Drs. M.P.H. van der Meer Inleiding Op het moment dat iemand de diagnose kanker hoort, staat hij of zij aan het begin van een crisis of een omwenteling in het leven. Dit geldt zowel voor de patiënt zelf als voor de mensen in zijn of haar omgeving. Zij staan voor de taak om met elkaar zo goed mogelijk door deze crisis heen te komen. Na zo’n ingrijpende periode ervaren veel mensen het leven anders. Veel patiënten beseffen dat ze tot dan toe eigenlijk geleefd hebben alsof het leven oneindig is. Het sterven krijgt een plaats in de levensvoorstelling. Voortaan wordt het leven in een ander perspectief gezien en dat hoeft niet altijd negatief te zijn. Veel patiënten vertellen bewuster te leven en bijvoorbeeld intenser te kunnen genieten van kleine dingen en dagelijkse gebeurtenissen. Voordat patiënten uit deze levenscrisis gesterkt tevoorschijn komen, moeten zij echter heel wat geestelijk werk verzetten. De lichamelijke conditie kan dit lastig maken. 48 Psychische problematiek 48 Psychische problematiek Psychische problemen Op een oncologische afdeling, of een afdeling voor kwaadaardige hematologische aandoeningen, ondervinden veel patiënten gedurende enige tijd psychische problemen. Het verwerken van gebeurtenissen van vóór de diagnose en alles wat daarna gebeurt, heeft invloed op het gevoelsleven en op het denken van patiënten. Veel mensen krijgen last van slapeloosheid, piekeren, somberheid, angst of onzekerheid. Meestal zijn deze psychische problemen goed invoelbaar en bespreekbaar en kunnen zij gezien worden als een normale reactie op een crisis in het leven. Maar in een aantal gevallen is de psychische problematiek heftiger of langduriger en is er sprake van een psychiatrisch probleem. Oorzaken voor het ontstaan van psychiatrische problemen kunnen er vele zijn: psychische, sociale en lichamelijke factoren kunnen hier een rol bij spelen. Oorzaken - Psychische factoren – Alles wat patiënten in hun leven meegemaakt hebben kan bijdragen aan het ontstaan van een psychiatrisch ziektebeeld: nare ervaringen in de jeugd, eerdere ziekenhuisopnames, ziekte of overlijden van dierbaren en recente problemen in huwelijk of werk. Ook het karakter van iemand is belangrijk. Iemand kan heel goed in staat zijn om te vechten tegen veel andere problemen, terwijl hij niet kan omgaan met ziekte. Bijvoorbeeld omdat hij of zij niet kan accepteren afhankelijk te zijn van anderen of te moeten afwachten. Patiënten zijn de controle over hun leven kwijt door de ziekte en dit is voor velen moeilijk te verdragen. - Sociale factoren – De draagkracht van patiënten kan erg ondermijnd worden door problemen thuis of op het werk, financiële of huisvestingsproblemen of door het ontbreken van steun van bijvoorbeeld familie en vrienden. - Lichamelijke factoren – De ziekte zelf of daaruit voortkomende complicaties en de behandeling kunnen een psychiatrisch ziektebeeld veroorzaken, zelfs bij een patiënt die tevoren in psychisch opzicht volkomen gezond was. Ook voor de naasten is het schokkend om dit te ervaren. 145 48 Psychische problematiek Lichamelijke oorzaken Er kan een delirium (‘verwardheid’) ontstaan door bijvoorbeeld een verhoogde calciumspiegel bij botafbraak of slechtere doorbloeding van de hersenen, als het bloed wat stroperig is. Ook hoge koorts en infecties kunnen een delirium veroorzaken, vooral bij een oudere patiënt. Pijn (botpijn en fracturen), vermoeidheid en slapeloosheid kunnen depressie, emotionele labiliteit, concentratieproblemen en geheugen- of angststoornis veroorzaken. Vooral als de patiënt in een slechte lichamelijke conditie verkeert. Medicijnen kunnen eveneens in belangrijke mate bijdragen aan een psychiatrisch ziektebeeld. Dit kan komen door de chemotherapie, maar ook door de ondersteunende medicatie. Deze psychiatrische bijwerkingen komen niet vaak voor en zijn in principe slechts tijdelijk. Enkele regelmatig gebruikte middelen, waarvan dit