10011000110101011001010010010010101 Van analoog01naar digitaal 1011001011001001100011010101100 11001000110101011001010100100101001 De overgang van een analoog 100110011010101100111111100011110011 naar een digitaal hoortoestel is voor sommige slechthorenden een hele uitdaging. Vaak betreft 1 het mensen met een ernstig tot zeer ernstig gehoorverlies, die al jaren gewend zijn aan een bepaald geluid. Er is niet één gouden regel om de overgang vlekkeloos te laten verlopen. We hebben wel een aantal tips voor u op papier gezet die kunnen ondersteunen in deze aanpassing. Ervaring vorig hoortoestel Bij ‘cliënt details’ kan de eerder opgedane ervaring met hoortoestellen worden aangegeven. Kies hier voor ‘langdurige gebruiker’ en signaalverwerking ‘Lineair’. Deze gegevens worden meegenomen in de eerste berekening. Audiogram(Direct) Vul bij het invoeren van het audiogram zo veel mogelijk gegevens in, dus ook (indien voor handen) de beengeleiding en de UCL. Meet eventueel een AudiogramDirect, zodat ook de effecten van het oorstukje worden meegenomen. Rekenregel Bij tabblad ‘Aanpassing’ is het mogelijk om de rekenregel te wijzigen. Vanaf Target 1.2 is ook NAL-NL2 beschikbaar die meerwaarde kan bieden voor deze groep cliënten. pagina 1 van 3 1001100011010101100 101001001001010101 Ervaringsniveau Voor zeer ervaren power gebruikers is het mogelijk om de doelversterking naar 110% te zetten. BassBoost Vaak is het probleem dat mensen bij het digitale hoortoestel minder luidheid ervaren. Door BassBoost te activeren kan de waargenomen luidheid verbeteren. Let wel, dit kan invloed hebben op de eigen stem van de cliënt. Globale compressie: lineair met één druk op de knop! Als cliënten een analoog hoortoestel hebben gedragen, zijn ze niet gewend aan compressie. Om de overgang makkelijker te maken kan er gekozen worden voor een instelling met minder compressie. Stel een vast microfoon programma in Standaard start Naída S op in het automatische SoundFlow programma. Dit programma past zich automatisch aan de veranderende luisteromgeving aan. Om de overgang van analoog naar digitaal te verkleinen kan er gekozen worden om het programma ‘Rustige situatie’ als opstartprogramma te selecteren (‘kolom Opstarten’) Als u toch het SoundFlow programma wilt behouden, minimaliseer dan het contrast tussen de verschillende basisprogramma’s van de automaat: 1) Maak de gain en output van alle basisprogramma’s meer gelijk 2) Stel de digitale eigenschappen (NoiseBlock met name) minder sterk in of zelfs helemaal uit. Het effect van de automaat wordt hierdoor wel duidelijk minder. pagina 2 van 3 10011000110101011001010010010010101 TK / G20 01 1011001011001001100011010101100 Als cliënten waarnemen dat er allerlei zachte geluiden nu wel doorkomen, die ze eerst niet hoorden 11001000110101011001010100100101001 en dit wordt als onprettig ervaren, dan kan dat aangepast worden met de TK/G20 regelaar. Door de versterking van de hele zachte geluiden te10011001101010110011111110001111001 verminderen gaat de TK omhoog. 11 Oorstukje Vaak wordt er met een nieuw hoortoestel ook een nieuw oorstukje besteld. Dit kan ook van invloed zijn op het geluid. Probeer eventueel het oude oorstukje uit op het nieuwe toestel. Door gebruik te maken van AudiogramDirect en de Feedbacktest worden de effecten van het oorstukje meegenomen in de berekening. Naast het instellen van het hoortoestel is ook counseling van de cliënt van belang. Hieronder een aantal tips op een rij. Counseling # Schep een realistische verwachtingen! Het is onmogelijk een digitaal hoortoestel hetzelfde te laten klinken als het oude (analoge) hoortoestel. Geef aan dat de overstap best lastig kan zijn en dat er wellicht meer tijd nodig is voor gewenning. Voorkom dat in de proefperiode de nieuwe toestellen afgewisseld worden met de oude. # Geef uitleg over directionaliteit. Een gedeelte van het geluid valt weg als het hoortoestel naar directionele modus gaat. Dit zal de cliënt zeker merken en dit zijn ze niet gewend. Als ze weten wat er gebeurt, zal er een betere acceptatie zijn. # Geef uitleg over het verschil in geluidsverwerking tussen een lineair en een non-lineair. Maak eventueel gebruik van onderstaande weergave. Hiermee kun je aangeven dat deze vorm van geluidsverwerking beter is voor het spraakverstaan, maar dat het dus een andere geluidsbeleving is dan ze gewend zijn. pagina 3 van 3