De drie leerscholen van de geschiedenis

advertisement
De drie leerscholen van de geschiedenis.
Hand.17:26-28a Uit één mens heeft God de hele mensheid gemaakt, die Hij over de hele
aarde heeft verspreid; voor elk volk heeft Hij een tijdperk vastgesteld en Hij heeft de grenzen
van hun woongebied bepaald. Het was Gods bedoeling dat ze Hem zouden zoeken en Hem
al tastend zouden kunnen vinden, aangezien Hij van niemand van ons ver weg is. Want in
Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij.
Hand.17:30-31 God slaat echter geen acht op de tijd waarin men Hem niet kende, maar
roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, want Hij heeft bepaald dat
er een dag komt waarop Hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door
een Man die Hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze Man gaat,
heeft Hij geleverd door Hem uit de dood te doen opstaan.
Tijdens zijn beroemde toespraak op de Areopagus in Athene, een 115 meter hoge heuvel
ten noordwesten van de Akropolis, vatte Paulus de hele menselijke geschiedenis samen
d.m.v. enkele begrippen. In de eerste plaats sprak Paulus over de schepping van Adam als
het begin van de mensheid; in de tweede plaats sprak Paulus over een tijdperk waarin alle
volken binnen hun eigen grenzen op zoek waren naar God, dat is de tijd van het Oude
Testament. In de derde plaats sprak Paulus over de opstanding van Jezus uit de dood en
Zijn terugkeer naar de aarde als Rechter over de hele mensheid; dat is de periode van het
Nieuwe Testament.
A: Overzicht van 6000 jaar menselijke geschiedenis.
De Bijbel begint op de allereerste bladzijde te vertellen over de schepping van de hemel en
de aarde met als centrale punt de schepping van de mens; deze schepping vond plaats in
zes dagen en de zevende dag was een rustdag voor de Heer, niet omdat Hij moe was maar
omdat Hij wilde genieten van het resultaat van Zijn schepping. De totale schepping vond dus
plaats in een week van zeven dagen, waarbij elk etmaal 24 uur duurde. Ik geloof dat de
beschrijving van Genesis 1 letterlijk genomen moet worden om één simpele, onmiskenbaar
duidelijke reden, namelijk omdat Jezus Christus, de Zoon van God, dat ook zo geloofde.
Matt.19:4+8b Jezus zei: Hebt u niet gelezen dat de Schepper de mens bij het begin
mannelijk en vrouwelijk heeft gemaakt? ...... Maar dat is niet vanaf het begin zo geweest.
Marc.10:6 Maar al bij het begin van de schepping heeft God de mens mannelijk en
vrouwelijk gemaakt.
Jezus Christus heeft als Zoon van God volledig gezag over de uitleg van de Bijbel, omdat
Hijzelf het eeuwige Woord van God is (Joh.1:1-2), die altijd bij God de Vader is geweest. Nu
maakt de Bijbel bijzonder duidelijk dat Jezus Zelf de Schepper is, die samen met Zijn Vader
de hemel en de aarde en de mens geschapen heeft.
Joh.1:3 Alles is door het Woord ontstaan en zonder dit is niets ontstaan van wat bestaat.
Kol.1:16 In Hem is alles geschapen, alles in de hemel en alles op aarde …… alles is door
Hem en voor Hem geschapen.
Hebr.1:2 Maar nu de tijd ten einde loopt heeft God tot ons gesproken door Zijn Zoon ……
door wie Hij de wereld heeft geschapen.
Hebr.1:10 In het begin hebt U, Heer, de aarde gegrondvest, en de hemel is het werk van Uw
handen.
Jezus Christus is dus Zelf de Schepper uit Genesis 1, en omdat Jezus Zelf de Regisseur van
de schepping is, weet Hij 100% nauwkeurig hoe alles in de schepping in zijn werk is gegaan;
en uit de woorden van Jezus als mens op aarde blijkt dat Hij Genesis 1 letterlijk geloofde.
Jezus zei ook dat er geen punt of komma van dit woord afgeschaft kon worden, maar dat elk
woord en elk leesteken van dit woord in vervulling moest gaan (Matt.5:17-18). Daar voegde
Jezus nog aan toe dat iedereen die probeerde om zelfs maar één van de kleinste van de
geboden uit dit woord buiten werking te stellen, als de kleinste zal worden beschouwd in het
koninkrijk van de hemel (Matt.5:19). Omdat Jezus als mens Genesis 1 letterlijk geloofde, doe
ik dat ook zonder daarbij zogenaamd wetenschappelijke overwegingen de boventoon te
laten voeren, want het woord van Jezus gaat boven alles uit.
De geschiedenis van de mensheid begon volgens de Bijbelse jaartelling ongeveer 6000 jaar
1
geleden in het paradijs; niet lang daarna vond er echter een dramatische gebeurtenis plaats
die wij kennen als de zondeval. Het gevolg was dat de eerste mens, Adam, samen met zijn
vrouw Eva uit het paradijs werd gestuurd (Gen.3:22-24). Wanneer ik nu terugkijk op 6000
jaar menselijke geschiedenis, zie ik een bijna ondoorgrondelijke wijsheid van God, waarin Hij
besloten heeft om vanaf de zondeval een nieuwe start te maken met de schepping van de
aarde. Er is echter een opmerkelijk verschil tussen de schepping van Gen.1 + 2 vóór de
zondeval en de herschepping ná de zondeval. In het begin schiep God eerst de hemel en de
aarde en daarna de mens, maar na de zondeval schept God eerst de nieuwe mens en pas
daarna de nieuwe hemel en de nieuwe aarde. Wat mij vooral zo fascineert, is het gegeven
dat God voor de schepping van de nieuwe hemel en de nieuwe aarde opnieuw een hele
week gebruikt, net als in Genesis 1. Maar het grote verschil is dat de eerste scheppingsweek
bestond uit zeven dagen van 24 uur, terwijl de tweede scheppingsweek bestaat uit zeven
dagen van duizend jaar.
Ps.90:4 Duizend jaar zijn in Uw ogen als de dag van gisteren die voorbij is, niet meer dan
een wake in de nacht.
2Petr.3:8 Eén ding mag u niet over het hoofd zien, geliefde broeders en zusters: voor de
Heer is één dag als duizend jaar en duizend jaar als één dag.
