De crisis van Israël in de eindtijd begrijpen. Jer.30:7-8 Wee! Die vreselijke dag kent zijn gelijke niet! Het volk van Jacob komt in grote nood, maar het wordt gered. Ik breek op die dag het juk van je nek, je banden ruk Ik los, spreekt de HEER van de hemelse machten. Nooit meer wordt Jacobs volk de slaaf van vreemden, maar het dient Mij, de HEER, zijn God, en David, de koning die Ik over hen heb aangesteld. Jer.30:22-24 Jullie zullen Mijn volk zijn, en Ik zal jullie God zijn. De HEER zendt een woedende wind, een razende storm treft de verdorvenen. Zijn brandende toorn komt niet tot bedaren voor Hij Zijn plan geheel heeft uitgevoerd. Eens zullen jullie dat ten volle begrijpen. A: Gods plan voor het herstel van Israël. Zach.1:14 Dit zegt de HEER van de hemelse machten: Brandend van liefde neem Ik het op voor Jeruzalem en Zion. Onze Heer koestert grote ijver voor Zijn verbondsvolk uit het Oude Testament, want het volk Israël is Zijn uitverkoren volk (Ex.19:4-6), Gods oogappel (Zach.2:12b); het volk Israël staat bovenaan Gods agenda. Hij heeft dit volk lief omdat Hij de Joden heeft uitgekozen voor Zijn doeleinden, en Hij is volledig toegewijd om Jeruzalem te maken tot het centrum van Gods eeuwige gerechtigheid voor de hele aarde. De Heer zal dit bereiken door de beloften van Zijn verbond aan Israël als natie te vervullen; en Hij is aan dit doel toegewijd omwille van Zijn eigen glorie over de hele aarde. Ezech.36:22-23 Zeg daarom tegen het volk van Israël: Dit zegt God, de HEER: Ik zal ingrijpen, volk van Israël, niet omwille van jou, maar omwille van Mijn heilige naam, die je hebt ontwijd bij de volken waar je gekomen bent! Ik zal Mijn grote naam, die door jullie bij die volken is ontwijd, weer aanzien verschaffen. Die volken zullen beseffen dat Ik de HEER ben, spreekt God, de HEER. Ik zal ze laten zien dat Ik heilig ben. De sleutel waardoor alle volken op de aarde hun knieën zullen buigen voor Jezus, de Zoon van God (Jes.45:23, Fil.2:9-11), is de vervulling van al Gods beloften aan Israël. Want in Jes.45:17 wordt Israël door de Heer voor eeuwig gered, en vervolgens worden in Jes.45:22 de einden van de aarde door de Heer opgeroepen om tot Hem terug te keren. Alles wat God aan deze kant van het duizendjarige vrederijk doet, is gericht op het brengen van Zijn gerechtigheid op de aarde vanuit Jeruzalem; want vanuit deze stad zal de Heer Zijn troon en heerschappij op de aarde vestigen. En de Heer zwijgt daarover niet. Jes.62:1-3 Omwille van Sion zal Ik niet zwijgen, omwille van Jeruzalem ben Ik niet stil, totdat het licht van haar gerechtigheid daagt en de fakkel van haar redding brandt. Alle volken zullen je gerechtigheid zien, alle koningen je majesteit. Men zal je noemen bij een nieuwe naam die de HEER Zelf heeft bepaald. Je zult een schitterende kroon zijn in de hand van de HEER, een koninklijke tulband in de hand van je God. Gods “dilemma” echter is dat Israël een afvallig volk is, dat de Joodse Messias Jezus bij Zijn eerste komst heeft verworpen. De Bijbel is er bijzonder duidelijk over dat God Zijn beloften aan Israël niet kan en wil vervullen, totdat de Joden zich hebben bekeerd tot hun God en opnieuw in Zijn verbond zijn gekomen door Jezus Christus. Jezus Zelf verklaarde dat Hij niet naar Jeruzalem zou terugkeren totdat Hij als de Messias van Israël aanvaard zou worden door het leiderschap van die natie. Matt.23:37-39 Jeruzalem, Jeruzalem, dat de profeten doodt en stenigt wie naar haar toe zijn gestuurd! Hoe vaak heb Ik je kinderen niet bijeen willen brengen zoals een hen haar kuikens verzamelt onder haar vleugels, maar jullie hebben het niet gewild. Jullie stad wordt eenzaam aan haar lot overgelaten. Ik verzeker jullie: vanaf nu zullen jullie Mij niet meer zien, tot de tijd dat je zult zeggen: Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer! Daarnaast zet de vijand alles op alles om de vervulling van Gods beloften aan Israël tegen te houden, en daarmee ook zijn eigen eeuwige vernietiging. Wanneer de duivel de natie van Israël kan vernietigen, kan God Zijn onvoorwaardelijke verbondsbeloften aan Abraham niet vervullen, en kan daardoor de aarde niet vernieuwd worden. Maar de wil van God kan en zal niet gedwarsboomd worden, en onze Heer heeft een tweevoudig plan om Israël tot bekering 1 en herstel te brengen. Volgens Jes.62:1 zal de Heer niet zwijgen en Hij zal niet stil zijn; God zal ervoor zorgen dat Israël naar Zijn stem zal luisteren door het profetische getuigenis van de gemeente van de eindtijd. God zal ten behoeve van Israël optreden, zowel door Zijn oordelen als door Zijn genade, waardoor de Joden tot bekering zullen worden gebracht. Het doel van Gods activiteiten in de eindtijd ten behoeve van Israël is erop gericht om de volgende reacties te bewerken. 1) Het volk Israël zal zijn zonden belijden en erkennen dat zij niet in gehoorzaamheid geleefd hebben, waardoor zij de doelstellingen van God met Zijn natie niet hebben vervuld. 2) Het volk Israël zal tot de erkenning komen dat God de soevereine Bron is geweest van al hun lijden als gevolg van hun ongehoorzaamheid. 3) Het volk Israël zal uiteindelijk Jezus als de Joodse Messias herkennen, en zij zullen met groot berouw hun schuld tegenover Hem belijden (Zach.12:10). Lev.26:40-42 Wanneer zij echter hun zonden en die van hun voorouders openlijk uitspreken, namelijk dat ze Mij ontrouw zijn geweest en bovendien tegen Mij in zijn gegaan - want juist daarom zal Ik van Mijn kant tegen hen in gaan en hen verdrijven naar het land van hun vijanden - wanneer ze dus hun koppigheid laten varen en zich verootmoedigen en voor hun schuld boeten, dan zal Ik weer denken aan Mijn verbond met Jakob en aan Mijn verbond met Isaak en met Abraham, en dan zal Ik ook weer denken aan Mijn land. De Bijbel spreekt vele malen over de Grote Verdrukking van de eindtijd voor de hele aarde, maar met speciale nadruk op de onderdrukking van Israël. Volgens de profeten Jeremia en Daniël, en ook Jezus Zelf, zal deze tijd van onderdrukking elke andere periode van crisis voor Israël overtreffen. Maar in deze tijd van grote nood zal God het volk Israël voorbereiden op de terugkeer van Jezus, en alle glorie die daaruit voortvloeit. D.m.v. de onderdrukking van de eindtijd zal God het wereldwijde anti-semitisme, de razende woede van satan en Zijn eigen Goddelijke oordelen gebruiken om het volk Israël van al zijn mogelijkheden te beroven, zodat dit volk in pure wanhoop tot God terugkeert. Jer.30:5-7 Dit zegt de HEER: Ik hoor geschreeuw van ontzetting, kreten van angst en paniek. Zeg eens: kunnen mannen baren? Waarom zie ik dan dat elke man zijn handen op zijn buik houdt, zoals een vrouw die baart? Waarom is hun gezicht zo grauw? Wee! Die vreselijke dag kent zijn gelijke niet! Het volk van Jakob komt in grote nood, maar het wordt gered. B: Gods doel met het lijden van Israël. Deut.28:63-64 En zoals de HEER er eerst vreugde in vond om u te zegenen en in aantal te doen toenemen, zo zal Hij u dan met vreugde te gronde richten en uitroeien. U zult worden weggerukt uit het land dat u in bezit zult nemen, want de HEER zal u uiteenjagen en onder alle volken verstrooien, tot in de verste uithoeken van de aarde. Voordat wij het rechtvaardige handelen van God in Zijn oordelen kunnen begrijpen, moeten wij eerst het karakter van de Rechter van de hele aarde (Gen.18:25b) leren kennen. God is een God die enorm veel van genade houdt (Micha 7:18-20, Ps.103:1-5); God