Innovatie van de publieke dienstverlening: beter, sneller, doeltreffender, op maat en cost-efficient 1. Inleiding: Innovatie binnen het groter geheel Innovatie binnen de overheidssector maakt deel uit van het referentiekader van de implementatie van de doelstellingen van de Lissabonstrategie1: (a) het verbeteren van de efficiëntie en productiviteit van de overheidsadministratie om de overheidsuitgaven en de doorlooptijd te verminderen en zo een betere dienstverlening aan burgers en bedrijven te verzekeren (b) het verbeteren van de wetgevingstechnieken door RIA (Regulatory Impact Assessment) en betere regelgeving (c) het verminderen van de administratieve lasten voor bedrijven en burgers om een beter bedrijfsklimaat te verkrijgen (d) het versterken van de competitiviteit als antwoord op de economische crisis (e) het implementeren van institutionele veranderingen, het vinden van synergie en het opzetten van efficiëntere structuren waardoor overlappingen worden weggewerkt en het aantal administraties wordt verminderd (f) het stimuleren en het mogelijk maken van innovatie als hefboom om de productiviteit in alle economische sectoren te verhogen (g) het versterken van de openbaarheid en aansprakelijkheid, het vrijmaken van informatie voor de burgers als onderbouw van het overheidsoptreden en het onderwerpen van de overheidsprestaties aan de evaluatie van de belanghebbende actoren Op het vlak van de publieke dienstverlening wordt deze strategie vertaald in verschillende acties en wat (federaal2) België betreft focussen die zich op: de Fed20 (het identificeren en ontwikkelen van (KPI) op het vlak van HRM binnen de federale overheidsdiensten een inventaris van instrumenten van good governance /management binnen de de federale overheidsdiensten de federale website het onwikkelen van burger-/klantgerichte dienstverlening Total Quality Management Het herzien van de sociale bescherming Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 1 2. Wat is Innovatie? Er circuleren heel wat definities maar er is geen algemeen aanvaarde definitie van innovatie. Bovendien verstaat niet iedereen hetzelfde onder “innovatie” en is de bewustwording of het besef van het belang van innovatie en/of van R&D in dit domein onevenredig verspreid3. Toch is het belangrijk aan te geven wat verstaan wordt onder “innovatie” (“spreken we dezelfde taal?”) en dat zal voor iedere situatie wellicht anders zijn, en als dusdanig moeten worden gedefinieerd, maar significante veranderingen zijn essentieel4 Het kunnen revolutionaire veranderingen zijn, maar ook incrementele verbeteringen, maar het belangrijkste is dat innovaties geïmplementeerde en procesmatige veranderingen zijn en niet louter ideeën of veranderingsactiviteiten. Een gangbare definitie is dan ook het creëren van toegevoegde waarde door het omzetten van vernieuwende ideeën naar nieuwe en duurzame processen, producten / diensten, arbeidsorganisatie of werkwijze. Er kunnen daar een aantal bijkomende voorwaarden aan gekoppeld worden: (a) De innovatie moet voor de organisatie in kwestie nieuw zijn al kan deze methodiek reeds toegepast zijn op en in andere organisaties (b) Het moet een significante verandering voor de organisatie teweeg brengen en een significante impact hebben op de werkwijze, de beheerssystemen, de handelingen of de aard van de organisatie (c) De innovaties moeten in gebruik genomen worden door de organisatie Tenslotte is er nog een belangrijk postulaat: “…the focus and interest on innovation in the public sector should not lead to making innovation a management tool. Instead innovation in the public sector should be seen as means to live up to its overall objective, i.e. to provide increased welfare and a better quality of life for its citizens.”5 3. Waarom innoveren? Binnen de Lissabonstrategie wordt innovatie maar op één domein betrokken, nl. innovatie als hefboom om de productiviteit in alle economische sectoren te verhogen. En dit terwijl ook op de andere domeinen slaat, uiteraard niet op dezelfde manier of d.m.v. dezelfde activiteiten. Binnen het kader van de wedstrijd “Mission Possible” van de federale overheid was het centraal gegeven dat innovatie kaderde binnen het kader van efficiënter werken, met meer halen met gelijk gebleven of zelfs verminderde resources. Dit is uiteraard geen toeval of alleenstaand feit. In zijn rapport schrijft NESTA6 dat de noodzaak om te innoveren nog noodzakelijker werd toen de budgetten in 2010 drastisch werden ingeperkt7 Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 2 Maar het is tekenend voor een a-priorisme om innovatie in een bepaald, welomlijnd hokje te duwen en er dan nog liefst te vatten binnen een zo “universeel” mogelijke definitie. Creativiteit op zich is geen innovatie: de idee, het concept moet uiteraard realistisch en haalbaar zijn maar moet tevens aanleiding geven tot uitvoering, tot implementatie wil ze geconsolideerd wordt. Dit houdt in dat innovatie markante nieuwigheden