Raamwerk/inhoudsopgave schoolplan gebaseerd op INK

advertisement
Schoolplan 2011-2015
Koningin Julianaschool
Achterstraat 2a
4675BW Sint Philipsland
1
Inhoudsopgave
Inleiding
Blz. 4
Hoofdstuk 1: Leiderschap
a: Richten: waar de school voor staat
i. Kenmerken school
ii. Missie en visie
iii. Identiteitsbeleid
iv. Onderwijsconcept
v. Zorgconcept
vi. Personeelsbeleid
vii. Kwaliteitsbeleid
b. Inrichten: de organisatie van de school
i. De bestuurlijke organisatie
ii. inrichting organisatie van de school
iii. Rol van schoolbestuur, directie, team en ouders.
iv. Communicatiestructuur
c. Verrichten: hoe het leiderschap functioneert
i. Kenmerken van het leiderschap
ii. Borging van het leiderschap
Blz. 5
Hoofdstuk 2: Strategie en beleid
a.Oriënteren
i. Verkenning omgeving
ii. Verkenning intern
b. Creëren
i. Proces totstandkoming schoolplan
ii Schrijven schoolplan
c. Implementeren
i. Belangrijkste beleidsvoornemens komende periode
ii. Voornemens en plannen naar SMART doelen
iii. Bewaking voortang realisatie
Blz. 16
Hoofdstuk 3: Medewerkers
a. Organiseren
i. De visie op medewerkers
ii. functiebouwwerk
iii. Gezondheid, veiligheid en welzijn
b. Investeren
i. Visie op investeren
ii. integraal personeelsbeleid
c. Respecteren en waarderen
i. Visie op respecteren en waarderen
ii. Delegatie van verantwoordelijkheden en bevoegdheden
iii. Feedback over inspanningen en resultaten
iv. Inbreng bieden bij verbetering, innovatie en creativiteit
Blz. 24
Hoofdstuk 4: Middelen
a. Geld
i. Visie op financiën
ii. Planning- en control-cyclus
b. Gebouwen
i. Visie op gebouwen en mogeving
ii. Onderhoud gebouwen
c. Investeringen
Blz. 30
2
i. Benoemen van de processen
ii. Meten van de opbrengsten
Hoofdstuk 5: Processen
a. Identificeren
i. Benoemen van de processen
ii. Meten van de opbrengsten
b. Uitvoeren en beheersen
c. Doorlichten en verbeteren
i. Toezicht door bevoegd gezag
ii. Visitatiekringen op directieniveau
iii. Toezicht door het management
iv. Toezicht door de onderwijsinspectie
Blz. 34
Hoofdstuk 6: Resultaten
a. Waardering klanten (ouders en leerlingen)
i. Prestatie-indicatoren
ii. Norm
iii. Meting
iv. Analyse en verbeteren
b. Waardering medewerkers
i. Prestatie-indicatoren
ii. Norm
iii. Meting
iv. Analyse en verbeteren
c. Waardering maatschappij
i. Prestatie-indicatoren
ii. Meting
iii. Analyse en verbeteren
d. Waardering bestuur en financiers
i. Prestatie-indicatoren
ii. Norm
iii. Meting
iv. Analyse en verbeteren
Blz. 42
Hoofdstuk 7: Vervolgstappen
Blz. 46
Hoofdstuk 8: Planning per schooljaar
a. Schooljaar 2011-2012
b. Schooljaar 2012-2013
c. Schooljaar 2013-2014
d. Schooljaar 2014-2015
Blz. 47
3
Inleiding
Inhoud
Het schoolplan 2011-2015 van de Kon. Julianaschool bevat een beschrijving van het te voeren beleid
met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, omvat in elk
geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking
en verbetering van het onderwijs.
Het schoolplan omvat mede het beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële bijdragen of
geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen en
het beleid dat gevoerd wordt t.a.v. de in te zetten middelen ten behoeve van het onderwijs.
Motivatie
Aan het schoolplan van de Kon.Julianaschool ligt het wettelijk kader en het strategisch beleidskader
van de Stichting voor Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te St-Philipsland
Het schoolplan is ingedeeld volgens het INK-kwaliteitsmodel. (INK = Instituut Nederlandse Kwaliteit)
Dit model kan gebruikt worden in zowel bedrijfsleven als in onderwijsinstellingen. Redenen om voor de
indeling volgens dit model te kiezen zijn het feit dat in het INK-model de kwaliteitszorg op cycllische
wijze is geborgd, het feit dat het INK-model een zeer overzichtelijk ordeningsmodel is èn het feit dat
alle onderdelen van het onderwijsproces op integrale wijze erin zijn verwerkt.
Het schoolplan is een intern instrument om onszelf houvast te bieden bij de gemaakte beleidskeuzes
en bij de verdere planning van de uitvoering van ons beleid. Een verantwoordingsdocument aan het
bevoegd gezag en de inspectie van het onderwijs.
Adresgegevens school:
Kon. Julianaschool
Achterstraat 2a
4675 BW St-Philipsland
0167-573134
Email: [email protected]
Adresgegevens van de stichting waarvan de school uitgaat:
Stichting voor Basisonderwijs op gereformeerde grondslag te St-Philipsland
Langeweg 47
4675 RK Anna Jacobapolder
Adresgegevens directie:
Directeur: C. van ‘t Hof
Mosselkreekstraat 31
4675 BN Sint Philipsland
0167 572883
Vaststelling
Het schoolplan is vastgesteld in de bestuursvergadering van bovengenoemde stichting d.d. 22 juni
2011
Dhr. P. Kunst
Dhr. S. Kodde
voorzitter
secretaris
4
Hoofdstuk 1: Leiderschap
Leiderschap: Richten – inrichten – verrichten
a. Richten: waar de school voor staat
i. Kenmerken school
Ontstaan
De Stichting Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Sint Philipsland is opgericht in 1949 en
heeft één school onder haar beheer, namelijk de Koningin Julianaschool. De Koningin Julianaschool is
gesticht in 1949.
De noodzaak tot het oprichten van de stichting en het stichten van een school ligt in een gevoelde
noodzaak om de kinderen onderwijs te geven overeenkomstig de reformatorische levensovertuiging.
De stichting gaat uit van de drie plaatselijke kerken, te weten de Oud Gereformeerde Gemeente in
Nederland, de Gereformeerde Gemeente en de Nederlands Hervormde Kerk.
De school is een bijzondere school, van de reformatorische denominatie en is als zodanig aan
gesloten bij de besturenorganisatie “Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs”(VGS) te
Ridderkerk.
Doelgroep en voedingsgebied
De Koningin Julianaschool wordt bezocht door leerlingen van ouders die de grondslag en de
doelstelling van de stichting, zoals deze verwoord zijn in de artikelen 2 en 3 van de statuten,
onderschrijven. Ouders hebben zitting in bestuur en medezeggenschapsraad.
Alle ouders die een kind op de school aanmelden tekenen een verklaring, waardoor ze instemming
betuigen met de identiteit van de school.
Het bevoegd gezag wordt gevormd door het bestuur hetwelk bestaat uit 5 leden, te weten : voorzitter,
secretaris, penningmeester, algemeen adjunct en 2 leden. Elk in de stichting participerend
kerkverband levert één of meer bestuursleden.
Zoals het bevoegd gezag in formeel juridische zin drager van de identiteit van de school is, is het
personeel dat in de dagelijkse praktijk. Het onderschrijft niet alleen de grondslag van de school maar
draagt die ook uit. Praktisch houdt dat tenminste in dat het personeelslid lid is van een
kerkgenootschap en dat zij in hun eigen kerkelijke gemeente meelevende leden zijn.
Een goed christelijk voorbeeld, levensstijl en levenshouding, is in de praktijk ook een sterk getuigenis.
De school heeft het karakter van een dorpsschool.
Schoolgrootte
De Koningin Julianaschool werd, per 1 oktober 2010, bezocht door 154 leerlingen. Het leerlingaantal
zal de komende jaren een daling te zien geven. Op de school werken 7 volledige leerkrachten, 5
parttime leerkrachten en 1 vakleerkracht voor handwerken. Verder werken er 3
schoolschoonmaaksters op school.
Verdeling naar leerlinggewichten
Het grootste deel van de leerlingen heeft een gewicht van 1,0. Een deel heeft een gewicht van 1,25 of
van 1,30. Veel van onze leerlingen spreken van huis uit dialect. In de meeste gevallen is dit met
betrekking tot het spreken van algemeen beschaafd Nederlands een grote zorg. We geven op school
extra aandacht aan taalstimulering en woordenschat.
Het schoolgebouw
Het schoolgebouw dateert uit 1982. De kleuterafdeling is aangebouwd in 1989 en in 2009 is er
gezorgd voor de aanbouw van 1 lokaal en een directie- en IB-ruimte. Voor de lessen lichamelijke
oefening wordt gebruik gemaakt van een gemeenschappelijke gymzaal, “De Wimpel”. Voor het
onderwijs wordt gebruik gemaakt van het schoolgebouw Achterstraat 2ª te Sint Philipsland. Het
gebouw bestaat uit 7 lokalen, 1 speellokaal, 1 computerlokaal, 1 lokaal voor handenarbeid, 1 lokaal
voor textiele werkvormen en bijbehorende ruimtes zoals gemeenschapsruimten.
5
De toelating
Op het moment dat een kind bijna 4 jaar oud is mag hij/zij gedurende 5 dagdelen op school komen in
het kader van schoolgewenning. De groepsleerkracht van groep 1 neemt hierover contact op met de
ouders.
Geschillenregeling
Het bevoegd gezag stelt op voordracht van het schoolteam het schoolplan vast. Onoverbrugbare
geschillen tussen bestuur, medezeggenschapsraad en schoolteam worden voorgelegd aan een
arbitragecommissie geregeld in het beleidskader Reformatorisch Onderwijs.
Doel en functie van het schoolplan
Ons schoolplan is in eerste instantie een intern instrument om onszelf houvast te bieden bij de
gemaakte beleidskeuzes en bij de verdere planning van de uitvoering van ons beleid.
In tweede instantie dient het schoolplan om verantwoording af te leggen naar het eigen bevoegd
gezag en aan de inspectie van het onderwijs.
ii. Missie en visie
Grondslag
De grondslag van de school luidt als volgt: De Stichting voor Basisonderwijs op Gereformeerde
Grondslag te Sint Philipsland belijdt en aanvaardt de Heilige Schrift volgens de Statenvertaling van
1637, zijnde het onfeilbare Woord van God, als enige grondslag voor leer en leven. Zij onderschrijft
daarbij de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld door de Nationale Synode,
gehouden te Dordrecht in de jaren 1618 en 1619, als op de Heilige Schrift gegrond. Binnen de school
mogen geen activiteiten ontplooid worden die op enige wijze strijden met de grondslag van de school.
De uitwerking van de grondslag
De grondslag heeft haar uitwerking in het schoolwerk van elke dag. Op de grondslag zijn bijv. de
waarden en normen gestoeld die van belang zijn voor onze maatschappij. Waarden en normen komen
dus niet voort vanuit een mensengedachte, maar vanuit het onfeilbare Woord Gods.
De grondslag van de school heeft ook gevolgen voor de onderwijsorganisatie, het personeelsbeleid,
het toelatingsbeleid van de leerlingen, de methodekeus en de vakinhouden.
Bestuur en personeel moeten de grondslag niet alleen onderschrijven, maar er ook naar handelen en
wandelen.
Mens- en kindbeeld
Levensbeschouwelijke visie
De kinderen opvoeden en onderwijzen tot een zelfstandige, God dienende persoonlijkheid geschikt en
altijd bereid om zijn of haar unieke gaven te besteden tot eer van God en heil van de naaste!
Door het `zaaien` van Gods woord willen wij de kinderen brengen tot het liefhebben van God boven
alles en het liefhebben van de naaste als zichzelf. Wij rusten de kinderen toe om de talenten die ze
van God gekregen hebben zo optimaal mogelijk te gebruiken, zodat zij als christenen kunnen staan in
de samenleving en ten nutte daarvan dienstbaar zijn. Dat `zaaien` en `toerusten` doen we in de eerste
plaats door het dagelijkse Bijbelonderwijs. Daarnaast doortrekken de Bijbelse waarden en normen alle
vak/-vormingsgebieden en de sociale omgang.
De mens / het kind:
- is door God geschapen naar Gods beeld en gelijkenis.
- is door de zondeval onbekwaam tot enig goed, geneigd tot alle kwaad en verduisterd in zijn
verstand.
- verkrijgt door wedergeboorte begeerte om naar Gods Woord te leven en te handelen.
- heeft verantwoordelijkheid meegekregen om zich te ontwikkelen en te ontplooien.
- ontving van God gaven en talenten, die de school helpt te ontwikkelen.
- is een schepsel met een ziel, waarom het onderwijs altijd gegeven moet worden in
eeuwigheidsperspectief.
- is door de doop afgezonderd op de erve des verbonds hetwelk verplicht tot een nieuwe
gehoorzaamheid.
6
Visie
Visie voor de beleidsperiode 2011-2015
De Kon. Julianaschool wil op basis van de in de statuten verwoorde grondslag en de wettelijke
regelgeving werken aan de ontwikkeling van het onderwijs in een lerende organisatie met voorhanden
zijnde verantwoorde middelen, waarbij de doelstelling is om in 2015 een school te hebben waar de
ontwikkelde en te ontwikkelen processen zodanig zijn geborgd (theoretisch en praktisch) dat er sprake
is van bovengemiddelde onderwijskwaliteit.
De school is mede-opvoeder van de kinderen en verzorgt tevens het basisonderwijs. De school
onderwijst daarbij de leerlingen vanuit de leer van de reformatie; d.i. wijzen op de noodzaak van het
eenzijdige Godswonder tot levendmaking, wedergeboorte, bekering en geloof. De school voedt de
kinderen op vanuit hetgeen Gods Woord leert voor het dagelijkse leven. De school bereidt de
leerlingen voor op het functioneren in het voortgezet onderwijs èn in het maatschappelijk leven door
hen ook te wijzen op de taak die zij daar hebben te vervullen.