vindt geen enkel plezier in de dood van goddeloze mensen (Ezech.18:23, 33:11, 2Petr.3:9). Want het uiteindelijke doel van God met Zijn oordelen is dat Hij genadig wil zijn en de mensen van Zijn ware gerechtigheid wil overtuigen. Jes.26:9 Reikhalzend kijk ik naar U uit, zelfs ‘s nachts verlang ik naar U. Wanneer U een oordeel over de wereld velt, zullen de mensen op aarde gerechtigheid leren. Jes.10:20-23 Op die dag zullen de overlevenden van Israël niet langer vertrouwen stellen in hem door wie ze werden geslagen. Het deel van Jakobs volk dat ontkomen is, zal weer oprecht vertrouwen op de HEER, de Heilige van Israël. Een rest zal terugkeren naar de sterke God, de rest die van Jakob is overgebleven. Want, Israël, al was je volk zo talrijk als zandkorrels aan de zee, slechts een rest zal terugkeren. Je vernietiging staat vast en de gerechtigheid zal overvloedig zijn. Want God, de HEER van de hemelse machten, heeft tot vernietiging van het hele land besloten. Gods oordelen vormen een wezenlijk bestanddeel van Zijn strategie van genade om het volk Israël te redden en hen naar hun uiteindelijke bestemming te brengen; Gods enige alternatief is om dit volk volledig te vernietigen. Hij put vreugde uit Zijn oordelen, omdat Hij weet dat het 2 eindresultaat vernieuwing en eeuwig leven zal zijn (Rom.11:15), doordat Israël gered wordt en Gods glorie de hele aarde zal vervullen (Rom.11:26-27). Vanwege de hoge roeping van Israël om een koninkrijk van priesters te zijn (Ex.19:6), en om een voorbeeld voor alle andere volken op de aarde te zijn (Deut.4:6, 7:5, 10:14-15, 14:2, 15:6, 26:19, 28:10), waarschuwde God Zijn volk dat Hij hen ook zwaar zou straffen, wanneer zij Hem niet zouden gehoorzamen (Deut.28:15-68). God is van plan om alle ongerechtigheid en verharding van hart uit Israël te verwijderen d.m.v. een proces van Goddelijke discipline. De Heer heeft beloofd dat Hij niet zal rusten doordat Israël Zijn glorie uitstraalt over de hele wereld, en Hij zal de minst zware middelen gebruiken om het grootst mogelijke aantal Joden te bereiken met Zijn liefde op het diepste niveau van hun hart, zonder dat Hij daarbij hun vrije wil aantast. Het einddoel van Gods bestraffing van Zijn volk is redding en niet vernietiging; de bestraffing kan misschien zeer heftig zijn, maar zal niet eindigen in totale vernietiging en ook niet in de aantasting van de vrije wil. Jer.30:11 Ik sta je ter zijde en zal je bevrijden, spreekt de HEER. De landen waarnaar Ik je verdreven heb, vaag Ik allemaal weg. Je krijgt de straf die je verdient, maar vernietigen zal Ik je niet. Jer.46:28 Wees niet bang, Mijn dienaar Jakob, Ik sta je ter zijde, spreekt de HEER. Ik zal ze vernietigen, alle volken waarnaar Ik je heb verdreven. En jou zal Ik tuchtigen, Ik zal je straffen. Je krijgt de straf die je verdient, maar vernietigen zal Ik je niet. Gods bestraffing van Zijn volk Israël vanwege de 3500 jaar durende rebellie en koppigheid staat door de hele Bijbel heen beschreven, en deze bestraffing zal in de eindtijd zeer heftig zijn. Maar God is de perfecte Vader en Zijn discipline zal absoluut volmaakt zijn en Zijn grote doel met Israël tot stand brengen (Hebr.12:5-13). In de tijd van het meest verschrikkelijke lijden van Israël in de eindtijd moeten wij beseffen dat God niet afwezig is, maar dat Hij de gebeurtenissen volmaakt organiseert om tot de maximale vervulling van Zijn glorieuze plan te komen. Wanneer wij vragen stellen zoals “Waarom staat God dit lijden toe?” of “Waar was God tijdens de holocaust?”, is het juiste antwoord niet altijd duidelijk, maar wel kunnen we vertrouwen hebben dat Hij aanwezig is in het midden van Zijn volk. Ps.121:3-4 Hij zal je voet niet laten wankelen, Hij zal niet sluimeren, je wachter. Nee, Hij sluimert niet, Hij slaapt niet, de wachter van Israël. C: Israël tijdens de Grote Verdrukking. Dan.12:1 In die tijd zal Michaël opstaan, de grote vorst, die de kinderen van je volk ter zijde staat. Het zal een tijd van verdrukking zijn, zoals er niet geweest is sinds er volken bestaan. In die tijd zal je volk worden gered: allen die in het boek zijn opgetekend. Matt.24:21 Want het zal een tijd zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen. De Grote Verdrukking van 3,5 jaar in de eindtijd zal een periode van de grootste problemen voor Israël zijn uit de hele geschiedenis, want het centrum van deze Grote Verdrukking zal in het land Israël liggen (Psalm 102, Zach.12-13). Deze 3,5 jaar zal verschrikkelijker zijn dan de hevigste perioden van vervolging in de geschiedenis van dit volk. De verwoesting van de stad Jeruzalem door Nebucadnessar (586 v.Chr.), en de verwoesting van Jeruzalem door de Romeinse generaal Titus (70 na Chr.) en de holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog zullen verbleken bij de verschrikking van de eindtijd. Tijdens de Tweede Wereldoorlog stierf ongeveer eenderde deel van de Joodse bevolking op aarde, maar in de eindtijd zal ongeveer tweederde deel van de bevolking in het land Israël vermoord worden (Zach.13:8-9). Slechts een relatief klein deel van het Joodse volk zal de eindtijd overleven (Jes.1:7-9, 6:11-13, 10:21-23, 17:4-6). De belofte van een klein overblijfsel van dit volk benadrukt het feit dat God deze verschrikkelijke gebeurtenissen volledig controleert in Zijn soevereiniteit, maar deze onderdrukking zal zo hevig zijn dat het erop zal lijken dat werkelijk niemand van dit volk het zal overleven. Maar hoewel het grootste deel van dit volk zal omkomen, heeft God beloofd dat een overblijfsel de verwoesting zal overleven; Hij zal een volledige verwoesting van de Joodse natie niet toestaan. Maar het oordeel van God over Zijn volk zal doorgaan, totdat de natuurlijke overlevingskansen van dit volk volledig verdwenen zijn, en dit volk alleen nog maar op de God van Israël kan vertrouwen. 3 Deut.32:36+39 Want de HEER zal Zijn volk recht doen, Hij ontfermt zich weer over Zijn dienaren. Als Hij ziet dat alle krachten hun begeven en weldra iedereen bezwijkt, zal Hij zeggen ......... Zie het toch in: Ik ben de enige, naast Mij is er geen andere god. Ik laat sterven, Ik geef leven, Ik sla wonden en ik genees. Wanneer Ik Mijn macht laat gelden is er niemand die redding bieden kan. In Dan.12:1 kondigde een engel aan Daniël de Grote Verdrukking aan, nadat hij al eerder verschillende beschrijvingen van de verwoesting in de eindtijd had gegeven. Op gegeven moment werd aan deze engel de vraag gesteld hoelang het nog zou duren tot aan het einde van deze wonderbaarlijke gebeurtenissen (Dan.12:6). Het antwoord van de engel is niet altijd even goed vertaald, en daarom geef ik de letterlijke vertaling van het Hebreeuws, die nog het beste wordt weergegeven door de Statenvertaling; zie ook de NBG’51. Dan.12:7 Daarop hoorde ik de in linnen geklede man die zich boven het water van de rivier bevond spreken. Hij hief beide handen op naar de hemel en zwoer bij de eeuwig Levende: ‘Eén tijd, een dubbele en een halve tijd: wanneer het verbrijzelen van de macht van het heilige volk voltooid is, zullen al deze dingen voltooid zijn. De redding van dit volk is absoluut zeker, want God heeft beloofd dat de overlevende Joden allemaal gered zullen worden (Rom.11:26); het volk Israël zal door de grootste nood van zijn hele bestaan heen gaan (Jer.30:7), maar aan het eind zal iedere Jood die de naam van de Heer aanroept gered worden (Joël 3:5). De wereldwijde onderdrukking van het volk Israël in de eindtijd is een combinatie van Gods oordelen, de hevige woede van satan, en de volle omvang van menselijke goddeloosheid. Dit is een belangrijk onderscheid dat wij moeten maken, maar in de praktijk zal het straks niet altijd even duidelijk zijn. 1: Gods oordeel over Israël in de eindtijd. Jer.21:5 Ikzelf zal met krachtige, sterke hand tegen jullie strijden, vervuld van grote woede en toorn. Zach.14:1-2 Er komt een dag dat de HEER zal ingrijpen, Jeruzalem, dat de buit binnen je muren wordt verdeeld. Ik zal alle volken samenbrengen, zegt de HEER, om tegen Jeruzalem ten strijde te trekken. De stad zal worden ingenomen, de huizen zullen worden geplunderd en de vrouwen verkracht. De helft van de inwoners wordt in ballingschap weggevoerd, maar het deel dat overblijft zal niet worden uitgeroeid. 