bekend is, zijn: Vincristine – Verwardheid, depressie, prikkelbaarheid, slapeloosheid, hallucinaties en psychose komen soms voor. Doxorubicine – Verwardheid en depressie komen soms voor. Interferon – Depressie, angst, spanning, emotionele labiliteit en slaperigheid komen regelmatig voor. Cyclosporine – Verlaagd bewustzijn en verwardheid komen soms voor. Morfine – Vooral bij hoge dosering komen verlaagd bewustzijn en onverschilligheid regelmatig voor. Delirium, hallucinaties, angst en nachtmerries komen soms voor. Prednison en dexamethason – Licht eufore stemming komt regelmatig voor. Slapeloosheid, stemmingswisseling, schijnbare persoonlijkheidsverandering, depressie of manie en delirium komen vooral bij hoge dosering voor. Psychiatrische beelden Depressie Met een periode van begrijpelijke sombere gevoelens en negatieve verwachtingen zal elke patiënt wel eens worden geconfronteerd. Deze invoelbare somberheid kan overgaan in een depressie, een psychiatrisch ziektebeeld dat langer aanhoudt en zich kenmerkt door een sombere of angstige stemming, gevoelens van hopeloosheid en waardeloosheid, schuldgevoelens en verlies van concentratie en interesse. Vaak trekken depressieve patiënten zich terug uit hun sociale omgeving. Dit ziektebeeld komt vaak voor bij kankerpatiënten, in het bijzonder bij die patiënten die steeds meer lichamelijke beperkingen ondervinden of pijn lijden. Voor de behandeling is van belang dat de oorzaak zoveel mogelijk wordt weggenomen. Als dit niet voldoende helpt, dan zal de therapie moeten bestaan uit een combinatie van antidepressiva en gesprekken. Doorgaans zijn depressies op deze wijze goed te behandelen. Steun van familie, vrienden, artsen en verpleegkundigen is eveneens belangrijk. Zij kunnen de patiënt helpen; regelmaat in het slaappatroon, afleiding, gezelschap, lichaamsbeweging en praten zijn belangrijk. 146 Angst Angst heeft vaak te maken met een crisis in het ziekteproces: na het vernemen van de diagnose, bij het opnieuw actief worden van de ziekte na een periode van stilstand, bij het vernemen dat de behandeling niet aanslaat of als er niet veel mogelijkheden meer zijn om de ziekte te bestrijden. Patiënten kunnen ook angstig worden als zij thuis gewend waren veel alcohol te nuttigen en dat in het ziekenhuis moeten missen. Ook als patiënten thuis kalmerende medicijnen of slaapmiddelen gebruikten en in het ziekenhuis niet meer krijgen, kunnen zij angstig worden. Diverse situaties kunnen angst oproepen zoals bepaalde ingrepen (beenmergpunctie, bloedprikken, infuus inbrengen), onderzoeken (CT-scan, MRI), polikliniekbezoek of opname. De herinnering aan een Delirium Een patiënt met een delirium is verward. Het beeld wordt gekenmerkt door een wisselend bewustzijn, geen besef van tijd of plaats, sterk wisselende aandacht, en meestal afwisselend onrust en apathie. Het beeld wisselt qua ernst en is altijd tijdelijk; soms een paar uur en soms enkele dagen. De oorzaak van een delirium is altijd lichamelijk. Het beeld komt vaker voor bij de ernstig zieke oudere patiënt. Meestal herinnert de patiënt zich achteraf weinig van het delirium in tegenstelling tot de familie. De behandeling bestaat uit het wegnemen van de oorzaak, indien mogelijk, het voorschrijven van medicatie tegen verwardheid en intensiever toezicht. Voorkomen moet worden dat een patiënt zichzelf tijdens een delirium schade toebrengt. Familieleden kunnen ook een bijdrage leveren door rustig aanwezig te zijn en de patiënt gerust te stellen. Belangrijk is dat er niet te veel bezoek komt, dat er vertrouwde gezichten zijn en vertrouwde voorwerpen zoals foto’s. 48 Psychische problematiek vorige chemokuur, waarbij de patiënt heel ziek is geweest, kan hem of haar zo angstig maken, dat de patiënt al misselijk wordt als hij het ziekenhuis binnenkomt. De behandeling kan afhankelijk van de oorzaak en de situatie bestaan uit gesprekken (praten over angst