NIEUWSBRIEF KADER PLATFORM SOR Jaargang 2, nummer 2, juni 2009 Redactie: Secretariaat Platform SOR Strevelsweg 700-305, 3083 AS Rotterdam Email: [email protected] In dit nummer: Nederland zit in een financiële crisis. En dus moet er bezuinigd worden in de Rijkssector. In deze nieuwsbrief gaan we in op de aanleiding van de bezuinigingen en de rol van de medezeggenschap. Ook rapporteren we over onze zorg omtrent de effecten van de taakstelling Rijksoverheid op de regionale werkgelegenheid. Verder aandacht voor de laatste ontwikkelingen op pensioengebied. Rest ons jullie allen in deze zomerse temperaturen alvast een heel fijne en vooral ontspannende zomervakantie toe te wensen. Bezuinigingen CAO te duur Taakstelling 2 3 4/5 Pensioen Tijdelijke gedragslijn doorwerken na 65 jaar Gedeeltelijk arbeidsongeschikt na ontslag ARP Visietraject HRM Themamiddag vakbondswerk Vakantie tijdens ziekte 6/7 Vaste rubriek En… wist u dat ook? 7 8 9 9 9 10 11/12 1 Bezuinigingen In 2010 blijven de bestaande CAO afspraken in stand. De eindejaarsuitkering wordt dan verhoogd met 2,9%, zodat in november 2010 een volledige 13e maand wordt uitbetaald. Minister Ter Horst wil echter deze kosten van de CAO en de gestegen pensioenpremies niet vergoeden. Dit betekent dat de kosten voor de afgesproken loonontwikkeling en gestegen pensioenpremies gehaald moet worden uit de departementale begroting. Loongebouw Rijk CAO-afspraak 2007-2010 om een herzien loongebouw te ontwikkelen met een positief inkomenseffect van ten minste 2%. Er is echter tegelijkertijd wel gesteld dat invoering indien mogelijk in de loop van 2010-2011 zou geschieden op voorwaarde dat hiervoor de benodigde financiering gevonden zou kunnen worden. Factoren die daarbij ook een rol zouden spelen zijn de ontwikkelingen op de arbeidsmarkt en de ontwikkeling van de lonen in de marktsector. Gezien de huidige financiële crisis lijkt het uitgesloten dat BZK hiervoor extra financiering vindt. In 2011 en 2012 wil het kabinet binnen de overheidssector in totaal 1,8 miljard euro bezuinigen. Het is niet duidelijk hoe de verdeling over de departementen plaatsvindt. Overigens loopt in 2011 ook de huidige CAO af. Wat betreft de kabinetsplannen voor 2011 en 2012: dit zal effect hebben op de ruimte die bij de werkgever beschikbaar zal worden gesteld voor de nieuwe CAO Rijk 2011. 2 Kabinet vindt CAO Rijk acheraf te duur In de Voorjaarsnota 2009 wordt ingegaan op de verschillende wijzen waarop de bekostiging van een aantal overheid- en onderwijs-CAO’s wordt geregeld. Deze CAO’s, onder ander bij het Rijk, zijn achteraf te duur, aldus het kabinet. De bekostiging is gekoppeld aan de loonontwikkeling in de markt. Deze is gedaald ten opzichte van de ramingen. Echter, de CAO’s zullen niet worden opengebroken. Dekking voor de CAO-problematiek wordt op verschillende manieren gevonden. Invulling tekortreductie Het kabinet heeft afgesproken dat indien de economie zich in voldoende mate zal herstellen, ze een begin zal maken met het herstel van gezonde overheidsfinanciën en het terugdringen van het tekort. Het terugdringen van het tekort wordt onder andere bereikt door een taakstellende bezuiniging in 2011 van 1,8 miljard euro. Deze taakstelling wordt in deze voorjaarsnota ingevuld (zie onderstaand overzicht). Indien de groei tussen de -0,5 procent en +0,5 procent is, dan wordt de 1,8 miljard euro ter stimulering teruggesluisd in de economie. Indien de economie in 2011 een krimp vertoont van -0,5 procent of meer dan zal het kabinet het stimuleringspakket van 3 miljard euro van 2009 en 2010 doortrekken naar 2011. Overzicht maatregelen tekortreductie (in mld) Maatregel 2011 Organisatie openbaar bestuur Aanvullende bestuurlijke afspraken overheden 15 april 2009 0,65 Herijking financiële verhouding tussen Rijk en provincies 0,30 Organisatie Rijksdienst Arbeidsproductiviteitkorting (excl. krijgsmacht, onderwijs, politie en zorg) 0,07 Versobering bedrijfsvoering 0,07 Overig Doelmatiger en rationeler waterbeheer 0,10 Herprioritering diverse begrotingen 0,51 Korting prijsbijstelling tranche 2011 (excl. Ju, BZK, OCW en IF) 0,10 Totaal 1,80 Voor de sector Rijk geldt een extra arbeidsproductiviteitskorting voor de jaren 2012 en 2013. Verder wordt volgens de Voorjaarsnota nog een inhoudelijk voorstel uitgewerkt hoe de bedrijfsvoering bij het Rijk kan worden versoberd. Kortom: wordt vervolgd. 