of substantiële incrementele verbeteringen met zich meebrengt in efficiëntie, effectiviteit en kwaliteit8 met evenwel dit postulaat dat de openbare dienstverlening een specifieke finaliteit en driver(s) heeft9, nl. het nastreven van het algemeen belang wat dus tot spanningen of conflicten kan leiden met de efficiëntie-eis (effectiviteit en kwaliteit staan niet ter discussie) naast het type innovatie dat wordt nagestreefd. Al kan de overheidssector, die per definitie heterogeen, complex en veelzijdig is, veel leren van de privésector, en al is er een zekere vergelijking mogelijk tussen de openbare en de privésector qua het verloop en de dynamiek van innovatieprocessen10, het is een feit dat innovatie niet terug te brengen is tot het eenvoudig weg kopiëren en enten van marktgerelateerde managementpraktijken op de overheidssector, noch in het simultaan vertalen van sleutelfactoren van de ene naar de andere sector. Uiteraard zal veel afhangen van de typologie van overheidsadministratie en de heersende bedrijfscultuur. En van de paradigma shift (privatiseren, business units,…), de budgettaire imperatieven en vooropgestelde mechanismen. 3.1. Innovatiecriteria De Vlaamse Overheid heeft in het project “Spring Uit de Band”11 een aantal criteria en indicatoren uitgewerkt die zij relevant en representatief vond voor het bereiken van de specifieke doelen en doelstellingen met dit innovatieleertraject. Criterium Het innovatievoorstel beoogt een nieuwe vorm van toegevoegde waarde (positief effect op) te hebben op de dienstverlening van de overheid aan de maatschappij en de burger. indicator 1) Het voorstel maakt duidelijk wat het beoogde effect is voor de overheid. 2) Het voorstel maakt duidelijk wat het beoogde effect is voor de maatschappij. Een spannend/intrigerend vraagstuk staat centraal waarbij het noodzakelijk is een belemmerend patroon te doorbreken en tot vernieuwing te komen. De klant ervaart dit patroon. 3) Het wordt duidelijk wat het centrale vraagstuk is, en wat het zo belangrijk maakt om dit vraagstuk vernieuwend op te lossen. Het gaat om een wezenlijk vraagstuk waarvan de innovatieve oplossing zorgt voor een positieve impact op lange termijn voor verschillende belanghebbenden (waaronder de gemeenschap). 5) Het voorstel laat verschillende belanghebbenden zien binnen en buiten de overheid. 6) Het wordt duidelijk wat hun belang is en wat hen tot nu weerhouden heeft een oplossing te vinden. Innovatie van de publieke dienstverlening 4) Het wordt duidelijk welke patronen doorbroken moeten worden om tot een nieuwe oplossing voor het vraagstuk te komen. Pagina 3 Het team heeft goesting om met het vraagstuk aan de slag te gaan en hier iets moois van te maken. Het team voelt zich betrokken (wat onder meer leidt tot een innovatieve arbeidsorganisatie). 7) De persoonlijke drive en nieuwsgierigheid van de indieners blijkt uit het voorstel. De samenstelling van de groep van oplossingszoekers bestaat uit een verfrissende mix die kansrijk is voor het oplossen van het vraagstuk. Burgers worden betrokken als partner. 9) Het wordt duidelijk hoe de verschillende perspectieven in het team elkaar versterken in het oplossen van het vraagstuk. 8) Het voorstel en de aanpak is origineel en creatief. 10) Het wordt duidelijk hoe de verschillende bekwaamheden van de teamleden samen kunnen helpen bij het oplossen van het vraagstuk. Het wordt duidelijk wat nu nodig is om concreet stappen te kunnen zetten zodat de innovatie op korte termijn meerwaarde creëert. 3.2. Premissen De aangehaalde criteria zijn goede toetsstenen. Er zijn wel een aantal premissen die moeten in acht worden genomen: (1) Innovatie is een en/en-verhaal, het is geen doel op zich. Het betrachten van innovatieve methodes en aanpakken is een mindset die de organisatie en haar actoren ertoe dwingt de arbeidsorganisatie, de werkmethodes, de aangewende middelen en de doelstellingen dermate te verbeteren zodat er blijvend beter, sneller, doeltreffender, op maat en costefficient kan gewerkt worden en gewerkt wordt; (2) Innovatie speelt dan ook mee in alle domeinen die worden opgesomd binnen de Lissabonstrategie12 (3) De aanleiding tot innoverend ageren is niet louter “costcutting” maar het is ook een onontbeerlijk antwoord van de dienstverlening op de schaarser wordende menselijke middelen die meer en meer genoodzaakt zijn snel, inclusief en efficiënt in te spelen op de gedifferentieerde vragen, noden, behoeften en verwachtingen van klanten en stakeholders wil hij zijn relevantie, en zelfs zijn legitimiteit behouden. Dit – en R&D in het algemeen - kan in essentie een initiële meerkost betekenen, zelfs voor een onzeker doel; (4) Innovatie is onmogelijk zonder ruimte voor experiment. In de privé-sector13 is het “normaal” dat er ruimte wordt gecreëerd waardoor mensen zich vrij en onbelast voelen om te experimenteren, noch schatplichtig om “iets” af te leveren. Echter, experimenteren is niet voldoende, het project wint aan kracht als het gelinkt is aan haalbaarheid met mijlpalen en met tastbare directe en/of indirecte deliverables of resultaten (5) Innovatie is onmogelijk zonder de (nodige) middelen te hebben of ter beschikking te stellen. En tijd. En geduld. En zelfs zijn er middelen in overvloed, dan is het in het belang van innovatie zelf die producten en/of diensten te verwezenlijken die relevant, uitvoerbaar en haalbaar zijn, een reële impact hebben, een reële verbetering betekenen. Er zullen dus tussen al die duizend ideeën keuzes moeten gemaakt worden. Ook inzake middelen. Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 4 (6) Innovatie is onmogelijk zonder een referentiekader in het leven te roepen. Het is een en/en verhaal van een gedragen strategische visie , gedeeld op zowel het beleidsvlak als het operationele vlak de aanwezigheid van een representatieve task force of begeleidingscomité die alle of toch de belangrijkste stakeholders omvat, het kunnen rekenen op de meest brede en aangehouden politieke en administratieve steun en ondersteuning, zelfs van voorspraak en introductie in parallelle netwerken, het bestaan van een algemeen aanvaarde en beproefde methodologie een aangehouden communicatie naar de stakeholders en het middenveld (7) Wil innovatie een mobiliserend effect hebben, dan is een aangehouden proces van cocreatie en empowerment een noodzakelijke voorwaarde. Dit vraagt een radicale wijziging in de organisatie van en het gedrag en bedrijfscultuur binnenin de overheidssector waar luisterbereidheid, daadkracht, transversaal samenwerken, vertrouwen (krijgen en geven) , leerbereidheid en aanpassingsvermogen kernwaarden worden 4. Een poging tot classificatie van “Innovatie” De OESO heeft een “Observatory of Public Sector Innovation” opgericht. De eerste meeting van de Task Force vond plaats te Parijs op 20-21 februari 2012. In de basisdocumenten wordt een methodologie tot classificatie voorgesteld. Deze classificatie baseert zich grotendeels op de MEPIN-methodologie14 Onderwerp innovatie15 Vernieuwend aspect Impact van innovatie Innovatie activiteiten Ventilatie Productinnovatie de kenmerken Introduceren van een voor de organisatie nieuw of significant verbeterd product of dienst en dit op vlak van het gebruik ervan, de kenmerken van het goed of de dienst, in de toegang van de klanten tot dit goed of dienst Procesinnovatie De implementatie van een voor de organisatie significant verbeterde productieof dienstverleningsmethode door o.m. in te spelen op uitrusting en competenties, logistieke ondersteuning (IT, boekhouding, aankoop) Organisatorische innovatie De implementatie van een voor de organisatie significant nieuwe organisatieof beheersmethode (arbeidsorganisatie, beheerssystemen,…) Innovatie op vlak van De implementatie van een voor de organisatie communicatie significant nieuwe methode ter promotie van de organisatie of haar diensten en producten of die het gedrag van individuen en anderen beïnvloedt Als eerste ontwikkeld en geïntroduceerd Reeds ontwikkeld maar nieuw voor de organisatie zelf Radicaal Verstorend In house activiteiten In-house R&D Planning en design Marktonderzoek Haalbaarheidsstudies Testing Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 5 - Netwerken & samenwerkingsverbanden Doelstellingen, effecten en outputs Andere voorbereidende werkzaamheden Vorming & opleiding van het personeel Externe R&D & andere consultancy diensten Andere externe know-how (patenten, licenties,…° Aanschaf van uitrusting, software,… Samenwerking Actieve samenwerking met bedrijven en andere overheidsadministraties i.v.m. innovatieactiviteiten Rollen: Bedrijven als leverancier (incl. consultancy) Bedrijven als klanten/ gebruikers Overheidsorganisaties als leveranciers Overheidsorganisaties als klanten / gebruikers Universiteiten & onderzoekscentra Andere overheidsorganisaties Burgers als gebruikers Informatiekanalen Overdracht van kennis d.m.v.: Internet en on-line discussiefora Gebruikertevredenheidsenquêtes Netwerken, seminaries, conferenties Inhuren gespecialiseerd personeel Evaluaties van kwaliteit, impact & efficiëntie Ontwikkelen van innovaties Binnen de eigen organisatie i.s.m. het bedrijfsleven i.s.m. andere overheidsorganisaties vnl. door andere overheidsorganisaties of bedrijven Aankoopbeleid Aankopen die het ontwikkelen van nog niet bestaande producten of processen aanmoedigen: aanschaffen van software of onderdelen van IT-leveranciers aanschaffen van andere machines en uitrusting aanbesteden van consultancy diensten outsourcing PPS Drivers - intern Management personeel Politieke krachten opgelegde budgettaire veranderingen nieuwe regelgeving veranderingen, vernieuwingen geïmplementeerd in partner- of hogere organisaties nieuwe beleidsprioriteiten Overheidsorganisaties Bedrijven Als leverancier Als client / gebruiker Gericht op maatschappelijke uitdagingen (bv. gezondheidsproblemen) Inspelen op nieuwe regelgeving, beleids- en andere politieke opgelegde