Het Interfederaal Gelijkekansencentrum Maart 2014 Aanbeveling over de toegankelijkheid van de metro van de Maatschappij voor het Intercommunaal Vervoer te Brussel (MIVB) voor personen met een handicap Aan Brusselse minister van Vervoer Brusselse staatssecretaris van Gelijke Kansen Algemeen-directeur van de MIVB Van Interfederaal Centrum voor gelijke kansen en bestrijding van discriminatie en racisme Collectif Accessibilité Wallonie Bruxelles (CAWaB) Vaststellingen Het Interfederaal Gelijkekansencentrum heeft verschillende meldingen ontvangen van personen die zich per twee of in groep in een rolstoel verplaatsen en samen niet kunnen genieten van de assistentiedienst in de Brusselse metro. Volgens het MIVBreglement mag de assistentiedienst slechts één rolstoelgebruiker per metrostel begeleiden. Nadat deze klanten een klacht hadden ingediend bij Customer Care, haalde de MIVB veiligheidsredenen aan als motivering voor deze beslissing; bovendien zou de extra tijd om in te stappen gevolgen kunnen hebben voor de verdere bedieningsfrequentie. Het Centrum en het CAWaB verontrusten zich over deze regel omdat ze menen dat deze discriminerend is voor personen met een handicap. Daarom verzoeken ze de MIVB om zo snel mogelijk een aanvaardbare oplossing te vinden voor personen met een handicap die zich per twee of in een klein groepje verplaatsen. Volgens het Centrum en het CAWaB wijzen de problemen met de assistentie op grotere structurele problemen als het op de toegankelijkheid van de metro aankomt. Assistentie in de metro blijft voor de meeste rolstoelgebruikers nodig omwille van de ruimte tussen het perron en het rollend materieel. Bovendien wordt de assistentiedienst in het beheerscontract 2013-2017 tussen het Brussels Hoofdstedelijk Gewest en de MIVB als een tijdelijke oplossing voorgesteld: 'Aangezien personen met een handicap zich wegens de infrastructuur en het rollend materieel vandaag nog niet autonoom kunnen verplaatsen op het hele MIVB-net, wordt de assistentiedienst van de MIVB behouden en wordt een studie uitgevoerd om de kwaliteit en de doeltreffendheid van deze dienst te verbeteren zodat die zo goed mogelijk beantwoordt aan de reële behoeften van personen met een beperkte mobiliteit. De aanbevelingen van deze studie zullen voor het einde van deze contractperiode worden gerealiseerd.' Het Centrum en het CAWaB betreuren echter dat in het beheerscontract 2013-2017 geen doelstellingen of een actieplan zijn opgenomen die erop gericht zijn om personen met een handicap op termijn toe te laten om zelfstandig de metro te 1 Het Interfederaal Gelijkekansencentrum Maart 2014 gebruiken. De aanwezige ruimte tussen het perron en het rollend materieel blijft de voornaamste belemmering voor de toegankelijkheid van het netwerk. Dit structurele probleem moet zowel bij toekomstige metrostellen (Pulsar-project) als bij het bestaande rollende materieel worden opgelost om te garanderen dat personen met een handicap op gelijke basis met andere gebruikers toegang hebben tot de Brusselse metro. Er zijn immers genoeg goede praktijkvoorbeelden van metronetten die voor iedereen toegankelijk zijn; dit is bijvoorbeeld het geval in Athene, Rijsel en Grenoble. Wettelijke bepalingen Het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, dat België in juli 2009 heeft geratificeerd en dat op 1 augustus 2009 in werking is getreden. Artikel 5 Gelijkheid en non-discriminatie van het Verdrag wijst er nogmaals op dat discriminatie op grond van een handicap verboden is en dat 'teneinde gelijkheid te bevorderen en discriminatie uit te bannen, de Staten die Partij zijn alle passende maatregelen moeten nemen om te waarborgen dat redelijke aanpassingen worden verricht.' Artikel 9 van het Verdrag gaat over de verplichtingen op het gebied van toegankelijkheid van de Staten die Partij zijn: 1. 