Avondmaal geen aanzien van de personage Romeinen 2: :11 WANT GOD KENT GEEN AANZIEN DES PERSOONS Galaten 2:6 Voor God telt menselijk Rol niet. Jakobus 2: Indien gij dan de koninklijke wet volbrengt, naar de Schrift: Gij zult uw naaste liefhebben als uzelf, zo doet gij wel; 9 Maar indien gij de persoon aanneemt, indien gij de buitenkant beoordeeld, zo doet gij zonde, en wordt door de wet bestraft als overtreders. 1 kor 3: 1 Laat daarom niemand zich beroemen op mensen. Want alles is van u:22 Paulus, Apollos of Kefas, de wereld, het leven of de dood, het heden of de toekomst, alles is van u; 23 maar u bent van Christus, en Christus is van God. 2 kor 5: 16 Daarom beoordelen wij voortaan niemand meer naar menselijke maatstaven. En ook al hebben wij Christus op die manier beoordeeld, nu is dat niet meer het geval. Prosópon: gezicht, persoons, verschijning, oppervlak, gelaat, 300 na christus wordt Prosopon In het Latijns met ‘Persona’ oorspronkelijk het masker van een toneelspeler in het Griekse theater was en later de betekenis kreeg van aangezicht,, gelaat, maar ook van personage, rol van een toneelspeler, karakterrol, de door hem voorgestelde persoonlijkheid. Rom 1:19 want wat een mens van God kan weten is hen bekend, God heeft het hun geopenbaard20 daarom kan een mens zich niet verontschuldigen.25 zij hebben de goddelijke waarheid verruild voor leugen 28omdat ze God niet erkent hebben heeft God hen prijsgegeven aan hun verkeerde gedachten. 29 vervuld zijn zij van allerlei ongerechtigheid en doen van kwade dingen.30 Gods vonnis is dat die zulken (slechte) dingen doet de dood verdient. Mensen die vreemd gaan, uit hun slof schieten, hebzucht, verwaand doen, roddelen ongehoorzaam. 2:1 Maar ben JIJ, mens die anderen oordeelt, ook niet te verontschuldigen. Want je oordeel over anderen veroordeel jij jezelf. Jij die je tot rechter opwerpt, doet immers precies hetzelfde. Wij zijn het over eens dat God terecht hen veroordeelt die slechte dingen doet. Denk jij dat je Gods oordeel zal ontsnappen. 9 Kwelling en benauwdheid wacht elk mens die het het kwade bedrijftm De JOOD (diegene die de regels kent) maar ook de Griek, diegene die de regels niet houdt. 10 Heerlijkheid eer en vrede wacht een ieder die het goede doet, DE Wettische, maar ook de wetteloze 11 Want God kent geen aanzien des persoons. God maakt geen onderscheid aan de hand van Karakter of de normen en waarden van de mens. 2:17 je steunt op de wet en roemt op God, je werpt je op als Gids, je op werpt als opvoeder of als leraar. 23 je bent trots op de wet maar onteert God door diezelfde wet niet te (kunnen) houden. 25 rituelen hebben zeker waarde, maar alleen als je alle regels kunt houden. 28 Want Jood zijn is niet iets uiterlijks en de Besnijdenis is niet iets uiterlijks of lichamelijks. Jood (bij God horen) ben je van binnen. De werkelijke besnijdenis is er een van het Hart, een Geestelijke en niet naar de wet. Zo iemand wordt geprezen door God, niet door mensen. Avondmaal geen aanzien van de personage 3:9Hebben wij iets voor op anderen? Helemaal niet, 20 Geen mens zal in zijn ogen als rechtvaardig gelden omdat hij de wet onderhield, de wet geeft ons alleen maar kennis van onze zonde.21 Buiten de wet om is GODS gerechtigheid openbaar geworden,22 Gods gerechtigheid di zich door het geloof in Jezus Christus meedeelt aan allen die geloven, zonder onderscheid te maken hoe die persoon is. 27 waar blijft dan het eigen Roem, waar blijft het vertrouwen op je eigen “Kunnen”. Die is onmogelijk geworden! Door welke wet? Door wet van “werken”? NEE door de wet van het “geloof” Ik beweer juist dat de mens gerechtvaardigd wordt door te geloven, niet door wet te houden. Rom 4:3 Immers, wat zegt de SCHRIFT “Abraham heeft God gelooft en dat is hem aangerekend als gerechtigheid.” 