Gezien de leeftijd van onze leerlingen (4-12 jaar) zien wij het als onze taak om een zekere
bescherming te bieden tegen de zondige invloeden die vanuit de samenleving op hen afkomen.
Wij stellen daarom vanuit onze identiteit hoge eisen aan leerkrachten, methodes en leermiddelen.
Naarmate het kind ouder wordt, zal naast het bieden van bescherming een begeleide confrontatie met
de hedendaagse samenleving niet mogen ontbreken.
Voor opvoeding en onderwijs zijn de ouders de eerst verantwoordelijken. Zij hebben bij de Doop
beloofd hun kind in de eerste plaats te onderwijzen en in de tweede plaats te doen en te helpen
onderwijzen. Bij deze tweede taak is de school behulpzaam. Het 5e gebod met name behoort de
relatie te bepalen tussen ouders, kinderen en leerkrachten. Gehoorzaamheid is in de Bijbel het
centrale woord bij opvoeden. “Gij kinderen zijt uw ouders gehoorzaam.” ( Ef. 6:1, Kol. 3:20).
Gehoorzaamheid als belangrijkste opvoedingsdoel. Gehoorzaamheid aan ouderen en
gehoorzaamheid met het oog op de positie in de maatschappij. In de Bijbel is gehoorzaamheid
positief, gekoppeld aan een relatie: “Ik ben de Heere uw God”; “Hieraan kennen wij dat wij Hem
gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.”(1 Joh. 2:3).
Pedagogische visie
Vanuit onze identiteit onderstrepen we het belang van een veilig (sociaal veilig/fysiek veilig) en
uitdagend pedagogisch klimaat dat zijn wortels heeft in het onfeilbare Woord van de Levende God.
Het pedagogisch klimaat van de school moet van dien aard zijn dat het kind ervaart dat de
levensbeschouwing in de praktijk functioneert. Dit zal merkbaar zijn in een wederzijds gevoel van
vertrouwen, geborgenheid, het bieden van ondersteuning en het ervaren van uitdaging om te leren.
We steunen het kind in zijn behoefte aan relatie, competentie en verantwoordelijkheid. We werken
aan een relatiegericht klimaat. Dit klimaat wordt gekenmerkt door respect, meeleven en zorg.
In het onderwijskundig concept is hier duidelijk rekening mee gehouden.
Optimaal presteren door plezier in leren!
Binnen onze school willen wij een klimaat scheppen waarin de leerlingen zich “thuis” kunnen voelen.
Een goed pedagogisch klimaat zorgt er voor dat iedereen zich veilig voelt op school; het is een
basisvoorwaarde om optimaal te kunnen functioneren
Onze schoolkoers wil recht doen aan de individuele behoeften van het kind. Omgaan met verschillen
staat hierbij centraal. Maar ook door een rijkere leeromgeving te scheppen worden de gaven van
hoofd, hart en handen uitgebuit. Voorgaande heeft een effect op de motivatie van kinderen. Ze zullen
zichzelf daardoor competenter gaan gevoelen.
Het klimaat dient ook van dien aard te zijn dat het kind werkelijk kind kan zijn.
Missie
De school heeft haar missie voor de nieuwe beleidsperiode als volgt geformuleerd:
“Omgaan met verschillen zorgt voor eenheid in verscheidenheid
en geeft veiligheid in ontwikkeling”.
We werken aan eenheid in regels, routines en aanpak, maar verliezen de
verschillen tussen kinderen en leerkrachten niet uit het oog.
Uitwerking van de missie/consequenties voor het primaire proces
In ons onderwijs streven wij naar een onderwijs/ en vormingsaanbod dat passend is voor iedere
leerling. Een goede zorgstructuur is daarbij een onmisbaar hulpmiddel. Daarin vervult de IB-er een
7
spilfunctie. Het `passende` bij het individuele kind komt vooral tot uitdrukking in de basisvakken lezen,
taal en rekenen.
We hechten op onze school aan onderlinge betrokkenheid. Dat betekent dat er ruimte is voor
onderlinge hulp en steun. We streven naar bevordering van de eigen waarde van de leerling.
Voor een actieve en gemotiveerde leerhouding bij kinderen dienen we te voldoen aan invulling van
een aantal basisbehoeften van leerlingen zoals: competentie, relatie en onafhankelijkheid. Vanuit
deze drie basisbehoeften van leerlingen proberen wij vorm te geven aan een goed evenwicht tussen
de draaglast en de draagkracht van de leerlingen. De leerkrachten dienen hoge verwachtingen te
hebben van hun leerlingen. In het kader van opbrengstgericht werken streven we naar hoge waarden
en resultaten op de toetsen.
Bij de tegemoetkoming aan de basisbehoeften ( relatie, competentie en verantwoordelijkheid) kan
gebruik gemaakt worden van interactie ( contacten, onderlinge omgang),
Instructie ( keuze van doelen, werkvormen), klassenmanagement ( inrichting van leeromgeving,
organisatie van de lessen) en het pedagogisch klimaat. Steeds dient de leraar uit te gaan van de
basisbehoeften voor het lerende kind en schept door het goed omgaan met het klassenmanagement,
de instructie, de interactie een adaptief pedagogisch klimaat in de klas dat zich laat kenmerken door
de woorden betrokkenheid, vertrouwen, ondersteuning en uitdaging.
Omgaan met verschillen is duidelijk bedoeld om aan te sluiten bij de individuele ontwikkeling van het
kind. Zo proberen we vorm te geven aan het ontwikkelingsgericht onderwijs in de groepen 1 en 2 wat
ons voor ogen staat. Ontwikkelingsgericht onderwijs is er altijd op uit de mogelijkheden waarover
kinderen al beschikken, systematisch uit te breiden. Ontwikkeling en leren vindt plaats op basis van
activiteiten en inhouden die voor kinderen persoonlijk zinvol zijn en betekenis hebben of kunnen
krijgen. Een groot deel van het activiteitenaanbod is verbonden aan een thema dat gedurende langere
tijd (meerdere weken vaak) in de aandacht staat. Alle activiteiten zijn relevant en betekenisvol, zowel
voor de kinderen zelf als voor de bedoelingen die de leerkracht heeft. Ze zijn georganiseerd om
samen aan ontwikkeling te werken. Hierbij is het observatie instrument KIJK de leidraad.
Ontwikkelingsgericht onderwijs moet in elk geval zichtbaar zijn in de manier waarop leerkrachten
omgaan met de leerlingen. In de ondersteunende zin, dus waar het gaat om inhoudelijke
ondersteuning, informatie en in zorgende zin. Zorg om de persoonsontwikkeling van de leerlingen zelf.
En dat moet terug te zien zijn met name in de manier waarop leerkrachten naar leerlingen kijken en
luisteren. Hoe ze systematisch met hen doelbewust een weg zetten naar de toekomst voor de
leerlingen. En dat moet zichtbaar zijn in het feit dat de leerkracht continu gericht is op ontwikkeling.
Ontwikkeling van de leerlingen en de leerkrachten zelf.
Wanneer kinderen (weer) zin hebben in hun werk, als ze voldoende gewaardeerde prestaties kunnen
leveren en zodoende een gezond zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen (competentie), geleerd hebben
zelfstandig problemen op te lossen en elkaar te helpen, dan hebben we als school een aantal
belangrijke basisvoorwaarden in het leven van kinderen helpen vervullen.
In het kader van opbrengstgericht werken streven we naar vergroting van de leerkrachtvaardigheden
waarbij het klassenmanagement, effectieve instructie en het streven naar adequate interactie een
belangrijke rol spelen.
Teamleden gaan zich steeds meer ontwikkelen in het aanbieden van een betekenisvol curriculum.
Volgens onze visie wordt goed onderwijs gegeven volgens beproefde didactische inzichten, passend
bij de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden en met behulp van betrouwbare methodes en
materialen. Wij vinden het niet verantwoord om nieuwe onderwijsconcepten in te voeren voordat zij
hun waarde bewezen hebben. Dat betekent voor ons dat wij de basisvakken taal, lezen en rekenen
volgens de bekende ontwikkelingslijnen en gekozen methoden aanbieden. Deze vakken zijn te
belangrijk om mee te experimenteren. Voor experimenteren is wel ruimte binnen de expressievakken
en het wereldoriënterend onderwijs. Om de betrokkenheid van kinderen bij de leerinhouden te
vergroten gaan we in het kader van exemplarisch onderwijs bij de zaak- en creatieve vakken meer
aandacht besteden aan het werken met exempels.
Exemplarisch onderwijs staat voor onderwijs dat een grote vormende waarde biedt aan leerlingen in
hun verschillende ontwikkelingsfasen. Voor het leren van de leerling betekent dit dat niet de
leeractiviteiten de vorm van de inhoud bepalen, maar dat juist andersom leerervaringen die ontleend
worden aan de verschijnselen/inhouden een breed en rijk perspectief bieden en aanzetten tot
betekenisvolle activiteiten.
Zowel bij het ontwikkelingsgericht onderwijs als bij het exemplarisch onderwijs richten we ons op de
ontwikkeling van leerlingen, maar ook op de ontwikkeling van leerkrachten zelf. Dat proberen we te
realiseren door leerlingen te betrekken in betekenisvolle, culturele activiteiten, waarin leerlingen dus
samen bezig zijn zo’n activiteit te realiseren, maar de leerkracht doet daar ook in mee! Kennis en
8
vaardigheid speelt uiteraard nog steeds een belangrijke rol, maar altijd betekenisvol ingebed binnen
de activiteiten, waarin leerkrachten en leerlingen elkaar vinden en begeleiden.
iii. Identiteitsbeleid
Identiteitsprofiel
De school heeft het identiteitsprofiel van de VGS (2011) vastgesteld als intern en extern
verantwoordingsdocument. Het document positioneert ons reformatorisch onderwijs , haar grondslag
met de daarbij behorende normen en waarden. De kern van dit profiel is de inhoud van de tien
geboden. Het profiel maakt samen met diverse andere documenten (als bijlagen) integraal deel uit van
het personeelsbeleidsplan van de school.
Dag- week- en jaarrooster
Gods Woord is uitgangspunt in de verschillende roosters van de school. De dag wordt begonnen met
zingen en gebed en ook met gebed afgesloten. Elke week komen verschillende onderdelen van het
godsdienstonderwijs volgens rooster aan de orde. Bij vertellingen en vieringen wordt rekening
gehouden met het kerkelijk jaar. Onze school laat zich in de Bijbelvertellingen en vieringen leiden door
het kerkelijk jaar. Advent, Kerst, Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaartsdag en Pinksteren staan centraal.
De vakanties zijn zo gepland dat er ruimte is om met het gezin de kerkelijke vieringen te kunnen
bijwonen. Daarnaast bieden wij ruimte voor het houden van de jaarlijkse bid- en dankdagen. Het
Kerstfeest, vieren wij jaarlijks met de kinderen, collega’s en ouders gezamenlijk in het Dorpshuis.
Gedragscode
Gods Woord is leidend voor gedrag van teamleden en leerlingen. In de achterliggende beleidsperiode
zijn een gedragscode leerlingen en een gedragscode personeel vastgesteld. Beide codes bevatten
regelgeving voor diverse facetten van het dagelijks werk binnen de school: woordgebruik, kleding,
omgang met elkaar e.d. De gedragscode leerlingen èn de gedragscode leerkrachten zijn bindend voor
het dagelijks handelen.
Uitgangspunt
Gods Woord is uitgangspunt en basis voor alle vakinhouden. Er worden geen vakinhouden
aangeboden die in welk opzicht dan ook strijdig zijn met Gods Woord en geboden. Het leef- en
werkklimaat wordt gekenmerkt door wat wij als waarden en normen vinden in de Tien Geboden, zoals
die uitgewerkt zijn in ons identiteitsprofiel (uitgave VGS).
iv. Onderwijsconcept
Opbrengstgericht werken
Het onderwijs is de komende beleidsperiode sterk opbrengstgericht. Opbrengstgericht werken ligt in
het verlengde van de vastgestelde visie en missie.
Opbrengstgericht onderwijs is in feite niets anders dan streven naar goed onderwijs en dus passend
onderwijs voor zoveel mogelijk kinderen. Belangrijke elementen zijn:
-Pedagogisch klimaat, is zowel basis als alomvattende voorwaarde voor goed onderwijs
-Effectieve instructie en klassenmanagement.
Met deze thema’s bouwen we in de school aan belangrijke randvoorwaarde om uiteindelijk succesvol
tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van kinderen.
Het toezichtkader van de inspectie biedt in kwaliteitsaspect ‘didactisch handelen” elementen die als
concrete check- en ontwikkelingspunten voor leerkrachten gebruikt kunnen worden. Deze elementen
hiervan worden uitgewerkt in het instrument: “leerkrachtgereedschap”.
De uitwerking is vastgelegd in een document “Opbrengstgericht werken op de Kon. Julianaschool.
De school kiest ervoor om de onderwijsinhouden aan te bieden binnen een betekenisvolle context.
Basisvakken
In de groepen 1 en 2 wordt bij het onderwijs gewerkt vanuit leer- en ontwikkelingslijnen die alle vak- en
vormingsgebieden omvatten. We typeren dit onderwijs als ontwikkelingsgericht. We bedoelen
daarmee: onderwijs dat zijn uitgangspunt vindt in de ontwikkeling van het gemiddelde kind die we
afleiden uit de leer- en ontwikkelingslijnen die we binnen de school hanteren.
9
Daarnaast wordt op onderdelen meer programmagericht gewerkt. Bij programmagericht onderwijs
staat het programma, de leerlijn, meer centraal.
De leer- en ontwikkelingslijnen sluiten aan bij het methodisch onderwijs dat start in groep 3.
Het onderwijs in de basisvakken is sterk programma- en methodegericht. De lesinhouden zijn
vastgelegd in een aantal protocollen.