veranderingen Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 6 Cultuur obstakels en Verbeteren van de kwaliteit van de dienstverlening of van goederen Verbeteren van de efficiëntie (kost per dienst/ product; afgeslankte administratie) Verbeteren van on-line diensten Verbeteren van arbeidsvoorwaarden Innovatiestrategie en – Specifieke doelen voor innovatieactiviteiten organisatie Innovatiestrategie opgenomen in de globale visie of strategie van de organisatie Het bestaan van een innovatieafdeling Projectmatig organiseren van innovatieactiviteiten, gestuurd door een specifieke stuurgroep Innovatie management en Hoge prioriteit vanuit het management om personeel nieuwe ideeën of werkmethoden te ontwikkelen Actief topmanagement in het leiden van de implementatie Deel van de arbeidstijd van het personeel gewijd aan innovatieprojecten Incentives voor het personeel om nieuwe ideeën aan te brengen en deel te nemen aan hun ontwikkeling Heterogene samenstelling van het personeel Politieke factoren Gebrek aan flexibiliteit in de regelgeving Gebrek aan incentives voor de hele organisatie om te innoveren Gebrek aan budgettaire resources Organisatie en cultuur Faalangst Gebrek aan samenwerking binnen de organisatie Andere interne voorwaarden Onvoldoende tijd toebedeeld aan innovatie Gebrek aan incentives voor het personeel om te innoveren Externe voorwaarden Contractuele bepalingen die de samenwerking met leveranciers bemoeilijken Gebrek aan capaciteiten in hoofde van de hoofdleverancier(s om innovatieve )oplossingen aan te bieden Weerstand van gebruikers tegen veranderingen 5. Hoe wordt innovatie gemeten? Het meten van innovatie is niet evident. Men moet een methodologie ontwikkelen die voldoende objectief en relevant is, draagkracht heeft, weerklank, autoriteit en legitimiteit heeft of krijgt en die methodologie moet benchmarking toelaten. 5.1. Een dergelijk instrument is de Innovation Union Scoreboard. De laatste versie is deze van februari 2012 en slaat op gegevens van 201116. De IUS beslaat innovatie-indicatoren & trend analyses voor de 27 EU-lidstaten, met inbegrip van Kroatië, IJsland, FYROM, Noorwegen, Servië, Zwitserland & Turkije (basis: Eurostat e.a.) Het klasseert de lidstaten volgens een maturiteitsindex: Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 7 1. 2. 3. 4. Innovatievoortrekkers (“innovation leaders”) Innovatievolgers (“innovation followers”) Gematigde vernieuwers (“moderate innovators”) Bescheiden vernieuwers (“modest innovators”) Het doel is beleidsdiscussies op nationaal en Europees vlak te voeden door in de tijd de vooruitgang in innovatieprestaties binnen en buiten de EU in kaart te brengen. Er zijn 3 soorten indicatoren en 8 innovatiedimensies, in totaal 25 verschillende indicatoren: Enablers HRM Research systems Internationale wetenschappelijke publicaties/ mio inwoners Financiën & Steun R&D- uitgaven in overheidssector in % BNP Bevolking |30-34| met 3e cyclus opleiding Top 10 meest geciteerde wetenschappelijke publicaties Risicokapitaal in % BNP Jeugd |2024| met minimaal hoger middelbaar % Niet-EU doctorandi Nieuwe doctorandi/ 1000 inwoners |25-34| Activiteiten (innovatie-inspanningen op het niveau van de bedrijven) bedrijfsinvesteringen Ondernemerschap Intellectuele & netwerken Eigendom R&D-uitgaven in Aantal KMO’s met PCT patent private sector in % In-house aanvragen BNP innovatie in % KMO’s Niet-R&D uitgaven ivm innovatie in % omzet Aantal innovatieve KMO’s in samenwerking met anderen in % KMO’s Publiek-private co-publicaties/ mio inwoners PCT patent aanvragen m.b.t. maatschappelijke uitdagingen Gemeenschaps handelsmerken Gemeenschapsontwerp Aanwezigheid hooggeschoold en – opgeleid personeel Internationale weerklank van nationaal wetenschappelijk onderzoek Overheidssteun voor onderzoek en R&D Investeringen die innovatie genereren Inspanningen van ondernemers tot samenwerking tussen innovatieve ondernemingen en met de overheid De vormen van intellectueel eigendom gegenereerd door innovaties Outputs (effect van innovatie-activiteiten) innovaties Economische effecten Aantal KMO’s met Tewerkstelling product of proces in innovaties in % kennisintensieKMO’s ve activiteiten in % totale tewerkstelling Aantal KMO’s met Export van marketing of medium & organisatorische high tech innovaties in % producten in % KMO’s totale export van goederen Innoverende Export van firma’s met grote Kennisintensiegroei ve diensten in % totale export van diensten Verkoop van innovaties die marktof bedrijfsvernieuwend zijn in % omzet Inkomsten van buitenlandse licenties en patenten in % BNP Aantal ondernemingen die hoogtechnologische e.a. innovaties op de markt hebben gebracht of in hun organisatie hebben ingeleid De analyse voor België (het gaat om nationale gegevens) is dat België een “innovation follower” is met een meer dan gemiddelde prestatie op dat vlak. Dus verre van slecht. Als sterktes worden aangegeven: de open, excellente en aantrekkelijke research systemen en ondernemerschap en netwerken. Bedrijfsinvesteringen, intellectuele patenten en economische impact scoren dan weer lager. Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 8 Economisch succes van innovatie op vlak van tewerkstelling, export & verkopen 5.2. Een ander instrument is MEPIN. Dit acroniem staat voor MEasuring Public INnovation in the Nordic Countries, een gemeenschappelijke onderzoeksmethode ontwikkeld door centra uit Denemarken, Noorwegen, Zweden & Finland17. MEPIN heeft in februari 2010 een eindrapport uitgegeven18. De resultaten waren interessant: (a) algemeen (bijna) Iedere organisatie heeft innovaties ingevoerd (95%) De dienstverlening werd aangepast (76%) maar dit leidde nauwelijks tot nieuwe of aangepaste fysieke producten (18%) Ook de processen inzake dienstverlening werden aangepast (83%) alsook de onderliggende ondersteuningsdiensten (65%) en in mindere mate de dienstverleningsmethode (47%) Het managementsysteem (lean, performance management,..) en de chain of command werden niet drastisch aangepast (53%) en de relaties met andere organisaties werden slechts minimaal herbekeken (41%) Opmerkelijk is dat het stelselmatig opbouwen van KM en van de innovatiecapaciteit slechts in 36% van de gevallen gebeurde Er werd veel aandacht besteed aan het communicatieaspect (65%) en aan de omvorming van het gedrag van klanten en stakeholders (59%) De organisatie zelf was/is de belangrijkste motor/actor in de innovatieontwikkeling (88%) en het aandeel van de in-house R&D was sterk (88%), in meer of mindere mate onderbouwd/gesterkt door interne of externe training en opleiding (76%) In 65 % was het bedrijfsleven co-actor, andere overheidsorganisaties in 59% en universiteiten/onderzoeksinstellingen in 47% die vooral op het vlak van R&D een rol speelden. Het bedrijfsleven werd dan vnl. ingeschakeld als consultant (82%) Daar waar de organisatie geen pioniersrol speelde in het ontwikkelen van de innovatie (in 29% van de gevallen wel), en de innovatie in hoofdzaak door derden werd ingeleid (65%) dan was de organisatie dan toch wel de eerste binnen haar beleidsdomein om dit te doen (65%) Innovatie is op een variabele manier IT-gerelateerd: van hoog (35%) over medium (41%) tot laag (17%) Innovatie geeft wel in 82% van de gevallen aanleiding tot het verwerven van uitrusting en software Innovatieprojecten leiden niet altijd op korte termijn tot effectieve innovaties (63%) en vertraging treedt frequent op (65%). Slechts in een minimaal aantal gevallen (19%) werden de projecten opgegeven. (b) Wat de impact van innovatie betreft: Op het vlak van efficiëntie: o Verminderde arbeidskost/product of dienst : 50 % o Andere verminderde kosten: 0% o Verbetering capaciteit van de dienstverlening: 70% o Administratieve vereenvoudiging: 70% (in één geval een verhoging!) o Besparingen op kosten: 38% o Besparingen op personeel: 31% Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 9 Op het vlak van de kwaliteit: o Verbetering: 90% o Uitbreiding van het aantal nieuwe klanten: 80% o Grotere zichtbaarheid voor potentiële klanten: 90% o Verbeterde klanttevredenheid: 90% Op het vlak van IT: o Verbeterde IT-mogelijkheden: 80% o Grotere gebruikerstoegankelijkheid: 80% o Verbeterde on-linediensten: 80% Op het vlak van organisatie en personeel: o Verbeterde communicatie of informatiedeling binnen de organisatie: 90% o Met anderen: 80% o Verbeterde innovatiecapaciteit: 90% o Verbeterde personeelstevredenheid: 70% o Verminderd verloop: 30% (dus in 70% van de gevallen geen impact!) Op vlak van gezondheid & veiligheid en leefmilieu was de impact minimaal, respectievelijk 40 en 60% (c) Wat de drivers betreft: De interne drijvende krachten: o Management: altijd, met in 70% van de gevallen een zeer grote rol o Personeel zelf: altijd, met in 53% van de gevallen een zeer grote rol De externe of politieke krachten: o Opgelegde budgettaire ingrepen: 80% o Nieuwe regelgeving: 58% o Veranderingen in voogdij- of nevenorganisaties: 80% o Nieuwe politieke prioriteiten: 95% waarvan in 68% een grote impact wordt toegemeten Bedrijven als externe krachten: o Als leverancier: 58% o Als klant/gebruikers: 58% Burgers als externe krachten: 82% (d) Innovatie als onderdeel van de strategie van de organisatie; Een innovatiestrategie maakt in 90% deel uit van de totale strategie van de organisatie in Denemarken en IJsland maar in 62% niet in Zweden Idem wat betreft het opstellen van specifieke innovatiedoelen en het vinden van de innovatiespecifieke resources Er zijn wel regelmatige evaluaties van de gevolgde strategie of specifieke innovatiedoelen, maar de spreiding ervan is variabel en vaak gedeeltelijk: in slechts 25% van de gevallen gebeuren die evaluaties volledig (e) Innovatie en sponsoring/steun: Het politieke niveau ondersteunt overal de innovatie met in 60% van de gevallen ten volle Het management geeft grote prioriteit aan het vinden van nieuwe manieren van werken Er is ruimschoots ruimte voor “Trial en error” in