Magnetisme Magnetisch veld Het magnetische veld van een staafmagneet. Je hebt wellicht welleens een magneet bij een andere magneet gehouden. Als je dat doet, zal er een wisselwerking optreden. Als je een paar naaldmagneten rond een staafmagneet neerzet, zullen de naaldmagneten elk een andere stand aannemen. De richting van de naaldmagneten, heeft te maken met de polen van de staafmagneet. De noordpool van de staafmagneten richten naar de zuidpool. Maar wat gebeurt er als je de staafmagneet weghaalt? Elke magneet heeft een noordpool (meestal rood of zwart) en een zuidpool (meestal wit, groen of blauw). Ook elektromagneten hebben dat. Aan welk uiteinde de noordpool is, hangt af van de stroomrichting. Als je de stroomrichting omdraait, worden de polen verwisseld. Magnetische veldlijnen en geleiders Naaldmagneten reageren dus op polen van andere magneten. De noordpool van de naaldmagneet wijst naar de zuidpool van de staafmagneet. Met naaldmagneten wordt onderzocht hoe het magnetisch veld eruit ziet rond een draad waar elektriciteit door loopt. De staafmagneetjes beginnen fanatiek te bewegen. Als je in plaats van staafmagneten ijzervijlsel gebruikt, zul je zien dat het magnetisch veld de vorm heeft van cirkels. Het vijlsel gaat in een spiraal om de draad liggen. Het kompas Met een kompas kun je de richting van het magneetveld bepalen. Omdat onze aarde een magneetveld heeft, kan met een kompas de richting van de noordpool van dit veld op worden gezocht. Een kompas bestaat uit een magnetische naald die met zijn magnetische noordpool naar de magnetische zuidpool van onze aardbol wijst. Noord en zuid trekken elkaar namelijk aan. De magnetische zuidpool van de aarde noemen we de noordpool, omdat de magnetische noordpool van kompassen naar het noorden wijst. De magnetische noordpool van de aarde noemen we het zuiden. Elke magneet heeft een noordpool en een zuidpool. Ook elektromagneten hebben dat. Aan welk uiteinde de noordpool is, hangt af van de stroomrichting. Als je de stroomrichting omdraait, worden de polen verwisseld. Permanente magneten Een permanente magneet is een magneet die zijn magnetisme blijft behouden. In een permanente magneet zijn de ijzeratomen één kant uit gericht. Een voorbeeld van een permanente magneet is een kompasnaald. Elektromagneten en hun functies Magneten worden voor nog veel meer dingen gebruikt. Meestal in de vorm van elektromagneten. Neem maar eens een voorbeeld aan... De deurbel Tekening van een opengewerkte deurbel Een deurbel heeft een drukschakelaar. Je drukt op het knopje en de bel begint te rinkelen. Als je de knop loslaat, veert hij meteen terug. De stroomkring is weer open en er is geen gerinkel meer te horen. Misschien klinkt het een beetje gek, maar in een deurbel wordt een magneet gebruikt. Om precies te zijn, een elektromagneet. Maar hoe werkt zo'n deurbel? 1. Je drukt op de knop. Dan gaat er een schakelaartje om en op deze manier wordt de stroom ingeschakeld. 2. De elektromagneten trekken de stalen bladveer aan. Hierdoor slaat er een soort hamertje tegen de bel. Dat noem je een klepel. 3. Op dat moment ontstaat er een opening bij een contact punt, waardoor de stroomkring meteen weer wordt verbroken. 4. De elektromagneten verliezen hun magnetische kracht en de bladveer veert weer terug. 5. Als de veer het contactpunt weer raakt, wordt de stroomkring weer hersteld. Alles begint weer opnieuw, totdat de drukschakelaar wordt losgelaten. Dit proces gebeurt héél snel. De inductiekookplaat Je weet vast wel dat je kunt koken op gas en elektriciteit. Maar tegenwoordig wordt magnetisme ook gebruikt om mee te koken! Het klinkt misschien een beetje raar, maar het is wel zo. Zulke kookplaten noem je inductiekookplaten. Er wordt uitgebreid onderzoek naar zulke kookplaten gedaan. Inductiekoken is koken met magneten. Als je zo'n kookplaatje openmaakt, kun je het belangrijkste onderdeel zien zitten van zo'n kookplaat: de spoel. Zoals je in het proefje van net hebt ontdekt, kun je met een spoel en elektriciteit een magnetisch veld opwekken. Dat gebeurt in de spoel, maar je merkt het niet. De stroomrichting verandert heel snel. De noord- en zuidpool wisselen zo snel, dat zelfs ijzer niet aan de spoel vast blijft plakken. De hoeveelheid elektriciteit en de snelheid van het wisselen worden bepaald door een soort computertje onder de kookplaat. Dat is het brein van het inductiekoken. Als je dan het kookplaatje aanzet en je zet een pan erop, vangt de pan de energie van het magneetveld op en zet het om in warmte. De fietsdynamo Jawel, ook in een fietsdynamo worden magneten gebruikt. Maak jouw dynamo maar open! Dan vind je een ronde magneet met een noordpool en een zuidpool van ijzer waar koperdraad omheen is gewikkeld. Maar hoe werkt dat ding? Als je trapt, begint er een wieltje te draaien die een magneet laat draaien. Als die magneet