Zaak- en expressievakken
We willen met expressievakken en het wereldoriënterend onderwijs gaan groeien naar een school die
als werkwijze heeft: methodisch waar het moet, thematisch waar het kan, exemplarisch waar mogelijk
(moekamo). Wij denken dat het exemplarisch onderwijs een verdieping en verrijking van ons onderwijs
kan betekenen. Door vanuit de eigen schoolontwikkeling en visie passende keuzes te maken
proberen wij inhoud te geven aan een krachtige leeromgeving waarin aandacht is voor
verscheidenheid aan inhouden, aansluiting bij interesses en leefwereld van de leerling,
verscheidenheid aan werkvormen en toepassing op wezenlijke kennis. Leren vindt plaats langs de
weg van de zintuigen, de waarneming en het denkvermogen. Samen werken, samen leren en samen
onderzoeken. Het exemplarisch aanbod zal in de komende vier jaar verbreed en verdiept worden.
Visie Exemplarisch onderwijs
Exemplarisch onderwijs zien we als een vorm van leren waarin exempels (voorbeelden) centraal
zullen staan. Deze voorbeelden staan als het ware model voor essentiële ontwikkelingen in de
geschiedenis of wetenschap. De exempels worden diepgaand bestudeerd waardoor begrip en inzicht
ontstaat. Exemplarisch leren maakt onderdeel uit van onderwijskunst.
Met het team hebben we de volgende visie van exemplarisch onderwijs ontwikkeld voor deze
schoolplanperiode:
Verwondering
Wij zien het als opdracht om ons te verwonderen over God en Zijn schepping waar wij onderdeel van
zijn. Door exemplarisch onderwijs leert de leerkracht samen met de kinderen zich verwonderen over
Gods werkelijkheid. Hij ontdekt hen de werkelijkheid en leert tegelijkertijd met hen mee. Door
exemplarisch onderwijs leren we wat goed rentmeesterschap en burgerschap inhouden.
Verschijnselen
Bij exemplarisch onderwijs staat de inhoud, belangrijke verschijnselen, in het middelpunt. We ervaren
dat vanuit de interesse voor en de nieuwsgierigheid naar het fenomeen, het kind zaken leert die
beklijven. Onderwerpen kunnen ten opzichte van het reguliere onderwijs veel meer uitgediept worden,
er blijft meer “hangen”. We willen de tijd nemen om ons te verdiepen en te verwonderen. De kinderen
zijn gemotiveerd en betrokken en de leerkracht beleeft plezier aan het lesgeven. Er wordt gericht naar
een vastgesteld doel toegewerkt.
De ontmoeting met het fenomeen, het nadenken en het delen van ervaringen vindt plaats in de kring
als rustpunt, als centrum voor het delen van ervaringen. De leerkracht luistert, vat samen en vraagt
door om meer te ontdekken en te leren. Hij ontsluit het onderwerp door een open vraagstelling. Door
middel van zelfontdekkend leren wordt een onderzoekende houding gestimuleerd. In dit proces is
ieder kind zich bewust en voelt zich verantwoordelijk dat hij leert, voor zichzelf en voor de ander. Zo
worden samen geheimen ontrafeld!
Onderzoekende houding
We gaan uit van het totale wezen van het kind. Door exemplarisch onderwijs worden alle zintuigen
geactiveerd. Vanuit hun onderzoekende houding zijn leerlingen betrokken met hoofd, hart en handen.
Allerlei soorten talenten worden aangesproken. De leerlingen komen door de weg van de zintuigen tot
doorleefde en begrepen kennis. Hierdoor maken ze zich kennis en vaardigheden eigen. O.a. goed
kijken naar de werkelijkheid, naar elkaar luisteren en doorvragen. Zo leren we van elkaar. Leerlingen
die uitvallen bij exacte vakken doen door middel van exemplarisch onderwijs positieve ervaringen op,
doordat ze zelf ook veel blijken te weten en met elkaar tot verrassende inzichten komen.
v. Zorgconcept
Uitgangspunten
Leidend voor het zorgconcept van de school is de missie van Colon:
“Geen kind tussen wal en schip” .
10
De school wil een passend onderwijs-zorgaanbod creëren voor alle kinderen die aangemeld worden
op de Kon. Julianaschool rekening houdend met de deskundigheid van het team en de mogelijkheden
binnen de groepen.
De missie van Colon geeft de school gestalte binnen de schooleigen visie op handelingsgericht en
opbrengstgericht werken.
Zorgplan
Het zorgplan van Colon is leidend en bindend voor de breedte en de inhoud van de zorg op de school.
Zorgprofiel
De school heeft in de achterliggende beleidsperiode een zorgprofiel opgesteld op basis van de
regelgeving en de adviezen vanuit het samenwerkingsverband en de onderwijsinspectie. In de
komende beleidsperiode zal het zorgprofiel, mede door de komst van de Wet Passend Onderwijs,
worden afgestemd op nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs en de zorg in het Zeeuwse. De
Zeeuwsbrede invoer van handelingsgericht werken wordt binnen het zorgprofiel leidend. Het
zorgprofiel heeft zowel een preventieve als een zorgkant in zich. De school heeft het karakter van een
“smalle zorgschool”, met aspecten van een “brede zorgschool”.
vi. Personeelsbeleid
Identiteit
De medewerkers zijn gedreven in hun werk, door hun liefde voor het vak, maar ook omdat ze weten
dat ze met hun werkzaamheden een hoger doel dienen, de kinderen opvoeden met het Woord van
God om ze te leren het leven te zoeken bij God. Gelet op het gegeven dat de medewerkers de
identiteitsdragers van onze school zijn, stellen we dit veilig. De personeelsleden onderschrijven de
grondslag van de school, zoals verwoord in de statuten en het identiteitsprofiel zoals opgesteld door
de VGS.
Kwaliteit
Het “menselijk kapitaal” bepaalt het succes van de school.
De kwaliteit en de persoonlijkheid van de leerkracht is cruciaal in het vorm en inhoud geven van onze
uitgangspunten. We baseren ons hierbij ondermeer op: essenties van christelijk leraarschap(uitgave
van Driestar-educatief).
De pedagogische kant
-de leerkracht heeft hart voor de kinderen
-de leerkracht neemt de Bijbel als richtsnoer voor het leven. Hij/zij is geduldig en respectvol.
-de leerkracht is present, met zijn hele persoonlijkheid aanwezig en heeft oog voor het welzijn van de
leerlingen.
-de leerkracht werkt aan een goed pedagogisch klimaat
De didactische kant:
-de leerkracht is in eerste plaats zelf leerling. Leerkracht is breed geinteresseerd en heeft een open
houding.
-de leerkracht is gericht op brede ontwikkeling van de leerlingen.
-de leerkracht biedt leerlingen onderwijs in samenhang en kiest inhouden die betekenisvol en
diepgang hebben.
-de leerkracht is voortdurend op zoek naar momenten die gelegenheid bieden tot verbazing en
verwondering.
-de leerkracht is in staat om basisgereedschap te hanteren zoals klassenmanagement, effectieve
instructie en differentiatievormen.
In het kader van integraal personeelsbeleid moet er zorg zijn voor de continue ontwikkeling en
professionalisering van het personeel.
Het doel van ons personeelsbeleid is het mogelijk maken dat de wensen en verwachtingen van de
medewerkers samen stemmen met de doelen die de school zich stelt. Medewerkers ontwikkelen hun
competenties altijd binnen het kader van de koers en de doelen van de school. Er dient continue
aandacht geschonken te worden aan de match tussen de mogelijkheden en wensen van de
medewerker en de school als organisatie. De individuele medewerker is zich bewust van de eigen
verantwoordelijkheid voor de eigen professionele ontwikkeling. De schoolorganisatie heeft hierbij een
voorwaardenscheppende en faciliterende taak. Bij het scheppen van voorwaarden hoort ook het
aanbieden van leermogelijkheden die passen bij de leerstijl van de medewerker. We vinden het
11
belangrijk dat de kwaliteiten van de sterkere punten van de medewerker aanknopingspunt zijn voor
verdere ontwikkeling. In het POP geeft de medewerker aan hoe lang de periode zal zijn waarin er
gewerkt gaat worden aan de ontwikkeling van de gekozen competenties. Door gebruik te maken van
coaching, feedback en reflectie bouwt de medewerker aan de ontwikkeling van de competenties.
In het zoeken naar een eigentijdse vormgeving van het onderwijs neemt het concept van “de lerende
school” een centrale plaats in. De voor het personeelsbeleid relevante kern daarvan is als volgt samen
te vatten:
-medewerkers zijn bereid om hun beroepsontwikkeling af te stemmen op de collectieve ambitie van de
school.
-de school stimuleert, organiseert en evalueert dit proces van leren en afstemmen planmatig.
-medewerkers beperken zich niet tot hun geïsoleerde taak, maar zij zien het eigen werk als een
proces van samenwerking, waarbij het gezamenlijke resultaat voorop staat.
Voldoende en kwalitatief goed personeel vormt de sleutel tot een goed presterende school. Het team
van leerkrachten bestaat uit bevoegde en bekwame leerkrachten die continu werken aan de vereiste
competenties. De school hanteert daarbij in de komende beleidsperiode de 7 SBL-competenties,
waaraan volgens afspraak binnen Colon een achtste competentie (nl. het gestalte geven aan de
identiteit) is toegevoegd. De beschrijving van en de beoordeling van de competenties zijn integraal
opgenomen in de beleidsstukken “Regeling Gesprekkencyclus” en “Notitie Functiemix”.
vii. Kwaliteitsbeleid
Integraal kwaliteitsbeleid
Als het gaat over het bezig zijn met kwaliteitsverbetering luidt de visie van de school:
“Kwaliteit is een reis, geen bestemming”.
In die zin maakt dit schoolplan duidelijk dat er sprake zal zijn van doorlopende verandering en
vernieuwing. Wij willen een lerende organisatie zijn; wij leren van onszelf en van elkaar. Wij zijn
samen lerend onderweg.
Door de opbouw volgens het INK-kwaliteitsmodel maakt de kwaliteitszorg integraal deel uit van dit
schoolplan. De uitwerking van de kwaliteitszorg is beschreven in een aantal beleidsdocumenten.
(Zorgprofiel, Document opbrengstgericht werken, e.a.)
Cyclisch kwaliteitsbeleid
Kwaliteitszorg betekent dat we de “goede dingen nog beter proberen te doen”. Systematisch werken
aan de kwaliteit van de school is noodzakelijk. Dat betekent:
-het juiste beleid formuleren
-de juiste handelingen verrichten en
-op de goede manier evalueren of bereikt is wat de school wilde bereiken.
Er wordt een plan van aanpak gemaakt voor de noodzakelijke verbetering of innovatie en de
formulering van het gewenste resultaat en hoe en wanneer gekeken wordt of het gewenste resultaat is
bereikt. Het plan wordt uitgevoerd zoals het is beschreven. Door middel van controle en evaluatie
wordt bekeken in hoeverre het gewenste resultaat behaald is. En als het gewenste resultaat bereikt is,
kan de school aan de volgende verbetering beginnen en wordt de cirkel opnieuw doorlopen. Na het
doorlopen van de stappen binnen deze cirkel is het van belang dat veranderingen en verbeteringen
geborgd worden.
Het hanteren van het INK-kwaliteitsmodel leidt binnen de cirkel van Deming tot een continu proces
van plan-do-check-act. Het schoolplan is kaderstellend, de jaarplannen waarborgen de cyclische
aanpak en concretiseren de werkprocessen en de streefdoelen. Gelet op de keuzes die in het
schoolplan zijn gemaakt, streven wij naar een voortdurende verbetering van de processen en
opbrengsten. Hiervoor formuleren wij smart-doelen, verbeter- en borgactiviteiten in de jaarplannen.
12
Leiderschap: Richten – inrichten – verrichten
b. Inrichten: de organisatie van de school
ii De bestuurlijke organisatie
Bestuurstructuur
Het bestuur houdt toezicht op de behaalde leeropbrengsten door monitoring en analyse van de
eindtoets en de toetsuitslagen die in de groepen worden afgenomen en bespreekt deze met de
directeur. Ingeval deze resultaten aanleiding geven tot aanpassing van het onderwijsaanbod zullen
hiervoor door het management voorstellen worden geformuleerd. Het bestuur zal toezicht houden op
de voortgang van dit veranderingsproces.
Het bestuur is m.i.v. 1 augustus ingericht volgens het klassieke bestuursmodel. Veel bestuurlijke taken
(m.u.v. identiteit en personeelsbeleid) zijn gemandateerd aan de directie. Het bestuur voert
toezichthoudende taken uit conform de wettelijk vastgestelde kaders. De precieze inhoud van de
mandatering is beschreven in het managementstatuut en het managementcontract. Het bestuur als
geheel treedt op als bevoegd gezag c.q. toezichthouder en blijft eindverantwoordelijk voor het
schoolbeleid.
Federatieve samenwerking
Onze school participeert in de vereniging reformatorisch primair onderwijs Zeeland, Colon. Deze
vereniging functioneert als SWV-PO en behartigt hiermee de gezamenlijke belangen voor wat betreft
leerlingenzorg, Passend Onderwijs. Daarnaast faciliteert Colon op de domeinen onderwijs, personeel
en financiën. In het strategisch beleidskader zijn de verschillende domeinen beschreven en
afgebakend. Colon heeft als missie: “Verbinden en ontwikkelen”. Het bestuur wordt gekozen uit de
leden. Er is een drietal (parttime) managers benoemd en de vereniging heeft voor onderwijs,
personeel en financiën beleidsmedewerkers in dienst. Daarnaast zijn er enkele administratieve
ondersteuners beschikbaar. Om het domein zorg volledig te kunnen behartigen zijn hiervoor enkele
formatieplaatsen ingevuld. Binnen Colon wordt een breed scala aan activiteiten ontplooid dat moet
leiden tot optimale kwaliteitsverhoging van het reformatorisch primair onderwijs in Zeeland.