Er zijn nu ongeveer 6000 jaar voorbijgegaan sinds de schepping van de mens, en we staan
aan de vooravond van de terugkeer van Jezus Christus; daarna breekt een periode van 1000
jaar aan die wij kennen als het duizendjarige vrederijk (Openb.20:1-7). In dit tekstgedeelte
wordt maar liefst zes keer gesproken over deze periode van 1000 jaar, maar toch zijn er
velen die niet geloven dat dit letterlijk bedoeld wordt. De grote vraag is dan ook hoe vaak
God moet spreken over 1000 jaar voordat wij geloven dat Hij dat ook echt zo bedoelt. Maar
wanneer God 1000 jaar zegt, bedoelt Hij ook 1000 jaar, tenzij er sterk gefundeerde Bijbelse
redenen zijn die bewijzen dat God iets anders bedoelt.
In Haggai 2:6 sprak de Heer over een korte tijd, slechts een ogenblik, totdat Hij de hemel en
de aarde, de zee en het land zou laten beven; deze korte tijd heeft al meer dan 2500 jaar
geduurd, maar toch was God bijzonder serieus toen Hij dat zei. Zo was ook Jezus volledig
serieus toen Hij in Openb.1:3 zei dat de tijd nabij was, en hetzelfde geldt voor Openb.22:7+
12+20 waar Jezus zei dat Hij spoedig zou komen. In deze teksten wordt echter niet een
vastgestelde tijd genoemd, en Gods beleving van tijd is totaal anders dan onze beleving;
lees Psalm 90 maar. Maar wanneer God in zeven teksten zes keer spreekt over 1000 jaar, is
duidelijk dat de betekenis letterlijk is, tenzij de Bijbel op andere plaatsen aangeeft dat God
dat anders bedoeld heeft. Maar die teksten zijn er niet, en we worden zeer nadrukkelijk
gewaarschuwd om niets te veranderen aan de profetie van het boek Openbaring, want de
consequenties daarvan zijn bijzonder ernstig (Openb.22:18-19).
Er zijn dus nu zes werkdagen van 1000 jaar voorbijgegaan, en we staan aan de vooravond
van de grote sabbatdag van 1000 jaar, het duizendjarige vrederijk. De grote werkweek van
God na de zondeval zit er bijna op, en daarna kan God genieten van een sabbat van 1000
jaar, samen met het volk Israël en de gemeente van Jezus in het Nieuwe Jeruzalem. Pas
daarna worden de nieuwe hemel en de nieuwe aarde gecreëerd (Jes.66:22, 2Petr.3:13,
Openb.20:11+21:1). Deze werkweek van God kan onderverdeeld worden in drie periodes
van elk ongeveer 2000 jaar, en elke periode heeft zijn eigen specifieke kenmerk. Deze drie
perioden noem ik gemakshalve de lagere school, de middelbare school en de hogere school
van de mensheid, en er zit een lijn van toenemende openbaring in deze perioden.
B: De lagere school van de mensheid.
Na de zondeval kwam er een periode van 2000 jaar waarin de mensheid de toenmalige
wereld bevolkte; deze periode werd gekenmerkt door het onderwijs dat God de mensen gaf
op het niveau van de lagere leerschool van God, maar werd ook gekenmerkt door infiltratie
van diepe duisternis door de vijand. Licht en duisternis begonnen vanaf de zondeval heftig
tegen elkaar te botsen, en de inzet van dit eeuwenoude en de wereldwijde conflict was de
liefde van de mens. De grote vraag is uiteindelijk wie de mensen zullen liefhebben.
B1: De lagere school.
2
Hand.17:26-28a Uit één mens heeft God de hele mensheid gemaakt, die Hij over de hele
aarde heeft verspreid; voor elk volk heeft Hij een tijdperk vastgesteld en Hij heeft de grenzen
van hun woongebied bepaald. Het was Gods bedoeling dat ze Hem zouden zoeken en Hem
al tastend zouden kunnen vinden, aangezien Hij van niemand van ons ver weg is. Want in
Hem leven wij, bewegen wij en zijn wij.
De lagere school van de mensheid begon na de zondeval en duurde tot aan de tijd van
Abraham; we spreken dan over een periode van ongeveer 2000 jaar, die we in de Bijbel
terugvinden in Genesis 1 t/m 11. Ook heeft zich in deze tijd het leven van Job en zijn
vrienden afgespeeld. In deze 2000 jaar was het geweten van de mens het slagveld waar de
strijd tussen licht en duisternis zich afspeelde; de mensheid had op dat moment nog geen
beschikking over het geschreven woord van God, en ook de volheid van de Heilige Geest
was op dat moment nog niet beschikbaar. Hoewel de dood bij de zondeval het leven van de
mens was binnengedrongen, was het geweten voor de mens in die tijd bij uitstek het
instrument van God; in zijn geweten hoorde de mens de stem van God spreken. Ook liet
God de grootheid van Zijn majesteit en glorie zien in de schoonheid van de schepping, zodat
de mens ook daardoor iets van God kon leren kennen (Ps.8, Ps.19:1-7, Ps.29, Ps.104,
Ps.145, Rom.1:19-20).
Naarmate de tijd echter vorderde, nam de duisternis toe en verhardde het menselijke hart,
waardoor ook het geweten steeds slechter ging functioneren. Bijzonder opvallend is, dat het
woord geweten in het O.T. onbekend is. Natuurlijk hebben ook de Israëlieten besef van hun
overtredingen gehad. Zij hebben echter geen eigen woord gehad voor een innerlijk orgaan,
waarin dit besef zetelde. Het Nederlandse woord "geweten" komt van het gotische woord
giwizo, dat getuige betekent. Het geweten is derhalve gezien als een stille getuige van wat
een mens doet of deed. Het houdt het gehoorde of het geziene vast en is in staat om dat op
elk gewenst of ongewenst ogenblik te reproduceren. Het is echter meer dan een geheugen,
want het beoordeelt het gehoorde en geziene naar de maatstaf van goed en kwaad. Deze
getuige treedt daarom steeds beschuldigend of vrijsprekend op (Rom.2:14-15).
Kaïn verhardde zijn geweten toen hij zich gepasseerd voelde, maar toen de Heer hem later
aansprak over de moord op zijn broer Abel, was hij zich wel degelijk bewust van zijn grote
schuld (Gen.4:13). Maar Lamech verhardde zijn hart zodanig dat hij zich niet meer bewust
was van zijn schuld over de moord die hij pleegde (Gen.4:23-24). Een instrument waarvan
God Zich veel bediende om mensen te overtuigen van hun schuld waren de dromen van de
mens in de nacht.
Job.33:14-18 God antwoordt wel, op meer dan één manier, alleen merkt de mens het niet
op. In de dromen en visioenen van de nacht, in de tover van de diepste slaap, of wanneer hij
ligt te sluimeren, opent God de oren van de mens en laat hem schrikken, een waarschuwing
om hem af te houden van een slechte daad, om hem voor hoogmoed te vrijwaren. Hij
behoedt hem voor de val in de afgrond, voor het oversteken van de doodsrivier.