2: De hevige woede van satan tegen Israël. Openb.12:13-17 Toen de draak zag dat hij op de aarde gegooid was, achtervolgde hij de vrouw die een zoon gebaard had. Maar de vrouw kreeg de twee vleugels van de grote adelaar om naar haar plaats in de woestijn te vliegen, waar gedurende een tijd en twee tijden en een halve tijd voor haar gezorgd zou worden, buiten het bereik van de slang. Toen spuwde de slang een stroom water als een rivier achter de vrouw aan om haar daarin mee te sleuren. Maar de aarde schoot haar te hulp: de aarde sperde haar mond open en dronk de rivier op die de draak had uitgespuwd. De draak was woedend op de vrouw en ging weg om strijd te leveren met de rest van haar nageslacht, met allen die zich aan Gods geboden houden en bij het getuigenis van Jezus blijven. 3: De menselijke haat van anti-semitisme. Ps.83:3-5 Uw vijanden roeren zich, trots heffen Uw haters het hoofd. Tegen Uw volk smeden zij een complot, ze spannen tegen Uw lieveling samen, en zeggen: Kom, wij verdelgen dit volk, Israëls naam zal nooit meer worden genoemd. Wereldwijde haat tegen Joden in de eindtijd zal de grootste explosie van anti-semitisme zijn, die de menselijke geschiedenis ooit heeft gezien. Dit zal zeer duidelijk zichtbaar worden, wanneer alle naties van de aarde tegen Israël ten strijde trekken in hun grote woede tegen de God van Israël. Elk volk op de aarde zal zich tegen Jeruzalem keren en proberen de stad te vernietigen voordat Jezus terugkomt (Zach.12:2-3, 14:1-2). God zal deze gebeurtenissen gebruiken om Israël te louteren en te zuiveren, maar tegelijkertijd om Zijn oordelen over de volken uit te storten. De Bijbel laat ons zien dat God de laatste strijd om Jeruzalem gebruiken zal om de diepgewortelde goddeloosheid in het hart van de mensheid openbaar te maken; maar daarbij is het wel belangrijk dat wij de soevereiniteit van God herkennen in de manier waarop Hij Zijn Goddelijke doelstellingen tot vervulling brengt d.m.v. de kwade bedoelingen van satan, zoals God dat deed in Job 1. 4 Joël 4:1-2 In dezelfde tijd dat ik het lot van Juda en Jeruzalem ten goede keer, zal ik alle volken bijeenbrengen en wegvoeren naar de vallei van Josafat om daar een oordeel over hen te vellen. Want zij hebben mijn volk Israël, mijn eigendom, onder vreemde volken verstrooid, ze hebben mijn land verdeeld. Wij als gelovigen worden altijd opgeroepen om de kwade tactieken van de duisternis te weerstaan en vurig voorbede te doen voor de bevrijding van Israël, maar tegelijkertijd Gods discipline herkennen in de manier waarop Hij de duisternis gebruikt om Zijn volk te louteren en te zuiveren. Er is een soevereine Goddelijke beperking voor de mogelijkheden van satan, en God zal in de eindtijd laten zien dat Hij volledig de controle heeft over alle gebeurtenissen tijdens de Grote Verdrukking. Matt.24:21-22 Want het zal een tijd zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen. En als die tijd niet verkort zou worden, dan zou geen enkel mens worden gered; maar omwille van de uitverkorenen zal die tijd worden verkort. Matt.24:36 Niemand weet wanneer die dag en dat moment zullen aanbreken, ook de hemelse engelen en de Zoon niet, alleen de Vader weet het. Onze God zal in Zijn soevereiniteit van tevoren gebieden van genade voorbereiden, waar Hij bovennatuurlijke bescherming zal bieden aan een deel van Zijn volk. In de eerste plaats zal Hij in de woestijn bovennatuurlijke bescherming aanbieden aan de Joden die de woestijn van Judea in vluchten (Matt.24:15-20, Openb.12:6+14). Dit zal een geografisch gebied van grote veiligheid zijn voor de Joden, zoals in de dagen van Mozes (Ex.8:18-19, 9:4-7+26, 10:23). In de tweede plaats zullen gelovigen uit de heidenen (christenen) schuilplaats bieden aan vele Joden die het land Israël ontvlucht zijn; veel van deze Joden zullen een ontmoeting hebben met de God van Abraham - dat is Jezus - door de levens van deze gelovigen. Jezus Zelf zal de Joden jaloers maken op het geloof van deze Bijbelgelovige christenen (Deut.32:21, Jes.11:11). In de eindtijd zullen het nationale Israël en het apostolische christendom van de eindtijd elkaar liefdevol in de armen vallen vanwege Jezus, de Messias van Israël (Jes.55:5). Ps.46:6-8 Met God in haar midden stort zij niet in, vroeg in de morgen komt God haar te hulp. Volken roeren zich, rijken storten ineen, Zijn donderstem klinkt, de aarde siddert. De HEER van de hemelse machten is met ons, onze burcht is de God van Jakob. De Grote Verdrukking van de eindtijd zal het noodzakelijke berouw in het hart van Israël tot stand brengen, zodat dit volk gered kan worden; de eindtijd zal ervoor zorgen dat Israël de Joodse Messias gaat erkennen, en dat de Joden God zullen zoeken met heel hun hart Deut.30:1-6 Wanneer alles werkelijkheid is geworden wat ik u beschreven heb, zegeningen en vervloekingen, en wanneer u ten slotte, door de HEER, uw God, uiteengejaagd en verstrooid onder alle volken, daar lering uit getrokken hebt en samen met uw kinderen naar de HEER, uw God, terugkeert en Hem weer met hart en ziel gaat gehoorzamen - daartoe heb ik u vandaag aangespoord - dan zal de HEER, uw God, in uw lot een keer brengen. Hij zal Zich over u ontfermen en u, na u eerst verstrooid te hebben, weer uit al die landen bijeenbrengen. Zelfs al zijn sommigen verbannen naar het eind van de wereld, de HEER, uw God, zal u terughalen en weer bij elkaar brengen. Hij zal u terugbrengen naar het land dat uw voorouders ooit bezaten en het u weer in bezit geven. Hij zal u meer nog dan uw voorouders zegenen en in aantal doen toenemen. De HEER, uw God, zal uw hart besnijden en ook dat van uw nakomelingen, zodat u Hem weer met hart en ziel zult liefhebben en in leven zult blijven. En wanneer Israël eenmaal teruggekeerd is in het land na de terugkeer van Jezus, zal er een golf van berouw en verdriet door dit volk heen gaan, en met waarachtige bekering zal dit volk in zijn geheel Jezus als de Messias aanvaarden (Zach.12:10-12). God gaat dit volk tot bekering brengen door Zijn oordelen en met de volgende middelen. 1) God verbrijzelt de natuurlijke kracht van dit volk. 2) God maakt dit volk jaloers op het geloof van de apostolische gemeente. 3) God redt dit volk mede door de wereldwijde gebeden van alle gelovigen. D: Israël en de volheid der heidenen. Rom.11:25-27 Er is, broeders en zusters, een Goddelijk geheim dat ik u niet wil 5 onthouden, omdat ik wil voorkomen dat u op uw eigen inzicht afgaat. Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen (= de volheid der heidenen) zijn toegetreden. Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: De Redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. Dit is Mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem. Het hierboven genoemde tekstgedeelte bevat een Goddelijk geheim dat drie bijzonder grote mysterieuze aspecten inhoudt. 1) Het eerste mysterie spreekt over een geestelijke verblinding voor een deel van Israël, waardoor dit deel van Israël verhard is geworden. 2) Het tweede mysterie spreekt over een moment waarop de volheid der heidenen door bekering en geloof is toegetreden tot Gods koninkrijk. 3) Het derde mysterie spreekt over de redding van heel Israël aan het eind van dit bijzonder mysterieuze proces. Deze drie aspecten van dit Goddelijke mysterie zijn drie hoge bergtoppen met elk een groot profetisch gehalte betreffende Gods soevereine handelen in de eindtijd. Paulus schreef in zijn brief aan de gemeente te Rome een uitvoerige uitleg over het evangelie van Jezus, en hij deed dit in de eerste acht hoofdstukken. Maar zeer strategisch voegde hij daar nog drie hoofdstukken aan toe met een profetische uitleg over de betekenis van het volk Israël, en het was zijn bedoeling om de gelovigen uit de heidenen te Rome uitvoerig in te lichten over de zeer belangrijke positie van het Joodse volk. Maar tot op de dag van vandaag bestaat er nog steeds een groot gebrek aan kennis in de christelijke kerk over de strategische, profetische rol van Israël in de eindtijd, vooral in relatie tot de gemeente van Jezus Christus. Het betreft een mysterieus plan dat al zeer lang verborgen is in het hart van God, en dat Hij niet heeft willen bekendmaken voordat het de juiste tijd is. Maar het is nu de tijd dat de gemeente van Jezus uit de heidenen het profetische belang ziet van het volk Israël in relatie tot het grote drama van de eindtijd. We kunnen van onszelf weten wanneer wij gegrepen zijn door de betekenis van dit mysterie als wij net als Paulus diep onder de indruk gekomen zijn van de onuitputtelijke diepten van Gods rijkdom, wijsheid en kennis, d.w.z. wanneer wij de ondoorgrondelijkheid van Zijn oordelen en het mysterie van Zijn wegen beseffen (Rom.11:33). Het groeiende inzicht in de werkelijke betekenis van dit mysterie zal meer vragen oproepen dan antwoorden, maar dat is alleen maar een indicatie van onze geestelijke groei (Rom.11:34). Wanneer wij werkelijk God gaan aanbidden omdat wij inzicht krijgen in de wijsheid van Zijn soevereine plan, weten we dat we bezig zijn om te groeien in dieper inzicht (Rom.11:36). Ons inzicht in het mysterie van Gods plan met Israël zal ertoe leiden dat ons ontzag voor de grootheid van God enorm zal toenemen in de diepte. Onze eerste reactie op dit mysterie is aanbidding, maar een tweede onvermijdelijke reactie op dit grote mysterie van God is dat wij onszelf als een levend, heilig en God welgevallig offer in Zijn dienst stellen, want dat is onze logische eredienst als gevolg van alle geweldige barmhartigheden van God die Paulus genoemd heeft in Rom.1 t/m11. De barmhartigheden van het evangelie in de Romeinenbrief eindigen niet bij Rom.8:39, maar bij Rom.11:36; en als gevolg daarvan aanbidden wij God en stellen wij onszelf volledig in Zijn dienst, niet alleen met betrekking tot Gods volheid voor de gemeente uit de heidenen maar ook met betrekking tot de redding van heel Israël. Want door de eeuwen heen hebben zeer veel theologen beweerd dat de barmhartigheden van God betrekking hebben op Rom.1 t/m 8, terwijl Rom.9 t/m11 een soort interval was; maar deze stelling is een absolute dwaalleer die de gemeente van Jezus door de eeuwen heen gevangen heeft gehouden in een valse theologie van antisemitisme. Er is ook een radicale bekering nodig om te zien dat de redding van Israël in de eindtijd het Goddelijke mysterieuze sluitstuk is van het evangelie. Zoals Petrus in Hand.10 een tweede bekering nodig had om te zien dat God behalve de Joden ook de heidenen wilde redden door het evangelie (Hand.10:15+34-36), zo hebben veel gelovigen uit de heidenen ook een tweede bekering nodig om te beseffen dat het evangelie als eerste toebehoort aan het Joodse volk (Matt.15:24+26, Matt.10:5-6, Rom.1:16). Rom.11:29 De genade die God schenkt neemt Hij nooit terug; wanneer Hij iemand roept maakt Hij dat niet ongedaan. 6 Rom.11:32 Want God heeft ieder mens uitgeleverd aan ongehoorzaamheid, opdat Hij voor ieder mens barmhartig kan zijn. E: De gedeeltelijke verharding van Israël. Het eerste mysterie spreekt over een geestelijke verblinding voor een deel van Israël, waardoor dit deel van Israël verhard is geworden; de geschiedenis van Israël laat zien dat een groter deel van dit volk getroffen is door deze geestelijke verblinding. Daardoor is het voor hen onmogelijk geworden om inzicht te krijgen in het evangelie en daardoor begrip te ontwikkelen voor Gods handelen met Zijn volk; lees Jes.6:9-13, 29:10-13, 42:19-25, 43:8, 44:18-20, 46:12, Ezech.12:2, Matt.13:14-15, Joh.12:39-40, Hand.28:25-27. Jezus heeft zoveel voor dit volk gedaan, zoveel wonderen en tekenen tijdens de uittocht uit Egypte, de reis naar het beloofde land, de terugkeer uit ballingschap, tijdens Zijn eerste aanwezigheid op aarde en nog veel meer, maar veel Joden kunnen totaal geen hartsverbinding maken met Jezus als hun Messias. In Rom.11:11 stelt Paulus de vraag of de Joden gestruikeld zijn; het antwoord is duidelijk dat dat inderdaad het geval is, want al in de periode van het Oude Testament vervolgden de Joden vrijwel alle profeten die namens de God van Israël profeteerden. Ook hebben ze hun eigen Joodse Messias Jezus vervolgd en aan het kruis laten nagelen waardoor Hij stierf, en ook in de periode van het Nieuwe Testament waren zij de grootste vervolgers van de gelovigen in Jezus de Messias (1Tess.2:14-16). Maar Paulus vervolgt zijn vraag met de woorden of dit struikelen van de Joden definitief is, en zijn antwoord daarop is een duidelijk nee; het volk Israël heeft nooit zijn prominente plaats in het plan van God voor de redding van de wereld verloren. God beloofde al 2000 jaar voor Christus aan Abraham dat het volk Israël een belangrijke plaats zou innemen in de verlossing van de mensheid (Gen.12:2-3); en Israël heeft nooit zijn uitverkoren positie verloren, maar zal zijn waardevolle rol spelen in het vestigen van het duizendjarige vrederijk op aarde. In Rom.11:1-10 maakt Paulus zeer duidelijk dat de verwerping van Israël niet volledig is, en in Rom.11:11-32 maakt hij duidelijk dat de verwerping van Israël niet voor eeuwig is. Gelovigen uit de heidenen, dat zijn Bijbelgelovige christenen (Hand.11:26b), moeten zeer goed begrijpen dat de tijdelijke en gedeeltelijke verharding en verwerping van Israël op geen enkele wijze een Goddelijke diskwalificatie is van hun belangrijke rol in de eindtijd. Wanneer de hele mensheid voor de troon van God komt te staan (Openb.20:11-15), zullen alle mensen op dezelfde manier behandeld worden; op dat moment wordt er beslist geen enkel onderscheid gemaakt op grond van afkomst, ras of cultuur. Wij worden dan allemaal beoordeeld op grond van onze houding ten opzichte van Jezus Christus en Zijn evangelie, en op grond daarvan worden wij gered of gaan wij voor eeuwig verloren. Gelovige Joden en heidenen zijn op dat moment allemaal zonen en dochters van God, en we maken allemaal op gelijkwaardige wijze deel uit van de Bruid van Christus. Dan wordt er nog steeds geen enkel onderscheid gemaakt, want God is en blijft onpartijdig (Rom.2:11, Efez.6:9, Kol.3:25, Jac.2:1-9, 1Petr.1:17). Maar wanneer het gaat om