MARADEMO 2013 Moppen 2013. Klikken… dus… Lezen op eigen tempo. Veel plezier. Want lachen is gezond !!! Trots vertelt Karel aan zijn vriend:”Moet je horen, ik ben vader geworden !” Zegt de vriend enthousiast: “Gefeliciteerd ! En gaat het goed met je vrouw ?” Zegt Karel: “Nu nog wel, ik heb het haar nog niet verteld.” Een man gaat naar de dokter en zegt:”Ik kan ‘s avonds niet goed slapen. Ik heb steeds van die vreemde dromen.” “Wat droomt u dan allemaal?”, vraagt de dokter. “Ik zie een hoop schapen die aan het voetballen zijn.” “Oke”, zegt de dokter, “ik geef u pillen en die moet u vanaf vandaag slikken.” “Kan ik die pillen ook niet vanaf morgen gebruiken ?”, vraagt de man. “Waarom ?”, reageert de dokter verbaasd. “Het zit namelijk zo”, antwoordt de man, “vanavond spelen ze de finale.” Een man zegt tegen zijn vriend: “Ik heb al 18 maanden niet met mijn vrouw gesproken.” De vriend vraagt: “Waarom niet ?” De man zegt: “Ze houdt er niet van om onderbroken te worden.” Er zitten twee zwervers op een bank in het park. De ene legt een euro op de bank. Waarop de andere vraagt: “Waarom doe je dat ?” Waarop de eerste antwoordt: “Ik wil eens voelen hoe het is om geld op de bank te hebben.” De spierkracht van vrouwen wisselt in de loop van de dag ! Overdag kunnen ze nog geen pot appelmoes openkrijgen, maar ‘s nachts is het onmogelijk om een stuk dekbed van ze los te trekken ! Een man stapt een kroeg binnen en bestelt een pintje. Na wat rondgekeken te hebben, neemt hij plots zijn oog uit zijn oogkas en gooit het via de vloer en het plafond tegen het raam waarna zijn oog weer in zijn hand botst. De kerel naast hem kijkt ervan op maar zegt niets. Vijf minuten later pakt die man weer zijn oog en gooit het al weer tegen het raam waarna het weer in zijn hand botst. Weer wordt er niks gezegd. Na de derde keer vraagt de kerel naast hem: “Waarom gooi je zo met je oog tegen het raam?” Zegt de man: “Ik kijk of m’n fiets nog buiten staat.” Een gek is ontslagen uit het gekkenhuis en gaat bij zijn broer op bezoek. De gek is nog geen kwartier bij zijn broer of hij staat al op de tafel te roepen: “Ik ben een lamp ! Ik ben een lamp !” Zijn broer belt naar het gekkenhuis en klaagt: “Mooi is dat ! Mijn broer is nog geen kwartier binnen en hij staat al op de tafel te roepen dat hij een lamp is.” “Stuur hem maar weer terug”, zegt de telefoniste van het gekkenhuis. Waarop de broer reageert: “Geen denken aan ! Dan heb ik geen licht meer !” Jefke komt thuis van school en vraagt aan zijn ouders: “Wat voor een spel is overspel ?”Zegt zijn moeder: “Overspel is geen spel, want bij overspel zijn er geen winnaars, alleen verliezers !”Waarop zijn vader zegt:“Maar… meedoen is belangrijker dan winnen !” Een parkwachter gaf instructies aan een groep wandelaars. Hij waarschuwde: “Het is niet uitgesloten dat u een grizzlybeer tegenkomt. Maar grizzly’s gaan mensen meestal uit de weg. Daarom is het goed dat u een aantal belletjes aan uw rugzak bevestigt. Dan horen ze u aankomen en krijgen ze de kans om te vluchten. In deze winkel kunt u belletjes kopen voor twee euro per stuk. En als u uitwerpselen van een grizzly op uw pad vindt, kunt u maar beter maken dat u wegkomt !” “ Maar hoe weten we of het de uitwerpselen van een grizzly zijn ?” vroeg één van de wandelaars. “Oh, geen probleem. Dat ziet u meteen. Uitwerpselen van grizzly’s zitten namelijk vol met belletjes.” Jantje komt te laat op school en zegt: “Ik moest de stier wegbrengen om een koe te dekken.” De onderwijzer reageert geirriteerd: “Kan je vader dat niet doen ?” Jantje: “Zeker, maar de stier kan het beter.” Een man komt een politiekantoor binnen en zegt tegen de dienstdoende agent: “Ik heb begrepen dat de inbreker die in ons huis heeft ingebroken gearresteerd is. Ik wil graag even een woordje met hem spreken.” De agent: “Ik begrijp dat u kwaad bent meneer, maar dit kan ik natuurlijk niet toestaan.” “Nee, u begrijpt me verkeerd”, zegt de man, “ik wil alleen maar van hem weten hoe hij binnen is gekomen, zonder mijn vrouw wakker te maken.” Op een avond loopt Patrick zijn stamcafé binnen en zegt: “Wim, geef me snel een groot glas bier. Ik heb net ruzie gehad met het vrouwtje.” “Oh ja”, zegt Wim. “En hoe verliep het deze keer?” “Toen het voorbij was”, antwoordt Patrick, “kwam ze op handen en voeten bij me gekropen.” “Echt waar ?”, zegt Wim, “dat is verrassend ! En wat zei ze ?” “Ze zei: “Kom onder dat bed vandaan, schijtluis !” Twee domme blondjes lopen in een groot bos te zoeken naar een kerstboom. Ze zijn al twee uur aan het zoeken wanneer het langzaam donker