Fietsen om fietsen beter te begrijpen Er moet iets zijn met fietsen

advertisement
Fietsen om fietsen beter te begrijpen
Er moet iets zijn met fietsen …
Het Radboud UMC Nijmegen heeft een paar jaar geleden een opmerkelijke bevinding
gedaan: patiënten met de ziekte van Parkinson die grote problemen met lopen hebben,
kunnen vaak nog prima fietsen. Beelden van fietsende Parkinson patiënten waren in één
klap wereldnieuws en gingen letterlijk de hele wereld over. En de betekenis van de
bijzondere observatie is enorm. Want fietsen geeft patiënten de mogelijkheid om in conditie
en in beweging te blijven, en meer zelfstandig te zijn. Bovendien geeft deze bijzondere
observatie unieke mogelijkheden om beter te
begrijpen wat er misgaat in de hersenen van
mensen met Parkinson, en om te onderzoeken hoe
diezelfde hersenen zo opmerkelijk goed kunnen
compenseren voor de ziekte. Een beter begrip van
de mechanismen hieronder opent immers geheel
nieuwe behandelingsmogelijkheden voor de
ziekte. Eén goede verklaring voor dit opmerkelijke
verschijnsel zou kunnen zijn dat er voor lopen en
fietsen
in
het
brein
verschillende
controlemechanismen bestaan. Deze vraagstelling
willen wij in een nieuw wetenschappelijk project
gaan onderzoeken. Concreet gezegd: wij willen
voor het eerst gaan vaststellen welke delen van de
hersenen worden gebruikt tijdens het fietsen, en of deze gebieden ook gestimuleerd kunnen
worden om andere bewegingen te ondersteunen. Wij gaan deze nieuwe hypothese
onderzoeken met geavanceerde hersenscans (de zogenaamde “functional magnetic
resonance imaging”, ofwel fMRI). Met deze techniek kan de hersenactiviteit worden
gemeten tijdens de uitvoering van specifieke handelingen. Wij zullen 20 mensen met de
ziekte van Parkinson onderzoeken, alsmede 20 gezonde vrijwilligers van een vergelijkbare
leeftijd en geslacht. Hierbij richten wij ons speciaal op patiënten die niet goed meer kunnen
lopen, maar die nog wel kunnen fietsen. Om te voorkomen dat de personen echt gaan
bewegen in de scanner (dit geeft namelijk verstoringen van de afbeeldingen van de
hersenen) vragen wij de deelnemers aan de studie om zich het lopen en fietsen in te
beelden, maar zonder deze bewegingen ook daadwerkelijk uit te voeren (dit wordt
‘ingebeelde bewegingen’ genoemd). In eerder onderzoek hebben wij deze aanpak reeds
uitgebreid onderzocht voor het ingebeelde lopen, en zo voor het eerst kunnen aantonen
welke hersendelen betrokken zijn bij de loopproblemen van mensen met Parkinson. In het
nieuwe onderzoek gebruiken wij een hierop sterk gelijkende methode, waarbij mensen zich
moeten inbeelden dat zij fietsen of lopen. De deelnemers moeten afwisselend ingebeeld
lopen of ingebeeld fietsen, terwijl zij liggen in de scanner. Op deze wijze kunnen wij goed de
betrokken hersencircuits beoordelen. Wij hopen aan te tonen dat het lopen en fietsen twee
gescheiden hersencircuits gebruiken. Het vinden van een apart circuit voor fietsen heeft
grote klinische betekenis, want kennelijk kan dit circuit gebruikt worden als compensatie
voor onder andere het lopen. Kennis over de precieze aard van dit compensatiecircuit kan
grote betekenis hebben voor de ontwikkeling van toekomstige nieuwe behandelmethoden,
gericht op het ondersteunen van de compensatiekracht van mensen met Parkinson.
Download