'Teneinde personen met een handicap in staat te stellen zelfstandig te leven en volledig deel te nemen aan alle facetten van het leven, nemen de Staten die Partij zijn, passende maatregelen om personen met een handicap op voet van gelijkheid met anderen de toegang te garanderen tot de fysieke omgeving, tot vervoer, informatie en communicatie, met inbegrip van informatie- en communicatietechnologieën en -systemen, en tot andere voorzieningen en diensten die openstaan voor of verleend worden aan het publiek, in zowel stedelijke als landelijke gebieden. Deze maatregelen, die mede de identificatie en bestrijding van obstakels en barrières voor de toegankelijkheid omvatten, zijn onder andere van toepassing op: a) gebouwen, wegen, vervoer en andere voorzieningen in gebouwen en daarbuiten, met inbegrip van scholen, huisvesting, medische voorzieningen en werkplekken; b) informatie, communicatie en andere diensten, met inbegrip van elektronische diensten en nooddiensten. 2. De Staten die Partij zijn nemen tevens passende maatregelen om: a) de implementatie van minimumnormen en richtlijnen voor de toegankelijkheid van faciliteiten en diensten die openstaan voor of verleend worden aan het publiek, te ontwikkelen, af te kondigen en te monitoren; b) te waarborgen dat private instellingen die faciliteiten en diensten die openstaan voor of verleend worden aan het publiek, aanbieden, zich rekenschap geven van alle aspecten van de toegankelijkheid voor personen met een handicap; c) betrokkenen te trainen op het gebied van de toegankelijkheid waarmee personen met een handicap geconfronteerd worden; d) openbare gebouwen en andere faciliteiten te voorzien van bewegwijzering in braille en in gemakkelijk te lezen en te begrijpen vormen; 2 Het Interfederaal Gelijkekansencentrum Maart 2014 e) te voorzien in vormen van hulp en bemiddeling door mensen, met inbegrip van begeleiders, mensen die voorlezen en professionele doventolken om de toegang tot gebouwen en andere faciliteiten, die openstaan voor het publiek te faciliteren; […].' België heeft ook het optionele protocol van het Verdrag ondertekend. Dit betekent dat het aanvaardt dat het internationale Comité voor de rechten van personen met een handicap klachten ontvangt en behandelt van particulieren of groepen particulieren die vinden dat zij het slachtoffer zijn van een schending van de Verdragsbepalingen door de Staat die Partij is. Op nationaal niveau werd het Centrum voor gelijkheid van kansen en voor racismebestrijding aangewezen als onafhankelijk mechanisme belast met de bevordering, de bescherming en de opvolging van de toepassing van het Verdrag. Als mensen met een handicap vinden dat het Verdrag werd geschonden, kunnen ze zich tot het Centrum wenden. Antidiscriminatiewetgeving In tegenstelling tot het Waalse Gewest en de Vlaamse en Franse Gemeenschap heeft het Brussels Hoofdstedelijk Gewest nog steeds geen wetgeving die discriminatie in de sector van de privédienstverlening verbiedt. In het Waalse decreet van 19 maart 2009 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie en het Vlaamse decreet van 10 juli 2008 over gelijke kansen en gelijke behandeling komen alle diensten aan bod die onder hun bevoegdheid vallen, in het bijzonder de gewestelijke vervoersmaatschappij TEC in het Waalse Gewest en De Lijn in het Vlaamse Gewest. We mogen binnenkort een ordonnantie verwachten over het verbod op discriminatie in de dienstverlening in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest. Alle wetteksten over antidiscriminatie verbieden dezelfde gedragingen: - directe discriminatie; - indirecte discriminatie (men weigert bijvoorbeeld niet de persoon met een handicap, maar zijn assistentiehond); - pesterijen (op basis van een beschermd criterium); - aanzetten tot discriminatie (iemand zeggen of bevelen om te discrimineren); - weigeren om redelijke aanpassingen voor een persoon met een handicap te treffen. Redelijke aanpassingen worden omschreven als 'passende maatregelen die in een concrete situatie en naargelang de behoefte worden getroffen om een persoon met een handicap in staat te stellen toegang te hebben tot, deel te nemen aan en vooruit te komen in de aangelegenheden waarop deze wet van toepassing is, tenzij deze maatregelen een onevenredige belasting vormen voor de persoon die deze maatregelen moet treffen.' (wet van 10 mei 2007, art. 4-12°) De gebrekkige toegang tot de vervoersinfrastructuur werkt discriminerende situaties in de hand: hierdoor hebben personen met een handicap niet op een gelijke manier als andere personen toegang