Doordat gekozen is voor het federatieve model, blijven de scholen volledig autonoom, waardoor het
eigen onderwijs- en dorpskarakter van elke school kan blijven gehandhaafd. Hiermee blijft de eigen
cultuur gewaarborgd en is tegelijkertijd een goede vorm gevonden om de hedendaagse bestuurs- en
managementverantwoordelijkheid professioneel vorm te geven.
iii. Inrichting organisatie van de school.
Directie
De directie wordt gevormd door de directeur. De directeur is eindverantwoordelijk voor de uitvoering
van het door het bestuur vastgestelde beleid en legt daarvan verantwoording af aan het bevoegd
gezag d.m.v. de managementrapportage.
Managementteam
De directeur wordt bij het uitvoeren van de directietaken geassisteerd door de IB-er
( veldopleider/coach) en twee coördinatoren. De directeur en de Ib-er (veldopleider/coach) met de
twee coördinatoren vormen het managementteam. De taakverdeling van directeur, de IB-er
(veldopleider/coach) en de coördinatoren is beschreven in een document “taakverdeling
management.” Het managementteam geeft leiding aan de uitvoering van het schoolbeleid.
Coórdinatoren/veldopleider-coach
Naast het managementteam zijn er een aantal medewerkers die zich specifiek richten op een
onderdeel in de organisatie. Het betreft een coördinator Engels, een reken coördinator, een taal/lees
coördinator, een coördinator exemplarisch onderwijs.
De veldopleider-coach heeft een begeleidende rol naar PABO-studenten en teamleden als het gaat
om professionalisering in het vak van (toekomstige) leraar basisonderwijs.
Team
13
Het lerarenkorps weet zich verantwoordelijk voor het primaire proces. Het geven van goed onderwijs
en het begeleiden van de leerlingen in de groep waar zij verantwoordelijk voor zijn. Tijdens de
geplande bouw-vergaderingen vindt hierover afstemming plaats en worden (verbeter-)plannen
gecommuniceerd, geëvalueerd, geborgd en zo nodig van een vervolg voorzien.
iv. Rol van schoolbestuur, directie, team en ouders.
Bestuur
Het schoolbestuur neemt kennis van de rapportages en treedt op als discussiepartner in de
beleidsvoorbereiding. Daarnaast organiseert het bestuur haar eigen jaaragenda.
Directie
De directeur is belast met de dagelijkse leiding in de school, de beleidsvoorbereiding en de
beleidsuitvoering, met uitzondering van het personeelsbeleid dat vanwege de identiteit door het
schoolbestuur wordt uitgevoerd als het gaat om het benoemingsbeleid.
Team
Het team geeft uitvoering aan het onderwijs en de zorg.
Ouders
De ouders hebben bewust gekozen voor de plaatsing van hun kinderen bij ons op school. Wij streven
naar een optimale afstemming tussen school en ouders. Wij vinden ouderbetrokkenheid belangrijk. De
school beschrijft dit jaarlijks in de Schoolgids. Ouders bieden regelmatig de helpende hand bij
schoolactiviteiten. De school heeft een medezeggenschapsraad waarin twee zetels zijn voor de
oudergeleding. De medezeggenschapsraad heeft adviesbevoegheid bij besluitvorming op de door de
overheid vastgestelde beleidsterreinen en – onderwerpen.
v. Communicatiestructuur
Interne communicatie
Voor de interne communicatie zijn de vergaderingen het belangrijkste middel. Er zijn vergaderingen
van: bestuur, bestuurscommissies, managementteam, volledig team en de verschillende bouwen
(deelteams).
Een
aantal
keren
per
jaar
oormerken
wij
bouwvergaderingen
als
“ontwikkelvergaderingen”. Tijdens die vergaderingen blikken leerkrachten met elkaar terug op wat ze
in de afgelopen periode hebben gedaan rond de rode draad (het verbeteronderwerp) in relatie tot het
persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Daarbij kan men elkaar feedback geven, wat resulteert in
actiepunten voor de volgende periode.
In het verlengde van de IPB-vergaderingen zullen de vergaderingen in de nieuwe schoolplanperiode
een verdiepend karakter krijgen.
Interne communicatie krijgt verder gestalte door interne mails en personeelsmededelingen.
In elk schooljaar is er 1 gezamenlijke bijeenkomst met bestuur, medezeggenschapsraad en personeel.
Deze bijeenkomst heeft zowel een formeel als een informeel karakter.
De contactavonden voor ouders staan in het teken van individuele leerlingen en worden door bijna
100% van de ouders bezocht. Ook zal er onderzocht worden wat de meerwaarde van het
ouderportaal van Parnassys is.
Externe communicatie
Belangrijkste middelen/vormen van externe schriftelijke communicatie zijn: schoolgids, nieuwsbrieven
(1 x per 6 weken de Schoolflits), en schoolkranten ( 3x per jaar)
In de nieuwe schoolplanperiode is er jaarlijks, een informatieavond bij het begin van het schooljaar en
drie contactavonden.
14
Leiderschap: Richten – inrichten – verrichten
c. Verrichten: hoe het leiderschap functioneert
i. Kenmerken van het leiderschap
Eisen aan het leiderschap
Op onze school hechten wij veel waarde aan het uitdragen van het onderwijskundig leiderschap. Bij
het onderwijskundig leiderschap gaat het wat ons betreft in het bijzonder om een sterke betrokkenheid
en hoge deskundigheid van de schoolleiding op het gebied van lesgeven en leren. Een schoolleiding
met een sterk onderwijskundig leiderschap is intensief betrokken bij zaken
die met het
schoolcurriculum en leerkrachtvaardigheden (bijvoorbeeld de methoden, instructie, e.d.) te maken
hebben, omdat deze direct de leerlingresultaten beïnvloeden.
Directie en management (In gezamenlijkheid het MT) zijn in staat hun (deel)team te sturen, inspireren,
motiveren, respecteren en waarderen. Zij bezitten de competenties die daartoe nodig zijn.
Tegelijkertijd nemen alle medewerkers hun rol binnen het domein waarin zij als leidinggevende
functioneren.
Werking van het leiderschap
Door middel van de studiedagen, (deel)teambijeenkomsten, (deel)teamvergaderingen, gesprekken
etc. geven de MT-leden het “richten” in de concrete onderwijspraktijk verder gestalte. De MT-leden
creëren betrokkenheid, draagvlak en motivatie binnen het (deel)team. Met het doel de
onderwijspraktijk te verbeteren en veilig te stellen.
ii. Borging van het leiderschap
NSA-competenties
Om de kwaliteit van het leiderschap te borgen geldt voor de directeur een verplichte deelname aan
één van de NSA-competentiekringen. In de nieuwe schoolplanperiode is dat een visitatiekring rond
opbrengstgericht werken. Deelname binnen een visitatiekring houdt o.a. in dat een groep van drie
scholen elk jaar onderlinge consultaties inricht.
In de eerste twee jaren van deze schoolplanperiode wordt het NSA-traject als borgingsmiddel voor
OGW, opbrengstgericht werken, ingezet (intervisie). De laatste twee jaar starten we met een
kwaliteitsaudit OGW waarin de processen van OGW en HGW aan de orde komen.
Tweedaagse
Binnen de federatie Colon wordt elk schooljaar een tweedaagse georganiseerd waarvan het doel is
het leiderschap van de directie te versterken. Welke onderdelen aan de orde komen, wordt op basis
van een behoeftepeiling bepaald. Voor de directeur van de school geldt een verplichte deelname aan
deze tweedaagse.
Functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek directeur
In een cyclus van twee jaar zijn er een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek met het
bestuur.
Veldopleider-coach,Interne begeleider
De veldopleider, intern begeleider stimuleert de medewerkers elk in hun eigen domein hun
leiderschap vorm te geven en/of te verbeteren.
Lerarenbeurs IB-er
De intern begeleider volgt de tweejaarlijkse bachelor-masteropleiding. Hiermee wordt het
opleidingsniveau verhoogd, extra bekwaamheden verworven en de vakkennis verbreed met
specialisatie leerlingenzorg.
15
Hoofdstuk 2: Strategie en beleid
Strategie en beleid: Oriënteren, creëren en implementeren
a. Oriënteren/richten
i. Verkenning omgeving:vaststelling kansen en bedreigingen
Onze school heeft te maken met de politiek maatschappelijk context van vandaag. De focus ligt daar
nu op de onderwijsopbrengsten, aandacht voor kwetsbare leerlingen, de leraar, het management,
bestuur en financiën. De beschikbaarheid van overheidsmiddelen is beperkt. De invloed van de crisis
heeft ook haar invloed op beschikbare budgetten, projectsubsidies drogen op.
Tegelijkertijd staat onze school in de provincie Zeeland, waarbinnen we te maken hebben met een
lage bevolkingsdichtheid en krimp. Door het dalende geboortecijfer in ons dorp wordt het
leerlingenaantal op onze school ook kleiner.
We maken deel uit van Colon, een bovenschoolse vereniging die faciliteert op de domeinen onderwijs,
zorg, personeel en financiën.
Subsidietrajecten
1. De school maakt in het eerste jaar van de nieuwe schoolplanperiode nog gebruik van een
subsidietraject in het kader van het rekenverbeterproject. De gemaakte beleidsvoornemens in het
kader van dit project zijn voor de hele schoolplanperiode geïntegreerd in het beleid rondom
opbrengstgericht werken.
2. De school maakt gebruik van de subsidieregeling in het kader van het project rond opbrengstgericht
werken. Dit project kent beleidsvoornemens op drie niveaus: Opbrengstgericht besturen –
opbrengstgericht managen – opbrengstgericht werken. Schoolspecifieke beleidsvoornemens en
doelen zijn opgenomen in het document “Opbrengstgericht werken op de “Kon. Julianaschool”.
Passend Onderwijs
De ontwikkelingen in het kader van de aanstaande wetgeving rondom Passend Onderwijs worden de
komende jaren binnen Colon afgestemd en door Colon geïmplementeerd binnen de aangesloten
scholen.
In de achterliggende periode zijn binnen het Zeeuwse een aantal werkgroepen gevormd die de
noodzakelijke voorbereidingen hebben getroffen voor de invoer van Passend Onderwijs binnen het
Zeeuwse reformatorisch onderwijs.
Omdat het ministerie het huidige stelsel voor extra onderwijsondersteuning niet houdbaar acht ( te
duur, onvoldoende kwaliteit en opbrengsten en bureaucratisering) is er een stelselwijziging
aangekondigd. In de schoolplanperiode 2011-2015 zal deze stelselwijziging haar beslag krijgen.
Hieronder in grote lijnen de kaders waarbinnen deze stelselwijziging plaats zal vinden. Tevens geven
we de positie van onze school hierbij aan.
Zorgplicht
Onze school krijgt (wettelijk verankerde) zorgplicht. Dit betekent dat wanneer ouders hun kind
aanmelden op school, onze school de taak heeft dit kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs
te bieden. Wanneer onze school dat zelf niet kan heeft ze de taak binnen het SWV een zo goed
mogelijke plek op een andere school aan te bieden. Hierbij spelen de zorgprofielen van de scholen
binnen het SWV een rol.
Om aan de zorgplicht te voldoen werkt onze school samen en wordt lichte en zware zorg (resp. SBO
en SO) onder één verantwoordelijkheid gebracht.
Onze school ontwikkelt een zorgprofiel waarin de mogelijkheden en de grenzen van de zorg worden
aangegeven. Ook komen de afspraken die met andere scholen en op SWV-niveau zijn gemaakt in dit
profiel te staan. Onze school maakt een protocol waarin de toelating en toekenning van
onderwijszorgarrangementen is opgenomen.
Het referentiekader passend onderwijs (PO en VO-raad - op dit moment nog in ontwikkeling) is
leidend voor de invulling van het zorgprofiel en het maken van de afspraken binnen het SWV.
16
De rol van ouders is van belang. Ouders willen het beste voor hun kind. We zoeken bij de aanmelding
en de toekenning van onderwijs-zorgarrangementen naar evenwicht tussen de wensen van de ouders
en de mogelijkheden van onze school en/of de scholen waarmee we samenwerken binnen het SWV.
Kwaliteit van het onderwijs
De leerkrachten zijn de bepalende factor voor de kwaliteit van het onderwijs. Om kwalitatief goed
onderwijs te bieden aan alle leerlingen heeft scholing van onze mensen voortdurend de aandacht. De
mogelijkheden die prestatiebeloning, de lerarenbeurs en de functiemix bieden zullen we hiertoe
aanwenden.
Opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken ondersteunen het bieden van goed onderwijs
voor alle leerlingen. We gebruiken binnen het SWV en door de overheid vastgestelde uniforme
toetsing. We leggen naar onze achterban en richting de inspectie verantwoording af van de bereikte
resultaten. Ook leveren we de juiste gegevens aan om het SWV in staat te stellen verantwoording af
te leggen aan de inspectie over de bereikte resultaten binnen onze zorgstructuur.
Bekostiging
Het SWV, waarbij onze school is aangesloten krijgt een vast budget gebaseerd op het aantal
leerlingen (inclusief de huidige SO -cluster 3 en 4- leerlingen). De huidige indicatiestelling en
leerlinggebonden financiering worden afgeschaft. Binnen het SWV worden afspraken gemaakt over
de verdeling van het geld.
Het SO krijgt directe standaardbekostiging en een aanvullende bekostiging. Dit laatste wordt in
mindering gebracht op de zorgmiddelen voor het SWV. Toelating tot het SO is pas mogelijk na
overeenstemming in het SWV. Als het SWV meer leerlingen heeft verwezen naar het SO dan het
budget toelaat, verrekent DUO dit met de reguliere bekostiging van de scholen in het SWV. Als de
(zorg)budgetten ontoereikend blijken te zijn moeten scholen dus hun reguliere bekostiging aanspreken
voor verdere ondersteuning. Er vindt tevens verevening van middelen plaats op basis van de
verwijzingen van het SWV. Voor deze verevening zal er een overgangsregeling komen.
