Agenda BenW dd. 22 FEB 2000 agendapunt: 10 NOTA voor Burgemeester en Wethouders RMW/VHMZ Onderwerp : Archeologiebeleid Notanr. :2000.2189 betrokken (bestuurs)orgaan uiterste datum Besluitenlijst Opsteller Telefoon Datum Portef.h. :J.R.M. Magdelijns :693495 :10 februari 1999 :G. Hiemstra X B&W Raad X Cie. RWO X Cie. WCI O.R. 22.02.2000 ►agenda 06.03.2000 akkoordstukken ROUTING: par. Dd. par. dd. X Afd.hfd.: Duivenvoorde : X Sect.hfd.: Sizoo : X Strategische Bedrijfsvoering : X Werken & Vastgoed 08.03.2000 : vertrouwelijk par. Dd. burgemeester : X Adj.-secretaris : weth. Scholten : X secretaris : X weth. Knol : X weth. Doornebos : BIS (paraaf Adjunct-secretaris) weth. De Jager-Stegeman : : X weth. Hiemstra : Bijlagen: nota “Uit de grond van ons hart ”; Archeologiebeleid in Deventer Extracten: rmw – vhmz, w&v, cie.wci, cie.rwo ONTWERP-BESLUIT: par. secr. B&W dd. 22-2-2000 Besloten wordt: 1. Kennis te nemen van de nota “Uit de grond van ons hart; archeologiebeleid in Deventer” 2. De nota ter bespreking aan te bieden aan de commissies WCI en ter kennisneming aan RWO; 3. De sector RMW te verzoeken nadere voorstellen uit te werken m.b.t. de financiële gevolgen van archeologiebeleid, in overleg met de sectoren WV en SB (Financiën); 4. De sector RMW te verzoeken een communicatieplan voor archeologiebeleid op te zetten; 5. dit besluit openbaar te maken vervolg Notanr :2000.2189 Onderwerp :archeologienota ──────────────────────────────────────────────── VOORSTEL OPENBAARMAKING: X X dit besluit openbaar te maken de nota openbaar te maken dit besluit niet openbaar te maken vanwege ... de bijlagen niet openbaar te maken. ────────────────────────────────────────────────────────── COMMUNICATIE: INTERN: e-mail nieuwsnet interkom EXTERN verpl. publicatie/bekendmaking folder huis-aan-huis-brief hoorzitting zie bijgevoegd communicatieplan persbericht persconferentie toelichting op wekelijkse persconferentie informatiebijeenkomst X DevNu kabelkrant teletekst ──────────────────────────────────────────────────── FINANCIELE ASPECTEN: In te vullen door de initiërende sector: Financiële gevolgen gemeente? X ja nee Zo ja, gevolgen worden opgevangen: binnen het desbetreffende productbudget via taakstelling binnen eigen sector tarieven burgers concern X via herschikking tussen eigen sectorproducten reserves/voorzieningen van de sector bijdrage andere sectoren nader te bepalen / in te vullen ──────────────────────────────────────────────────── TOELICHTING/OVERWEGINGEN: 1. Door de ratificering in 1998 van het Verdrag van Valletta (Europees Verdrag inzake bekostiging en regeling van archeologisch onderzoek, opgesteld in 1992) zijn in de wereld van de archeologie veel ontwikkelingen te verwachten. Een van de meest vergaande principes uit het Verdrag is dat de verstoorder van de bodem verantwoordelijk is voor de bekostiging van onderzoek. Van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschappen is vernomen dat het Verdrag op z’n vroegst eind 2001 tot wetgeving zal leiden. De wetgeving zal vorm krijgen door uitbreiding van de archeologieparagraaf van de Monumentenwet 1988. 2. De sector RMW heeft een stadsarcheoloog aangesteld die belast is met de coördinatie van archeologisch onderzoek en die het archeologiebeleid verder op poten gaat zetten. Een opgravingbevoegdheid is inmiddels verkregen en Deventer wordt in staat gesteld een eigen beleid te voeren. De gemeente Deventer bereidt zich, met het Verdrag van Valletta in het achterhoofd, hiermee voor op het komende rijksbeleid. 