de testfase Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 10 Het topmanagement speelt een actieve rol en neemt de leiding inzake de implementatie (f) Structurele organisatie van de innovatie: In 70% van de gevallen zijn er specifieke diensten, al is de intensiteit van die ondersteuning variabel Innovatie wordt projectmatig gestuurd Personeelsleden kunnen zich hiervoor vrijmaken, al is dit in de meerderheid der gevallen (55%) partieel Het personeel wordt in 90% van de gevallen beloond voor het aanbrengen van nieuwe ideeën en het ontwikkelen ervan, waarvan toch in 44% dit zeer belangrijk is. In Zweden daarentegen zijn er in meerderheid (57%) geen incentives Het innovatieproces wordt globaal (80%; Zweden: 62%) gezien geëvalueerd al is de intensiteit variabel: slechts in 25% gebeurt dit regelmatig en grondig De gebruikers worden globaal gezien (90%) betrokken in de implementatie (g) Samenstelling van innovatieteams De teams zijn heterogeen samengesteld, en in 60% van de gevallen is het een doelbewuste, gewogen samenstelling Het personeel komt altijd over de brug met vernieuwende ideeën Er wordt arbeidstijd gereserveerd om te leren over nieuwe technologieën en andere kennisdomeinen (h) Struikelblokken Politieke factoren : o Rigide wet- en regelgeving zijn zelden ernstige struikelblokken (18%) o Het gebrek in meerdere of mindere mate aan politieke betrokkenheid, of zelfs politieke tegenstand is prominenter: slechts in 24% is er geen inmenging of obstructie o De onzekere politieke en budgettaire situatie spelen een belangrijke rol, tot een zeer grote rol (29%) Bureaucratie/ interne factoren: o Het risico te falen is een belangrijke rem (76%) o De rigiditeit van de hiërarchie speelt minder een rol, in 35% helemaal geen rol o Het gebrek aan transversale samenwerking speelt wel een belangrijke rol (80%) o Over het algemeen is er wel overeenstemming inzake de innovatiedoelstellingen (77%) o Maar wordt er toch wel onvoldoende tijd uitgetrokken voor innovatie (72%) o En is er onvoldoende kennis op IT-vlak (83%) o Te weinig incentives voor het personeel (77%) of voor de hele organisatie (61%) om te innoveren o Ontbreekt het aan “champions of innovation”(70%) als voorbeeldfuncties o En zijn er te weinig tools om de verwachte opbrengsten te kunnen meten (72%) Externe factoren: Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 11 o o o o 5.3. Het blijft moeilijk om de activiteiten met de andere stakeholders te kunnen coördineren (83%) En problemen met privé-aannemers zijn er in 73% van de gevallen Wat in 55% te maken heeft met de onmogelijkheid voor de leverancier om innovatieve oplossingen aan te bieden De weerstand van de gebruikers tegen veranderingen heeft slechts in 11% van de gevallen geen impact NESTA19 maakt gebruik van een innovatie-index. Het geeft een beeld van hoe innovatie plaats vindt binnen de openbare sector om op die manier beleidsmakers inzicht te verschaffen in het niveau van innovatie en de bestaande drivers. Deze index zou dan een praktische “enabler” moeten zijn voor overheidsmanagers om acties te ondernemen20. Bovendien moet deze index benchmarking toelaten. De index kan samengevat worden in de volgende matrix: Innovatieactiviteiten Impact op prestaties Innovatiecapaciteit Voorwaarden voor verdere innovatie Deze index is te vergelijken met een benchmarking zoals voor de FED-20 die er toe leidt iedere organisatie te situeren op ieder kwadrant en de positie ervan t.o.v. de minimum, de maximum en de mediaan. Hierbij krijgen de hoofdcategorieën een waarde 1 of 0 mee (bestaat of bestaat niet) en de subcategorieën een schaal van 1 tot 100. Deze appreciatie kan uitgedrukt worden in meetbare indicatoren of een appreciatie/perceptie en dus evengoed in een schaal van Likert ( 1 → 5) Indicator Impact op prestaties Innovatieactiviteiten Categorie (0/1) Verbetering op vlak van organisationele kernprestaties Verbetering op vlak van evaluatie van de dienstverlening Verbetering op het vlak van efficiëntie Verbetering op het vlak van de context Toegang tot nieuwe ideeën Selecteren en nieuwe ideeën ontwikkelen Implementeren van ideeën Bekend maken wat werkt Innovatie van de publieke dienstverlening van Subcategorie (Likert) Verbetering in kernoutput prestatieindicatoren Impact op deze outcomes Verbetering op vlak van kernindicatoren op vlak van efficiëntie en productiviteit Context voor prestatieverbetering Volume & type Nieuwigheid Bronnen (overal, intern, extern) Globaal Selectie Middelentoebedeling Opstarten van een multidisciplinair team Aansturen / testen Globaal Meten van voordelen Opleiding Verspreiden en delen Pagina 12 Innnovatiecapaciteit Leiderschap en cultuur Managen van innovatie Organisationele innovatie-enablers voorwaarden verdere innovatie voor Incentives Autonomie Leiderschap en cultuur Enablers Innovatie van de publieke dienstverlening Globaal Visie en geest van leidend ambtenaren Prioritisering van innovatie Houding t.a.v. risicoaanvaarding en