Zo waarschuwde God Abimelech in een droom, dat hij Sara, de vrouw van Abraham, ten
onrechte had meegenomen; en om te voorkomen dat hij overspel zou plegen, waarschuwde
God hem (Gen.20:3). Ook de farao van Egypte werd d.m.v. twee dromen gewaarschuwd
voor naderende rampen (Gen.41:1-7). De lagere school van de mensheid was een lagere
leerschool waarin de mens de wetten van God kon ontdekken via zijn geweten; en wanneer
correctie nodig was kon God tot de mens spreken via dromen of zelfs via engelen. In deze
periode van de lagere school van de mensheid was God bezig met Zijn voorbereiding op de
volgende periode, de middelbare school van de mensheid.
B2: Het rijk van de duisternis.
Rom.5:12+14 Door één mens is de zonde in de wereld gekomen en door de zonde de dood,
en zo is de dood voor ieder mens gekomen, want ieder mens heeft gezondigd…… Toch
heerste de dood in de tijd van Adam tot Mozes over alle mensen, ook al begingen ze
met hun zonden niet dezelfde overtreding als Adam.
Efez.2:1-3 U was dood door de misstappen en zonden waarmee u de weg ging van de god
van deze wereld, de heerser over de machten in de lucht, de geest die nu werkzaam is
3
in hen die God ongehoorzaam zijn. Net als zij lieten ook wij allen ons eens beheersen door
onze wereldse begeerten, wij volgden alle zelfzuchtige verlangens en gedachten die in ons
opkwamen en stonden van nature bloot aan Gods toorn, net als ieder ander.
De duivel zat bepaald niet stil tijdens deze periode van de lagere school van de mensheid;
door de zonde van Adam had hij een legale toegang tot de aarde gekregen, en vanaf dat
moment zette hij alles op alles om zijn machtsgebied uit te breiden tot aan de uiteinden van
de aarde. Een bijzonder duister dieptepunt in de geschiedenis van de mensheid vinden we in
Gen.6:1-4, waar de zonen van God een relatie aangingen met de dochters van de mensen.
Nu is het zo dat de titel “zonen van God” in deze periode alleen betrekking heeft op engelen,
omdat deze titel in die tijd voor mensen nog niet beschikbaar was. Naast Gen.6:2+4 komen
we deze term “zonen van God” in deze tijd alleen tegen in het boek Job, zie Job 1:6 + 2:1 +
38:7 (NBG’51). Hier is sprake van het onvoorstelbaar duistere fenomeen van een relatie
tussen demonen en vrouwen, ten gevolge waarvan mensen werden geboren van extreme
lengte; ze worden reuzen of giganten genoemd. Het Hebreeuwse woord daarvoor is “nefilim”
en dit woord komen we ook in Num.13:33 tegen; zelfs in de tijd van David bestonden deze
mensen van ongeveer 3 meter lengte nog, want Goliath behoorde tot hen (1Sam.16:4). Ook
in 2Sam.21:15-21 worden nog 4 nefilim genoemd, vier broers uit hetzelfde gezin. Het
resultaat van deze intieme verbinding tussen mensen en demonen was verschrikkelijk.
Gen.6:5 De HEER zag dat alle mensen op aarde slecht waren: alles wat ze uitdachten was
steeds even slecht. Hij kreeg er spijt van dat Hij mensen had gemaakt en voelde Zich diep
gekwetst.
Gen.6:11-13 In Noachs tijd was de aarde in Gods ogen verdorven en vol onrecht. Toen God
zag dat de aarde door en door slecht was, dat iedereen een verderfelijk leven leidde, zei
Hij tegen Noach: Ik heb besloten een einde te maken aan het leven van alle mensen, want
door hen is de aarde vol onrecht. Ik ga hen vernietigen, en de aarde erbij.
De zondvloed maakte tijdelijk een einde aan deze allesoverheersende duisternis in het hart
van de mensen, maar na de zondeval begon dit proces opnieuw. Maar naast de immorele
dimensie van de duisternis kwam er een nieuw aspect bij, namelijk een politieke dimensie; in
de tijd na de zondeval verscheen de éérste politieke machthebber (!) op het toneel, en hij
zette een volledig nieuwe trend in werking die doorwerkt tot op de dag van vandaag.
Gen.10:8-10 Kus was ook de vader van Nimrod, die de eerste machthebber op aarde
was. Hij was een geweldig jager, door niemand overtroffen. Vandaar het gezegde: Een jager
zonder weerga, een tweede Nimrod. De kern van zijn rijk werd gevormd door Babel,
Uruk, Akkad en Kalne, in Sinear.
Uit opgravingen is gebleken dat deze Nimrod zich tot een onvoorstelbaar wrede dictator
ontwikkelde, die samen met zijn vrouw schuldig was aan de moord op duizenden mensen
die zich verzetten tegen zijn heerschappij. De kern van zijn rijk werd gevormd door de stad
Babel in het land Sinear; de stad Babel is in de Bijbel een symbool van de rebellie tegen het
koninkrijk van God. De profeet Jeremia beschrijft de geestelijke mentaliteit van Babel.
Jer.50:23 …… de hamer die de hele aarde sloeg……
Jer.50:29b Ze was hoogmoedig tegenover de HEER, de Heilige van Israël.
Jer.50:38b Het is een land vol afgodsbeelden, het wordt door demonen tot waanzin
gedreven.
Jer.51:1 …… de bevolking van Leb-Kamai (= het hart van mijn tegenstander).
Jer.51:25 Babel, berg die alles vernietigt, die heel de aarde verwoest……
Jesaja 14 beschrijft de duivel als de koning van Babel (Jes.14:4-6); uit de verzen 12-14 blijkt
duidelijk dat het om de duivel gaat, en het woord morgenster (heylel = lichtdrager) is het
woord waarvan zijn naam “lucifer” afgeleid is. Jes.47:5 noemt vrouwe Chaldea (= Babel) de
meesteres over alle koninkrijk, en haar komen we ook tegen in Openb.17+18 als de vrouw
die als de grote stad heerst over de koningen op aarde (Openb.17:18). Deze vrouw is dus
tegelijkertijd een stad die ook de moeder is van alle hoeren en van alle gruwelijkheden ter
wereld (Openb.17:5).
