggend mechanisme is dat bij een grote ambitie op bepaalde thema’s die om een grotere inzet op een van deze rollen vergt, de ‘flexibele’ schil op adequate wijze kan worden aangeboord. Deze schil bestaat uit capaciteit bij de gemeenten die ad hoc en maar voor een korte periode vrij kan worden gespeeld. Aansturing hiervan verloopt via de regionale bestuurder en programmamanager, via de gemeentesecretarissen. 4 Vier rollen Holland Rijnland in het economische domein Hierboven zijn is de sturingsfilosofie beschreven voor het regionale, economische beleid. Dit resulteert in vier regionale rollen: 1. Coördinatie en afstemming 2. Inhoudelijk programma 3. Vertegenwoordiging en lobby 4. Aanspreekpunt (in formele trajecten) Deze rollen worden hieronder verder beschreven en geduid. Achterliggende gedachte daarbij is om op illustratieve wijze aan te geven hoe Holland Rijnland de komende periode invulling kan geven aan deze rollen. En dus niet om een limitatieve opsomming van taken te geven en van tevoren dicht te timmeren wat er op regionaal niveau wel en niet gedaan zal worden. Dat zal werkenderwijs helder moeten worden. Belangrijk bij de toekomstige uitwerking is dat er: ingespeeld wordt op de kansen die zich voordoen in de maatschappij en economie; beleid en uitvoering daarvan in nauw overleg plaats vindt met kennisinstellingen en bedrijfsleven; er nauwe interactie bestaat tussen gemeenten, subregio’s en regio over het economische beleid. Coördinatie en afstemming Er gebeurt veel binnen de regio Holland Rijnland. De subregio’s zijn druk bezig met het opstellen en uitvoeren van hun regionale programma’s, de ondernemersnetwerken ontwikkelen zich, er wordt steeds meer samengewerkt in triple helix verband, er is sprake van innovatie in sectoren als Life Science and Health, Biobased Economy, Space Technology en Vitaliteit/Zorg. Het is van belang om de ontwikkelingen af te stemmen, ervaringen en kennis met elkaar te blijven delen en met elkaar inspiratie op te doen over trends en ontwikkelingen in het economisch domein op lokaal, subregionaal en regionaal niveau. De vorm waarin dit gedaan wordt staat nog niet vast anders, maar afgesproken is dat er een platformfunctie op ambtelijk en bestuurlijk niveau zal blijven bestaan. De rol van de regio is om deze platformfunctie zo goed en inspirerend mogelijk te organiseren. 7 Inhoudelijk programma In het rapport van Atzema worden vijf potentiele, regionale clusters onderscheiden: Greenports, Life Sciences, High Tech (oa. Space Technology), Zorg en Toerisme. Daarnaast wordt ook de cross over Biobased Economy als potentieel aantrekkelijk cluster onderscheiden. Het inhoudelijk programma van Holland Rijnland op het gebied van economie bestaat momenteel uit twee regionale speerpunten: Space Technology en Biobased Economy. Het regionale, inhoudelijke programma is niet in beton gegoten. Idee is dat de regio thema’s signaleert, aanjaagt, stimuleert en als makelaar fungeert in netwerken. Vervolgens wordt na verloop van tijd een thema opgepakt door meer uitvoerende partijen. Dat kunnen marktpartijen zijn, aan de overheid gelieerde intermediaire organisaties (zoals InnovationQuarter), subregionale of lokale publieke partijen of maatschappelijke partijen. In de nabije toekomst zullen ook nieuwe, thema’s opgepakt kunnen worden, wanneer subregio’s en gemeenten daar om vragen. Vertegenwoordiging en lobby Het regionale, inhoudelijke programma gecombineerd met de thema’s uit coördinerende en afstemmende rol leveren een lijstje op met de belangrijkste regionale belangen. Het schema op pagina 9 kan gezien worden als een dergelijk ‘boodschappenlijstje’. Een goed florerende economie is gebaat bij de juiste voeding voor de (sub) regionale projecten en programma’s. Wat is er nodig? Ruimte, faciliteiten, kennis, investeringen, subsidies of iets anders? Als de belangen en behoeften duidelijk zijn, kan er gericht worden gelobbyd richting provincie, rijk en andere partijen. De bestuurders van onze 14 gemeenten acteren in veel verschillende netwerken en gremia. Daar kunnen we nog