tot de diensten van de MIVB. Het uitblijven van redelijke aanpassingen – zoals podia – verhindert dat deze personen het openbaar 3 Het Interfederaal Gelijkekansencentrum Maart 2014 vervoer kunnen gebruiken. Om het toegankelijkheidsprobleem op te lossen, is er nood aan goede alternatieven en aan redelijke aanpassingen. Het bieden van assistentie bij het in- en uitstappen en het begeleiden van mensen met een handicap naar de voertuigen kan worden beschouwd als een redelijke aanpassing in afwachting van de algemene toegankelijkheid van het netwerk. Aanbevelingen 1. Het Centrum en het CAWaB vragen om de studie over het verbeteren van de kwaliteit en de doeltreffendheid van de assistentiedienst waarvan sprake is in het beheerscontract 2013-2017 op korte termijn uit te voeren. Om in overeenstemming te zijn met het VN-Verdrag inzake de rechten van personen met een handicap, moet deze studie worden uitgevoerd in nauw overleg met de verenigingen die deel uitmaken van het CAWaB. De studie moet toelaten om technische en/of structurele oplossingen te vinden om de dienstverlening te verbeteren. Deze oplossingen moeten rekening houden met verplichtingen die aan de vervoersmaatschappij worden opgelegd, maar ook met de rechten van personen met een handicap. Het Centrum en het CAWaB dringen aan op de noodzaak om deze studie snel uit te voeren zodat zo spoedig mogelijk structurele oplossingen worden gevonden voor de problemen die de studie aan het licht brengt. Zo worden individuele gevallen van discriminatie vermeden die het Centrum moet aankaarten. 2. Het Centrum en het CAWaB raden aan om het reglement te wijzigen dat bepaalt dat de assistentiedienst slechts één rolstoelgebruiker per metrostel mag begeleiden. De MIVB moet redelijke aanpassingen vinden voor personen die per twee of in een klein groepje reizen. 3. Naast de noodzaak om de assistentiedienst te verbeteren, wijzen het Centrum en het CAWaB er nogmaals op dat er een oplossing moet worden gevonden die personen met een handicap in staat stelt om de Brusselse metro zelfstandig te gebruiken. Het Centrum en het CAWaB raden aan om in overleg met de verenigingen een diepgaande studie uit te voeren om een oplossing te vinden voor de ruimte tussen het perron en de metrostellen. Het moet gaan om doeltreffende oplossingen die de toegang tot het bestaande rollende materieel zonder assistentie mogelijk maken op basis van gelijkheid met andere gebruikers. Deze studie moet ook het vastleggen van een 'technische minimumnorm' voor de ruimte tussen het perron en het rollend materieel mogelijk maken (die zelfstandige toegang garandeert). De vervoersmaatschappij wordt dan contractueel verplicht om die norm voor alle geplande nieuwe metro- en tramstellen te hanteren. Ook voor de aankoop van nieuw rollend materieel is het aan te bevelen om in het bestek duidelijke toegankelijkheidsclausules op te nemen die door de verenigingen van het CAWaB zijn goedgekeurd. 4 Het Interfederaal Gelijkekansencentrum Maart 2014 Wettelijke referenties Verdrag van de Verenigde Naties inzake de rechten van personen met een handicap Richtlijn 2001/85/EG van het Europese Parlement en de Raad van 20 november 2001 Wet van 10 mei 2007 ter bestrijding van bepaalde vormen van discriminatie Protocol tussen de federale staat en de deelstaten ten gunste van personen met een handicap betreffende het concept van redelijke aanpassingen in België (BS 20/09/2007, FOD Sociale zekerheid) Contactpersonen Interfederaal Gelijkekansencentrum: Marie-Ange Vandecandelaere 02/212 30 18 [email protected] Collectif Accessibilité Wallonie Bruxelles (CAWaB): Miguel Gerez Projectmanager 'Vervoer in het Brussels Hoofdstedelijk Gewest' 02/705 03 48 [email protected] Kopie bezorgd aan Mevr. Evelyne Huytebroeck, minister, lid van het College van de Franse Gemeenschapscommissie COCOF, belast met het beleid inzake bijstand aan personen met een handicap Nationale Hoge Raad voor Personen met een Handicap Brusselse Franstalige Adviesraad voor welzijnszorg en gezondheid, afdeling 'Personen met een handicap' Dhr. Daniel Peltzer, voorzitter van de Regionale mobiliteitscommissie – afdeling PBM Dhr. Christian de Strycker, toegankelijkheidsmanager bij de MIVB 5