Planten - Scholieren.com

Biologie samenvatting hf 4
 Rijken :
Bacteriën
Schimmels
Planten
Dieren
bacteriën
Celw. Ja
Celk. nee
Blad. nee
- verdeeld door:
celkern
celwand
bladgroenkorrels
schimmels
ja
ja
nee
planten
Ja
ja
Ja
dieren
Nee
Ja
nee
Bacteriën






Eencellig
Planten voort door deling
Bewegen door zweepharen
Ruimen resten op in natuur
Zit in zuurkool en yoghurt
Kan bestreden worden door antibiotica
Schimmels
 Eencellig (gist) of meercellig
(penseelschimmel)
 Eencelligen planten voor door deling
 Meercellige planten voor door sporen
 Ruimen resten op in natuur
 Kan bestreden worden door antibiotica
 Goede schimmels en slechte
(zwemmerseczeem )
Planten





Verdeeld in 3 groepen:
wieren
sporenplanten
zaadplanten
opgelet op :
wieren
sporen
wortels
Nee
Ja
stengels
Nee
Ja
bladeren Nee
Ja
Bloemen Nee
nee
zaad
Ja
ja
Ja
Ja
Wieren




eencellig (boomalg) meercellig (blaaswier)
eencelligen planten zich voor door deling
blaaswier op het strand
kranswier in de zee
sporenplanten

planten voort door middel van sporen
mossen
 sporen ontstaan in sporendoosjes
 op de steeltjes
paardenstaarten
 opgebouwd uit buisjes
 sporen in sporenvormende orgaantjes
 uit einde van de stengels
varen
 sporen ontstaan sporenhoopjes
 aan onderzijde bladeren
zaadplanten

plant voort door middel van zaden
naaktzadigen (spar)
 zaden tussen de schubben van de schubben
van kegels

meestal bladeren in de vorm van een naald
bedektzadige (appelboom)
 zaden in vruchten
dieren









2 kenmerken belangrijk:
symmetrie :
geen symmetrie (pantoffeldiertje)
tweezijdig (bij)
veelzijdig (zeester)
skelet
geen skelet (kwal)
inwendig skelet (kat)
uitwendig skelet (slak) of pantser (kever)
eencellige dieren (amoebe)




niet symmetrisch
geen skelet
bestaan uit 1 cel
leven in water
sponzen (bad spons)



niet symmetrisch
skelet van hoornvezels
vast op bodem zee
holtedieren (kwal)




veelzijdig symmetrisch
geen skelet
leven in water
prooi met tentakels
wormen (lintworm)



tweezijdig symmetrisch
geen skelet
lichaam lang en dun
weekdieren (slak)


tweezijdig symmetrisch
schelp of huis als skelet
geleedpotigen (krab)


tweezijdig symmetrisch
skelet is pantser
stekelhuidigen (zeester)




veelzijdig symmetrisch
inwendig skelet kalk
huid van stekels en knobbels
leven op bodem zee
gewervelden (kat)



tweezijdig symmetrisch
inwendig skelet
geleedpotigen
 poten zijn geleed
Dier soort
Duizendpoten
(miljoen poot)
Kreeftachtige
(garnaal)
Spinachtige
(kruisspin)
Insecten
(vlieg)
poten
2 per segment
10 of meer
8
6
Gewervelden





vissen
amfibieën
reptielen
vogels
zoogdieren
huid
Lichaamstemp.
Ademhalingsorg.
voortplanting
vissen
Schubben + slijm
Koud
Kieuwen
Eieren zonder schaal
Huid
Lichaamstemp.
Ademhalingsorg.
Voortplanting.
Amfibieën
Slijm
Koud
Longen
Eieren zonder schaal
Huid
lichaamstemp
Ademhalingsorg.
voortplanting
Reptielen
Droge schubben
Koud
Longen
Eieren met leer schaal
Huid
Lichaamstemp.
Ademhalingsorg.
voortplanting
Huid
Lichaamstemp.
Ademhalingsorg.
voortplanting
Vogels
Veren
Warm
Longen
Eieren met
kalkschaal
Zoogdieren
Haren
warm
Longen
levendbarend