leerproces hieruit Aandacht voor de meningen van het personeel en gebruikers Ruimte voor en mogelijkheid to creatief denken Ambtstermijn voor leiderschap Het aligneren van innovatiedoelstellingen met prioriteiten op het vlak van prestaties Investeringsintensiteit Beleid op vlak van innovatie Professionele betrokkenheid Risicobeheer Beheersinformatie Verbondenheid (geheel) Incentives en beloningen ICT-infrastructuur Toegang tot ondersteuning en competenties Globaal Vraag Competitie Prestatiedoelen Openbaarheid op vlak van prestaties Rekenschap t.a.v. consumenten Regulering Flexibiliteit om de lokale strategie vorm te geven Verantwoordelijkheid voor innovatie Flexibiliteit van de begroting Vrijheid om regels en richtlijnen te gebruiken Wetgevende basis Visie en geest van innovatie Aandacht voor de meningen van het personeel en gebruikers Houding t.a.v. samenwerking Focus op korte/middellange of lange termijndoelen Toegang tot transparante en vergelijkbare gegevens inzake prestaties Toegang tot informatie inzake beste praktijken Toegang tot gedeelde structuren en instrumenten Aangepaste IT-systemen Toegang tot fondsen voor innovatie en ondersteuning Pagina 13 6. En de gebruiker hierin? 6.1. De burger als stakeholder Binnen het Scandinavisch model is de kwestie van de behoeften van de gebruiker een essentieel element in het meten van de innovatie in de overheidssector. Immers, het zijn hun behoeften die bepalend zijn voor de nuttigheid, de bruikbaarheid van de resultaten van het project. Het is zij die uiteindelijk de kwaliteit beoordelen van de interactie tussen bestuur en burger. Het begrip “gebruiker” is een complex geheel van het in kaart brengen van zowel de mogelijkheden om ad hoc betrokken te worden als het juist interpreteren van de resultaten21. Overheidsorganisaties, meer nog dan privéorganisaties, dienen rekening te houden met verschillende stakeholders en met behoeften en vragen die potentieel met elkaar in conflict kunnen zijn. De manier waarop zij hierop inspelen en dit in balans brengen zal zijn gevolgen hebben voor hun activiteiten, outcomes en de mate van vertrouwen die het publiek in hen stelt22. 6.2. De burger als co-producer Het betrekken van de burger als co-producer is een recent proces. Uitgangspunt hierbij is dat de gebruiker het best geplaatst is om zijn eigen omgeving te kennen en de noden ervan te onderkennen. Derhalve is het ook maar “normaal” dat zij hun eisen te hebben m.b.t. de oriëntatie van het beleid of de activiteit. Dit in rekening brengen door het beleid is tenslotte tevens een erkenning van hun rol en hun impact. Hier zit tevens een potentiële vertekening. Hun mening is geen immers geen objectief gegeven: de groep gebruikers is heterogeen en verenigt in zich verschillende behoeften waarbij soms/vaak het persoonlijk belang de overhand haalt of dreigt te halen. Deze bias moet in rekening worden gebracht bij het uitwerken van het beleid. 6.3. Hoe de burger erbij betrekken? Er zijn 4 vragen die vooraf moeten gesteld, begrepen en beantwoord worden23: 1. 2. 3. 4. Wat is het doel die vooropgesteld wordt? In welke fase gebeurt dit? Hoe intens is die betrokkenheid? Op welke manier verloopt die betrokkenheid? Het belang inzicht te hebben welke belangen gebruikers nastreven is hierbij cruciaal. Gebruikers zijn en blijven in de 1e plaats privépersonen, dus individuen (al dan niet verenigd in tijdelijke verzamelingen van gelijkgestemden), die met een vraag zitten en een praktisch doel vooropstellen (het oplossen van hun problemen), die zo weinig risico voor zichzelf met zich meebrengt. Toch heeft de praktijk uitgewezen dat het nut van het inschakelen van gebruikers zich op veel vlakken manifesteert. Het is een dynamisch proces en een “en/en”-proces. Uit dezelfde studie worden er een aantal opgegeven, gaande van globaal tot sporadisch & ad hoc24: Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 14 Door iedereen aangegeven Door sommigen aangebracht Andere modi Benchmarking doeleinden Monitoring (met inbegrip van goede praktijken) Beleidsopmaak (beleidsdebatten, besluitvorming, strategiebepaling) Verbeteren van de implementatie (met inbegrip van goede praktijken) Verbeteren van algemeen begrip en aanvaarden van het gevoerde/globaal beleid Evaluatie Incentives/ management Documentatie, aanbrengen van motieven (bewustzijn verhogen) Middelenallocatie Productiviteitsanalyse Vernieuwing van het systeem van dienstverlening en/of voorzieningen Hun inbreng kan hierbij zowel aan de inputzijde zijn (worden de middelen goed besteed? Is er voldoende voorbereiding?), op de processen als dusdanig25 en op de output-/impactzijde. 