In dit stadium van de menselijke geschiedenis probeerde de duivel zijn duistere macht
gestalte te geven in een politiek systeem, dat verder in de Bijbel als Babel omschreven
wordt. Het genoemde land Sinear (Gen.10:10, 11:1) is het land waarover gesproken wordt in
4
het boek Zacharia; in Zach.5:5-11 wordt een vrouw met de naam “verdorvenheid” naar het
land Sinear gebracht, waar ze voor haar een tempel gaan bouwen. Ook hier is sprake van de
hoer van Babylon uit Openb.17+18. Babel is in dit hele verhaal een politiek-religieus systeem
van de duivel, een systeem dat hij door de hele geschiedenis van de mensheid heen heeft
weten te handhaven. Om die reden werd in Gen.11:1-9 een toren gebouwd met politieke en
religieuze motieven, want deze toren was een Ziggurat die bedoeld was voor aanbidding van
afgoden. Maar het demonische streven ging veel verder dan alleen maar afgoderij; er was
sprake van een eenheid onder de mensen buiten God om.
Gen.11:4+6 Ze zeiden: Laten we een stad bouwen met een toren die tot in de hemel reikt.
Dat zal ons beroemd maken, en dan zullen we niet over de hele aarde verspreid raken……
Dit is één volk en ze spreken allemaal één en dezelfde taal, dacht de HEER, en wat ze nu
doen is nog maar het begin. Alles wat ze verder nog van plan zijn, ligt nu binnen hun bereik.
Babel spreekt van een politieke eenheid door de vernietiging van Gods variëteit en het
creëren van een kleurloze valse eenheid; bovendien spreekt het van een religieuze eenheid
die op de aarde begint en in de hemel eindigt door een toren die tot in de hemel reikt. Religie
is het tegenovergestelde van geloof, want geloof begint in de hemel en religie begint op de
aarde. De kern van dit politiek-religieuze rijk werd gevormd door vier steden (Gen.10:10),
waarvan Babel het centrum was. Het principe van dit duistere bolwerk, bestaande uit vier
machtsblokken, komen we ook tegen tijdens de middelbare en hogere leerschool van de
mensheid. Maar God begon een contrarevolutie door de start van de middelbare leerschool
van de mensheid met de roeping van Abraham.
C: De middelbare school van de mensheid.
Ps.147:19-20 Hij maakt Zijn woorden aan Jakob bekend, Zijn wetten en voorschriften aan
Israël. Met geen ander volk heeft Hij Zich zo verbonden, met Zijn wetten zijn zij niet
vertrouwd. Halleluja!
Rom.3:1-2 Wat hebben de Joden dan nog voor op anderen? Heeft het enig nut dat men
besneden is? Zeer zeker, en in ieder opzicht. In de eerste plaats zijn het de Joden aan
wie God Zijn woord heeft toevertrouwd.
Deut.4:32-36 Ga de hele geschiedenis maar eens na, vanaf de dag dat God de mens op
aarde schiep, en doorkruis de hele wereld van het uiterste oosten tot het uiterste westen: is
zoiets geweldigs ooit voorgekomen, heeft men ooit iets dergelijks vernomen? Is er ooit een
volk geweest dat net als u vanuit een vuur de stem van een god heeft gehoord en dat heeft
overleefd? Is er ooit een god geweest die het heeft aangedurfd zich een volk toe te eigenen
waarover een ander volk macht uitoefende, en die dat deed met grootse daden, met tekenen
en wonderen en felle strijd, met sterke hand en opgeheven arm, en op angstaanjagende
wijze, zoals u met eigen ogen de HEER, uw God, in Egypte hebt zien doen? U bent er
getuige van geweest opdat u zou beseffen dat de HEER de enige God is; er is geen ander
naast Hem. Vanuit de hemel heeft Hij Zijn stem laten horen om u op te voeden, en op
aarde heeft Hij u dat grote vuur laten zien en vanuit het vuur Zijn geboden bekendgemaakt.
Tijdens de lagere school van de mensheid bleek dat het geweten van de mens meestal niet
voldoende was om de wetten van God te ontdekken; slechts enkelen hielden de banier van
Gods koninkrijk omhoog temidden van een corrupte wereld. We kennen deze pioniers zoals
Henoch, Noach, Job en ook een man als Melchisedek; zij waren rechtvaardig voor God en
bewezen dat het mogelijk was relatie met God te onderhouden d.m.v. het geweten. Maar
voor het overgrote deel van de mensheid was duidelijk dat dit niet voldoende was; zij dreven
zover van God af dat het voor de Heer noodzakelijk was Zijn wetten op te schrijven. En de
middelbare leerschool van de mensheid wordt dan ook gekenmerkt door het geschreven
woord van God, waarin Hij Zijn morele principes bekendmaakte.
C1: De middelbare school.
Deze periode van de middelbare school heeft ook ongeveer 2000 jaar geduurd, namelijk
vanaf de roeping van Abraham tot aan de komst van Jezus; deze periode wordt dus vooral
gekenmerkt door het geschreven woord, maar nog steeds speelde het geweten dezelfde
rol als tijdens de lagere school. In deze tweede periode vormden het geschreven woord en
5
het menselijke geweten een hecht team. Maar met de roeping van Abraham versmalde God
Zijn genade en beperkte deze genade tot één enkel volk, namelijk het volk Israël; alle andere
volken moesten nog verder op het niveau van de lagere school. Alleen Israël werd in staat
gesteld om het leerproces van deze middelbare school te volgen; de manier waarop God dat
deed was totaal uniek en nog nooit had zoiets bijzonders in de hele menselijke geschiedenis
plaatsgevonden.
Deut.7:6-8 Want u bent een volk dat aan de HEER, uw God, is gewijd. U bent door Hem
uitgekozen om, anders dan alle andere volken op aarde, Zijn kostbaar bezit te zijn. Het is
niet omdat u talrijker was dan de andere volken dat Hij u lief kreeg en uitkoos, u was het
kleinste van allemaal! Maar omdat Hij u liefhad en Zich wilde houden aan wat Hij uw
voorouders onder ede had beloofd, heeft de HEER u met sterke hand bevrijd uit de slavernij,
uit de macht van de farao, de koning van Egypte.
Na de lagere leerschool versmalde God Zijn genade, zoals een zandloper in het midden
smal is om daarna weer breder te worden; zo beperkte God tijdens de middelbare school
Zijn genade vooral tot het volk Israël, maar met de bedoeling deze genade daarna weer over
de hele aarde uit te spreiden.
Gen.12:2-3 Ik zal je tot een groot volk maken, Ik zal je zegenen, Ik zal je aanzien geven,
een bron van zegen zul je zijn. Ik zal zegenen wie jou zegenen, wie jou bespot, zal Ik
vervloeken. Alle volken op aarde zullen wensen gezegend te worden als jij.