3 Personeelsomvang rijksoverheid in 2008 gekrompen De personeelsomvang van de rijksoverheid is in 2008 gekrompen met 2.137 FTE, zo staat in de derde Voortgangsrapportage Vernieuwing Rijksdienst. De krimp in 2008 is gerealiseerd zonder al te grote personele problemen. Waar sprake is geweest van het vervallen van functies, ging het veelal om niet bezette functies dan wel functies van medewerkers waarvoor relatief gemakkelijk een andere plaats kon worden gevonden. De verwachting is dat vanaf 2009 meer problemen zullen ontstaan om de taakstellingen te bereiken. Voor een deel hangt dit samen met de economische crisis, waardoor de natuurlijke uitstroom richting bedrijfsleven vermindert. Verder speelt de algemene stimulans tot verlenging van de werkperiode een rol. Door het belonen van langer doorwerken zullen minder rijksambtenaren geneigd zijn vroegtijdig met werken te stoppen. Tot slot is een probleem dat het kabinet in de resterende kabinetsperiode zich een steeds zwaardere taakstelling heeft opgelegd. In totaal moeten in de periode 2008-2011 ca. 12.800 FTE worden geschrapt. In de eerste 2 jaren telkens 1/8 van de taakstelling, in het 3e jaar ¼ en het 4e jaar ½ van de taakstelling. Zorg AC over de knelpunten regionale werkgelegenheid BZK concludeert uit een gemaakte analyse van de regionale spreiding van de taakstelling dat er geen aanleiding is de afslankingsplannen te wijzigen en een andere spreiding te bewerkstelligen. De bonden hebben opgemerkt dat de rapportage van BZK niet de effecten van de voorliggende en voorgenomen reorganisaties inzichtelijk maakt. Ook geeft het geen inzicht in de effecten in de regio op functie- en schaalniveau. Tevens is uit de analyse niet op te maken of er in een regio mogelijk onoplosbare problemen ontstaan om mensen van werk naar werk te begeleiden. Bonden en BZK hebben over de inschatting van de knelpunten geen overeenstemming kunnen bereiken. Het AC is bezorgd over de afwachtende houding van BZK. De zorg over de toekomst is groot mede gelet op de economische crisis. Tot nu toe is rijksbreed beperkt overgegaan tot een fase 3 reorganisatie en zijn de gevolgen redelijk oplosbaar. De moeilijke afslankingsoperaties moeten nog komen in 2010 en 2011. Daarbij komt dat de te verwachte uitstroom gezien de economische crisis en de slechtere pensioenvooruitzichten minder groot zal zijn dan aanvankelijk gepland. De 4-bonden hebben hierover dan ook een brief naar de Tweede Kamer gestuurd (zie volgende pagina). 4 Aan: De vaste kamercommissie Binnenlandse Zaken van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Zoetermeer, 11 juni 2009 Betreft : Effecten taakstelling Rijksoverheid op regionale werkgelegenheid Geachte leden van de vaste kamercommissie BZK, De Minister van Binnenlandse Zaken heeft de Tweede Kamer in haar brief van 24 april jl. geïnformeerd hoe de vermindering van de arbeidsplaatsen als gevolg van de taakstelling sector Rijk en ZBO’s is verdeeld over de provincies. De Minister concludeert in haar brief dat de effecten van de taakstelling zowel in absolute als in relatieve zin het zwaarst neerslaan in de provincie Zuid-Holland en in mindere mate in relatieve zin in de provincie Groningen. Zij is van mening dat er geen sprake is van ‘een oneigenlijke afwenteling van de taakstelling op organisaties ver van de Randstad’. En dat er evenmin sprake is van een onevenredige vermindering van arbeidsplaatsen van Rijksambtenaren in provincies met een ruime arbeidsmarkt. In de rapportage van de Minister is echter een aantal relevante factoren niet meegenomen: * Eén derde deel van de