draait, verandert de magnetisering van het ijzer voortdurend. Daardoor verandert het magneetveld door de spoel ook telkens van grootte en richting. Op deze manier wordt een wisselspanning opgewekt tussen de uiteinden van de spoel. Er zijn ook dynamo's waarin de spoel ronddraait, terwijl de magneet stilstaat. Ook in dat geval verandert het magneetveld in de spoel steeds van grootte en richting. Een dynamo levert een spanning die steeds verandert. Zo'n spanning heet een wisselspanning. Een accu levert een constante spanning. Zo'n spanning noem je een gelijkspanning. In het hoofdstuk over elektriciteit leer je meer over spanning. De transformator Een transformator bestaat uit twee spoelen, een primaire en een secundaire. Ze zijn bevestigd om een ijzeren juk. 1. Als de primaire spoel wordt aangesloten op een wisselspanning, loopt er een wisselstroom doorheen. Daardoor wordt de primaire spoel een elektromagneet. Doordat de stroom steeds van grootte en richting verandert, doet het opgewekte magneetveld dit ook. 2. Het ijzeren juk wordt op deze manier gemagnetiseerd. De magnetisering verandert mee met het magneetveld en de primaire spoel. 3. Het gevolg is dat er ook in de secundaire spoel een veranderend magneetveld ontstaat. Dit magneetveld wekt een wisselspanning op tussen de uiteinden van de secundaire spoel. Met een transformator kun je een spanning omhoog of omlaag transformeren. Of de spanning hoger of lager wordt, hangt af van het aantal windingen van de beide spoelen. Als de secundaire spoel meer windingen heeft dan de primaire spoel, wordt de spanning omhoog getransformeerd. Als de secundaire spoel minder windingen heeft dan de primaire spoel, wordt die spanning juist omlaag getransformeerd. Geluid Luidspreker Geluid komt naar ons toe als een golf van steeds veranderende luchtdruk die zich verplaatst door luchtdeeltjes in beweging te brengen. Het trommelvlies vangt de trillingen op en gaat meevibreren. De hersenen 'vertalen' de trillingen zodat we geluid kunnen waarnemen. Het 'trommelvlies' van de luidspreker bestaat uit een membraan dat trillingen doorgeeft aan de lucht. De kern van de speaker heeft een elektromagneet: een stroomdraad, gewonden om een stuk magnetisch metaal, zoals ijzer. Hoewel het metaal normaal gesproken niet magnetisch is, ontstaat er toch een magnetisch veld als er door de draad een elektrische stroom loopt. De versterker laat de elektrische stroom vele malen per seconde van richting wisselen, afhankelijk van het aangeboden signaal. De elektromagneet reageert daarop door zuid- en noordpool continu om te draaien.In de buurt van de elektromagneet bevindt zich een permanente magneet. In hetzelfde ritme als de wisseling van beide polen wordt deze aangetrokken of afgestoten. De permanente magneet is verbonden met het membraan en laat het trillen. Microfoon Doordat er geluid tegen een trilplaatje aankomt, gaat het plaatje meetrillen met het geluid. Aan het trilplaatje zit een klein spoeltje vast. Die gaat dan ook trillen en trilt vlakbij een magneet. Dan ontstaat er stroom in de spoel. Deze stroom wisselt op de maat van de muziek. De wisselende stroom uit een microfoon kan naar een versterker worden gevoerd. Deze versterkt de wisselende stroom zodat die weer naar een luidspreker kan. Cassettebandje Opnemen Als je een opname maakt met een cassetterecorder, dan loopt de band langs de opnamekop. De opnamekop legt de nieuwe opname vast op de band. In de opnamekop zit een spoel, die gemaakt is van dun (geïsoleerd) koperdraad. Als er stroom door de spoel loopt, wordt de spoel een elektromagneet. De spanning die de microfoon of de tuner levert, verandert steeds. Daardoor verandert de stroom door de opnamespoel ook steeds. De spoel wordt een elektromagneet waarvan de sterkte steeds verander. Op een cassetteband is een laagje materiaal aangebracht dat magnetisch kan worden gemaakt. Dit materiaal wordt sterk magnetisch als er veel stroom door de spoel loopt en zwak magnetisch al er weinig stroom door de spoel loopt. Op deze manier ontstaat er op de band een serie gebiedjes die afwisselend sterker en zwakker gemagnetiseerd zijn. Voordat de band de opnamekop passeert, komt hij voorbij de wiskop van de recorder. De wiskop wist de vorige opname van de band. Dat gebeurt door middel van een wisselspanning met een hoge frequentie over de spoel in de wiskop. Afspelen Bij het afspelen beweegt de band langs de weergavekop van de recorder. Deze kop zet de magnetisering van de band om in een zwak, elektrisch signaal. In de praktijk wordt voor het opnemen en het afspelen dezelfde kop gebruikt. Het is een gecombineerde opname-weergavekop. Het elektrische signaal van de weergavekop is heel zwak. Daarom wordt dit signaal eerst versterkt, voor het naar de luidsprekers wordt geleid. Het versterkte signaal wordt door de luidsprekers weer omgezet in geluid.