Deze periode van de middelbare school van de mensheid neemt vanaf Gen.12 verder het
hele Oude Testament in beslag, en beschrijft vooral de geschiedenis van het volk Israël.
Deze middelbare school was niet alleen een voorbereiding op de eerste komst van Jezus
met daarna de hogere school van de mensheid, maar ook een voorbereiding op de eindtijd
en de tweede komst van Jezus.
C2: Het rijk van de duisternis.
Zoals de tweede helft van de lagere school der mensheid gedomineerd werd door het
politieke machtssysteem van Sinear d.m.v. vier grote steden, zo werd de tweede helft van de
middelbare school der mensheid gedomineerd door vier grote politieke machten. De Heilige
Geest toonde deze realiteit d.m.v. een droom aan Nebucadnessar, de koning van Babel, op
het moment dat Daniël deel uitmaakte van zijn hofhouding. Deze droom van Nebucadnessar
vinden we in Daniël 2.
Dan.2:31-35 U, majesteit, hebt een visioen gehad. U zag een groot beeld. Dat beeld was
reusachtig en bezat een prachtige glans. Het stond voor u en de aanblik ervan was
afschrikwekkend. Het hoofd van het beeld was van zuiver goud, zijn borst en armen waren
van zilver, zijn buik en lendenen van brons, zijn benen van ijzer, zijn voeten deels van ijzer,
deels van leem. U zag hoe een steen losraakte, zonder dat er een mensenhand aan te pas
kwam, hoe de steen tegen de ijzeren en lemen voeten van het beeld sloeg en verbrijzelde.
Op hetzelfde ogenblik verpulverden het ijzer, leem, brons, zilver en goud. Het werd als kaf op
een dorsvloer in de zomer; de wind voerde het mee, totdat er geen spoor meer van te vinden
was. Maar de steen die tegen het beeld was geslagen, werd een hoge berg die de hele
aarde bedekte. Dit was uw droom.
Koning Nebucadnessar wilde graag weten wat er in de toekomst ging gebeuren (Dan.2:29),
en de Heer liet via een droom aan Daniël (Dan.2:19) weten wat de betekenis van Gods
antwoord aan Nebucadnessar was. Zowel uit deze droom als uit alle andere visioenen en
dromen in het boek Daniël wordt bijzonder duidelijk dat God heerst over de geschiedenis van
de mensheid, en dat geen enkele infiltratie van de duisternis bij machte is om de soevereine
plannen van God te doorkruisen (Dan.3:33, 4:31-32+34). God kent de geschiedenis van
tevoren en deelt de geschiedenis zo in dat Hij in Zijn soevereine macht en heerschappij al
Zijn plannen tot een goed einde brengt.
De verklaring van de droom van Nebucadnessar vinden we in Dan.2:36-45; de droom
profeteert over de opkomst van vier politieke machten die grote invloed hebben gehad op
de geschiedenis van het volk Israël. De eerste politieke macht was het rijk van Babel, de
daaropvolgende politieke macht was het Medo-Perzische rijk, daarna kwam het Griekse rijk
6
van Alexander de Grote, en tenslotte het Romeinse rijk. Maar de Heilige Geest voorspelde
de komst van een koninkrijk dat al deze politieke machten omver zou werpen.
Dan.2:44 Maar ten tijde van die koninkrijken zal de God van de hemel een rijk laten opkomen
dat nooit te gronde zal gaan en dat nooit op een ander volk zal overgaan. Het zal al die
koninkrijken verbrijzelen en vernietigen, maar zelf zal het eeuwig bestaan.
Bij de eerste komst van Jezus kwam de Koning van dit koninkrijk van God incognito op de
aarde, maar Hij luidde de komst van dit koninkrijk in; met de volgende woorden van Jezus
werd de doorbraak van Gods koninkrijk op aarde een realiteit, hoewel deze realiteit pas
volledig zichtbaar wordt bij de tweede komst van de Koning.
Marc.1:15 Dit was wat Jezus zei: De tijd is aangebroken, het koninkrijk van God is nabij;
kom tot inkeer en hecht geloof aan dit goede nieuws.
Vanaf dat moment begon het koninkrijk van God zich te ontwikkelen tot een hoge berg die de
hele aarde bedekte (Dan.2:35b). Zoals de ontwikkeling van de lagere school gedomineerd
werd door de politieke en religieuze invloed vanuit de vier steden van Sinear, zo werd de
ontwikkeling van de middelbare school gedomineerd door de politieke en religieuze invloed
van deze vier grote politieke machten. De hogere school van de mensheid werd ingeluid met
de doorbraak van het koninkrijk van God op aarde, maar het volledig openbaar worden van
Gods koninkrijk wordt opnieuw voorafgegaan door vier politieke machten.
D: De hogere school van de mensheid.
Hand.17:30-31 God slaat echter geen acht op de tijd waarin men Hem niet kende, maar
roept nu overal de mensen op om een nieuw leven te beginnen, want Hij heeft bepaald dat
er een dag komt waarop Hij een rechtvaardig oordeel over de mensheid zal laten vellen door
een Man die Hij voor dat doel heeft aangewezen. Het bewijs dat het om deze Man gaat,
heeft Hij geleverd door Hem uit de dood te doen opstaan.
D1: De hogere school.
De periode van de hogere leerschool der mensheid wordt gekenmerkt door de aanwezigheid
van het koninkrijk van God, maar op een manier die wel eens omschreven is als aanwezig
maar nog niet! De hogere leerschool wordt gekenmerkt door de aanwezigheid van het
koninkrijk van God op een verborgen manier. Zowel Johannes de Doper (Matt.3:2) alsook
Jezus (Matt.4:17) begonnen hun openbare bediening met een oproep tot bekering omdat het
koninkrijk van de hemel vlakbij was; ook de 12 apostelen moesten hun openbare bediening
beginnen met deze oproep (Matt.10:7). In de Bergrede (Matt.5-7) legde Jezus de principes
voor het koninkrijk van God vast, terwijl dit koninkrijk toch nog zichtbaar worden moest
(Matt.6:10). Aan de andere kant was het koninkrijk van de hemel sinds de dagen van
Johannes de Doper bezig zich baan te breken met geweld (Matt.11:12, Luc.16:16), en toen
Jezus demonen uitdreef door de Heilige Geest, concludeerde Jezus dat het koninkrijk van
God gekomen was.