taakstelling bij de ZBO’s kon niet worden meegenomen vanwege ontbrekende gegevens. Het gaat hier om 2.095 fte ofwel 16% van de totale taakstelling. * Bovendien zijn de effecten van verschillende omvangrijke reorganisaties niet meegenomen zoals bij de Belastingdienst en Douane en de gevolgen van het Masterplan capaciteit Gevangeniswezen De effecten van deze reorganisaties zijn dat er een groot aantal arbeidsplaatsen verdwijnt bij uitvoerende organisaties waarvan de kantoren zich vooral in de gebieden buiten de Randstad bevinden. Dit betekent dat er een kleiner absorptievermogen is om herplaatsingskandidaten te plaatsen in deze gebieden. Voor ons als Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel (de vier vakbonden in de Sector Rijk) is het niet zozeer de vraag of de taakstelling onevenredig neerslaat op de provincies. Wij hebben gevraagd aan het Ministerie van Binnenlandse Zaken om in kaart te brengen of de stapeling van de verschillende departementale plannen ter uitwerking van de taakstelling gaat leiden tot onoplosbare problemen in de regio. Onoplosbare problemen in die zin dat er geen gevolg kan worden gegeven aan de afspraak die wij hebben gemaakt in de CAO Rijk 2007-2010 dat “alles in het werk wordt gesteld om mensen van werk naar werk te begeleiden zodat niet tot (onvrijwillig) ontslag hoeft te worden overgegaan”. Als bijlage ontvangt u een eigen kwantitatieve analyse van de SCO. In deze analyse zijn zowel de departementale plannen ten gevolge van de taakstelling, als de overbezetting bij de Belastingdienst en de overbezetting ten gevolge van het sluiten van acht Penitentiaire Inrichtingen conform het Masterplan Gevangeniswezen meegenomen. Hieruit blijkt dat er in enkele regio’s onvermijdelijk onoplosbare problemen gaan ontstaan. Met name Groningen, Noord-Brabant en Limburg zijn kwetsbare provincies. Maar ook op de provincie Zuid-Holland drukt de taakstelling en andere reorganisaties zeer zwaar. De Minister stelt in haar brief dat zij geen mogelijkheden ziet om bij het invullen van de taakstelling tussentijds de regels te wijzigen, nu er geen regionale randvoorwaarden zijn gesteld aan de wijze waarop de invulling plaatsvindt. De Minister gaat hier echter voorbij aan de afspraak die zij heeft gemaakt met de bonden dat zij alles in het werk zal stellen om mensen van werk naar werk te begeleiden zodat niet tot (onvrijwillig) ontslag hoeft te worden overgegaan. Hiervoor hoeft zij niet de spelregels te wijzigen, maar wel de regie te nemen als werkgever in de Sector Rijk om ervoor zorg te dragen dat er geen onoplosbare problemen ontstaan. De SCO verzoekt de Vaste Kamercommissie BZK dan ook dringend om de Minster van Binnenlandse Zaken opdracht te geven om meer centrale regie te gaan voeren over de verschillende departementale plannen ter uitwerking van de taakstelling Rijksoverheid 2007-2011 en de plannen zo op elkaar af te stemmen dat er geen onoplosbare problemen ontstaan die leiden tot gedwongen ontslagen van rijksambtenaren. Dit betekent bovendien dat de reorganisaties die nu gepland zijn in deze combinatie van plannen geen doorgang kunnen vinden. Hoogachtend, De Samenwerkende Centrales van Overheidspersoneel (SCO) Interesse in de kwantitatieve gegevens? Mail dan naar [email protected] 5 Herstelplan pensioenfonds ABP In juli 2010 bekijken minister Donner en De Nederlandsche Bank of het uitstel tot korten van de pensioenen gezien de economische omstandigheden nog verantwoord is. Daarover overleggen de minister en DNB met de Stichting van de Arbeid en de pensioenfondsen. In dat overleg zullen betrokken worden de feitelijke dekkingsgraden per 30 juni 2010, de ontwikkelingen in de economie en op de financiële markten en de adviezen van de Commissie parameters pensioenfondsen en de verkenning naar de houdbaarheid van het pensioenstelsel. Dekkingsgraad ABPB Bij ABP is de dekkingsgraad in de maand mei tot 97% gestegen. In februari lag dit nog op 83%. Het herstel van de dekkingsgraad is te