Multipel myeloom Landelijke richtlijn, Versie: 3.0 Laatst gewijzigd: 01-03-2017 Methodiek: Consensus based Verantwoording: Landelijke Werkgroep Diëtisten Oncologie (LWDO) Inhoudsopgave Algemeen.......................................................................................................................................................1 De nog niet behandelde patiënt...................................................................................................................2 Voedingstoestand...............................................................................................................................2 Hypercalciëmie...................................................................................................................................2 Nierfunctiestoornissen........................................................................................................................3 Combinatietherapie.......................................................................................................................................4 Voedingstoestand en -behoefte.........................................................................................................4 Klachten.............................................................................................................................................4 Radiotherapie................................................................................................................................................5 Stamceltransplantatie...................................................................................................................................6 Referenties.....................................................................................................................................................7 Disclaimer......................................................................................................................................................8 i Algemeen De richtlijn Multipel Myeloom van de Landelijke Werkgroep Diëtisten Oncologie (LWDO) en het Landelijk Overleg Diëtisten Hematologie en Stamceltransplantatie (LODHS) omvat de tumorspecifieke voedingsbehandeling. Voor de algemene oncologische voedingsproblematiek en voedingsadviezen gaat u naar de richtlijn Algemene voedings- en dieetbehandeling en de richtlijn Ondervoeding bij patiënten met kanker. Zie voor medische informatie de richtlijn Multipel Myeloom. 07/18/17 Multipel myeloom (3.0) 1 De nog niet behandelde patiënt Deze module is onderverdeeld in submodules. Om de inhoud te bekijken klikt u in de linkerkolom op de submoduletitels. Voedingstoestand De voedingstoestand kan bij een patiënt met multipel myeloom goed, matig of slecht zijn. Door symptomen als botpijn, vermoeidheid, anorexie, misselijkheid en infecties kan de voedingstoestand verslechterd zijn. Maatregelen • Beoordeel de voedingstoestand. • Beoordeel of er voedingsgerelateerde symptomen zijn die risico op ondervoeding en/of een ongunstige lichaamssamenstelling geven. • Beoordeel of de patiënt behoefte heeft aan voedingszorg. • Informeer naar de nierfunctie. • Neem een voedingsanamnese af. • Bepaal de behoefte aan energie, eiwit en vocht. • Bepaal het doel van de voedingsbehandeling ten aanzien van gewicht, energie en eiwit en spiermassa. • Informeer de patiënt over de relatie voedingstoestand-ziekte-behandeling. • Stimuleer de patiënt tot lichaamsbeweging, bij voorkeur onder leiding van een (oncologisch) fysiotherapeut. In complexe situaties is het raadzaam om advies te vragen van een oncologisch fysiotherapeut, revalidatiearts of sportarts. • Bewaak de voedingstoestand en de inname van voeding en vocht. • Controleer of de geadviseerde voeding kan worden gebruikt en stel desgewenst het advies bij. • Evalueer of het doel van de voedingsbehandeling wordt bereikt. Voedingsadviezen • Bij een redelijke levensverwachting: ♦ Eiwitverrijkt NB: bij een verminderde nierfunctie zowel bij ouderen als bij mensen met (risico op) ondervoeding houdt men geen 0,8 gram maar minstens 1,0 gram per kilogram lichaamsgewicht. ♦ Energie: ruststofwisseling met toeslag. ♦ Overige voedingsstoffen volgens de algemene aanbevelingen. ♦ Bij nierfunctiestoornissen aandacht voor natrium en kalium. ♦ Zie indien relevant Gewichtsverlies. • Bij een zeer korte levensverwachting: comfortvoeding. Hypercalciëmie Woekerende plasmacellen produceren stoffen die het botweefsel afbreken, waardoor een verhoogde hoeveelheid calcium in het bloed aanwezig is: hypercalciëmie. Dit heeft een verhoogde calciumuitscheiding in de nieren tot gevolg, waardoor nierfunctiestoornissen kunnen ontstaan. Om deze stoornissen zo veel mogelijk te voorkomen, is goede diurese heel belangrijk. Het beperken van calciumrijke voedingsmiddelen zoals melk en kaas heeft geen invloed op hypercalciëmie die als gevolg van deze ziekte ontstaat. Bij veel patiënten die met bifosfanaten worden behandeld werd in onderzoeken een suboptimale hoeveelheid vitamine D in het bloed gezien. In een onderzoek worden patiënten met verschillende vormen van kanker beschreven waarbij de behandeling met bifosfonaten heeft geleid tot een te lage hoeveelheid calcium in het bloed. Om deze complicatie te voorkomen, wordt geadviseerd de hoeveelheid vitamine D in het bloed te controleren en indien nodig vitamine D-supplementen voor te schrijven. 