de mensheid naar het grote doel van God te leiden, namelijk het vestigen van Gods koninkrijk op aarde, heeft het volk Israël een prominente positie en een bevoorrechte rol van betekenis (Rom.2:10, 3:2). Toch heeft de christelijke kerk door de afgelopen 20 eeuwen heen ten onrechte geconcludeerd dat Gods plan met de Joden afgelopen is, omdat zij geestelijk verblind zijn geraakt en daardoor hun hart verhard hebben; deze gedachtegang wordt de vervangingstheologie genoemd. Maar deze zgn ‘christelijke‘ vervangingstheologie getuigt van dezelfde blindheid ten opzichte van Gods plan met het Joodse volk als de blindheid die het Joodse volk heeft ten opzichte van het evangelie. Er is maar één gemeente, en dat is de gemeente van Jezus die de optelsom is van alle gelovige Joden en heidenen van alle tijden en van alle culturen (Efez.2:11-22). Rom.11:25b Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen (= de volheid) zijn toegetreden. Er is een verborgen plan in het hart van God dat niet te begrijpen is door het natuurlijke verstand van mensen, en dat moet ons zeer alert maken; dat is een van de signalen die Paulus ons geeft in Rom.11. Het is niet alleen volledig verkeerd om te geloven dat God geen 7 plan meer heeft met Israël, maar ook moeten we zien dat de gelovigen uit de heidenen grote verantwoordelijkheid hebben voor het Joodse volk in de genade van God. Wanneer wij namelijk weten dat de blindheid en verharding van Israël op geen enkele wijze door menselijk ingrijpen is om te buigen, moeten wij leren begrijpen dat er een dramatische crisis zal komen om de verblinding van Israël op een dynamische manier om te buigen zodat de Joden tot geloof komen. Deze grote en dramatische crisis in de menselijke geschiedenis wordt de Grote Verdrukking genoemd (Matt.24:20); de meest ondenkbare weerstand tegen Jezus, de Zoon van God, zal door de meest onvoorstelbare dramatische crisis omgebogen worden tot de grootst mogelijke expressie van Gods glorie in de mensheid. De verblinding van het Joodse volk vormt een grote verantwoordelijkheid voor de christelijke gemeente uit de heidenen, want zonder het Joodse volk aanwezig in Jeruzalem zal Jezus niet voor de tweede keer naar de aarde terugkomen (Matt.23:39); en net als in Matt.21:9 zullen gelovige Joden in Jeruzalem roepen om de komst van Jezus. En het is onze taak als gelovigen uit de heidenen om mee te werken aan het totstandkomen van de volheid van God in het Joodse volk, zodat de blindheid opgeheven wordt, de verharding weggenomen wordt en dit volk van God terugkeert naar de Messias, dat is Jezus Christus. En God gaat een zalving van volheid aan de gelovige heidenen geven, waardoor zij in vuur en vlam raken, zodat zij zich geestelijk gaan inzetten voor Israël, zodat het vuur van Gods passie ook dit volk weer in bezit kan nemen. Er gaat een dramatisch grote crisis op aarde komen, waardoor de gelovigen uit de heidenen in staat zullen zijn om een geestelijke verbinding te leggen met de ongelovige Joden, waardoor dezen ook tot geloof gaan komen. Jes.55:5 Ook jij zult een volk ontbieden dat je nog niet kende, en een volk dat jou nog niet kende zal zich haasten om bij jou te zijn. Deut.32:21 Ze tergden Mij met wat geen god is en daagden Mij uit met hun nietige afgoden. Daarom terg Ik hen met wat geen volk is, Ik daag hen uit met een volk zonder verstand. F: Het binnengaan van de volheid der heidenen. Rom.11:25b Slechts een deel van Israël werd onbuigzaam, en dat alleen tot het moment dat alle heidenen (= de volheid) zijn toegetreden. Het tweede mysterie spreekt over een moment waarop de volheid van de heidenen door bekering en geloof is toegetreden tot Gods koninkrijk; dit spreekt van een zeer grote en wereldwijde opwekking onder alle volken op aarde (Openb.7:9). Elke stam, elke taalgroep, elke cultuur en elke natie zal in de eindtijd bezocht worden door de Heilige Geest op zodanige wijze dat er een grote opwekking uitbreekt bij elk volk; de optelsom van al deze gelovigen wordt door Paulus de volheid der heidenen genoemd. In Rom.11:11 spreekt Paulus over het feit dat de heidenen gered konden worden door de geestelijke verblinding van het Joodse volk; maar de redding van de heidenen betekent veel meer dan alleen maar dat er een groot aantal heidenen gered wordt door het evangelie. De redding der heidenen betekent ook dat de gemeente van Jezus uit de heidenen voor een langere periode de prominente rol zou spelen in de verbreiding van het evangelie van het koninkrijk van God over de hele aarde. Israël verloor voor een bepaalde periode zijn prominente positie en die werd aan de heidenen gegeven, zodat de gemeente uit de heidenen het plan van God kon uitdragen tot aan de uiteinden van de aarde. Daardoor zal in de eindtijd het Joodse volk wakker geschud worden omdat zij jaloers zullen gaan worden op de rijkdom van het geloof van Bijbelgelovige christenen (Rom.10:19, 11:11b). G: De redding van heel Israël in de eindtijd. Het derde mysterie spreekt over de redding van heel Israël aan het eind van het proces, waarin alle volken op aarde in aanraking gekomen zijn met het evangelie van Jezus; er is echter nog een zeer grote mate van ongeloof over het feit dat heel Israël gered zal gaan worden, zowel onder Messiaanse Joden als onder christenen. Maar Rom.11:26 is bijzonder duidelijk over het feit dat heel Israël gered gaat worden, en uit deze geestelijke ommekeer zal een zeer speciale zegen tevoorschijn komen voor de hele aarde. Als gevolg van dit mysterieuze proces zal Jezus terugkeren en Zijn duizendjarige vrederijk op de aarde vestigen met Jeruzalem als hoofdstad. 8 Rom.11:12 Maar als hun overtreding al een rijke gave voor de wereld is en hun falen een rijke gave voor de heidenen, hoeveel rijker zal dan de gave zijn (= volheid) wanneer zij zich allen hebben bekeerd. In het Grieks spreekt Paulus in Rom.11:25 over de volheid van de heidenen die binnengaat, maar in Rom.11:12 spreekt hij in het Grieks over de volheid van het Joodse volk. Wanneer de verblinding van het ongelovige Joodse volk tot resultaat heeft dat de heidenen tot geloof kunnen komen, hoeveel temeer zal de volheid van het gelovige Joodse volk tot zegen zijn voor de heidenen. Er is een geestelijk proces op gang gebracht van Gods volheid onder de heidenen, d.w.z. een volheid in aantal, ook een volheid in geestelijke volwassenheid, maar ook een volledig aantal martelaren (Openb.6:11). Maar daarna zal de volheid van God terugkeren tot het Joodse volk, zodat zij hun prominente plaats in het koninkrijk van God weer kunnen innemen en de wereldgeschiedenis leiden naar een dimensie die we nog niet gezien hebben. Zij zullen vooropgaan en de mensheid in het duizendjarige vrederijk brengen naar een niveau van geestelijke rijkdom, zoals op aarde nog niet geweest is sinds de zondeval van Adam en Eva. Jezus Christus, de Joodse Messias, zal de grote Leider zijn in het duizendjarige vrederijk, maar Hij zal een centrum van geestelijke opwekking hebben in de stad Jeruzalem. Maar omdat velen geen geestelijke visie hebben voor de betekenis van het volk Israël in de eindtijd, hebben velen ook geen visie en inzicht ontwikkeld voor al de profetieën die over de eindtijd spreken; want Israël en de eindtijd hebben alles met elkaar te maken. Daarom ook spreekt de Bijbelse openbaring van het duizendjarige vrederijk niet tot de verbeelding van veel gelovigen, omdat zij geen hartsverbinding kunnen maken met die schitterende