helpt!), gedragstherapie, hypnotherapie en/of medicatie. De naasten kunnen helpen door mee te gaan naar de polikliniek en aanwezig te zijn bij gesprekken met artsen en eventueel onderzoeken. Andere psychische problemen Depressie, angst en delirium, zijn de meest voorkomende psychiatrische beelden. Eerder is aangegeven dat pijn mede oorzaak kan zijn van angst of depressie, maar het kan ook andersom: door angst of depressie kan de pijnbeleving of pijntolerantie veranderen. Slapeloosheid komt veel voor. Dit kan allerlei oorzaken hebben zoals pijn of piekeren. Ook kan slapeloosheid voortkomen uit de vrees om dood te gaan of angst voor nachtmerries. Patiënten kunnen bang zijn om in hun slaap te overlijden. Ook bij dit soort klachten kan het van belang zijn te gaan praten met een psycholoog of psychiater en adviezen te vragen. En dan… Nog steeds zijn multipel myeloom en de ziekte van Waldenström niet volledig te genezen. Als een patiënt overlijdt, betekent dit het einde van zijn of haar strijd tegen de ziekte en leven met de ziekte. Dit geldt echter niet voor de nabestaanden: partner, kinderen, ouders, vrienden. Voor hen betekent het overlijden een nieuwe crisis in het leven. Dan beginnen zij aan een proces om te leren leven na dit afscheid, met fases van shock, reactie op de realiteit, verwerking en heroriëntatie. Dit proces kost veel tijd, zeker enkele maanden en meestal meer dan een jaar. Het helpt als de nabestaanden voorbereid waren op het overlijden, als zij en de overledene tevoren met elkaar hierover hebben kunnen praten en samen de pijn van het afscheid hebben durven en kunnen voelen. Persoonlijke eigenschappen en omgevingsfactoren kunnen van invloed zijn op het rouwproces van de nabestaanden. Kwam het overlijden plots of was het verwacht? Waren de omstandigheden vervelend en beangstigend of rustig en troostrijk? Hebben de nabestaanden steun ervaren in de voorafgaande periode? Een rouwproces kan afwezig lijken of vertraagd optreden, het kan ook ernstige vormen aannemen of zelf chronisch worden. Nabestaanden kunnen in deze periode te kampen krijgen met depressieve klachten of met angsten. Dit zal meestal een normale, invoelbare reactie zijn op het verlies, maar soms zijn de klachten zo langdurig of heftig dat er sprake is van een psychiatrisch probleem. In geval van een verstoord rouwproces kunnen ondersteunende en therapeutische gesprekken helpen een nieuw evenwicht in het leven te vinden. 147 48 Psychische problematiek Verwerken De manier waarop iemand omgaat met het verlies van een dierbare hangt samen met het karakter en met eerdere levenservaringen, maar ook met de situatie waarin mensen zitten. Er zijn mensen die in eerste instantie heel actief worden in werk, gezin of hobby’s om de pijn van het verlies en het verdriet te ontvluchten. Later komen de emoties vaak toch en soms is het dan moeilijker om daarvoor begrip te vinden. Er zijn ook mensen die een verlies van een dierbare zo slecht kunnen verdragen, dat zij ziekenhuizen en artsen aanklagen voor al dan niet vermeende fouten. Het lijkt erop, dat zij de artsen verwijten de patiënt te hebben laten sterven. Het is goed en kan constructief zijn als mensen mogelijke fouten en onzorgvuldigheden bespreken en eventueel ook een klacht indienen. Dit kan ten goede komen aan de eigen verwerking van het overlijden; als alles uitgezocht en uitgelegd is, kan dit helpen om rust te vinden. Maar als het een afleidingsmanoeuvre is voor het eigen verdriet, dan komt men er niet mee verder. Er zijn vele manieren te bedenken waarop mensen het rouwproces actief en constructief tegemoet treden. Het is goed om actief iets te doen aan rouwverwerking door erover te praten, te schrijven, ervaringen met anderen te delen. Aan de rouw om de overledene behoort ook weer een einde te komen. Het is de bedoeling, dat de nabestaande een nieuw evenwicht vindt in het eigen leven met bevrediging en ook weer geluk. 148