7. Tot slot: keuzes maken Innovatie is dus mogelijk op elk terrein van de administratieve activiteit. Maar welk terrein is het meest gebaat? De voor de hand liggende keuze is gekoppeld aan het kerntakendebat en aan het postulaat verwoord onder punt 2: innovatie dient de finaliteit van de openbare dienst en het welzijn en de levenskwaliteit van de burgers. Volgend schema26 maakt duidelijk wat de oorzaak en het gevolg zijn van de keuzes die gemaakt worden: innovatie is cruciaal in en voor de missiekritische producten en diensten die voor de klant het verschil maken. Innoveren Missiekritische producten & diensten Niet-kritische producten & diensten Experimenteren Innovatie van de publieke dienstverlening Differentiatie voor de klant Geen differentiatie voor de klant Innoveren & risico’s nemen / nieuwe context creëren en met nieuwe producten en diensten uitpakken Investeren in betrouwbaarheid en standaardisatie : streven naar maximale efficiëntie Investeren in morgen (nieuwe dingen uitproberen, leren uit mislukkingen) Zo goedkoop mogelijk werken met zo min mogelijk medewerkers en zelfs afstoten Rationaliseren Kerntakendebat voeren Pagina 15 X 8. Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 16 1 http://www.eupan.eu/files/repository/20101215170405_Final_Report_Evaluation_of_Public_Administrations2010.pdf 2 Het EUPAN-document spitst zich inderdaad toe op het federale component. Het zou goed zijn alle initiatieven (dus ook van Gewesten & Gemeenschappen) te inventariseren. 3 MEPIN, Feasability Study of Public Sector Organizations, p.4; hieruit blijkt bv. Dat gezondheidswerkers gevoeliger zijn voor innovatie 4 Jǿrgensen L.L., Mapping user needs. For Nordic Project on Measuring Public Sector Innovation, March 2011, (28pp.)p. 22 5 Bugge,M.M.,Hauknes, J., Bloch, C., Slipersæter, S., The Public Sector in Innovation Systems – Module 1 Conceptual Framework, (26pp.), p.24 6 NESTA - National Endowment for Science Technology and the Arts - zegt van zichzelf dat “ (NESTA) promotes innovation in the UK. We are the UK's foremost independent expert on how innovation can solve some of the country's major economic and social challenges”: http://www.nesta.org.uk 7 Hughes A., Moore K., Kataria N., Innovation in Public Sector Organizations. A pilot survey for measuring innovation across the public sector, March 2011, p.4 (http://www.nesta.org.uk/publications/assets/features/innovation_in_public_sector_organisations ) 8 Albury & Mulgan, 2003 in Hugo Thenint, Mini Study 10 Innovation in the public sector , februari 2010, http://www.eupan.eu/files/repository/20110722125106_Publicsectorinnovation.pdf; zie ook OECD Observatory of Public Sector Innovation, draft elements of an analytical framework for data collection of country innovative practices, Background document – Session 2 and 3, 20/2012, p.6 9 Zie de interessante vergelijking in Bugge,M.M.,Hauknes, J., Bloch, C., Slipersæter, S., o.c., p.15-16 met referentie naar Miles & Røste (2005) 10 Ibidem, p.23 11 http://www.springuitdeband.be/innovatiecriteria 12 Een klein voorbeeld: het project “Re-Lex” uit Mission Possible sluit nauw aan bij (b), het project “Klare Kijk” dan weer bij (g),… 13 Cfr. SOLVAY 14 MEPIN, Feasability Study of Public Sector Organizations. Deze methodologie wordt extensief uitgelegd in het werk van Carter Bloch: Bloch,C., Towards a conceptual framework for measuring public sector innovation. Moduel 1 – Conceptual Framework, March 2010, 47pp. 15 Brugge,M.M., Mortensen, P.S, Bloch,C., Measuring Public Innovation in Nordic Countries. Report on the Nordic Pilot Studies – Analyses of methodology and results, February 2011, (82pp.) geven een detailoverzicht met praktische voorbeelden wat in de verstaan kan worden onder die verschillende noemers (p.6 – 8). Hieruit blijkt dat organisatorische innovatie en innovatie op het vlak van communicatie het frequentst is. 16 http://ec.europa.eu/enterprise/policies/innovation/files/ius-2011_en.pdf 17 Er zijn heel wat documenten te vinden op de website. Bv. http://www.mepin.eu/index.php?option=com_content&view=article&id=29:reports-on-feasibility-study-andsurvey-methodology-now-available&catid=1:news met o.m. de feasability study http://www.mepin.eu/documents/public/News/Feasibility%20study%20synthesis%20report.pdf en http://nordicinnovation.org/Global/_Publications/Reports/2011/201102_MEPIN_report_web.pdf 18 http://www.mepin.eu/documents/public/News/MEPIN_Final_Report.pdf 19 NESTA - National Endowment for Science Technology and the Arts 20 Hughes A., Moore K., Kataria N, o.c., p.4 21 Jǿrgensen L.L., Mapping user needs. For Nordic Project on Measuring Public Sector Innovation, March 2011, p.4 22 Jǿrgensen L.L., o.c., p.6 23 Ibidem, p.10, met referentie naar Magnusson, 2003, p.114 Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 17 24 Ibidem, p.15 25 Ibidem, p.18. Er wordt specifiek verwezen naar de manier waarop organisaties hun werk organiseren, hoe organisaties aankijken tegen vernieuwing, hoe ze innovatie op sporen zetten, incentives geven, hoe ze omgaan met regelgeving en bureaucratie, welke strategie ze volgen, welke doelstellingen ze voorop stellen,… 26 Uit “Herdenken van de publieke dienstverlening via co-production (crowdsourcing)” E. Wambacq & D. Dewulf Innovatie van de publieke dienstverlening Pagina 18