realiteit die op het punt staat om binnen te breken in de menselijke geschiedenis. Daarom maken veel gelovigen ook geen hartsverbinding met de geestelijke conditie van Israël op dit moment van hun verblinding. Maar de profetische boeken van het Oude Testament bevatten een overweldigende hoeveelheid aan informatie die spreekt van een buitengewoon grote mate van glorie die gaat doorbreken in de menselijke geschiedenis. Maar de grote vraag is wanneer deze volheid van Israël gaat doorbreken, want ook deze volheid voor het Joodse volk spreekt van een volledig aantal en van grote geestelijke rijkdom. Rom.11:26-27 Dan zal heel Israël worden gered, zoals ook geschreven staat: De Redder zal uit Sion komen, en wentelt dan de schuld af van Jakobs nageslacht. Dit is Mijn verbond met hen, wanneer Ik hun zonden wegneem. Uit deze tekst blijkt dat heel Israël pas tot geloof gaat komen nadat Jezus is teruggekomen bij Zijn tweede komst naar de aarde; alle ongelovige Joden die de Grote Verdrukking hebben overleefd zullen tot geloof komen wanneer Jezus is teruggekeerd. Maar er is al heel wat gebeurd met het Joodse volk tijdens de Grote Verdrukking, want Zach.13:8 vertelt dat er in die tijd tweederde deel van het Joodse volk in het land Israël zal worden uitgeroeid, terwijl slechts een derde deel zal worden gespaard. Daarbij komt dat andere profetieën in het Oude Testament duidelijk maken dat veel Joden het land uitgevlucht zijn en ook velen in ballingschap zijn gegaan en opgesloten zijn in gevangenkampen. Wanneer Jezus terugkeert, zullen alle Messiaanse Joden vanwege hun geloof in Jezus net als de gelovigen uit de heidenen Jezus tegemoet gaan in de lucht (1Tess.4:15-17). Maar alle tot op dat moment ongelovige Joden die de Grote Verdrukking overleven zullen op aarde blijven en daar tot geloof komen, wanneer zij Jezus zien neerdalen uit de hemel (Zach.12:10-13:1). Rom.11:15 Als God Zich met de wereld heeft verzoend toen Hij hen verwierp, wat zal Hij dan, wanneer Hij hen opnieuw aanvaardt, anders teweegbrengen dan hun opstanding uit de dood? De wereld werd al gezegend toen Joden nee zeiden tegen Jezus; hoeveel temeer zal de wereld gezegend worden wanneer de Joden ja zullen zeggen tegen Jezus? En Paulus vergelijkt dit met de opstanding uit de dood. In Rom.11:11b zegt Paulus dat de Joden tot jaloersheid zullen komen vanwege de volheid in het geloof van de heidenen, maar dat is nog niet het geval; maar dat is nog die alles. Want in de crisis van de Grote Verdrukking zal een verschrikkelijke dictator, de antichrist, alles op alles zetten om het Joodse volk uit te roeien; en in die tijd zullen de gelovigen uit de heidenen alles op alles zetten om de Joden te redden en hen zo te barmhartigheid te laten 9 zien die de gelovigen uit de heidenen zelf van God ontvangen hebben (Rom.11:30-31). Dat zal de tijd zijn waarin wij als gelovigen uit de heidenen de Joodse broeders van Jezus te eten en te drinken zullen geven, onderdak zullen verschaffen, kleding zullen geven, in de gevangenis zullen opzoeken en hen voorzorgen wanneer ze ziek zijn (Matt.25:34-40). De gemeente van Jezus zal in de eindtijd niet alleen de krachtdimensie van Gods koninkrijk aan de Joden laten zien, maar ook de genadedimensie van het Vaderhart van God tonen; en wij zullen naast hen staan in de allergrootste crisis van de menselijke geschiedenis, en dat zal de Joden tot jaloersheid brengen. Dat is nog nooit in de menselijke geschiedenis gebeurd, want tot nu toe heeft het christendom alleen maar een spoor van verwoesting achtergelaten in het Joodse volk, maar vrijwel geen enkel getuigenis. H: Drie belangrijke ontwikkelingen. De gemeente uit de heidenen zal in de eindtijd steeds meer terugkeren tot haar Joodse wortels, want de christelijke gemeente is niets anders dan het Messiaanse Israël omdat het christelijk geloof diepgeworteld is in het Joodse geloof. In Efez.2:11-12 beschrijft Paulus de heidenen als mensen die geen deel hebben aan Christus, en ook geen deel hebben aan het burgerschap van Israël met alle daarbij behorende verbonden en beloften, want die behoren toe aan het Joodse volk (Rom.9:4); heidenen zijn mensen die zonder God en zonder hoop in de wereld leven. Maar in Efez.2:13-18 beschrijft Paulus hoe heidenen door het geloof in Jezus dichtbij gekomen zijn, d.w.z. dat zij vrede met God hebben door de Joodse Messias Jezus Christus. Want Jezus heeft de muur, die scheiding maakte tussen God en mensen en daardoor ook tussen de Joden en heidenen, afgebroken en volledig buiten werking gesteld (Efez.2:1415a). Joden en heidenen vinden vrede met God bij het kruis van Golgotha, en daarom vinden ze ook vrede met elkaar, en worden zij samen verenigd in het Messiaanse Israël ofwel de gemeente van Jezus (Efez.2:15b-18). De gelovigen uit de heidenen zijn dus geen vreemdelingen meer, maar medeburgers van de Joodse heiligen en gezinsleden van Gods familie (Efez.2:19-22). Het grote mysterie (Efez.3:3) is dat heidenen mogen delen in de erfenis van Christus en deel hebben aan de beloften van het Joodse volk (Efez.3:5-6). Rom.15:7-9a Aanvaard elkaar daarom ter ere van God, zoals Christus u heeft aanvaard. Ik bedoel dit: Christus is een dienaar van de Joden geworden om hun te tonen dat God trouw is en om de beloften aan de aartsvaders te vervullen, maar Hij is ook gekomen om de heidenen in staat te stellen God te loven om Zijn barmhartigheid. Om het Joodse volk in de eindtijd tot jaloersheid te prikkelen zodat zij tot geloof gaan komen in Jezus als de Joodse Messias zullen er drie belangrijke ontwikkelingen op gang komen, totdat het mysterie van God voltooid is. 1) In de eerste plaats zal er een ongekende wereldwijde jodenhaat verspreid worden die rechtstreeks geïnspireerd wordt door de duivel; dit zal leiden tot een wereldwijde vervolging van Joden. De duivel zal alles op alles zetten om het Joodse volk volledig uit te roeien, en dit zal leiden tot de grootste holocaust uit de geschiedenis. Dit zal hij doen omdat hij weet dat Jezus alleen terugkomt wanneer er Joden in Jeruzalem zijn om Hem vrijwillig van hart te verwelkomen met de uitroep “Gezegend Hij die komt in de naam van de Heer” (Matt.23:39). Om dat te voorkomen wil de duivel het Joodse volk volledig uitroeien; dat is ook het enige motief geweest van de holocaust tijdens de Tweede Wereldoorlog. 2) In de tweede plaats zal er een wereldwijde opwekking komen onder de heidenen, en deze opwekking zal de grote oogst van de eindtijd binnenbrengen (Openb.7:9). Op het persoonlijke vlak ontvangt God glorie uit de wedergeboorte van elke persoonlijke gelovige, omdat zij stuk voor stuk gered worden. Maar er is een wereldwijde historische reden voor deze Goddelijke eschatologische opwekking; want de gelovigen uit de heidenen zullen tot volheid in hun geloof komen waardoor zij de meest heilige, vurige en geestelijk agressieve beweging van voorbede en aanbidding zullen vormen. Zij zullen zichzelf volledig overgeven aan deze volledige zalving en optimale beweging van de Heilige Geest, die gepaard gaat met wonderen en tekenen zoals nog nooit eerder is gebeurd in de geschiedenis. Dit leger van de Heer zal een krachtige tegenaanval doen op het furieuze geweld van de duisternis dat de aarde bezig is te veroveren. 