danken aan de sterke stijging van de aandelenkoersen in april en mei en door de stijgende trend in de rentestand op langlopende leningen. Doordat de rente stijgt, daalt de actuele waarde van de pensioenverlichtingen: de pensioentoezeggingen vallen lager uit omdat de bedragen bij een hogere rente sneller aangroeien tot het toegezegde bedrag. Standpunt AC over maatregelen herstelplan Het kabinet heeft druk uitgeoefend op bonden en ABP om niet over te gaan op een (vooralsnog tijdelijke) verzwaring van de herstelpremie. Verhoging van de pensioenpremie betekent voor BZK een forse kostenstijging van Euro 500 miljoen (2/3 deel van de pensioenpremie wordt door de werkgever betaald en 1/3 deel door de werknemer – zie ook de vorige Nieuwsbrief). Mocht hiertoe toch worden overgegaan dan zou dit volgens BZK betekenen dat compensatie zal moeten geschieden door vermindering van arbeidsplaatsen. BZK stelde daarom een versobering van de pensioenregeling voor. ABP en ook de bonden hebben hierop afwijzend gereageerd. Het AC vindt dat geen structurele maatregelen dienen te worden genomen bij een tijdelijke situatie (de lopende kredietcrisis). Overigens vindt het AC dat bij het treffen van maatregelen door alle betrokkenen een bijdrage moet worden geleverd: dus zowel gepensioneerden, werkgevers als oudere en jongere medewerkers Interview NRC met Minister Donner d.d. 25/5/9 Het pensioensysteem is kwetsbaar gebleken. Namen fondsen te veel risico’s op de beurs? “Pensioenfondsen zijn de afgelopen jaren steeds risicovoller gaan beleggen. Dat was ook aantrekkelijker. Hadden ze dat niet gedaan dan waren de premies 40% hoger geweest. Of de pensioenuitkeringen waren 8% lager geweest. Er zijn weliswaar enkele pensioenfondsen die nog steeds een gezonde dekkingsgraad hebben. Maar het gros van de 600 fondsen is in de knel geraakt en onder de minimumgrens van 105% gezakt, wat betekent dat voor elke euro die wordt uitgegeven 1,05 euro of minder in kas zit. Daarom kun je niet zeggen dat het beleid van een paar bestuurders fout is geweest. De schuldvraag is niet belangrijk. Het gaat er om of de richtlijnen voor beleggen goed zijn of dat ze aangescherpt moeten worden”. Commissie onderzoekt beleid bij pensioenen Minister Donner belooft de Tweede Kamer een breed onderzoek naar het beleid en het bestuur van de pensioensector, die zich voor de 2e keer in 10 jaar door een crisis worstelt. In aanvulling op reeds lopend onderzoek van toezichthouder De Nederlandsche Bank, stelt Donner een onafhankelijke commissie in die het beleggingsbeleid van de sector nagaat. Donner wil weten waarom sommige pensioenfondsen nauwelijks last hebben van de crisis, terwijl andere de premies verhogen en de uitkeringen niet kunnen laten meegroeien met de inflatie. Voor eind dit jaar wil Donner aanbevelingen. Donner wil een adviescommissie installeren die ingaat op de risico- en rendementseisen aan pensioenfondsen in relatie tot het functioneren van het hele pensioenstelsel. Gekeken wordt naar de relatie van die eisen en de huidige crisis, maar ook naar de relatie tot de toenemende vergrijzing. De minister gaat daarnaast de bestuurlijke kant van de sector nog eens onder de loep nemen. Donner schrijft stroomlijning na te streven, omdat bij eerder onderzoek al vraagtekens zijn gezet bij de effectiviteit van het intern toezicht. Hij suggereert verder zo nodig met wetgeving te komen voor uitbesteed werk. Donner gaat onderzoeken of er wettelijke eisen gesteld moeten worden aan de uitvoeringsorganisatie of aan het contract tussen pensioenfonds en uitvoerder. 