Drs. C.H Hindaal Inleiding De hematoloog kan een patiënt met multipel myeloom of de ziekte van Waldenström naar een oogarts sturen met de nadrukkelijke vraagstelling om de patiënt te onderzoeken op mogelijke specifieke afwijkingen. Meestal zijn er geen klachten, maar toch kunnen bij oogheelkundig onderzoek afwijkingen gezien worden, voornamelijk aan de bloedvaten, die door tijdig een behandeling te starten oogafwijkingen kunnen voorkomen. Deze behandeling ligt dan wel op het terrein van de hematoloog. In meer zeldzame situaties kan het voorkomen dat een patiënt op eigen initiatief met een klacht bij de oogarts komt, waarbij pas na verwijzing en verder onderzoek blijkt dat de oogafwijking wordt veroorzaakt door multipel myeloom of de ziekte van Waldenström, terwijl dit de patiënt nog niet bekend was. 32 Oogheelkundige aandoeningen 32 Oogheelkundige aandoeningen Het oog Bij onderzoek van het oog met behulp van de spleetlamp en van de oogspiegel zal de oogarts de volgende veranderingen kunnen waarnemen: Op het oogwit, het witte gedeelte van de oogbol, zijn fijne bloedvaten zichtbaar waarin zich normaal gesproken een egaal rode bloedkolom bevindt. Indien het bloed door de woekering van de bloedcellen te stroperig is geworden, dan is dit door de oogarts waar te nemen als een onderbroken bloedkolom in de bloedvaatjes. Dit geeft geen klachten. In het hoornvlies en op het oogwit kunnen fijne kristallen zichtbaar zijn. Dit zijn klonteringen van de afweereiwitten. Indien er veel van deze kristallen in het hoornvlies voorkomen, dan kan dit een sensatie van wazig zien geven. Bij hematologische behandeling van de ziekte kunnen deze kristallen weer verdwijnen. De oogarts heeft geen behandelingsmogelijkheid om deze kristallen te verwijderen, behalve dan in zeer uitzonderlijke situaties het hoornvlies te transplanteren. Op en vlak achter de iris kunnen zich minuscule blaasjes vormen, gevuld met bloedeiwitten. Deze geven meestal geen klachten en geen complicaties. Bij onderzoek van het netvlies (achter in het oog) kunnen bloedinkjes te zien zijn. De verhoogde stroperigheid van het bloed hindert de doorstroming in de bloedvaten. Door de hematologische behandeling van de ziekte kunnen de bloedinkjes op het netvlies verdwijnen. Indien de verhoogde stroperigheid al langer bestaat kunnen er veranderingen van de bloedvaten op het netvlies ontstaan. De bloedvaten zetten uit en kunnen gaan kronkelen. Soms treedt een totale verstopping op in de afvoerende vaten (trombose in het oog). Indien door deze trombose complicaties optreden die het zicht bedreigen, dan kan de oogarts dit gedeelte van het netvlies met laser behandelen eventueel in combinatie met medicijnen via injecties in het oog, die de vaatgroei remmen. 93 32 Oogheelkundige aandoeningen 94 De oogkas en de traanklieren Het oog wordt omgeven en beschermd door de oogkas. Bij multipel myeloom kan het bot van de oogkas worden aangetast. Er ontstaat een pijnlijke verdikking van het bot, waardoor er een verschuiving van het oog in de oogkas kan optreden, zodanig dat de patiënt klaagt over dubbelzien. Het is dan mogelijk om het aangedane botdeel van de oogkas operatief te verwijderen. De traanklier die zich schuin boven het oog in de oogkas bevindt, kan zowel bij multipel myeloom als bij de ziekte van Waldenström worden aangetast waarbij een pijnlijke zwelling van de traanklier optreedt. Om de diagnose vast te stellen is een biopsie van het weefsel nodig. Als behandeling van de bottumor zijn bestraling en chemotherapie een mogelijkheid.