3. De gemeenteraad heeft bij motie verzocht om een nota over archeologiebeleid in Deventer. Toegezegd is dat in maart gerapporteerd zou worden aan de raadscommissies WCI en RWO. 4. Op 19 oktober 1999 heeft uw College besloten de nota inzake archeologiebeleid aan te houden en 2 in handen te stellen van het sectorhoofd RMW voor nader overleg met de portefeuillehouder. Vervolgens heeft in november 1999 overleg plaatsgevonden tussen verantwoordelijke wethouders voor grote bouwprojecten (Doornebos) en monumentenzorg/archeologie (Hiemstra) in bijzijn van vertegenwoordigers van betrokken sectoren en afdelingen, inclusief SB/Financien. In dit overleg zijn basisafspraken gemaakt over de noodzaak van archeologiebeleid. Dit heeft geresulteerd in de bijgestelde nota “Uit de grond van ons hart” over Archeologiebeleid in Deventer (bijgaand). 5. Op korte termijn spelen enkele belangrijke ontwikkelingen waarbij de vraag aan de orde is of, en wanneer archeologisch onderzoek moet plaatsvinden, en op welke manier dit per project bekostigd moet worden. Om later welbewuste keuzes te kunnen maken is het noodzakelijk thans kennis te nemen van het bredere kader van archeologiebeleid. 6. De nota gaat in eerste instantie uit van het bepalen of onderzoek noodzakelijk is bij ontwikkelingsprojecten. Het uitgangspunt blijft namelijk om de bodem niet te verstoren als dit niet nodig is (de zogenaamde “in situ” bescherming). Indien blijkt dat de bodem wel verstoord moet worden, dan betekent dit dat er meerkosten zijn. Hoe deze moeten worden gedekt, komt aan de orde in het kader van discussies m.b.t. de Zomernota, waar integrale afweging zal plaatsvinden op het gebied van diverse voorstellen. 7. De nota gaat uit van het tijdig betrekken van archeologisch onderzoek aan het begin van elke planvorming. Op deze manier kan elk project zowel wat kosten als tijdplanning in de hand gehouden worden. De Monumentenwet 1988 biedt de Minister van OCW de mogelijkheid om bouwwerkzaamheden stil te leggen ten behoeve van nader onderzoek, indien in de bodem vondsten worden gedaan die archeologisch en/of historisch van belang worden geacht. Verwacht mag worden dat de bodem van Deventer, zowel de binnenstad als het buitengebied, vol belangrijk archeologisch archiefmateriaal zit. Daarom is het beter om vooraf onderzoek mee te rekenen in de plan- en exploitatieopzetten van projecten, zodat het onderzoek gemakkelijk in te plannen is in de voorbereiding van het bouwproject. Naar aanleiding van de actuele ontwikkelingen m.b.t. het Verdrag van Valletta wordt ook bij bestemmingsplan-procedures kritischer gelet op de aandacht voor cultuurhistorische waarden in de stad en in het landschap. Voorkomen moet worden dat via officiële ter-visie-leggingen en inspraakmogelijkheden door burgers of betrokkenen bovengenoemde mogelijkheden worden benut om onderzoek af te dwingen. Het belang van onderzoek dat “gestroomlijnd” vanaf het begin in een proces kan meelopen, is verre te verkiezen boven een situatie waarin zowel planning als kostenbeheersing uit de hand lopen als gevolg van tussentijdse ingrepen en vertragingen. 8. Deventer heeft een naam hoog te houden als cultuurhistorische stad. Het is de grootste monumentenstad van oostelijk Nederland. Daarbij komt dat de Deventer bevolking trots is op haar monumenten en op haar geschiedenis. Om recht te doen aan dat appel, dient een communicatieplan over archeologiebeleid te worden opgezet om de bevolking nader te betrekken bij de archeologie en de historie van de stad. Te denken valt aan tentoonstellingen, rondleidingen op de graafplaats, informatieborden, lezingen, etc. Ook moet dit communicatieplan duidelijkheid verschaffen naar projectontwikkelaars, eigenaren en andere die bij een project betrokken zijn. 9. De raadscommissies RWO en WCI dienen om advies te worden gevraagd over de nota; vervolgens zullen de financiële consequenties nader worden afgewogen bij de discussie over de Zomernota, waarna uw College en de gemeenteraad de nota definitief kunnen vaststellen. Concreet wordt uw College thans gevraagd de nota “Uit de grond van ons hart” over archeologiebeleid in Deventer ter kennisneming te brengen van genoemde raadscommissies, ter uitvoering van de door de raad geuite wens. 3