De leerlingen van Jezus mochten en konden de geheimen van het koninkrijk van de hemel al
leren kennen (Matt.13:11+51), maar toch was het koninkrijk van de hemel ook nog een
verborgen schat (Matt.13:44). Tegelijkertijd kregen de apostelen de sleutels van dit koninkrijk
al in bezit (Matt.16:19, 18:18), en zij konden vanaf dat moment beschikken over de autoriteit
van dit koninkrijk (Luc.22:29), want het koninkrijk van God lag binnen hun bereik (Luc.17:21).
Maar toen Jezus voor Pilatus stond, zei Hij dat Zijn koninkrijk niet van deze wereld was
(Joh.18:36), en toen Jezus weer naar de hemel terugging, was het koninkrijk nog steeds niet
gekomen (Hand.1:6-7). We lezen echter in het boek Openbaring verschillende malen dat in
de eindtijd het koninkrijk van God in volheid zal doorbreken in de realiteit van de aarde.
Openb.11:15 Toen blies de zevende engel op zijn bazuin. In de hemel klonken luide
stemmen, die zeiden: Nu begint de heerschappij van onze Heer over de wereld, en die
van Zijn Messias. Hij zal heersen tot in eeuwigheid.
Openb.12:10 Toen hoorde ik een luide stem in de hemel zeggen: Nu zijn de redding, de
macht en het koningschap van onze God werkelijkheid geworden, en de heerschappij
van Zijn Messias. Want de aanklager van onze broeders en zusters, die hen dag en nacht bij
onze God aanklaagde, is ten val gebracht.
7
Openb.19:6 Toen hoorde ik iets als een stem van een grote menigte, van geweldige
watermassa’s en van krachtige donderslagen zeggen: Halleluja! De Heer, onze God, de
Almachtige, heeft het koningschap op Zich genomen.
De hogere leerschool van de mensheid wordt dus gekenmerkt door de aanwezigheid van het
koninkrijk van God op een manier die we het beste kunnen omschrijven als aanwezig maar
nog niet helemaal. In de droom van Nebucadnessar werd het koninkrijk van God beschreven
als een steen die losraakte zonder dat er een mensenhand aan te pas kwam (Dan.2:34). De
principes van dit koninkrijk overheersen de hogere leerschool van de mensheid, want God
spreekt nog steeds tot het geweten van de mens, maar Hij spreekt ook door het geschreven
woord tot de mens, maar door de volheid van de Heilige Geest wordt het koninkrijk van God
op de meest krachtige manier zichtbaar.
1Tess.1:5 Onze verkondiging aan u overtuigde immers niet alleen door onze woorden, maar
ook door de overweldigende kracht van de Heilige Geest.
1Kor.2:4 De boodschap die ik verkondigde overtuigde niet door wijsheid, maar bewees zich
door de kracht van de Geest.
Rom.15:18-19a Ik zal over niets anders spreken dan wat Christus door mij tot stand brengt
om de heidenen tot gehoorzaamheid te brengen: door wat ik zeg en doe, door Zijn macht
waarmee ik tekenen en wonderen verricht door de macht van Gods Geest.
De lagere leerschool werd gekenmerkt door Gods stem tot het geweten, de middelbare
leerschool werd gekenmerkt door Gods stem tot het geweten én door Zijn geschreven
woord, en de hogere leerschool wordt gekenmerkt door Gods stem tot het geweten, zowel
door Zijn geschreven woord als door de kracht van de Heilige Geest. Zo bereidt God de
mensheid voor op de ontknoping van de menselijke geschiedenis en de grote doorbraak van
Zijn koninkrijk op aarde door de tweede komst van Jezus.
D2: Het rijk van de duisternis.
1Petr.5:8 Wees waakzaam, wees op uw hoede, want uw vijand, de duivel, zwerft rond als
een brullende leeuw, op zoek naar een prooi.
Openb.12:12b Maar wee de aarde en de zee: de duivel is naar jullie afgedaald! Hij is
woedend, want hij weet dat hij geen tijd te verliezen heeft.
Net als de periode van de lagere school en de periode van de middelbare school zal ook de
periode van de hogere school gedomineerd worden door vier politieke machten, en deze vier
machten worden beschreven in Daniël 7. We moeten daarbij goed rekening houden met het
feit dat het boek Daniël hoofdzakelijk profeteert over de geschiedenis van het volk Israël in
de eindtijd, terwijl het boek Openbaring hoofdzakelijk profeteert over de gemeente van Jezus
in de eindtijd. De gemeente van Jezus bestaat natuurlijk uit gelovige Joden en heidenen die
tot geloof gekomen zijn. Het boek Daniël legt nadruk op de natuurlijke ontwikkelingen rond
het volk Israël, terwijl het boek Openbaring nadruk legt op de geestelijke ontwikkelingen in de
hemelse gebieden. Toch zullen deze beide boeken in de eindtijd volledig parallel lopen en op
verschillende punten ook samen optrekken in hun profetieën over de eindtijd. Want wat God
samengevoegd heeft, mag een mens niet scheiden (Matt.19:6).
Terwijl Daniël 2 sprak over de vier grote politieke machten voorafgaand aan de éérste komst
van Jezus, spreekt Daniël 7 over vier grote politieke machten die voorafgaan aan de twééde
komst van Jezus. Daarbij komt ook nog dat de vier politieke machten uit Daniël 2 historisch
gezien gemakkelijk te herkennen zijn, omdat het rijk van Babylonië duidelijk aangegeven
wordt als de eerste van deze vier machten (Dan.2:37-38). We weten daarom ook dat de
andere drie machten het Medo-Perzische rijk, het Griekse rijk en het Romeinse rijk zijn, want
dat is bekend uit de geschiedenis. Maar de vier politieke machten die in Dan.7 genoemd
worden laten zich misschien wat minder gemakkelijk aanduiden, omdat we leven in de tijd
waarin Dan.7 bezig is in vervulling te gaan. Het is in ieder geval duidelijk dat het gaat om vier
politieke machten, want dat wordt duidelijk verklaard in Dan.7:17, maar om welke machten
gaat het? Velen denken dat Dan.2 en Dan.7 spreken van dezelfde politieke machten, maar
Dan.2 gaat duidelijk vooraf aan de éérste komst van Christus, terwijl Dan.7 duidelijk vooraf
gaat aan de twééde komst van Christus, want in Dan.7:13-14 ontvangt Jezus heerschappij
8
over alle volken en naties, en deze heerschappij wordt Hem nooit meer afgenomen. Maar
over welke machten gaat het dan?Dit zijn de profetische beschrijvingen.