begint te worden. Inmiddels vriest het dat het kraakt en in de verte horen ze de wolven huilen. Dan zegt het ene blondje, bang, koud en moe: “Nu ben ik het beu ! De eerste de beste spar die ik zie, hak ik om, of hij nu versierd is of niet !” Een man wil als docent op een meisjesschool gaan werken. De eerste gesprekken met de directie waren goed. De man heeft echter één probleempje: hij heeft een zenuwtrek en knippert voortdurend met één oog. De direkteur heeft hier wel problemen mee. Een klas vol meisjes waar je steeds naar zit te knipogen, dat kan natuurlijk niet. De man antwoordt dat de tic weggaat op het moment dat hij aspirine inneemt. “Wel”, zegt de direkteur, “laat dat dan maar eens zien.” De man grabbelt in zijn zak en haalt er de eerste paar keer handenvol condooms uit. Vervolgens heeft hij het pilletje te pakken en slikt het in. De tic verdwijnt meteen. Maar nu zit het er natuurlijk bovenarms op. De direkteur wil zijn uitleg over die condooms wel eens horen: “Een meisjesschool ? En dan zo’n vent die met die dingen op zak rondloopt ? Dat kan echt niet !” “Oh nee ?” antwoordt de man. “Heb jij wel al eens knipogend om aspirine gevraagd bij de apotheker ?” Dirk krijgt vliegles in een helikopter. Dirk: “Waarvoor zijn die wieken hierboven ?” Instructeur : “Voor de ventilatie.” Dirk: “Komaan, dat geloof ik niet.” Instructeur: “Ik zal ze zo eens stilzetten. Moet je zien hoe snel je het benauwd krijgt !” Een aantrekkelijke vrouw heeft een mooie kledingkast gekocht bij Ikea. Na een paar dagen belt ze de meubelzaak en klaagt dat de kast een paar keer per dag spontaan in elkaar stort. Een mannetje van Ikea komt eens kijken en constateert dat iedere keer er een trein passeert de kast inderdaad instort.Omdat hij niet kan zien wat precies begeeft, gaat hij in de kast staan om met een zaklamp, alle boutjes, moertjes en schroefjes in de gaten te houden. Plots hoort hij gestommel. De kast word opengetrokken en de Ikeaman staat oog in oog met een gespierde kerel. Het blijkt de vriend van de vrouw te zijn en deze wil weten wat de man in de kledingkast van zijn vriendin uitspookt. “Tja”, zegt de Ikeaman, “u gelooft het vast niet, maar ik sta hier op de trein te wachten.” Tijdens de introductie van het nieuwe schooljaar voor nieuwe studenten legt de decaan de regels uit. “Het is voor de mannelijke studenten streng verboden om de huisvesting van de dames te betreden. Als je toch wordt betrapt, betaal je een boete van 40 euro. Overtreed je de regel nog een keer wordt dat 80 euro. Snappen we je voor de derde keer dan betaal je maar liefst 120 euro.” Op dat moment roept een student: “En wat kost eigenlijk een seizoenskaart ?” Er zijn twee mannen, de ene met een dobermann en de andere met een chihuahua. De eerste zegt: “Laten we iets gaan eten in dat restaurant daar.” Zegt de ander: “Daar mogen we toch niet binnen met onze honden?” Zegt de man met de dobermann: “Let maar eens op hoe ik dat aanpak !” Hij zet een zonnebril op zijn hoofd en loopt naar het restaurant. De portier zegt: “Sorry, geen huisdieren toegelaten.” Zegt de man: “Nee, maar dit is mijn blindengeleidehond !” “Excuseer ? Een dobermann.” “Ja, die gebruiken ze ook tegenwoordig. Fantastische dieren !” “Oke, loop maar door.” De man met de chihuahua wil dit ook eens proberen. Hij zet een zonnebril op en loopt naar het restaurant. Zegt de portier: “Sorry, geen huisdieren in het restaurant !” Zegt de man: “Ja, maar dit is mijn blindengeleidehond !” “Een chihuahua ?, vraagt de portier verbaasd. Antwoordt de man: “Wat ? Hebben ze me een chihuahua gegeven ?” De direkteur van een lagere school belt naar de moeder van Tim om haar op de hoogte te brengen dat Tim moet nablijven. Wanneer de moeder naar de reden vraagt, zegt de direkteur: “Jeroen, de jongen die naast Tim zit, zat te roken in de klas.” “Wat ?”, roept Tims moeder. “Die Jeroen zit te roken en onze Tim moet nablijven ?” “Uiteraard”, zegt de direkteur, “Tim heeft hem tenslotte in brand gestoken.” Een apotheker komt ‘s middags naar zijn apotheek, waar Jan al de ganse middag aan het werken is. Buiten staat een man met een pijnlijke grimas op zijn gezicht, bewegingloos te staren naar het voorbijrijdende verkeer. “Wat is er mis met die man ?”, vraagt de apotheker aan Jan. “Wel die kwam daarstraks langs voor hoestsiroop, maar aangezien we dat niet in voorraad hebben, heb ik hem een laxeermiddel gegeven.” “Maar Jan toch !”, roept de apotheker, “een verkoudheid los je toch niet op met een laxeermiddel !” “Toch wel”, antwoordt Jan, “of denk je misschien dat hij nog durft te hoesten ?”