beter gebruik van maken dan we nu al doen. Wanneer ons regionale ‘wensenlijstje’ bij iedereen helder is en meegenomen wordt in de achterzak, kan er gemeenschappelijk en gericht worden gelobbyd. Het is daarom goed om deze lijst de komende periode expliciet te maken en tijd en ruimte te reserveren om een goed en slim lobbytraject op te zetten. Dat betekent ook dat er tijd en ruimte gereserveerd zal worden om contacten aan te gaan met de diverse netwerken. Daarbij kan gedacht worden aan bestaande contacten met de Zuidvleugel, de provincie Zuid-Holland, andere regio’s en gemeenten in Zuid-Holland, IQ, het bedrijfsleven, maar ook aan het versterken van contacten of het aangaan van nieuwe contacten om zo naar nieuwe allianties te zoeken waarbinnen de economische thema’s opgepakt en nog sterker gemaakt kunnen worden. Daarbij kan gedacht worden aan de metropoolregio Amsterdam, het Amsterdam Economic Board, Amsterdam Marketing, Schiphol/SMASH, Haarlemmermeer en de regio Utrecht (U10/voormalige BRU). Aanspreekpunt Andere overheden zoals provincie, Rijk en Europa zijn op zoek naar een aanspreekpunt als het gaat om bovenlokale zaken. In veel gevallen betreft het formele trajecten waarin bij een ruimtelijk economische ontwikkeling (bedrijven, kantoren, detailhandel) de provincie vraagt om een regionale vorm van afstemming. Dat gebeurt vaak in REO-verband. Ook kan hierbij gaan om een verzoek om mee te denken over provinciaal of regionaaleconomisch beleid. Of een verzoek om als regio een pilotproject aan te dragen. In dergelijke trajecten is het praktisch dat de regio fungeert als eerste aanspreekpunt en een soort van loketfunctie heeft. Van daaruit worden vervolgens de aangewezen gemeenten betrokken en wordt georganiseerd dat de vragende partij binnen de daarvoor bestemde termijn een afgestemde reactie krijgt. Overzicht van de economische thema’s in Holland Rijnland In het schema op de volgende pagina is de ambitie en inzet weergeven van verschillende overheden op de verschillende economische thema’s. Voor de subregio’s en Holland Rijnland staat in lichtgrijs aangegeven waar er ambitie is bij een thema. In donkergrijs staan de thema’s waarop partijen een ambitie hebben en hierop ook capaciteit en/of middelen op inzetten. Daarnaast staat per thema ook aangegeven hoe belangrijk de provincie Zuid-Holland een thema vind. Het schema sluit af met een inschatting van mogelijk financiering (via 8 InnovationQuarter, Rijk en Europa) van deze thema’s. Deze financiering is veelal enkel toegankelijk voor innovatieve projecten waarin Triple Helix wordt samengewerkt. 9 Economische regionale thema’s en rol Holland Rijnland Thema Leidse Regio/ Economie 071 Rijn- en Veenstre ek Duinen Bollens treek Bedrijventerreinen/ Werklandschappen Kantoren Retail/Detailhandel Ladder voor duurzame verstedelijking Life Sciences Biobased Economy Tuinbouw (Greenports) Zorg/Vitaliteit High Tech (o.a. Space) * ** Toerisme Legenda: (nog) geen regionale ambitie Rol Holland Rijnland Provincie ZuidHolland Innovatio nQuarter Topsectore n/Rijk (beperkte middelen, EFRO Europa (Horizon 2020 of Interreg) Coördinatie en Afstemming, Vertegenwoordiging en Lobby, en Aanspreekpunt Coördinatie en Afstemming, Vertegenwoordiging en Lobby, Inhoudelijk programma en Aanspreekpunt Coördinatie en Afstemming, Vertegenwoordiging en Lobby en Aanspreekpunt Coördinatie en Afstemming, Vertegenwoordiging en Lobby en Aanspreekpunt Coördinatie en Afstemming, Coördinatie en Afstemming, Vertegenwoordiging en Lobby, Inhoudelijk programma en Aanspreekpunt Coördinatie en Afstemming + ?? Coördinatie en Afstemming, Mbt Space. Coördinatie en Afstemming, Vertegenwoordiging en Lobby, Inhoudelijk programma en Aanspreekpunt Coördinatie en Afstemming, Vertegenwoordiging en Lobby Wel regionale Ambitie (nog) geen capaciteit en middelen Ambitie en inzet capaciteit en middelen * Binnen Innovatie en Demonstratie Centrum (IDC) Duin en Bollenstreek lopen meerdere projecten die een relatie hebben met de biobased economy ** Recent initiatief slow medicine www.slowmedicine.nl 10