Cluster 1 en 2 blijven separaat bekostigd. Onze school moet er rekening mee houden dat de effecten
van deze maatregelen vanaf augustus 2013 voelbaar worden. De effecten van deze maatregelen voor
onze school zijn nog niet duidelijk. De komende jaren zullen we voorzichtig zijn met het aangaan van
langjarige verplichtingen op basis van de zorgmiddelen. We zien het als onze opdracht om het directe
effect van de bezuinigingen voor de zorg voor leerlingen op onze school tot het minimum te beperken.
De genoemde maatregelen dwingen ons om uiterst behoedzaam om te gaan met verwijzingen naar
SBO en SO. In overleg met het SWV zullen we hiertoe onze strategie ontwikkelen.
Gemeenten en jeugdzorg
Scholen moeten de samenwerking met gemeenten (als verantwoordelijke voor de jeugdzorg)
vormgeven. Het zorgplan van ons SWV zal worden afgestemd met de gemeente (wetgeving “zorg in
en om de school”)
De zorg op onze school willen we zo goed mogelijk afstemmen op de jeugdgezondheidszorg,
jeugdhulpverlening en maatschappelijk werk. Het Zorgadviesteam (ZAT) is het platform waarin wordt
afgestemd.
Bezuinigingen
De toekomstige bezuinigingen zal de school in de nieuwe schoolplanperiode beperken in het streven
naar blijvende kwaliteitszorg en verdergaande onderwijsontwikkelingen in het kader van
kwaliteitsverbetering.
Maatschappelijke ontwikkelingen
1. In de huidige maatschappij is een toename waar te nemen van het aantal opvoedingsproblemen in
de gezinnen. Voor de school als medeopvoeder lijkt in de nieuwe beleidsperiode een steeds actievere
rol weggelegd te zijn. De school kent hierin haar beperkingen maar wil binnen bestaande netwerken
dienstverlenend en adviserend bezig zijn.
2. De huidige maatschappij kenmerkt zich door de steeds verdergaande ontkerstening. Het
reformatorisch onderwijs heeft lettend op de eigen identiteit en de geleverde onderwijskwaliteit echter
haar bestaansrecht bewezen.
De ontkerstening heeft echter als gevolg dat de onderwijsvrijheid, geborgd in artikel 23 van onze
grondwet, steeds minder instemming krijgt.
3. De Nederlandse samenleving is in de achterliggende periode een samenleving geworden die zich
steeds meer kenmerkt door een grote verscheidenheid in ras, land van herkomst, godsdienst,
opvattingen t.a.v. seksualiteit e.a. De school als onderdeel van deze samenleving ziet burgerschap als
het middel om leerlingen kennis te laten maken met deze maatschappij. De inhouden van het vak
17
burgerschap zullen in de nieuwe beleidsperiode concreter omschreven worden. Centraal dient daarbij
te staan dat de school een heilzame boodschap heeft in het midden van deze maatschappij. Ze dient
daarbij te zijn als een zoutend zout.
ii. Verkenning intern: vaststelling sterktes en zwaktes (resultaten)
Het onderwijs bij ons op school is ingebed in de reformatorische identiteit. Voor leerlingen, ouders,
leraren, directie en bestuur heeft dit de hoogste prioriteit en is dit leidend voor al het handelen voor en
in de school.
We beschikken over professionele medewerkers, waarbinnen verschillende specialisaties beschikbaar
zijn: opbrengstgerichte schoolleider, bouwcoördinatoren, interne begeleider, ict-coördinator,
coördinator engels, coördinator rekenen, coördinator taal/lezen, coach, veldopleider.
Het schoolgebouw voldoet aan hedendaagse eisen en verkeert in een prima staat. De inrichting biedt
ruimte voor onderwijs, ondersteuning en management.
De leerlingen gaan graag naar school. Het pedagogisch klimaat is goed. Het PLVS ZIEN! en de
vragenlijst sociale veiligheid laten een positief beeld zien. Pesten komt voor bij ons op school.
De oudertevredenheid is gemeten met behulp van een enquête. Ouders dragen de school een warm
hart toe en zijn over de hele linie positief over de school.
De medewerkers hebben via een medewerker-tevredenheidsenquête aangegeven tevreden te zijn
over het werkklimaat op school. En tonen een grote betrokkenheid.
De leerling-prestaties zijn voldoende, maar we investeren nog te weinig in A+ leerlingen. Er wordt
opbrengstgericht gewerkt in de groepen. De leeropbrengsten zijn goed.
Er wordt in vier zorgperiodes per cursusjaar gewerkt. En naar volle tevredenheid. De leerlingenzorg is
professioneel ingericht. Aandacht verdient de probleembeschrijvingen en de geformuleerde doelen
van de zorg en begeleiding aan de leerlingen. We richten ons op een grondiger analyse van de
problemen op het gebied van zorgverlening. HGPD /HGW is nog onvoldoende geïmplementeerd.
In de onderbouw moet het ontwikkelingsgericht onderwijs verder gestalte krijgen met name het
verlenen van een beredeneerd activiteitenaanbod op basis van ontwikkelingsgegevens.
Het exemplarisch onderwijs binnen de wereld oriënterende en creatieve vakken heeft bij elke
leerkracht een groot draagvlak.
De organisatie functioneert goed. Verantwoordelijkheden en taken vragen nog wel de nodige
aandacht, maar er is sprake van een professionele cultuur. Een MT is ingericht en de organisatie per
bouw is helder. Er wordt kwantitatief en kwalitatief goed overleg gevoerd.
Het schoolbestuur heeft zich georiënteerd op gouvernance. Bestuur en toezicht worden gescheiden.
We gebruiken het model “klassiek bestuur”. Het voorziet in het mandateren van vrijwel alle
bestuurderstaken aan de directie, waarna het bestuur zich voornamelijk bezighoudt met het toezicht
houden op het door de directie geformuleerde en uitgevoerde beleid. De verdeling van bevoegdheden
is geregeld in het managementstatuut. De implementatie van het gekozen model krijgt nu aandacht.
Demografische ontwikkelingen
Het leerlingenaantal heeft in de achterliggende jaren een flinke daling laten zien. De verwachtingen
zijn dat het leerlingenaantal de komende schoolplanperiode nog verder zal afnemen..
Personeel
De personeelsbezetting kent minimaal mutaties. Door daling van het leerlingenaantal zal de omvang
van de huidige personeelsbezetting de komende vier jaar niet in tact kunnen worden gehouden. Dit
kan gevolgen hebben voor de onderwijskwaliteit.
Middelen
De school beschikt tot heden over voldoende middelen om de doelstellingen voor het onderwijs op de
Kon. Julianaschool te realiseren.
18
Identiteit
De school kenmerkt zich door het bewaken van de eigen identiteit en wil dit ook in de komende
beleidsperiode als aandachtspunt handhaven. In het kader van de identiteitsbewaking hecht de school
grote waarde aan de band tussen kerk – school – gezin.
Strategie en beleid: Oriënteren, creëren en implementeren
b. Creëren/inrichten
i. Proces totstandkoming schoolplan.
Werkgroep INK
Reeds in het schooljaar 2007-2008 is met het oog op het belang van kwaliteitszorg (en in het kader
van het inspectietraject) de keuze op het INK-model gevallen.
Omdat een aantal andere scholen binnen Colon eveneens de noodzaak van een integraal schoolplankwaliteitsmodel herkenden, is in het schooljaar 2008-2009 een werkgroep INK gevormd. In het
schooljaar 2008-2009 zijn de onderdelen van de kwaliteitszorg in kaart gebracht; in 2009-2010 is de
eerste opzet voor een schoolplan gemaakt; in 2010-2011 is een integraal document/format schoolplan
ontworpen.
Format Schoolplan
Onder leiding van een deskundige op het terrein van INK is een format schoolplan ontworpen. Het
format gaat uit van de integrale INK-gedachte, waarbinnen tevens aan het cyclische van de
kwaliteitszorg gestalte is gegeven.
Het format van de werkgroep bevat de indeling/opzet van een kwalitatief goed schoolplan. Elke
Colonschool die van het format gebruik maakt, vult het verder in met de schooleigen gegevens en de
schooleigen beleidsontwikkeling.
Betrokkenheid partijen
Bij het proces van totstandkoming schoolplan zijn het personeel, medezeggenschapsraad en bestuur
betrokken geweest. In de afgelopen jaren is er systematisch gewerkt aan de ontwikkeling van het
onderwijs op de Kon.Julianaschool. Deze ontwikkelingen zijn weergegeven in de jaarverslagen.
Tijdens bestuurs- medezeggenschapsraad- en teamvergaderingen werd er gesproken over het in het
jaarplan beschreven onderwijsproces. Bovendien zijn kengetallen verzameld over zaken die voor onze
school relevant zijn.
Voor de verkenning binnen de school is er een beperkte SWOT-analyse uitgevoerd.
Door de directie is op basis van de gemaakte beleidsdoelen een schoolplan geschreven en een
planning gemaakt voor
de komende 4 jaren. Hierover is contact geweest met
bestuur/medezeggenschapsraad en team.
Het eindproduct is vervolgens besproken en door het bevoegd gezag vastgesteld.
ii. Schrijven schoolplan, schoolgids, jaarplan,activiteitenplan
Het schoolplan heeft een cruciale rol in het geheel van de schoolorganisatie. Kernachtig worden hierin
de organisatie- en resultaatgebieden beschreven voor een periode van vier jaar.
De geplande beleidsvoornemens worden voor elk schooljaar van de beleidsperiode uitgewerkt in een
jaarplan.
De school ziet de schoolgids als een verantwoording van het schoolbeleid richting ouders en andere
partners. De gids zal de komende beleidsperiode een vast deel kennen dat geldig is voor de gehele
vierjarige beleidsperiode en een ander deel dat geldig is voor telkens 1 jaar. Het schoolplan is de
onderlegger voor deze uitgaven. De schoolgids wordt altijd in de laatste week voor de zomervakantie
aan ouders, leerlingen en belanghebbenden verstrekt.
Het activiteitenplan geeft een concreet beeld van de tijd en aandacht die de vak- en
vormingsgebieden in elk leerjaar krijgen. Voor elk schooljaar stelt de school in juni voorafgaand aan
dat betreffende schooljaar een activiteitenplan vast. De keuzes hiervoor zijn verantwoord in dit
schoolplan en sluiten direct aan bij de jaarplanactiviteiten en –doelen.
19
Strategie en beleid: Oriënteren, creëren en implementeren
c. Implementeren/verrichten
i. Belangrijkste beleidsvoornemens komende periode.
Leiderschap
Identiteitsbeleid
Burgerschap en veiligheid wordt vanuit de basis nader ingevuld. Sociale integratie wordt
vormgegeven, christelijk burgerschap wordt geconcretiseerd. Aan identiteitsontwikkeling en morele
vorming wordt nadrukkelijk aandacht besteed vanuit het godsdienstonderwijs, seksuele opvoeding,
media- en milieueducatie en het realiseren van een betekenisvol curriculum binnen de
wereldoriënterende en creatieve vakken.
Onderwijsconcept
In nauw overleg met Hogeschool en Kenniscentrum Driestar educatief worden de wereldoriënterende
en creatieve vakken regelmatig in een betekenisvolle context aangeboden. In groep 1 en 2 biedt het
thematisch werken binnen een ontwikkelingsgerichte aanpak hier volop ruimte voor. Het exemplarisch
onderwijs zal verder binnen onze school worden uitgewerkt.
Zorgconcept
Onze school neemt haar verantwoordelijkheid voor wat betreft Passend Onderwijs. Naast een heldere
zorgstructuur, waarbinnen we alle leerlingen in beeld hebben, zoeken we naar verdergaande
specialisatie voor een doelgroep.
Personeelsbeleid
Werken met gedreven professionals. Er is een voortdurende aandacht voor professionalisering en
differentiatie. Formuleren van een helder personeelsbeleid, vertaald in een personeelsbeleidsplan
voor de nieuwe beleidsperiode. Gesprekkencyclus, deeltijdbeleid, verzuimbeleid en functiemix maken
daar integraal deel van uit. Het identiteitsprofiel wordt meer en meer verinnerlijkt,
identiteitsontwikkeling heeft een plaats in de gesprekkencyclus en binnen het schoolteam. Voor alle
medewerkers is een functiebeschrijving aanwezig en is er een professionele gesprekkencyclus waarin
hun welbevinden en ontwikkeling een plaats krijgt.
Strategie en Beleid
Planvorming
In deze schoolplanperiode werken wij professioneel met en aan de schoolgids, het jaarplan en het
activiteitenplan. Deze documenten zijn de jaarlijkse concretisering van het schoolplan dat een periode
van vier jaar omvat.
Bestuur, toezicht en directie
Omdat we tijdens deze schoolplanperiode werken met een nieuwe structuur voor wat betreft bestuur
en toezicht op basis van de gouvernancewetgeving, zullen we de juiste rollen moeten gaan leren
spelen. Hierbij zullen we regelmatig evalueren of we voldoen aan het wettelijk kader met de daarin
beschreven taken, bevoegdheden en opdrachten.
Medewerkers
Functiemix
In onze school is er, mits de financiën dat toestaan, actief beleid ten aanzien van de uitvoering van de
functiemix.
Functiebouwwerk
Gelet op de beschikbare medewerkers en mogelijkheden binnen het team, worden mogelijkheden en
kansen benut om verdergaande professionalisering te realiseren.
Deeltijdbeleid
Omdat de kwaliteit van het onderwijs primair wordt gerealiseerd door de leraar, zullen wij het
pedagogisch en didactisch klimaat bewaken door een deeltijdbeleid te voeren dat zorgt voor orde, rust
20
en regelmaat. Een medewerker aan onze school werkt structureel met maximaal één andere collega
in dezelfde jaargroep.
Middelen
Krimp als kans
Omdat het leerlingenaantal onder druk staat, houden we er rekening mee dat de financiering van onze
school door het rijk deze schoolplanperiode maar mondjesmaat zal zijn. Dat betekent dat we werken
met reële begrotingen en budgetten voor personeel, huisvesting en leermiddelen.