6 Kabinetsverkenning invulling hogere AOW-leeftijd Minister Donner heeft op 5 juni jl. een AOW-notitie aan de Tweede Kamer gezonden over de mogelijke invullingen van de verhoging van de pensioenleeftijd Naast verhoging van de AOW (1e pijler)-leeftijd zet het kabinet ook in op een verhoging van de pensioenleeftijd in de 2e pijler van 65 naar 67 jaar. Uitgangspunt van het kabinet is daarbij dat op de nieuwe pensioenleeftijd een gelijk pensioen behaald kan worden als thans op 65-jarige leeftijd. Voorts acht het kabinet denkbaar dat de pensioenopbouw wordt versoberd zonder de premie te verlagen. Dit zou de dekkingsgraad van de pensioenfondsen op termijn verbeteren. Indien voorts besloten zou worden om de al opgebouwde pensioenrechten van actieve deelnemers aan te passen aan de nieuwe pensioenleeftijd in de AOW, dan zou de dekkingsgraad van pensioenfondsen zelfs met gemiddeld ca. 5% kunnen verbeteren, aldus de minister. Deze verhoging van de AOW-leeftijd kan op verschillende manieren. Bijv. via een geleidelijke invoering waarbij de pensioenleeftijd in stappen omhoog gaat of via een onmiddellijke invoering met een overgangstermijn voor ouderen boven een bepaalde leeftijd. De voorkeur van de minister gaat daarbij uit naar de laatste mogelijkheid. De pensioengerechtigde leeftijd gaat dan met onmiddellijke ingang naar 67 jaar, maar als gevolg van de overgangsregeling hoeven ouderen die op het moment van invoering 64 jaar zijn slechts een maand langer te werken, die van 63 slechts 2 maanden, en zo verder terug tot 41 jaar. Tot slot de positie van mensen in zware beroepen: de minister acht een regeling denkbaar voor oudere werknemers in zware beroepen. Deze groep heeft zich namelijk nog niet kunnen voorbereiden op een verhoging van de AOW-leeftijd. De verantwoordelijkheid voor jongere werknemers in zware beroepen rust daarentegen volgens de minister bij werkgevers en werknemers in een bedrijf en sociale partners in een bedrijfstak. NB: De Sociaal-Economische Raad heeft tot 1 oktober 2009 de gelegenheid om een alternatief voor de verhoging van de pensioenleeftijd aan te reiken. Tijdelijke gedragslijn “doorwerken na 65 jaar” wordt verlengd? In de CAO Rijk 2002-2003 is de afspraak gemaakt om de ontslaggrond ‘bereiken van 65 jaar’ te laten vervallen. Die afspraak kon toen niet worden geëffectueerd vanwege het bestaan van een Koninklijk Besluit waarin een leeftijdsgrens was bepaald voor het vervullen van openbare functies. Dat besluit is inmiddels ingetrokken. Echter in afwachting van een uitgewerkt arbeidsrechtelijk regime voor 65-plussers in de sector Rijk, is ervoor gekozen deze ontslaggrond vooralsnog te handhaven en tegelijkertijd een tijdelijke gedragslijn af te spreken. Deze tijdelijke gedragslijn is op 23/2/2008 in werking getreden en tot uiterlijk 1/1/2010 kan van deze gedragslijn gebruik gemaakt worden. Uitgangspunt is dat de ambtenaar een verzoek moet indienen om te kunnen doorwerken. Dit verzoek zal worden gehonoreerd tenzij zwaarwegende dienstbelangen zich hiertegen verzetten. Daarnaast geldt als voorwaarde dat de medewerker gelijktijdig bij het verzoek om door te werken, zijn ontslag aanvraagt met als uiterste ingangsdatum 1/1/2010. BZK stelt nu voor deze tijdelijke gedragslijn nog niet om te zetten in een structurele regeling maar eerst af te wachten hetgeen bij SZW en de STAR wordt geregeld. De tijdelijke gedragslijn zou in de tussentijd kunnen worden verlengd. Standpunt AC: Er zijn momenteel zeer weinig medewerkers die interesse hebben in doorwerken na 65 jaar aangezien thans medewerkers nog gebruik kunnen maken van de overgangsregeling vroegpensioen. Wel verwacht het AC dat het doorwerken na 65 jaar een interessante optie zal zijn voor medewerkers die straks niet voldoende pensioen hebben opgebouwd. Echter, van belang is dan eerst te bezien hoe medewerkers op gezonde wijze en met plezier kunnen blijven doorwerken. 