Dan.7:1-7 In het eerste jaar van koning Belsassar van Babylonië had Daniël een droom,
beelden kwamen in hem op tijdens zijn slaap. Hij schreef die droom op en zijn verslag begon
aldus: Ik had een nachtelijk visioen waarin ik zag hoe de vier winden van de hemel de grote
zee in beroering brachten. Vier grote dieren rezen op uit de zee, elk met een andere
gestalte. Het eerste dier leek op een leeuw, maar dan met adelaarsvleugels. Ik zag hoe
zijn vleugels werden uitgerukt, hoe het dier werd opgetild, op twee voeten overeind werd
gezet als een mens en ook het hart van een mens kreeg. Toen verscheen er een tweede
dier; het leek op een beer en het had zich half opgericht. Het hield drie ribben tussen de
tanden van zijn muil, en het dier werd aangespoord met de woorden: “Sta op, eet veel vlees.”
Daarna zag ik een ander dier; het leek op een panter, maar dan met vier vogelvleugels op
zijn rug, en het had ook vier koppen. Dit dier werd macht toebedeeld. Daarna zag ik in mijn
nachtelijke visioenen een vierde dier, angstaanjagend, afschrikwekkend en geweldig
sterk, met grote ijzeren tanden. Het vrat en vermaalde alles, en wat overbleef vertrapte het
met zijn poten. Het verschilde van alle dieren die daarvoor verschenen waren, en het had
tien horens.
Het is opmerkelijk dat deze vier grote dieren opkomen uit de zee, terwijl er in vers 17 sprake
is van vier koningen die uit de aarde zullen opkomen. De zee is een profetisch beeld van de
geestelijke situatie onder de volken terwijl de aarde een profetisch beeld is van de natuurlijke
situatie onder de volken; de vier dieren uit de zee zijn een aanduiding van demonische
machten die heerschappij voeren over de vier koningen die uit de politieke situatie van de
volken te voorschijn komen. Deze vier koningen zijn dus politieke leiders of politieke
systemen die beheerst worden door demonische machten, en de geestelijke drijfkracht
achter deze vier machten is de haat tegen het volk Israël vanwege de Joodse Messias Jezus
Christus. Het grote gemeenschappelijke kenmerk van deze laatste vier grote dictaturen uit
de geschiedenis van de mensheid is de haat tegen het Joodse volk, maar ook tegen de
gemeente van Jezus Christus. Daarom ben ik tot de conclusie gekomen dat de betekenis
van deze vier dieren als symbolen van vier dictaturen de volgende is.
a) de leeuw met de adelaarsvleugels is een symbool van het fascisme van Adolf Hitler.
b) de beer is het symbool van Rusland en spreekt daarom van het communisme.
c) de panter is een geestelijk symbool van religie, en het spreekt vooral van het religieuze
fundamentalisme van de islam, het hindoeïsme en andere religies.
d) het vierde dier is de laatste dictatuur in de menselijke geschiedenis en spreekt van de
antichrist, die de laatste politieke leider op aarde zal zijn voordat Jezus terugkomt.
D3: Het eerste dier is een leeuw.
Dan.7:4 Het eerste dier leek op een leeuw, maar dan met adelaarsvleugels. Ik zag hoe zijn
vleugels werden uitgerukt, hoe het dier werd opgetild, op twee voeten overeind werd gezet
als een mens en ook het hart van een mens kreeg.
Het politieke symbool van Duitsland is een adelaar, maar Adolf Hitler maakte van Duitsland
een verscheurend dier dat als een leeuw het Joodse volk heeft proberen te verslinden.
Omdat de adelaar in de Bijbel niet het beeld is van een verscheurend dier, is het beeld van
een leeuw toegevoegd om duidelijk te maken dat het om een roofdier gaat dat het volk Israël
probeert uit te roeien. Het uitrukken van de vleugels van de adelaar duidt op het einde van
de Tweede Wereldoorlog, terwijl het overeind zetten van dit dier op twee voeten een herstel
aangeeft maar op een menselijke manier. Het dier krijgt het hart van een mens waardoor het
een menselijke uitstraling krijgt, maar diep van binnen is het nog steeds een roofdier. Dit
geeft aan dat het meedogenloze fascisme van Adolf Hitler aan het einde van de Tweede
Wereldoorlog militair gezien weliswaar verslagen is, maar de geest van het fascisme is sinds
die tijd altijd aanwezig gebleven in de wereld. We zien dit in de opkomst van ultrarechtse
groeperingen, neo-nazi’s en extreem-rechtse politici in verschillende Europese landen; de
geest van extreem-rechts is nog steeds aanwezig en demonstreert nog steeds zijn haat
tegen het Joodse volk.
9
D4: Het tweede dier is een beer.
Dan.7:5 Toen verscheen er een tweede dier; het leek op een beer en het had zich half
opgericht. Het hield drie ribben tussen de tanden van zijn muil, en het dier werd aangespoord
met de woorden: “Sta op, eet veel vlees.”
Zoals de adelaar een politiek symbool is van Duitsland, zo is de beer al heel lang een politiek
symbool van Rusland; daarom spreekt het tweede dier van het sovjetcommunisme en van
een extreem-linkse geest. Het extreem-rechtse fascisme demonstreerde vooral haat tegen
de Joden, terwijl het extreem-linkse communisme vooral haat heeft gedemonstreerd tegen
het christelijk geloof; maar toch zijn ook de Joden in de Sovjet-Unie vervolgd geweest. Het
kenmerk van de beer is dat het een sterke aansporing krijgt om veel vlees te eten; dit geeft
aan dat er sprake is van een dictatuur die talloze mensen van het leven heeft beroofd. Het
feit dat de beer drie ribben tegelijk in zijn muil heeft, geeft wel aan dat het een enorm groot
en verscheurend dier is. Hoewel het communisme een flinke deuk heeft opgelopen in zijn
imago, is de geest van extreem-links nog volop aanwezig in de wereld. Landen als China en
Noord-Korea en Vietnam hanteren het communisme nog steeds als politieke leidraad, en in
die landen wordt de gemeente van Jezus nog steeds vervolgd.
D5: Het derde dier is een panter.
Dan.7:6 Daarna zag ik een ander dier; het leek op een panter, maar dan met vier
vogelvleugels op zijn rug, en het had ook vier koppen. Dit dier werd macht toebedeeld.