23 Dat werd niet alleen neergeschreven in verband met abraham, maar ook inverband met ons, wie het geloof eveneens zal worden aangerekend, omdat wij geloven in HEM die JEZUS onze HEER uit de doden heeft opgewekt: Jezus die is overgeleverd vanwege onze overtredingen en is opgewekt ter wille van onze rechtvaardiging. Rom 5:17 Door de overtreding van één mens begon de dood te heersen als gevolg van zijn val. Hoeveel Heerlijker zullen zij die de overvloed van de genade en de gave van gerechtigheid ontvangen, leven en heersen, dankzij de ene MENS JEZUS CHRISTUS Rom 6:Weet u niet dat wij door de doop, die ons één heeft gemaakt met Christus Jezus, delen in zijn dood? Door de doop in zijn dood, zijn wij met Hem begraven, opdat ook wij zoals Christus door de macht van zijn VADER uit de doden is opgewekt, een nieuwe leven zouden gaan leiden.Want indien wij als waren vergroeid zijn met zijn dood, volgen wij Hem ook in zijn opstandingen, in de overtuiging dat onze oude mens met hem gekruisigd is. Daardoor is er een eind aan de zonde gekomen, want wie gestorven is is rechtens vrij van de zonde Rom 7: 6 Nu zijn wij dood voor de wet en ontslagen van haar verplichtingen/ boeien, zodat wij niet langer onderworpen zijn aan een verouderd wetboek, maar GOD dienen in het nieuwe leven van de GEEST. Rom 8:5 zij die een zondig leven leiden, sterven naar wat de zonde wil 9 Maar u Leidt geen zondig leven meer, maar u leeft in de Geestomdat de Geest van God in u woont. 10Als Christus in u is, blijft uw lichaam wel door zonde aan de dood gewijd, maar uw geest leeft, dankzij gerechtigheid. 15 De Geest die u ontvangen heeft, is er niet een van slaafsheid, U hebt een Geest van kindschap ontvangen die ons doet uitroepen ABBA VADER. 31 Als God voor ons is, wie zal tegen ons zijn? 33 Wie zal Gods uitverkorenen aanklagen34wie zal hen veroordelen? 35 Wie zal ons Scheiden….. van de liefde van Christus. 38. Ik ben ervan overtuigd dat niemand ons kan scheiden van de Liefde van GOD, omdat wij in Christus zijn en HIJ in ons is. EN GOD ZIET NIET JE MASKER, JE TAAK, JE KEUZES, JE ROL, PERSONALIA AAN. HIJ ZIET DE INNERLIJKE MENS…… JEZUS CHRISTUS . 2 kor 5: 14 De liefde van Christus laat ons geen rust, sinds wij hebben ingezien dat één mens gestorven is voor allen en dat dus alle mensen gestorven zijn. 15 En Hij is voor allen gestorven, opdat zij die leven niet meer voor zichzelf zouden leven, maar voor Hem die voor hen is gestorven en verrezen. 16 Daarom beoordelen wij voortaan niemand meer naar menselijke maatstaven. 17 Zo is dus iemand die in Christus is, een nieuwe schepping: het oude is voorbij, het nieuwe is er al. 18 En dit alles komt van God, die ons door Christus met zich heeft verzoend en ons de dienst van de verzoening heeft toevertrouwd. Avondmaal geen aanzien van de personage GALATE 2; 19 Want staande onder de wet ben ik gestorven voor de wet, om te leven voor God. Met Christus ben ik gekruisigd. 20 Ikzelf leef niet meer, Christus leeft in mij. Mijn sterfelijk leven is een leven in het geloof in de Zoon van God, die mij heeft liefgehad en zichzelf heeft overgeleverd voor mij. Vóór de komst van het geloof stonden wij onder bewaking van de wet, opgesloten tot het geloof zou worden geopenbaard. 24 De wet is dus voor ons een oppasser geweest tot de komst van Christus, opdat wij gerechtvaardigd zouden worden door het geloof. 25 Maar nu het geloof is gekomen, staan wij niet langer onder de oppasser. 26 Want u bent allemaal kinderen van God door het geloof, in Christus Jezus. 27 Want allemaal bent u in Christus gedoopt, met Christus bekleed. 28 Er is geen Jood of Griek meer, er is geen slaaf of vrije, het is niet man en vrouw: u bent allemaal één in Christus Jezus. 29 Maar als u bij Christus hoort, dan bent u ook nageslacht van Abraham, erfgenamen overeenkomstig de belofte. 41 Ik bedoel dit: zolang de erfgenaam onmondig is, verschilt hij in niets van een slaaf, hoewel hij heer van alles is; 2 maar hij staat onder voogden en beheerders tot het tijdstip dat door zijn vader is bepaald. 3 Zo waren ook wij slaven zolang we onmondig waren, onderworpen aan de machten van de kosmos. 4 Maar toen de volheid van de tijd gekomen was, heeft God zijn Zoon gezonden, geboren uit een vrouw, geboren onder de wet, 5 om hen die onder de wet stonden vrij te kopen, opdat wij de rang van zonen zouden krijgen. 6 En dit is het bewijs dat u zonen bent: God heeft de geest van zijn Zoon in ons hart gezonden, die roept: Abba, Vader! 7 U bent dus geen slaaf meer, maar zoon; en als u zoon bent, dan ook erfgenaam, door toedoen van God. 8 Vroeger echter, toen u God niet kende, hebt u goden gediend die geen echte goden zijn. 9 En nu, als gij God kent, ja, veelmeer door God gekend zijt, hoe keert gij u weer tot de zwakke en arme eerste beginselen, welke gij weer van voren aan wilt dienen? Galate 3: 23