10 3) In de derde plaats zal de gemeente van Jezus uit de heidenen in een diepe geestelijke verbinding komen met het Goddelijke mandaat om Israël tot jaloersheid te prikkelen; en daardoor zullen de bestemming van Israël en de gemeente volledig samenkomen onder de gemeenschappelijke noemer van de doelstellingen van Gods Vaderhart. De wereldwijde vervolging van de Joden door het rijk van de duisternis en de wereldwijde opwekking onder de heidenen zal een wereldwijde samenbinding teweegbrengen van Joden en heidenen onder de gemeenschappelijke noemer van de familie van God temidden van de crisis. In deze crisis zal de gemeente gezuiverd worden van compromissen, de tweespalt tussen Joden en heidenen zal volledig verdwijnen, en het oorspronkelijke apostolische christendom zal tot volledige bloei gekomen, en dat allemaal dankzij de grote crisis die in de Bijbel de Grote Verdrukking genoemd wordt. Joden en heidenen zullen elkaar in vrijwillige liefde in deze crisis omarmen en in dit mysterieuze plan van God zal de voltallige gemeente tot grote volheid groeien en klaarstaan wanneer Jezus terugkomt. J: De arrogantie onder christenen. Rom.11:20-22 Zeker, ze zijn afgebroken vanwege hun ongeloof en u dankt uw plaats aan uw geloof. Wees daarom echter niet hoogmoedig, maar heb ontzag voor God: als Hij de oorspronkelijke takken al niet heeft gespaard, zou Hij u dan wel sparen? Houd daarom voor ogen dat God niet alleen goed is, maar ook streng. Hij is streng voor wie gevallen zijn, maar goed voor u, als u tenminste trouw blijft aan Zijn goedheid, want anders wordt ook u afgekapt. Paulus demonstreert in Rom.11 een grote pastorale bewogenheid voor de gemeente te Rome die voor het grootste deel uit gelovigen uit de heidenen bestond; slechts kleiner deel van gemeente bestond uit etnische Joden. Paulus spreekt in deze teksten tot wedergeboren gelovigen, maar hij is zeer onrustig over de mogelijkheid dat de gelovigen uit de heidenen zo hoogmoedig worden dat zij zich boven de ongelovige Joden gaan verheffen (vers 18). En hij houdt hen voor ogen dat het mogelijk is dat God ook hen als heidenen niet zal sparen (vers 21b), maar dat Hij mogelijk ook hen kan afkappen (vers 22b) vanwege geestelijke arrogantie. Gelovigen moeten in dit onderwerp niet alleen de goedheid van God voor ogen houden, maar ook dat Hij zeer streng kan zijn (vers 22); daarom wil Paulus voorkomen dat de gelovigen uit Rome op hun eigen inzicht afgaan, d.w.z. eigenwijs worden (vers 25). Want geestelijke onwetendheid over de positie van het Joodse volk leidt tot geestelijke passiviteit waarmee gelovigen uit de heidenen ook onder het oordeel van God kunnen komen; want deze passiviteit leidt tot grote geestelijke arrogantie. Deze geestelijke arrogantie leidt tot een verborgen anti-semitisme dat in de Grote Verdrukking naar de oppervlakte zal komen en tot openlijke jodenhaat zal leiden zoals dat ook tijdens de Tweede Wereldoorlog is gebeurd in Duitsland en andere landen in Europa. Er zullen in de eindtijd maar twee opties zijn; of ons hart staat in vuur en vlam voor Jezus waardoor wij de Joden tot jaloersheid zullen prikkelen door geestelijke autoriteit en grote Goddelijke genade en ontferming voor hen, of ons hart raakt verstrikt in grote geestelijke arrogantie. Daardoor worden wij hooghartig ten opzichte van onze relatie met het Joodse volk, waardoor wij geestelijk passief worden met als gevolg dat wij onverschillig worden over de lotgevallen van de Joden in de eindtijd. Deze onverschilligheid zal onder grote druk zich ontwikkelen tot anti-semitisme en openlijke jodenhaat, waardoor onze liefde voor Jezus volledig wordt teruggebracht tot niets (Matt.24:12). Onwetendheid leidt tot arrogantie, en arrogantie leidt tot afval van het geloof, maar geestelijke openbaring leidt tot geestelijke volheid die Israël jaloers maakt. Matt.25:31-46 laat zien dat de grote kloof die de mensheid in tweeën splijt bepaald wordt door onze liefde voor Jezus, maar die liefde voor Jezus wordt aangewakkerd door onze liefde voor het Joodse volk of juist het tegendeel namelijk dat onze liefde voor Jezus wordt uitgedoofd door onze haat tegen het Joodse volk. Want wie aan het volk van God komt, komt aan Gods oogappel (Zach.2:12); en wanneer wij dat doen, rust Gods oog niet met welgevallen op ons leven. Daaruit blijkt dat Israël de lens in de pupil van Gods oog is, waardoor Hij naar de mensheid kijkt. De kerkgeschiedenis heeft een zeer tragische 11 aaneenschakeling van anti-semitische theologie die tot grote vervolging van Joden heeft geleid; tot aan de Tweede Wereldoorlog heeft geen enkele organisatie of natie de Joden zo vervolgd als de christelijke kerk dat heeft gedaan. We hebben geestelijke openbaring van de Heilige Geest nodig om het juiste inzicht te ontwikkelen dat ons in staat stelt de emoties en gedachten van Gods hart te kennen, de liefde van Zijn hart voor Zijn volk Israël. Bovendien hebben wij helder geestelijk inzicht nodig in de bedreiging die er ligt in de onwetendheid van Gods mysterie betreffende de gedeeltelijke en tijdelijke verharding en verblinding van Israël. Wanneer deze openbaring uitblijft, lopen we als volgelingen van Jezus zeer groot gevaar zelf verblind en verhard te raken met de mogelijkheid dat wij door onze hoogmoed zelf afgesneden worden van de wortels van ons geloof in de Joodse Messias Jezus Christus. Wanneer wij geen genade van God ontvangen om onszelf volledig te geven aan het mysterie dat in het hart van God leeft, blijven wij groot gevaar lopen de genade van God niet te begrijpen, waardoor wij ons hart verharden en het anti-semitisme van de eindtijd ons in zijn greep krijgt. Er is weliswaar sinds 1948 een groeiend sentiment voor het Joodse volk aan het opwarmen onder christenen, maar dit sentiment zal nooit krachtig genoeg zijn om de enorme politieke, sociale, religieuze en economische druk van de eindtijd te weerstaan. We hebben groeiende geestelijke openbaring nodig die gebaseerd is op het woord van God, waarmee wij ons hart toerusten en bekwaam maken om naast het Joodse volk te staan in de tijd van de grootste holocaust aller tijden, dat is de Grote Verdrukking. Want dit mysterie van God heeft alles te maken met de glorie van God in de eindtijd en de doorbraak van Gods koninkrijk op aarde. Paulus waarschuwt nadrukkelijk in Rom.11:25 dat wij niet onwetend moeten zijn wat het mysterie van Gods hart betreft, want dat is Zijn glorieuze plan voor Israël en de gemeente in de eindtijd. K: Het grote mysterie van God. Rom.16:25-27 Aan Hem die bij machte is u kracht te geven, overeenkomstig het evangelie van Jezus Christus dat ik verkondig, overeenkomstig de onthulling van het geheim waarover eeuwenlang gezwegen is, maar dat nu is geopenbaard en op bevel van de eeuwige God door de geschriften van de profeten bij alle volken bekend is geworden om ze tot gehoorzaamheid en geloof te brengen, aan Hem, de enige, alwijze God, komt de eer toe, door Jezus Christus, tot in eeuwigheid. Amen. Het centrum van dit mysterie van God is dat God mens geworden is (1Tim.3:16, Joh.1:14) om door de toorn van God verbrijzeld te worden vanwege de zonde en te sterven aan het kruis van Golgotha (Jes.53). Daarna is Jezus uit de dood opgestaan, en naar de hemel gegaan om Zijn eeuwige positie van glorie aan de rechterhand van de Vader ontvangen; wij zijn als kleine mensen een heel klein beetje bekend met dit mysterie. Maar we zullen de hele eeuwigheid nodig hebben om te groeien in het inzicht dat Jezus het Lam waardig is om alle lof en eer te ontvangen, omdat Hij geslacht is geweest en ons met Zijn bloed heeft gekocht (Openb.5:9). Op dit moment echter is onze