7 Gedeeltelijk arbeidsongeschikten na ontslag In de uitspraak van het AAC (Advies en Arbitrage Commissie) is gesteld dat BZK bij wijziging wetgeving niet eenzijdig bovenwettelijke regelingen kan veranderen. Hiervoor is overeenstemming met de bonden vereist. Voor de bonden is deze uitspraak van groot belang aangezien deze uitspraak niet alleen gevolgen heeft voor de nu voorliggende WIA (Wet Inkomen naar Arbeidsvermogen)-problematiek maar ook in breder verband van toepassing is. Wat betreft WIA dienen bonden en BZK overleg te voeren over de inkomensgevolgen van de WIA voor medewerkers die gedeeltelijk arbeidsgeschikt zijn en wegens de medische ongeschiktheid voor hun functie ontslagen worden (let wel: voor sector rijk geldt dat medewerkers met een gedeeltelijke arbeidsongeschiktheid moeten worden herplaatst tenzij er sprake is van zwaarwegend dienstbelang). In de Bovenwettelijke (BW) WW is bepaald dat een medewerker alleen recht heeft op aanvullende en aansluitende uitkering bij werkloosheid indien de medewerker gebruik maakt van de WW-regeling. Aangezien de WIA in de plaats komt van de WW-uitkering (de hoogte en de duur zijn hetzelfde) maakt iemand die gedeeltelijk arbeidsgeschikt is geen gebruik van de WW-regeling. De bonden stellen 2 oplossingsrichtingen voor: 1. aansluiten bij bestaande BW WW-regeling 2. instellen van een commissie bestaande uit werkgevers- en werknemersvertegenwoordigers die elke gedeeltelijk arbeidsongeschikte medewerker beoordeelt die ontslagen dreigt te worden wegens de medische ongeschiktheid voor de functie. Deze commissie heeft de bevoegdheid om de medewerker alsnog te herplaatsen of een inkomensvoorziening te treffen. BZK heeft laten weten graag een nader voorstel te willen ontvangen van de bonden inzake optie 2. 8 Stand van zaken ARP (Arbeidsvoorwaarden Regeling Rijkspersoneel) Het voornemen is om alle bovendepartementale regelingen (zoals ARAR, BBRA, reisbesluiten, etc.) in 1 regeling te vatten. Gekeken zal worden of departementale regelingen met geringe inhoudelijke verschillen (zoals bijvoorbeeld BHV) hierin ook opgenomen kunnen worden. De overige regelingen worden niet opgenomen in 1 regeling: hier blijft de departementale ruimte bestaan. Verder is door werkgever BZK en bonden besloten om pas op het moment dat organisatieonderdelen daadwerkelijk moeten worden samengevoegd, op die onderdelen te gaan harmoniseren. Hiermee wordt voorkomen dat de regelgeving gecentraliseerd wordt terwijl de organisatie nog decentraal opereert. Door BZK is het OPA-model voorgelegd: Organisatie, Personeel, Arbeidsvoorwaarden. Dit houdt in dat eerst met de bonden en departementen een gezamenlijke HRM-visie op de gehele rijksdienst ontwikkeld wordt: hoe willen we omgaan met de rijksoverheid op lange termijn. Vervolgens wordt afhankelijk van deze visie de organisatie aangepast en ten slotte kunnen de arbeidsvoorwaarden hierop worden afgestemd. Stand van zaken visietraject HRM sector Rijk Uit de inspiratiecolleges komt onder meer het volgende toekomstbeeld naar voren: - Niet de structuur maar de medewerker staat centraal. - Jongeren bewegen zich niet in het huidige piramide- (hiërarchische) organisatiemodel. Zij bewegen zich in netwerken dwars door formele structuren heen. Het bemachtigen van kennis is niet afhankelijk van structuren; medewerkers worden hierin gefaciliteerd door netwerken en ITmogelijkheden. Bij een grote instroom van jongeren, zal het oude organisatiemodel knellen. - Toename IT-mogelijkheden - Belang van vakmanschap neemt in belangrijke mate toe. Een andere toekomstverkenning wordt vormgegeven in het project “Ambtenaar van de Toekomst”: een toekomstverkenning naar de rijksambtenaar anno 2020. De uitkomsten van het visietraject HRM zal bij BZK leiden tot voorstellen voor de komende CAO-onderhandelingen: een soort “intentieverklaring” van BZK om zodoende bij departementen een impuls-effect te bewerkstelligen. Themamiddag “vakbondswerk” Op 24 april 2009 is door het Platform SOR de themamiddag “vakbondswerk” georganiseerd. Aan de ca. 20 deelnemers zijn onder meer de volgende vragen voorgelegd. Ben je er als vakbond alleen om problemen op te lossen of zijn de activiteiten breder? Teneinde activiteiten te bewerkstelligen, zie je de vakbond als partner van de OR/werkgever of als opponent? Zijn de leden een gelijkwaardige partner van de vakbond die samen zoeken naar oplossingen of fungeert de vakbond als ‘beschermer’ van leden? Hoe kijken jongeren en ongeorganiseerden