Processen
Passend Onderwijs
In aansluiting op de (geplande) wetswijzigingen voor wat betreft de invoering van passend onderwijs,
stelt onze school zich de volgende doelen:
- opbrengstgericht werken
- voortdurende professionalisering leraren en schoolleiding
- scholing van leerkrachten gericht op aspecten van passend onderwijs, zoals scholing rondom
gedrags-problemen of andere specifieke doelgroepen.
- werken met het ontwikkelingsprofiel
-handelingsgericht werken/ werken met groepsplannen
- participatie in een professioneel reformatorisch samenwerkingsverband
- het ontwikkelen en realiseren van een bij de school passend zorgprofiel
Ontwerp onderwijsprogramma’s
Bij het godsdienstonderwijs gebruiken we geen methode. Wel is er naast de vertellingen uit Gods
Woord ook ruimte voor kerkgeschiedenis en zending. Het kerkelijk jaar staat centraal en de
kerstviering krijgt schoolbreed gestalte. We hebben iets uit te leggen en daarbinnen staat de
identiteitsontwikkeling van de leerlingen centraal.
De basisvakken taal/lezen, rekenen en Engels worden gegeven met behulp van actuele methodes. De
coördinatoren van zowel onder- als bovenbouw zorgen voor regelmatige besprekingen van de
basisvakken in het managementteam.
Om de jonge leerlingen, de kleuters, met voldoende bagage in groep drie succesvol te laten starten,
werken wij met de ontwikkelingslijnen zoals die zijn vastgelegd in Kijk!
De wereldoriënterende en creatieve vakken worden regelmatig in een betekenisvolle context
aangeboden. In de onderbouw biedt het werken binnen een ontwikkelingsgerichte aanpak hier volop
ruimte voor. In de gehele school gaan we ook steeds meer ervaringen opdoen met het werken met
exempels in het kader van exemplarisch onderwijs.
Er is ruim aandacht voor invoering en planmatig werken bij ICT
ii Vertaling voornemens en plannen naar SMART doelen en prestatieindicatoren
Leiderschap
Er wordt gezorgd voor een duidelijke taakafbakening tussen directie en coach/veldopleider in relatie
tot opbrengstgericht werken
Strategie en beleid
De schoolgids wordt tijdig en volledig geschreven op basis van het schoolplan en de geëvalueerde en
vastgestelde jaarplannen.
Het activiteitenplan wordt jaarlijks op- en vastgesteld zodat de vastgestelde doelen in de jaargroepen
gerealiseerd kunnen worden.
Het bestuur en toezicht wordt professioneel ingericht, zodat aan de wettelijke verplichtingen wordt
voldaan en de organisatie optimaal kan functioneren.
De leeropbrengsten worden halfjaarlijks in kaart gebracht en geanalyseerd. Daarna worden er
vervolgdoelen en activiteiten geformuleerd door het MT en bekrachtigd door het bestuur.
21
Medewerkers
De functiemix wordt gerealiseerd op basis van de door de wetgever opgelegde verplichtingen.
Er zijn voldoende gekwalificeerde medewerkers om het primaire proces, inclusief het vastgestelde
zorgprofiel, te kunnen realiseren. Aan het eind van de beleidsperiode heeft de functiemix binnen de
school gestalte gekregen en is het functiebouwwerk voltooid overeenkomstig de regelgeving in de
CAO. Het functiebouwwerk staat in dienst van de kwaliteitsverhoging van het onderwijs op de school.
De groepen worden zodanig bemenst, dat de continuïteit en kwaliteit van het onderwijsleerproces
wordt gewaarborgd. Dat betekent in ieder geval dat er structureel niet meer dan twee medewerkers
verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het weekrooster van de jaargroep.
Middelen
De jaarlijks vastgestelde begroting garandeert minimaal de realisatie van het primaire proces voor wat
betreft personeel, leermiddelen en huisvesting. Daarnaast is er ruimte voor het goed inrichten van
schoolleiding, managementteam en onderwijsassistentie.
Processen
Met het uitvoeren van de onderwijsprogramma’s realiseren wij de volgende doelen:

de leerlingen beschikken over een identiteit, gevoed door godsdienstige en morele opvoeding,
die vormgeeft aan een jonge christen

de (oudste) leerlingen hebben de beschikking over een beperkt instrumentarium om de
sociale integratie gestalte te geven en verder uit te bouwen

de jonge kinderen, kleuters, zijn in staat om een goede start te maken in groep drie, waar
meer de nadruk komt te liggen op een programmatische aanpak van de basisvakken

de bekwaamheden van de kinderen en de opbrengsten op schoolniveau voor wat betreft de
basisvakken liggen op minimaal het niveau van een gemiddelde school; we streven naar
verdere verhoging van de niveauwaarden op de hoofdvakken

de leerlingen ervaren de wereld niet alleen als fragmentarisch, maar beleven de werkelijkheid
ook als een geheel

aan het eind van de beleidsperiode zijn de leerkrachten van de onderbouw in staat om het
onderwijs te verzorgen conform de afspraken in het kader van ontwikkelingsgericht werken en
wordt er in de gehele school bij de zaak- en creatieve vakken op vastgestelde tijdstippen op
een goede wijze gewerkt met exempels in het kader van exemplarisch onderwijs.

Aan het eind van de beleidsperiode heeft de school binnen de kaders van het zorggebied het
vormgeven aan de ontwikkelingsperspectieven op orde.

Invoering handelingsgericht werken i.c.m. handelingsgerichte procesdiagnostiek. Aan het eind
van de beleidsperiode zijn het handelingsgericht werken en de handelingsgerichte
procesdiagnostiek geïmplementeerd en geborgd in het onderwijsproces

We streven naar hogere resultaten Engels
Resultaten
Op vier gebieden verzamelen wij de resultaten:
 Medewerkers; welbevinden, professionalisering en opbrengsten
 Leerlingen en ouders; welbevinden en opbrengsten
 Maatschappij; de rol van de school in de buurt, plaats en gemeente
 Bestuur en financiers; uitvoering van de opdrachten vanuit de wettelijke kaders
Deze input is basis voor verbeteringen en vernieuwingen binnen deze schoolplanperiode
* Aan het eind van groep 2 hebben de leerlingen voldoende kennis en vaardigheden om bij het proces
van aanvankelijk lezen, rekenen, schrijven en taal op voldoende niveau in te stromen in groep 3.
22
* De resultaten van de hoofdvakken liggen op streefniveau, d.i. boven het landelijk gemiddelde.
* Het resultaat van de CITO-eindtoets ligt jaarlijks op of boven het landelijk gemiddelde.
* Aan het eind van de beleidsperiode moeten de opbrengsten Engels op of boven het landelijk
gemiddelde liggen.
iii Bewaking voortgang realisatie.
Sturing op de voortgang
De beleidsvoornemens worden concreet omschreven in de vier jaarplannen van de beleidsperiode.
De voortgang van het jaarplan staat op de agenda van elke vergadering van het managementteam,
de verschillende bouwen binnen de school en van het bestuur. Op deze wijze wordt (bij)gestuurd op
de voortgang van de realisatie.
Het managementteam bespreekt elke acht weken de voortgang van het jaarplan. De medewerkers
bespreken tijdens teamvergaderingen aspecten van het jaarplan.
Managementrapportage
De directie legt verantwoording af van de voortgang van de realisatie van school- en jaarplan d.m.v.
de managementrapportage. Voor elke vergadering van het bestuur wordt een managementrapportage
aangeleverd.
Het bestuur, als toezichthouder beschikt over de rapportage van het afgesloten jaar en de vooruitblik
voor het nieuwe jaar.
Bewaking opbrengsten
De resultaten van de LVS-toetsen, CITO-entreetoetsen en de CITO-eindtoets worden besproken in
de vergaderingen van het managementteam, de personeelsvergadering en in het bestuur. Na
bespreking worden zo nodig actiepunten geformuleerd. Er wordt aandacht gegeven aan de status, de
kwaliteit, de complicerende factoren en de opbrengsten van de deelthema’s.
Het management legt verantwoording af en stelt (indien nodig) verbeterings-/vernieuwingsprocessen
voor.
23
Hoofdstuk 3: Medewerkers
Medewerkers: Organiseren – investeren - respecteren
a. Organiseren.
i. De visie op medewerkers.
Het credo
De school hanteert als credo “werken met gedreven medewerkers”. Vertrouwen in de medewerker zal
het onderwijs een positieve stimulans geven en de medewerker stimuleren zich voortdurend verder te
ontwikkelen.
Ook t.a.v. de professionalisering van medewerkers zien we een sterke link met de Deming cirkel,
waarin een voordturend proces plaatsvindt van: plan – do – check – act.
Toelichting op dit credo
De medewerkers zijn de dragers van de identiteit van onze school. Als voorbeeld en/of
identificatiefiguur bepalen zij het reformatorische gezicht van onze school. Integraal personeelsbeleid
zien we als een hulpmiddel om de identiteit en de kwaliteit van het onderwijs op de school gestalte te
geven. Kennis van leren, inzicht in groepsprocessen, vakkennis, actuele didactische vaardigheid en
stevige pedagogische kwaliteiten bepalen mee de leer kracht van leraren. Leerkrachten bepalen de
leer kracht van het onderwijs. Natuurlijk is goed management voor het onderwijs onontbeerlijk. Toch
voltrekt het onderwijs zich in de eerste plaats in de relatie tussen leraren en leerlingen. De kwaliteit
van die relatie is bepalend voor het leren en de ontwikkeling van jonge mensen.
We hebben vertrouwen in gediplomeerde medewerkers die hun vak verstaan, die weten wat er van
hen wordt verwacht, die openstaan voor ontwikkeling en verbetering èn die zoeken naar kwaliteit en
rendement in hun onderwijs. Ze zijn gedreven in hun werk, door hun liefde voor het vak, maar ook
omdat ze weten dat ze met hun werkzaamheden een hoger doel dienen, nl. de kinderen opvoeden
overeenkomstig het Woord van God met de boodschap dat ze het ware leven alleen te zoeken en te
vinden is in God.
ii. functiebouwwerk
Bovenschools niveau
Colon
In de achterliggende beleidsperiode heeft de school het besluit genomen toe te treden tot de federatie
van reformatorische scholen in Oost-Zeeland. Intussen heeft een fusie van deze federatie en enkele
andere samenwerkingsverbanden plaatsgevonden (waaronder het Samenwerkingsverband WSNS)
waardoor één grote organisatie voor reformatorisch basisonderwijs in Zeeland is ontstaan, nl. De
Vereniging voor primair onderwijs in Zeeland. De vereniging kreeg de naam Colon. Binnen deze
vereniging vormen beleidsontwikkeling en beleidsondersteuning (op het terrein van onderwijs – zorg –
personeel – financiën) de belangrijkste activiteiten.
Federatief management
In opdracht van het federatiebestuur worden de processen aangestuurd door een drietal federatief
directeuren. Deze zijn portefeuillehouder van resp. onderwijs en zorg, onderwijs en personeel,
onderwijs en financiën. Indien van toepassing zal de school van advisering vanuit het federatief
management gebruik maken.
Medewerkers
Diverse (beleids)medewerkers geven uitvoer aan de bovenschoolse activiteiten. Advisering door de
verschillende beleidsmedewerkers wordt ervaren als meerwaarde voor het onderwijs op de scholen.
De school opteert er voor om ook in de nieuwe beleidsperiode gebruik te maken van de inzet van
deze medewerkers op het terrein van onderwijs, zorg, personeel en financiën.
24
Schoolniveau
Directie
De directie van de school wordt gevormd door de directeur. De directeur is belast met de dagelijkse
leiding binnen de school, heeft een beleidsvoorbereidende taak richting bestuur en is verantwoordelijk
voor de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid. Taken en verantwoordelijkheden van
bestuur en directie zijn vastgelegd in een managementstatuut.
Managementteam
De directeur vormt samen met de Interne Begeleider en twee coördinatoren het managementteam.
Een aantal taken op de verschillende beleidsterreinen is gedelegeerd aan de coördinatoren. De
coördinatoren verantwoorden hun taken aan de directeur. De directeur is voor alle uitvoerende taken
eindverantwoording verschuldigd aan het bevoegd gezag. De coördinatoren zijn verantwoordelijk voor
het aansturen van de processen in hun afdeling/deelteam.
Leerkrachten
In het kader van de functiemix worden leerkrachten benoemd in LA en worden leerkrachten benoemd
in LB. De afspraken in het kader van de functiemix zijn voor de komende beleidsperiode beschreven
in de Notitie Functiemix Kon. Julianaschool. Deze afspraken staan in nauwe relatie tot de
beleidsvoornemens in dit schoolplan.
Leerkracht LA
De leraar LA geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en
ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor
professionalisering.
Leerkracht LB
De leraar LB geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en
ontwikkeling van het onderwijs, levert nadrukkelijk bijdragen aan de schoolorganisatie en het
onderwijsproces en is verantwoordelijk voor professionalisering. De leraar LB initieert en bewaakt
ontwikkeling op het gebied van onderwijsprogramma’s, zorg, ontwikkeling van collega’s en is een
sparringpartner voor de schoolleiding.
Leerkrachten kunnen naast hun onderwijsgevende taak ook actief zijn op het gebied van
bouwcoördinatie, zorg (interne begeleiding), coaching, vakcoördinatie of op het gebied van ict.
Onderwijsassistent
De onderwijsassistent ondersteunt de leerkrachten in het verzorgen van het onderwijsproces. De
onderwijsassistent geeft extra begeleiding aan individuele of kleinere groepen leerlingen.
Secretaresse
De secretaresse ondersteunt de schoolleiding in administratieve en organisatorische onderwerpen.
Interieurverzorger
De interieurverzorger zorgt voor een schoon gebouw waarin hygiëne en goede omstandigheden
bewaakt worden.