kennis van de menswording van Jezus zeer oppervlakkig, en we hebben grote geestelijke openbaring nodig om dieper door te dringen in de diepten van het mysterie van Gods hart. Want Jezus is niet tijdelijk mens geworden om de opdracht van de Vader op aarde te vervullen en daarna Zijn mens-zijn weer af te leggen om voor eeuwig alleen de Zoon van God te zijn. Jezus is mens geworden, en Hij zal voor eeuwig mens zijn en blijven; op dit moment is Hij volledig God en volledig Mens, namelijk de God-Mens Jezus Christus, de Zoon van God én de Mensenzoon. Dit is een ervaring die God de Vader en God de Heilige Geest niet kennen, en het is een mysterie dat engelen en demonen niet begrijpen; maar het is ook een groot mysterie dat ons beperkte menselijke verstand volledig te boven gaat. Dit is het centrum van het Goddelijke mysterie, maar het is niet het volledige mysterie; dit mysterie heeft als doel om het Goddelijk leiderschap te vestigen over de natuurlijke geschiedenis van de mensheid, zodat God de droom van het plan van Zijn hart kan realiseren. Deze droom van Gods hart betreft een volk dat in volledige eenheid met Zijn hart leeft en ook in volledige onderlinge eenheid op basis van vrijwillige liefde. Dit volk van God bestaat uit zonen en dochters die de Vader met heel hun hart liefhebben, en die als een collectieve Bruid van Christus hartstochtelijke liefde voor 12 Jezus de Bruidegom koesteren, en die ook grote onderlinge liefde voor elkaar hebben. Om die reden gaat God de hele natuurlijke schepping schudden (Hebr.12:26-29), waarbij God alle oorspronkelijke grenzen (Hand.17:26-27) zal laten verschuiven om de mensheid op een hele nieuwe manier te laten zoeken naar het mysterie van God (Ps.2:4-6, 33:10-11, 46:9-11). God zal alles schudden wat geschud kan worden om op die manier alles te verwijderen wat Zijn liefde in de weg staat. Jezus staat in het centrum van Gods mysterie, en Hij zal vanwege Zijn lijden aan het kruis de volle erfenis van Gods belofte ontvangen (Ps.2:7-9); Hij zal verplichte gehoorzaamheid van al Zijn tegenstanders ontvangen (Fil.2:9-11), maar meer nog dan dat zal Hij de vrijwillige liefde van Zijn eigen Bruid in volheid ontvangen (Efez.5:25-32, Openb.19:6-9). En binnen deze grenzen van de vrijwillige liefde van de gemeente zullen Messiaanse Joden en gelovige heidenen elkaar liefhebben zonder dat er sprake is van enige vorm van barrière die hen nog van elkaar scheidt zoals dat nu al meer dan 1900 jaar het geval is. Om dit te bereiken heeft de Vader een plan bedacht dat zich uitgestrekt heeft over vele eeuwen menselijke geschiedenis, en waarin sprake is geweest van vele keerpunten en dramatische ontwikkelingen. En stap voor stap heeft God toegewerkt naar een dramatische ontknoping en een heerlijke hoogtepunt in de ontwikkeling van Zijn plan. Joh.17:21-23 Laat hen allen één zijn, Vader. Zoals U in Mij bent en Ik in U, laat hen zo ook in Ons zijn, opdat de wereld gelooft dat U Mij hebt gezonden. Ik heb hen laten delen in de grootheid die U Mij gegeven hebt, opdat zij één zijn zoals Wij: Ik in hen en U in Mij. Dan zullen zij volkomen één zijn en zal de wereld begrijpen dat U Mij hebt gezonden, en dat U hen liefhad zoals U Mij liefhad. Dit is het grote doel in het hart van de Vader dat Hij vrijwillige liefhebbers voor Zichzelf en voor Jezus Zijn Zoon zal creëren die ook vrijwillige liefde voor elkaar koesteren in een eenheid zoals de wereld die nog nooit gezien heeft, een eenheid die gebaseerd is op de eenheid en de liefde van de Goddelijke Drie-Eenheid en de eeuwige glorie die de Vader aan Zijn Zoon gegeven heeft vóór de grondlegging van de wereld. Wij ontvangen van dit mysterie slechts zeer kleine aanwijzingen en horen slechts het gefluister van Gods woorden (Job 26:14), maar God verlangt ernaar om de gemeente van de eindtijd groter inzicht te geven in de diepten van Zijn eeuwige mysterie (Job 37:4+13+22-23). En de apostel Paulus heeft ons in zijn brief aan de Romeinen drie verschillende dimensies van dit mysterie gegeven. 1) Het eerste deel van het mysterie spreekt over een tijdelijke geestelijke verblinding voor een deel van Israël, waardoor dit deel van Israël verhard is geworden. 2) Het tweede deel van het mysterie spreekt over een moment waarop de volheid van de heidenen door bekering en geloof is toegetreden tot Gods koninkrijk. 3) Het derde deel van het mysterie spreekt over de redding van heel Israël aan het eind van dit bijzonder mysterieuze proces. In de uitwerking van deze drie aspecten van het grote mysterie van God zal God uiteindelijk geopenbaard worden als de Grote Architect van het eeuwige mysterie waardoor het koninkrijk van God op de aarde gevestigd wordt in de vorm van het duizendjarige vrederijk, waarin Jezus Christus de Grote Koning zal zijn die vanuit Jeruzalem over de aarde zal heersen. Het is van vitaal belang voor onze eeuwige toekomst dat wij geestelijk inzicht ontvangen door de openbaring van de Heilige Geest over de verschillende dimensies van dit grote Goddelijke mysterie (Efez.1:17-19). De mate waarin wij geïnteresseerd zijn in het ontvangen van de openbaring over dit mysterie wordt zichtbaar in de manier waarop wij tijd, geld, energie en relaties investeren, want alleen zij die honger en dorst hebben naar de gerechtigheid van God zullen verzadigd worden (Matt.5:6). Het is ons gegeven om de mysteries van het koninkrijk van God te kennen, maar alléén wanneer wij investeren in onze relatie met Jezus; dan zullen we nog meer krijgen en overvloedig hebben (Matt.13:11-12). De moeilijkste tijd van ons leven gaat nog aanbreken, maar het zal tegelijkertijd de heerlijkste tijd van ons hele bestaan op de aarde zijn (Rom.8:18-19, 2Kor.4:16-18). Maar alleen wanneer wij in diep ontzag voor God en de rijkdom van Zijn mysterie neerbuigen in aanbidding, geven wij te kennen dat wij iets van Zijn mysterie begrijpen (Rom.11:33-36). Onze levende, heilige toewijding aan God op een manier die Hem welgevallig is (Rom.12:1), is het gevolg van ons inzicht in het mysterie van God en ons diepe ontzag voor de manier 13 waarop God het scenario van de eindtijd gaat gebruiken om Zijn mysterie tot volledige ontwikkeling te laten komen. Ons ontzag voor de Heer (Rom.11:20b) zal ertoe leiden dat wij ons ook verheugen in voorspoed voor Jeruzalem, zodat de Heer ons kan zegenen vanuit het hemelse Sion (Ps.128:4-6); want Jeruzalem is de plaats die de Heer heeft uitgekozen als Zijn speciale woonplaats op aarde (Ps.132:13-14, 135:21, Ezech.43:7). Het nationale Israël en het apostolische christendom zijn samengebonden in één eeuwige bestemming in het mysterie van God (Efez.2:11-4:16); zo zal het eeuwige verborgen mysterie van God werkelijkheid worden (Efez.3:9). Dit is het eeuwenoude plan dat God heeft verwezenlijkt in Christus Jezus, onze Heer door Zijn menswording (Efez.3:11), en dit mysterie van de wijsheid van God zal bekendgemaakt worden door de gemeente van Jezus, zowel Joden als heidenen (Efez.3:10); dit is het machtige wapen van God tegen de vorsten en heersers van de duisternis. Openb.10:7 Op het moment dat de zevende engel zijn bazuin zal laten klinken, zal Gods geheim werkelijkheid worden, zoals Hij Zijn dienaren, de profeten, heeft beloofd. Openb.11:15-17 Toen blies de zevende engel op zijn bazuin. In de hemel klonken luide stemmen, die zeiden: Nu begint de heerschappij van onze Heer over de wereld, en die van Zijn Messias. Hij zal heersen tot in eeuwigheid. V.v.d.B. 14