07/18/17 Multipel myeloom (3.0) 2 Richtlijn: Multipel myeloom (3.0) Nierfunctiestoornissen De woekerende plasmacellen produceren paraproteïne, een antistof die nierfunctiestoornissen veroorzaakt als de paraproteïne neerslaat in het filter van de nieren. Om nierfunctiestoornissen zo veel mogelijk te voorkomen, is een goede diurese heel belangrijk. Bij hypercalciëmie kan eveneens de nierfunctie worden verstoord. Indien sprake is van een chronisch ernstig verminderde nierfunctie, kan hemodialyse noodzakelijk zijn. Bij de aanbeveling voor de eiwitinname moet rekening gehouden worden met huidige nierfunctie en de hoeveelheid eiwit die het lichaam nodig heeft om in een goede voedingstoestand te blijven. Maatregelen • Neem een voedingsanamnese af van de energie-, eiwit-, natrium-, kalium- en vochtinname. • Controleer de bloedwaarden (ureum, natrium, kalium, fosfaat, creatinine). • Bepaal de behoefte aan energie, eiwit, vocht, natrium, kalium en zo nodig voedingsstoffen. • Bewaak de nierfunctie aan de hand van de creatinineklaring. • Informeer naar de diurese. • Pas fosfaatbinders eventueel aan de verdeling van fosfaat in de voeding aan. Voedingsadviezen • Voldoende energie (vanwege de afbraak van lichaamseiwit). • Bij een creatinineklaring van < 30 ml/min: een eiwitbeperkt dieet afhankelijk van de mate van nierinsufficiëntie. Bij ondervoeding 1,0-1,2 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht aanhouden, en bij de niet-ondervoede patiënt 0,8 g eiwit/kg. • Eventueel combineren met een natrium-, kalium- en/of vochtbeperking. 07/18/17 Multipel myeloom (3.0) 3 Combinatietherapie De combinatietherapie, waarbij chemotherapie wordt gecombineerd met immunotherapie, die aan oudere patiënten wordt gegeven bij klachten, is meestal mild met betrekkelijk weinig bijwerkingen. Een agressiever beleid dat aan jongere patiënten wordt gegeven, geeft meer bijwerkingen. Voedingstoestand en -behoefte De patiënt verkeert in een goede, matige of slechte voedingstoestand. Als onderdeel van de combinatietherapie worden vaak corticosteroïden gegeven, waardoor de slechte eetlust door de cytostatica enigszins wordt gecompenseerd. Vocht retentie kan daardoor worden verhoogd en er kan diabetes mellitus ontstaan, die vaak verdwijnt als met de corticosteroïden wordt gestopt. De vochtbehoefte is verhoogd omdat de afvalproducten van het celverval en de cytostatica uit het lichaam moeten worden gespoeld en de nieren beschermd moeten worden. Maatregelen • Beoordeel de voedingstoestand. • Beoordeel of er voedingsgerelateerde symptomen zijn die risico op ondervoeding en/of ongunstige lichaamssamenstelling geven. • Beoordeel of de patiënt behoefte heeft aan voedingszorg. • Neem een voedingsanamnese af. • Bepaal de behoefte aan energie, eiwit en vocht. • Bepaal het doel van de voedingsbehandeling, ten aanzien van energie en eiwit, gewicht en spiermassa. • Geef informatie over de bijwerkingen van de behandeling. • Stimuleer de patiënt tot lichaamsbeweging, bij voorkeur onder leiding van een (oncologisch) fysiotherapeut. • Informeer naar de kleur en frequentie van de urine. • Bewaak de voedingstoestand en de inname van voedsel en vocht. • Controleer of de geadviseerde voeding kan worden gebruikt en stel desgewenst het advies • bij. • Evalueer of het doel van de voedingsbehandeling wordt bereikt. Voedingsadviezen • Eiwitverrijkt. Geen hoge hoeveelheid eiwit bij dreigende nierfunctiestoornissen. Bij ondervoeding kan 1,0-1,2 gram eiwit per kilogram lichaamsgewicht en bij de niet ondervoede patiënt 0,8 g eiwit/kg worden aangehouden. • Energie: ruststofwisseling met toeslag. • Overige voedingsstoffen volgens de algemene aanbevelingen. • Minimaal 2 liter drinkvocht per dag. • Zie indien relevant Gewichtsverlies. Klachten Misselijkheid en braken Misselijkheid, al dan niet met braken, wordt veroorzaakt door hypercalciëmie en sommige cytostatica. Zie Misselijkheid en braken. Voedingsaversies, smaak- en reukveranderingen Chemotherapie en ook de invloed van de ziekte zelf hebben een negatieve invloed op de smaak en reuk. De smaak kan verminderd zijn en/of er kan juist een verhoogde gevoeligheid optreden voor allerlei smaken en geuren. Zie Smaak- en reukverandering. 