De panter of luipaard komt 6 keer voor in het Oude Testament, en wordt ook beschreven als
een roofdier, maar in profetische taal is het bekend dat de panter een symbool is van religie
die zich verzet tegen de Leeuw van Juda, dat is Jezus. Het gemeenschappelijke kenmerk
van deze roofdieren is hun haat tegen het Joodse volk, omdat Jezus de Koning der Joden is;
daarom spreekt dit derde dier vooral van de islam, omdat de islam ook een zeer sterke haat
koestert tegen het Joodse volk. Toch wordt de panter hier omschreven als een minder
verscheurend dier dan de leeuw en de beer, wat zou kunnen aanduiden dat het minder
effectief is in het vervolgen van het Joodse volk. De verklaring daarvoor is vrij logisch, omdat
Israël sinds 1948 een eigen staat heeft en een eigen militair apparaat; de Joden zijn beter
beveiligd in het eigen land dan in andere landen van de wereld.
De kracht van deze panter zit niet in zijn klauwen, maar in zijn vier koppen en vier vleugels;
dit lijkt een symbool te zijn van een politiek systeem dat zich snel kan verplaatsen en overal
kan toeslaan. Dit zien we in de vele terroristische aanslagen door moslim-extremisten die
over de hele wereld plaatsvinden; 11 september 2001 is een belangrijk moment geweest. De
moslims zullen niet in staat zijn om via militaire macht Israël te verslaan, en daarom zullen
extremistische moslims via aanslagen de wereld onder druk zetten om zich terug te trekken
van Israël. De macht van deze panter bestaat vooral uit politieke intimidatie en grote druk
uitoefenen d.m.v. terroristische aanslagen. De macht van deze geest is nog niet gebroken.
D6: Het vierde dier is een monster.
Dan.7:7 Daarna zag ik in mijn nachtelijke visioenen een vierde dier, angstaanjagend,
afschrikwekkend en geweldig sterk, met grote ijzeren tanden. Het vrat en vermaalde alles, en
wat overbleef vertrapte het met zijn poten. Het verschilde van alle dieren die daarvoor
verschenen waren, en het had tien horens.
Er bestaat geen dier in de natuur dat te vergelijken is met het monster dat hier beschreven
wordt; de enige vergelijking die wij in de Bijbel vinden zijn de draak uit Openb.12:3 en het
beest uit Openb.13:1. En deze vergelijking klopt ook want dit verscheurende dier uit Dan.7 is
hetzelfde dier als het beest uit Openb.13; beide beschrijvingen hebben betrekking op de
antichrist, die de personificatie is van de duivel ofwel de draak uit Openb.12. We hebben hier
te maken met de laatste en meest verschrikkelijke dictator die de menselijke geschiedenis
ooit heeft voortgebracht. De antichrist is in alle opzichten het volledig tegenovergestelde van
Christus, want Jezus Christus is God die Mens geworden is, terwijl de antichrist de duivel in
mensengedaante is, niet figuurlijk maar letterlijk! Wat zijn politieke macht betreft onthult
Openb.13 ons een heel belangrijk gegeven.
Openb.13:1-2 Toen zag ik uit de zee een beest opkomen. Het had tien horens en zeven
10
koppen; het had een kroon op elke horen, en er stonden godslasterlijke namen op zijn
koppen. Het beest dat ik zag leek op een panter, met poten als van een beer en een bek als
de muil van een leeuw. De draak droeg zijn kracht en heerschappij en gezag aan het beest
over.
Uit vers 2 blijkt dus dat de politieke macht van de antichrist de optelsom zal zijn van de drie
voorafgaande dictaturen, m.a.w. de macht van de antichrist is de macht van het fascisme,
het communisme en het religieuze fundamentalisme bij elkaar opgeteld en dat op een
wereldwijde schaal. De ontknoping van de menselijke geschiedenis na de drie leerscholen
van de mensheid vindt plaats d.m.v. een dramatische explosie van het kwaad in de vorm van
een wereldwijde dictatuur.
Dan.7:23-25 Dat vierde dier duidt op een vierde koninkrijk dat op aarde zal komen, anders
dan andere koninkrijken, en dat de hele aarde zal verslinden, vertrappen en vermorzelen.
Die tien horens duiden op tien koningen die uit dat koninkrijk zullen opstaan, maar na hen zal
een andere opstaan, anders dan alle vorige, en deze zal drie koningen ten val brengen. Hij
zal in opstand komen tegen de hoogste God, en de heiligen van de hoogste onderdrukken.
Hij zal proberen hun feesten en hun wet te veranderen, en zij zullen aan zijn heerschappij
zijn overgeleverd voor één tijd, een dubbele tijd en een halve tijd.
Op diverse plaatsen in het boek Daniël en in het boek Openbaring wordt duidelijk gemaakt
dat de antichrist zeven jaar aan de macht zal zijn, waarbij hij halverwege zijn ware gezicht
zal laten zien. De laatste 3,5 jaar zal hij op monsterachtige wijze tekeer gaan, en Jezus heeft
duidelijk gemaakt dat er nooit een periode in de geschiedenis van de mensheid is geweest
die zo verschrikkelijk was als deze laatste 3,5 jaar. En wanneer deze periode niet ingekort
zou worden, zou geen enkel mens op aarde het overleven.
Matt.24:21-22 Want het zal een tijd zijn van enorme verschrikkingen, zoals er sinds het
ontstaan van de wereld tot nu nooit geweest zijn en er ook niet meer zullen komen. En als
die tijd niet verkort zou worden, dan zou geen enkel mens worden gered; maar omwille van
de uitverkorenen zal die tijd worden verkort.
Ik zal verderop in het boek Openbaring ingaan op de redenen waarom God toestaat dat deze
antichrist gaat komen, want het vergt veel inzicht en een intensieve relatie met de Heer om
te kunnen aanvaarden waarom de eindtijd zo verschrikkelijk is. Ik heb dit ook niet allemaal
zelf ontdekt, maar door jarenlang onderwijs van verschillende internationale Bijbelleraren ben
ik thuis geraakt in de materie van de eindtijd. Het betreft namelijk de ontknoping van de
menselijke geschiedenis en de afsluiting van de drie leerscholen van de mensheid, de climax
van het eeuwenoude conflict tussen licht en duisternis, en daarna het aanbreken van de
grote sabbatdag van 1000 jaar, het duizendjarige vrederijk waarin Jezus vanuit Jeruzalem
over de aarde zal regeren. Dit overzicht van de menselijke geschiedenis helpt mij om dieper
in het boek Openbaring te duiken en te graven naar de hartstochtelijke motieven van Jezus
waarom Hij zó de menselijke geschiedenis na de zondeval afsluit en Zijn koninkrijk op aarde
brengt. Openbaring 4 + 5 zijn voor het begrijpen van Gods motieven van het allergrootste
belang; inzicht in het Vaderhart van God en het gepassioneerde hart van Jezus, de KoningBruidegom, is van cruciaal belang om de rest van het boek Openbaring te kunnen begrijpen.
V.v.d.B. 
11
Download