Onderhoudsmedewerker
De onderhoudsmedewerker zorgt voor een optimaal gebouw en de schoolomgeving waardoor het
dagelijks werk zijn voortgang kan hebben.
Functiemix
De leerkrachtprofielen in het kader van de functiemix zijn gebaseerd op de voorbeeldfuncties zoals
die zijn ontwikkeld door de PO Raad. In de CAO is vastgelegd hoe de functiemix gestalte krijgt in het
PO. Aan de hand van de competenties waarmee wij werken, en een aantal andere indicatoren die van
belang zijn voor het functioneren van de leerkracht binnen de school, is het mogelijk om binnen de
leraarfunctie te groeien. Naast de competenties van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren is als extra
competentie toegevoegd: het uitdragen van de identiteit. Specialisatie in LB functies is mogelijk op het
gebied van zorg, coaching, coördinatorschap of vakspecialisatie. Om hier handen en voeten aan te
geven worden de actiepunten zoals verwoord in het plan Leerkracht uitgevoerd in de periode 20112014. Deze zijn bij ons op school vastgelegd in het document “besluiten invoering functiemix”. De
profielen hiervoor zijn vastgesteld. Functieprofielen voor onderwijsondersteunend personeel zijn
vastgesteld aan de hand van voorbeeldbeschrijvingen die door een externe dienstverlener zijn
aangeleverd en vervolgens schoolspecifiek zijn gemaakt.
Instrumenten personeelsbeleid
- Werving en selectie
Over het algemeen wordt gebruik gemaakt van de sollicitatiecode van het VGS bij de benoeming van
nieuw personeel. In het proces heeft de directeur in de voorbereiding een belangrijke rol voor wat
25
betreft het maken van een inschatting van de functionele geschiktheid. Het bestuur van de school
wordt vaak betrokken in het doen van een uitspraak met betrekking tot de identiteit. De directeur
adviseert het bestuur bij een te benoemen persoon. Het bestuur benoemt de medewerker.
- Doorstroom en professionalisering
De school hanteert een gesprekkencyclus om het welzijn, functioneren en professionaliseren van
medewerkers
te
monitoren
en
te
bewaken.
Daarbij
worden
POP-gesprekken,
functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken ingezet. Medewerkers hebben naar rato van
hun benoemingsomvang nascholingstijd beschikbaar. Daarnaast biedt de school haar medewerkers
de regeling “Lerarenbeurs” aan.
- Deeltijdbeleid
De school streeft naar continuïteit en kwaliteit in het onderwijs door middel van het voeren van een
consequent twee-gezichtenbeleid. Het streven naar een eigen leerkracht per groep (of indien
onvermijdelijk twee leerkrachten per groep) wordt ondersteund door de regeling deeltijdbeleid zoals
die in 2010 is vastgesteld.
-Formatiebeleid
In het formatiebeleid wordt gestreefd naar kwaliteit en continuïteit voor het onderwijsproces. Dit wordt
gerealiseerd middels de inzet van twee gezichtenbeleid en aandacht in het taakbeleid voor
levensfasen, wisseling in jaargroepen en kerntalenten. In ons formatiebeleid wordt rekening gehouden
met de verschillen tussen de personeelsleden. Er is aandacht voor startende leerkrachten en senioren
door rekening te houden met voorwerk- en nawerktijd, het aanbieden van BAPO-verlof. We stimuleren
personele mobiliteit binnen de organisatie. We geven hier vorm aan door onderwijzend personeel de
mogelijkheid te geven binnen enkele jaren te wisselen van groep. Bij het vaststellen van de formatie
wordt rekening gehouden met de persoonlijke wensen en personele inzet, maar hierbij blijft de
kwaliteitsborging middels het tweegezichtenbeleid een doorslaggevende rol spelen.
- Verzuimbegeleiding
In de verzuimbegeleiding wordt met name samengewerkt met de bedrijfsarts en verzuimconsulent en
wordt de school bij langdurig verzuim ondersteund door de beleidsmedewerker personeel van Colon.
Onze school kan bij langdurig verzuim ook een beroep doen op ondersteuning door de
reïntegratiedeskundige vanuit het Vervangingsfonds. In de procesbegeleiding wordt door het
Vervangingsfonds ondersteuning aangeboden door regioadviseurs.
- Uitstroom
Onze school streeft naar continuïteit en kwaliteit in het personeelsbestand. Daarbij wordt gestreefd
naar het beperken van personeelsverloop. Van uitstroom kan sprake zijn vanwege het bereiken van
de pensioengerechtigde leeftijd of het gebruikmaken van pre-pensioen, uitstroom op eigen verzoek,
uitstroom op basis van arbeidsongeschiktheid (WIA, IVA), uitstroom op basis bedrijfseconomische
reden of formatieve redenen en op basis van ernstig disfunctioneren. In deze gevallen zal de school
zich ook in de komende beleidsperiode laten adviseren door de beleidsmedewerker personeel van
Colon en door de VGS.
-Vervangingspool
Een vervangerspool is opgestart. We werken via Colon met een online apllicatie voor het organiseren
van vervanging
iii. Gezondheid, veiligheid en welzijn
Risico-inventarisatie en risico-evaluatie
Inventarisatie en evaluatie van risico’s op het terrein van de arbeidsomstandigheden (o.a. welzijn en
veiligheid) vinden plaats overeenkomstig de wettelijke regelgeving, verwoord in het Arboplan van de
school. De school wordt in het veiligheids- en welzijnsonderzoek en de risico inventarisatie & evaluatie
ondersteund door de arbocoördinator vanuit Colon. Eén keer per vier jaar wordt een uitgebreid
onderzoek gedaan. Daarnaast wordt in cycli van een jaar gewerkt met plannen van aanpak.
BHV
De school streeft naar voldoende kwantiteit en kwaliteit op het terrein van BHV. Zo moeten er ruim
voldoende BHV’ers binnen de school zijn èn zijn deze personen verplicht de jaarlijkse nascholing te
volgen. De uren voor deze scholing worden opgenomen in het taakbeleid. Voor de scholing wordt
gebruik gemaakt van een federatief aanbod.
In samenwerking met andere scholen worden jaarlijks BHV cursussen ingekocht om de
arbocoördinatoren en BHV’ers te trainen en kennis op peil te houden.
26
Verzuimregistratie
Het ziekteverzuimbeleidsplan beschrijft onze visie en handelswijze ten aanzien van deze thematiek.
Er wordt in een gezamenlijk contract gebruik gemaakt van een verzuimregistratieprogramma,
VerzuimSignaal, waarin verzuim wordt geregistreerd en re-integratiedossiers worden opgebouwd en
bewaakt. Tevens kan dit systeem gebruikt worden ten behoeve van het genereren van informatie voor
de managementrapportages.
Het gebruik van VerzuimSignaal is onderdeel van een gezamenlijk contract tussen de Colonscholen
en Arbo-Unie Zeeland, waarbij de scholen gebruik maken van risicospreiding in de bijdrage in het
arbocontract.
Taakbeleid
Met taakbeleid wordt gestreefd naar de realisatie van een optimale afstemming tussen het
takenpakket van de school enerzijds en de beschikbare tijd van het personeel anderzijds om zo de
organisatiedoelen van de school te realiseren.
Op onze school wordt taakbeleid geformuleerd waarin het lesgeven centraal staat. Buitenom de
lesgevende taak is voor iedere medewerker met les- dan wel behandeltaken ruimte ingepland voor
voor- en nawerk, professionalisering en overige taken. Zoals eerder beschreven onder formatiebeleid,
worden in het voeren van taakbeleid onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen
personeelsleden. Op basis van consensus worden de taken verdeeld.
Medewerkers: Organiseren – investeren - respecteren
b. Investeren.
i. Visie op investeren.
Een lerende organisatie/loopbaanontwikkeling/loopbaanbegeleiding
Op onze school is er voor iedere medewerker ruimte om aan zijn professionalisering te werken.
Hiervoor wordt op de jaartaak ruimte gemaakt, maar ook in het dagelijks functioneren is er aandacht
voor leer- en ontwikkelprocessen. Wanneer een medewerker zich wil specialiseren wordt onderzocht
of dit aansluit bij de schoolontwikkeling. Onze school moedigt medewerkers aan om te blijven werken
aan de persoonlijke en functionele ontwikkeling. Dit kan met ondersteuning van een persoonlijk
ontwikkelingsplan of scholingsplan.
De school ziet zichzelf als een lerende organisatie, waarbinnen teamleden zich voortdurend verder
ontwikkelen, o.a. door middel van de wettelijk verplichte deskundigheidsbevordering. Stilstand is ook
in dezen achteruitgang. De noodzaak hiertoe is te vinden in de ontwikkelingen in de maatschappij, de
wetgeving vanuit de overheid, de gevolgen van toenemende gezinsproblematiek èn het belang van
de kwaliteitsverbetering van het onderwijs in Nederland.
ii. Integraal personeelsbeleid.
Gesprekkencyclus
Op onze school wordt gewerkt met een gesprekkencyclus om het welzijn, het functioneren en de
ontwikkeling van onze medewerkers te borgen en te stimuleren. De gesprekkencyclus op onze school
bestaat uit een POP-gesprek, functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. Deze gesprekken
keren terug in cycli van twee jaar. Onze medewerkers tonen aan te werken aan hun ontwikkeling en
professionalisering middels een bekwaamheidsdossier waarin verantwoording wordt gedaan. Naast
de bovengenoemde gesprekken is er ook aandacht voor het welzijn en de ontwikkeling in
voortgangsgesprekken en opbrengstgesprekken. Binnen de gesprekkencyclus nemen de SBL
competenties een belangrijke plaats in. Zij vormen het uitgangspunt voor het formuleren van
ontwikkelingsdoelen.
Ons beleid rondom ontwikkeling en de gesprekkencyclus is vastgelegd in een document
Gesprekkencyclus. Ieder onderwijsmedewerker heeft een relevant persoonlijk ontwikkelingsplan.
Scholing/training
 Zowel de persoonlijke- als de organisatieontwikkeling vragen om een evenwichtige
investering. Door de juiste medewerkers een passende scholing te laten volgen, worden
zowel de medewerker als de school hier beter van. En vanwege onze instelling om te werken
27
met gedreven professionals is het een kenmerk van onze medewerkers en organisatie om
mensen in beweging en ontwikkeling te houden.
 Binnen deeltijdbeleid en levensfase bewust personeelsbeleid wordt scholing en training
concreet benoemd.
In de nieuwe beleidsperiode wordt de deskundigheidsbevordering op de volgende wijzen ingericht:
-scholing in relatie tot de onderwijsvernieuwingstrajecten
-scholing in relatie tot de diverse vormen van gedragsproblematiek
-individuele scholing op basis van door de school en/of teamlid vastgestelde behoefte
Functiemix
De school werkt in de komende vier jaar aan een beleidsrijke invoering van de functiemix.
Teambuilding
De school hecht grote waarde aan het “versterken door samen te werken”. De volgende middelen
leveren hieraan een belangrijke bijdrage:
- Het organiseren van studiedagen
- Het uitvoeren van collegiale consultaties/coachingsbezoeken
- Het stimuleren van gezamenlijke activiteiten
- Het evalueren van het teamwork
Levensfasebewust personeelsbeleid
De school wijst de medewerkers op de mogelijkheid van het opnemen van BAPO-verlof en zal dit ook
stimuleren. Onderzoek heeft uitgewezen dat opname van BAPO leidt tot blijvende motivatie bij de
oudere teamleden.
Medewerkers: Organiseren – investeren - respecteren
c. Respecteren en waarderen.
i. Visie op respecteren en waarderen.
Visie
De school gaat uit van werken met gemotiveerde en gedreven medewerkers. Bestuur,
medezeggenschapsraad, directie en team gaan respectvol met elkaar om en bevorderen binnen hun
geleding de gelijkwaardige verhoudingen. Medewerkers verdienen het vertrouwen om binnen de
geschetste kaders zelf op een deskundige wijze hun werk te organiseren. Binnen die autonome en
resultaatgerichte wijze van werken past een wijze van verantwoording over de resultaten.
De school houdt rekening met ieders mogelijkheden en onmogelijkheden. Mogelijkheden dienen te
worden uitgebuit; voor onmogelijkheden dienen oplossingen te worden gezocht.
Respecteren en waarderen doen groeien in het vak en zijn daarmee gedefinieerd als belangrijke
pijlers onder de onderwijsontwikkeling.
ii. Delegatie van verantwoordelijkheden en bevoegdheden
-Door in te zetten op de taakvolwassen professional is uitdrukkelijk gekozen voor het zichtbaar maken
van de verantwoordelijkheid van de medewerker als het gaat om de rol. De medewerker draagt de
verantwoordelijkheid voor de eigen taak in de school of klas, de rol van teamlid en het op orde
houden van de noodzakelijke kennis en vaardigheden.
-Ongeacht de functie en taak, zijn alle medewerkers in de school gelijkwaardig. Ieder respecteert de
ander. Dat betreft ook de verantwoordelijkheden en taken.
-Elke medewerker heeft helder voor ogen wat de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn
die behoren bij de uitoefening van het opgedragen werk. Bij innovaties is dit telkens een punt van
aandacht.
-Het geheel van de activiteiten van de medewerkers in de school vraagt om heldere communicatie.
Onze medewerkers zijn bereid om hierover gevraagd en ongevraagd verantwoording af te leggen.
-Om het welbevinden van de medewerkers hoog te houden is het van belang vertrouwen te geven
en transparant te zijn. En dat is voor ons allen een blijvende opdracht. We nemen wensen van de
medewerkers serieus en streven een optimale mix na tussen ontwikkelkansen van medewerkers en
versterking van het geheel van de school.