tegen de bonden aan? Interesse in het verslag? Mail naar: [email protected] 9 Vakantie tijdens ziekte? Het Europees Hof oordeelt dat een zieke werknemer recht heeft op ten minste 4 weken (4x de overeengekomen arbeidsduur per week) vakantie per jaar. Het geniet de voorkeur een zieke medewerker gedurende het lopende jaar vakantieverlof te verlenen, als de zieke persoon ten minste in staat is vakantie te genieten. Lukt dat niet (vanwege zijn ziekte) dan moeten de vakantiedagen in het jaar daarna opgenomen kunnen worden. Volgens de huidige wetgeving bouwen werknemers na een half jaar ziekte geen nieuwe vakantiedagen meer op. De vraag is nu hoe het min. SZW het Burgerlijk Wetboek gaat aanpassen en op welke termijn vervolgens het ARAR aanpassing behoeft. BZK stelt nu een tijdelijke gedragslijn voor waarbij de huidige vakantieregeling nog niet wordt gewijzigd. Daarnaast kan op aanvraag van een zieke worden beoordeeld of die zieke (die niet in staat is geweest ten minste 4 weken vakantie in het lopende jaar te genieten) alsnog op enig moment vervangende vakantie kan genieten. Advies AC: Bevindt een lid zich in een dergelijke situatie, laat hem dan contact opnemen met de juristen om de mogelijkheden van bezwaar verder te bekijken 10 Wist u ook dat … ? ... dat medewerkers max. Euro 1000 subsidie kunnen krijgen voor een cursus of opleiding die hun inzetbaarheid verbreedt en hun arbeidsmarktpositie versterkt? Dat dit kan met de scholingsregeling “Blik Vooruit” van het A&O Fonds Rijk? Dat dit mogelijk is voor medewerkers die 3 jaar of langer in dezelfde functie bij hetzelfde rijksonderdeel werken? Met deze subsidie van maximaal €1.000 kan de medewerker namelijk zelf een cursus of opleiding uitkiezen voor een vervolgstap in zijn carrière. Dit verloopt via de regeling Blik Vooruit. Deze regeling is gelanceerd door het A&O Fonds Rijk en is bedoeld voor medewerkers die een vervolgstap willen zetten in hun loopbaan. Dat kan buiten de eigen organisatie zijn of binnen de organisatie maar dan in een heel andere richting dan waar de medewerker nu werkt. De regeling geldt tot en met 31 juli 2010. Meer info? Kijk op www.blikvooruit.aofondsrijk.nl … dat het CAOP (Centrum Arbeidsverhoudingen OverheidsPersoneel) een GBIO-erkenning heeft per 1 juli? Dat het GBIO het scholingsfonds voor de medezeggenschap is? Dat een instituut door het GBIO wordt erkend na toetsing van de bedrijfsvoering, de kwaliteit van de cursussen en de deskundigheid van de trainer? Dat voor CAOP-klanten die aangesloten zijn bij het GBIO dit betekent dat zij vanaf 1 juli 2009 een subsidie kunnen ontvangen voor coaching, begeleiding en opleidingen bij het CAOP. Meer info over trainingen medezeggenschap bij het CAOP: www.caop.nl … dat er een digitale productencatalogus “Medezeggenschap sector Rijk” is? Dat je in deze catalogus verschillende producten en instrumenten kan vinden, die je kunt gebruiken om mensen de meerwaarde te laten zien van medezeggenschap voor de organisatie en de medezeggenschapper zelf? Dat deze digitale productencatalogus voortdurend wordt aangevuld met nieuwe producten? Dat deze digitale productencatalogus 1 van de acties is die is voortgekomen uit de Pilot Medezeggenschap, een project van het A+O fonds Rijk? Meer info? Kijk op: www.aofondsrijk.nl/html/01/medezeggenschap/pro ducten.shtml … dat het FPU-experiment op 1 oktober 2009 eindigt? Dat besloten is dit experiment van de anticumulatiebeperking nu te verlengen tot 1 januari 2011? Iedereen die met FPU is, kan bijverdienen tot het niveau van max. 90% (of 100%). Hoeveel je mag bijverdienen, heet 'bijverdienmarge'. Als je bijverdiensten naast je FPU-uitkering meer zijn dan die bijverdienmarge, wordt je FPU-uitkering verminderd. Van het gedeelte waarmee je uitkering wordt verminderd, wordt 2/3 omgerekend en toegevoegd aan je ouderdoms- en nabestaandenpensioen vanaf je 65ste. … dat met BZK is afgesproken dat daar waar sprake is van een schrijnende situatie, het bevoegd gezag