07/18/17 Multipel myeloom (3.0) 4 Radiotherapie De radiotherapie bestaat over het algemeen uit een korte bestralingsserie op slechts kleine delen van het lichaam (bijvoorbeeld één wervel). Hierbij treden vrijwel geen klachten op met betrekking tot de voeding. 07/18/17 Multipel myeloom (3.0) 5 Stamceltransplantatie Zie voor toelichting en de voedingsaandachtspunten, maatregelen en adviezen stamceltransplantatie bij de voedingsrichtlijn Acute leukemie. 07/18/17 Multipel myeloom (3.0) 6 Referenties 1 - Iversen PO Iversen PO, Wisløf F, Gulbrandsen N. Reduced nutritional status among multiple myeloma patients during treatment with high-dose chemotherapy and autologous stem cell support. Clin Nutr 2010;29:488-91. 2 - Palumbo A Palumbo A, Rajkumar SV, San Miguel JF, et al. International Myeloma Working Group consensus statement for the management, treatment, and supportive care of patients with myeloma not eligible for standard autologous stem-cell transplantation. J Clin Oncol 2014;32:587-600. 3 - Schlösser I Schlösser I, Kalter D, Somer M, et al. Kanker van bloed, beenmerg en lymfeklieren. Uit: Vogel J ea (red). Handboek Voeding bij kanker. 2016 De Tijdstroom, Utrecht. 4 - Sonneveld P Sonneveld P, Holt B van der, Segeren CM, et al. Intermediatedose melfalan compared with myeloablative treatment in multiple myeloma: Long-term follow-up of the Dutch Cooperative Group Hovon 24 trial. Haematologica 2007;92:928-35. 5 - Vogel J Vogel J, Beijer S, Delsink P, et al. Handboek Voeding bij kanker. tweede druk, 2016. De Tijdstroom, Utrecht. 07/18/17 Multipel myeloom (3.0) 7 Disclaimer Disclaimer: De informatie op de website www.oncoline.nl en op afgeleide producten van deze website is met de grootst mogelijke zorgvuldigheid samengesteld. Het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL) sluit iedere aansprakelijkheid voor de opmaak en de inhoud van de richtlijnen alsmede voor de gevolgen die de toepassing van de richtlijnen in de patiëntenzorg mocht hebben uit. Het IKNL stelt zich daarentegen wel open voor attendering op (vermeende) fouten in de opmaak of inhoud van de richtlijnen. Men neme daartoe contact op met de IKNL middels e-mail: [email protected] Juridische betekenis van richtlijnen Richtlijnen bevatten aanbevelingen van algemene aard. Het is mogelijk dat deze aanbevelingen in een individueel geval niet van toepassing zijn. Er kunnen zich feiten of omstandigheden voordoen waardoor het wenselijk is dat in het belang van de patiënt van de richtlijn wordt afgeweken. Wanneer van een richtlijn wordt afgeweken, dient dit beargumenteerd gedocumenteerd te worden. De toepasbaarheid en de toepassing van de richtlijnen in de praktijk is de verantwoordelijkheid van de behandelende arts. Houderschap richtlijn De houder van de richtlijn moet kunnen aantonen dat de richtlijn zorgvuldig en met de vereiste deskundigheid tot stand is gekomen. Onder houder wordt verstaan de verenigingen van beroepsbeoefenaren die de richtlijn autoriseren. Het IKNL draagt zorg voor het beheer en de ontsluiting van de richtlijn. Intellectuele eigendomsrechten De intellectuele eigendomsrechten met betrekking tot de site www.oncoline.nl en afgeleide producten van deze website berusten bij het IKNL en houder van de richtlijn. Het is de gebruiker van deze site niet toegestaan de inhoud van richtlijnen (gedeeltelijk) te verveelvoudigen en/of openbaar te maken, zonder de uitdrukkelijke schriftelijke toestemming van het IKNL en houder van de richtlijn. U kunt een verzoek voor toestemming richten aan het IKNL, Postbus 19079, 3501 DB Utrecht. Het IKNL behandelt dit verzoek samen met de relevante houder van de richtlijn. Het is toegestaan een deeplink op te nemen op een andere website naar de website www.oncoline.nl of naar richtlijnen op deze website. Tevens mag de informatie op deze internetsite wel worden afgedrukt en/of gedownload voor persoonlijk gebruik. Externe links De website www.oncoline.nl en afgeleide producten van deze website bevatten links naar websites die door andere partijen dan het IKNL worden aangeboden. Deze links zijn uitsluitend ter informatie. Het IKNL heeft geen zeggenschap over deze websites en is niet verantwoordelijk of aansprakelijk voor de daarop aangeboden informatie, producten of diensten. Bescherming persoonsgegevens Door gebruikers verstrekte persoonsgegevens ten behoeve van de mailservice of de inlogmogelijkheid van http://www.oncoline.nl/ zullen door het IKNL vertrouwelijk worden behandeld. Gegevens zullen niet worden verstrekt aan derden. 07/18/17 Multipel myeloom (3.0) 8