te allen tijde bovenwettelijk iets kan regelen voor dat individuele geval? Dat dus in het 2e ziektejaar bij terminaal zieken het bevoegd gezag gebruik kan maken van zijn discretionaire bevoegdheid zodat geen korting op het salaris hoeft plaats te vinden? ... dat overigens in alle gevallen geldt dat indien regelgeving bij toepassing leidt tot heel schrijnende uitkomsten, dat het bevoegd gezag kan afwijken van de regelgeving? In de praktijk geldt nu dat de regeling centraal wordt gesteld en niet de mens. Mede in het kader van individuele belangenbehartiging is deze afwijkingsmogelijkheid een belangrijk instrument in de behandeling van individuele zaken. 11 … dat er een scholingsbonus bestaat voor met ontslag bedreigde werknemers? Dat werknemers die een elders met ontslag bedreigde werknemer aannemen hiervoor een scholingsbonus kunnen krijgen van maximaal Euro 2500 op voorwaarde dat het bedrijf of de instelling er zelf minimaal hetzelfde bedrag bijlegt? Dat dit ook geldt voor overheidswerkgevers? … dat je geen recht hebt op opbouw van verlof bij het genieten van buitengewoon verlof dat is gebaseerd op ARAR 33e? Artikel 33e ARAR gaat om buitengewoon verlof van korte duur, al dan niet met behoud van bezoldiging, dat door het bevoegd gezag wordt verleend in de gevallen waar volgens het bevoegd gezag daarvoor aanleiding bestaat. In artikel 22 ARAR vind je de regeling omtrent vakantie. Uit lid 9 van dat artikel blijkt dat je geen vakantie opbouwt over de kalendermaanden dat je geen dienst verricht. In lid 10 vind je uitzonderingen op deze regel. Verlof verleend op grond van art. 33e ARAR staat hier echter niet bij. … dat uit het Sociaal Jaarverslag sector Rijk 2008 blijkt dat opnieuw ouderschapsverlof minder populair is geworden en dat de belangstelling voor de levensloopregeling juist fors is gegroeid? Dat dit laatste waarschijnlijk komt omdat een deel van de medewerkers slechts met een beperkt bedrag deelneemt. Zij voldoen daarmee aan de fiscale voorwaarde voor de heffingskorting bij ouderschapsverlof. Deze voorwaarde is overigens per 1 januari 2009 vervallen. Mogelijk dat daarom in 2009 de deelname aan levensloop weer afneemt. … dat deelname van het ouderschapsverlof is afgenomen van 6,6% in 2007 naar 5,6% in 2008? Dat er nu ca. 7000 medewerkers hiervan gebruikmaken. Een reden voor de daling is de vergrijzing van het personeelsbestand. … dat het gebruik van IKAP is toegenomen? Ook in 2008 is het aantal medewerkers dat gebruik maakt van het Individuele Keuzemogelijkheden Arbeidsvoorwaardenpakket weer toegenomen. In 2008 maakten ruim 30.000 medewerkers gebruik van deze mogelijkheid (in 2007 ca. 26.000). De top 3 doelen zijn: 1. bijdrage vakbondscontributie; 2. financiering fiets voor woon-werkverkeer 3. bedrijfsfitness. … dat om rijksmedewerkers en –managers bewust te maken van het belang van duurzame inzetbaarheid eind 2008 een rijksbreed kader voor het vitaliteitbeleid is vastgesteld? Dat de focus ligt op 3 aspecten: 1. BRAVO (bewegen, roken, alcohol, voeding en ontspanning; 2. de combinatie van werk en privé en 3. intrinsieke motivatie. Het kader moet ertoe leiden dat deze aspecten worden geïntegreerd in het personeelsbeleid van departementen. … dat het aantal bezwaren dat medewerkers kunnen maken tegen rechtspositionele besluiten in 2008 aanmerkelijk is afgenomen? Een kleine 2% van de rijksmedewerkers diende de afgelopen jaren een bezwaar in. Voor de Belastingdienst was dit in 2007 nog 2,7% en voor 2008 1,2%. Er lijkt een verband te bestaan met de start van het loket conflictbemiddeling door het EC ArbeidsJuridisch. Sinds de oprichting is 38% van de bezwaren van medewerkers na interventie van het loket via mediation opgelost en ingetrokken. … dat het premiepercentage voor werkhervatting gedeeltelijk arbeidsongeschikten (WGA) op 0% is gesteld? Dat dit is ingegaan per 1 mei. Voorheen gold een premiepercentage van 0,05%. Dat deze verlaging is te danken zeer lage WGA-lasten binnen de sector Rijk 12 13