28
iii. Feedback over inspanningen en resultaten
Transparante organisatie
Met inachtneming van het benodigde respect voor de individuele medewerker met eigen talenten en
gaven, werkt de school in de nieuwe beleidsperiode verder aan een transparante organisatie, waarin
het “teamwork” van groot belang wordt geacht. (dit i.t.t. de zgn. eilandencultuur)
Transparantie in het functioneren als teamleden onderling levert een positieve bijdrage aan de
ontwikkeling van zowel hele team, individuele werknemer als aan de totale ontwikkeling van het
onderwijs.
Constructieve feedback
De genoemde transparantie in het team schept ruimte voor constructieve feedback. In de nieuwe
beleidsperiode wordt dit op de volgende wijze georganiseerd:
- Consultaties tijdens de lessen (met nabespreking) vanuit directie en management
- Collegiale consultaties met uitwisseling van opmerkingen en adviezen
- Duo-besprekingen bijvoorbeeld bij bespreking methodegebonden toetsen.
Opbrengstgericht werken
In het kader van opbrengstgericht werken worden in de nieuwe beleidsperiode opbrengstgesprekken
gevoerd door de directeur en IB-er. Tijdens deze gesprekken geeft de leerkracht eerst zijn eigen visie
op de ontwikkeling van de opbrengsten. Daarna volgt de feedback van de directeur en/of IB-er.
.
POP-, functionerings- en beoordelingsgesprekken
Tijdens deze gesprekken is in ruime mate sprake van feedbackmomenten.
Gedragscode
Er is in het verleden een gedragscode personeel vastgesteld. Binnen het team is alle ruimte om elkaar
op de regels van de gedragscode aan te spreken.
iv. inbreng bieden bij verbetering, innovatie en creativiteit
Inbreng medewerkers
Directie en management hechten veel waarde aan de inbreng van medewerkers in de verschillende
fasen van ontwikkelingen: initiatie, brainstormsessie, besluitvorming, uitvoering. Medewerkers geven
aan dat er voldoende mogelijkheid en gelegenheid is tot eigen inbreng. De school streeft ernaar dit
voor de toekomst te bewaken.
Directie en management leggen voorstellen en plannen voor schoolontwikkeling, schoolactiviteiten
e.a. tijdig en open neer in het team.
Belonen van innovatie en creativiteit
De school kiest in het kader van belonen van de teambijdragen voor teambrede beloning.
In elk schooljaar zijn er diverse momenten waarop dit in materiële zin zichtbaar wordt gemaakt.
De school wil het belonen op individueel niveau koppelen aan de invoering van de functiemix.
Van groot belang is de verbale beloning richting de medewerker!
Voorbeelden van geslaagde vernieuwing
Diverse onderwerpen zijn voorbeelden van geslaagde vernieuwingen, waarbij de inbreng van
teamleden een grote rol speelde:
-visie ontwikkeling exemplarisch onderwijs
-teamontwikkeling en team-denken van collega naar teamlid (verantwoordelijkheidsgevoel,draagvlak)
-een klimaat van vertrouwen
-een goede voorbeeldwerking van het management
-voldoende tijd, ruimte en geld reserveren
-een gemotiveerd bevoegd gezag die de MR in ene vroeg stadium betrekt bij de ontwikkelingen
29
Hoofdstuk 4: Middelen
Middelen: Geld – gebouwen - investeringen
a. Geld.
i. Visie op financiën.
Plaats in strategisch kader
Hoewel middelenbeleid een wat minder tot de verbeelding sprekend aspect vormt, zijn de keuzes die
de school op dit vlak maakt niet onbelangrijk. Immers de beschikbaarheid van middelen op het juiste
moment en de wijze waarop zij worden aangewend zijn cruciaal voor een effectieve en efficiënte
uitvoering van activiteiten en een succesvolle realisering van het beleid van de school. Onder
middelen verstaan we niet alleen geld. Ook kennis, technologie, gebouwen en inrichting, materialen
en faciliteiten zien we als middelen voor de realisering van onze onderwijsdoelen.
Logischerwijs is de school de mening toegedaan dat een onderwijsinstelling niet kan functioneren
indien er geen geldelijke middelen aanwezig zijn. Financiële redenen kunnen echter nooit de
hoofdreden zijn om bepaalde ontwikkelingen wel of niet door te laten gaan. De bestuursmissie is in
dezen ook leidend:
Het faciliteren en stimuleren van een zo hoog mogelijke kwaliteit van reformatorisch onderwijs in de
door de inspectie gestelde kerndoelen, waarbij als richtsnoer voor de invulling van de identiteit geldt
de statuten van de stichting.
Werving middelen
Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur
gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het
Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze
tegoeden.
De school heeft haar omgaan met de publieke gelden verantwoord in het treasury-statuut. De school
kan gelukkig rekenen op een aantal vaste budgetten uit private gelden ( collectes, giften), waarmee
extra geïnvesteerd kan worden in het onderwijs. De school is zich terdege bewust dat ze hiermee in
de komende beleidsperiode de bezuinigingen van de overheid niet kan ondervangen; het schept wel
enige mogelijkheden.
ii. Planning- en control-cyclus.
Financiële beleid
Een belangrijk onderdeel van het totale financiële beleid is een planning en control cyclus. Deze dient
gezien te worden als een samenhangend en continu proces van begroten, sturen en bijsturen. Een
vaste cyclus maakt het mogelijk tijdig ontwikkelingen te signaleren en daarop in te spelen. Een
belangrijk aspect daarbij is dat er een volledige, betrouwbare en up to date administratie is.
Inhoud cyclus
De planning en control cyclus luidt in hoofdlijnen als volgt:
1. Uitgangspunt is het strategisch beleidsplan zoals dat door het bestuur is vastgesteld. Dit wordt
nader uitgewerkt in deelplannen per beleidsonderdeel. Als zodanig werkt het financiële beleidsplan
het onderdeel financiën uit.
2. Het financiële beleidsplan wordt jaarlijks cijfermatig uitgewerkt in een 5 jaren begroting. Deze
begroting wordt voor het eerste begrotingsjaar onderverdeeld in budgetten.
3. Per kwartaal volgt een uitgebreide managementrapportage met verschillenanalyse tussen begroting
en de werkelijke inkomsten en uitgaven. Deze rapportage wordt door het management opgesteld ten
behoeve van het bestuur.
4. Bij de samenstelling, controle en analyse van het cijfermateriaal ten behoeve van de
kwartaalrapportage voor het bestuur maakt de directie gebruik van de door het administratiekantoor
verstrekte overzichten. De directie wordt ondersteund door een bovenschools financieel
beleidsmedewerker. De werkzaamheden van de financieel beleidsmedewerker betreffen grotendeels
30
schoolspecifieke ondersteuning van de directie op het gebied van de financiële rapportages zoals
begroting, kwartaalrapportages, jaarrekening en jaarverslag.
Controle van het cijfermateriaal vindt onder meer plaats op de volgende onderdelen:
- Analyse mogelijke overschrijdingen van de budgetten materieel en personeel.
- Afstemming investeringen ten opzichte van de investeringsbegroting.
- Afstemming onderhoud ten laste van de onderhoudsreserve ten opzichte van de meerjaren
onderhoudsplanning.
- Controle van ontwikkeling liquiditeiten ten opzichte van de liquiditeitsbegroting.
- Controle inzet personeel (in fte) ten opzichtige van de begroting.
- Controle van de salariskosten (in €) ten opzichte van de begroting.
- Controle grootboek ten opzichte van de coderingsrichtlijnen.
Beleid ten aanzien van de begroting
Jaarlijks wordt een begroting opgesteld voor een periode van 5 jaar. Het eerste jaar van de begroting
wordt onderverdeeld in budgetten. Een begroting heeft de volgende functies:
- taakstellend (zowel voor directie als overige functionarissen)
- budgettering
- beleidsinstrument
- autorisatie
- informatie
- vergelijking
Opstellen van de begroting
Voor een beschrijving van de procedure voor het opstellen van de begroting wordt verwezen naar het
handboek voor de Administratieve Organisatie.
De meerjarenbegroting omvat minimaal de volgende onderdelen: Leerlingenprognose, formatieplan,
personele kosten, meerjaren onderhoudsplan, meerjaren investeringsplan, materiële exploitatie en de
liquiditeitsprognose.
Bevoegdheden
De bevoegdheden van de directie zijn beschreven in het managementstatuut, welke ook van kracht
zijn voor de nieuwe beleidsperiode. Belangrijkste uitspraak daarin is dat de directie zich houdt aan de
budgetten, zoals deze zijn vastgesteld in de begroting. Het paraferen van de facturen geschiedt door
de directeur of management-secretaresse.
Verantwoording
Tussentijds en na afloop van het kalenderjaar zal de directie aan het bevoegd gezag dienen te
rapporteren. Dit betreft niet alleen een financiële rapportage maar een verantwoording van het totale
beleid binnen de organisatie. Tussentijds doet de directie dit vier keer door middel van de
managementrapportage; aan het eind van het kalenderjaar door middel van het concept-jaarverslag.
Het bevoegd gezag dient ook in de nieuwe beleidsperiode jaarlijks verantwoording af te leggen aan
diverse belanghebbende partijen zoals: de overheid (rijksoverheid en gemeente), de
onderwijsinspectie, de medezeggenschapsraad , het personeel en de ouders. Voor de jaarrekening
aangeboden wordt aan het ministerie vindt de accountantscontrole plaats.
Deze verantwoording geschiedt middels de jaarverslaglegging. Het jaarverslag bevat gegevens over
de totale organisatie. Dit betreft zowel het bestuurlijk functioneren, alsmede de gegevens over de
financiële positie, de exploitatie, het investeringsbeleid, risico beheersing etc. Het financiële deel van
het jaarverslag dient ook digitaal aan het ministerie van OC&W digitaal, middels een vastgestelde
format, verstrekt te worden. Dit wordt het Elektronisch Financieel Jaarverslag genoemd (EFJ).
Op basis van de jaarverslagen vindt er binnen de regio een vergelijking plaats van de financiële
kengetallen waarbij de school zich individueel kan vergelijken bij het regiogemiddelde. De financiële
kengetallen blijven niet alleen beperkt tot de vermogenspositie maar ook andere aspecten zoals
materiële kosten, personele inzet, rentabiliteit e.d. worden daarin meegenomen. Tevens wordt er door
een analyse van de meerjarenbegroting verschillende aspecten in beeld gebracht zoals de omvang
van de te verwachten kosten en de diversiteit aan personele inzet, in relatie tot de leerlingenpopulatie.
31
Middelen: Geld – gebouwen - investeringen
b. Gebouwen.
i. Visie op gebouwen en omgeving.
De omgeving als pedagoog
In de ontwikkeling van de kinderen zijn diverse relaties te benoemen, waarin invloed wordt
uitgeoefend op de ontwikkeling, c.q. het leerproces van het kind. Het zijn de volgende:
- De relatie kind - ouder
- De relatie kind - leerkracht
- De relatie kind - kind
- De relatie kind - omgeving
De ouder en de leerkracht hebben in het leven van een kind onmiskenbaar de belangrijkste taak als
pedagoog. De ontwikkeling van een kind wordt mede bepaald door de andere kinderen
We benoemen de werkomgeving (school) als vierde pedagoog. De inrichting, conditie etc. van de
omgeving is van grote invloed op de leerprestaties van de kinderen. Onderzoeken hebben uitgewezen
dat een goed fysiek klimaat leidt tot fors hogere prestaties van de leerlingen. (10 tot 15%) In de
afgelopen beleidsperiode is hier binnen de school meermalen over gesproken.
Een regelmatige meting van het CO-2 gehalte in de lokalen is onderdeel van het beleid.
Aankleding schoolgebouw
De school hecht grote waarde aan de netheid, vriendelijkheid en uitstraling van het gebouw, zowel
binnen als buiten. In de nieuwe beleidsperiode zullen we actief blijven om ervoor te zorgen dat alle
ruimtes uitnodigend en netjes zijn ingericht. Verder besteden we aandacht aan het schoonhouden en
opruimen van de school, alsmede de omgeving. “Een opgeruimde school geeft opgeruimde kinderen”.
Schoolplein
Er wordt veel aandacht besteed aan de aankleding van het schoolplein. Hoe uitdagender het plein hoe
minder ongewenst gedrag we waarnemen. Het plein is ook buiten schooltijd toegankelijk voor kinderen
uit de buurt, zolang er een medewerker nog in de school aanwezig is.
ii. Onderhoud gebouwen.
Meerjarenonderhoudsplanning
De school heeft dit jaar een inspectie laten uitvoeren door Perfectbouw. Dit bedrijf heeft een
meerjarenraming gemaakt die ook de nieuwe beleidsperiode omvat. Het bestuur met de directeur
bewaakt deze meerjarenraming, stelt deze indien nodig bij en initieert de werkzaamheden. De
meerjarenraming van Perfectbouw vormt het uitgangspunt voor de meerjarenbegroting van de school.
Omdat ook in de komende jaren een gedeelte van het onderhoud wordt uitgevoerd door vrijwilligers
(schilderwerk binnenkant schoolgebouw), zijn de werkelijk opgenomen kosten aanmerkelijk lager dan
door Perfectbouw begroot. Er is een investeringsplan en een meerjaren-onderhoudsplan opgesteld
voor de komende 10 jaar.
De reëel begrote kosten zijn gesplitst in een budget voor “onderhoud gebouwen” en een dotatie “groot
onderhoud”. Bij het berekenen van de kosten voor de meerjarenbegroting is ook rekening gehouden
met de informatie uit de meerjarenbegroting van de plaatselijke gemeente.
Jaarlijks onderhoudsplan
Op basis van de meerjarenraming wordt een jaarlijks onderhoudsplan gemaakt. Verder vindt elk jaar
een schouw plaats in opdracht van de gemeente. Op basis van het inspectierapport worden indien
nodig reparaties en vernieuwingen uitgevoerd door een aannemersbedrijf.
32
Middelen: Geld – gebouwen - investeringen
c. Investeringen.
i. Investeringen in ICT.
Visie op ICT-beleid
ICT is een middel dat bijdraagt tot realisering van onderwijsdoelstellingen. ICT is geen doel op zich.
Aan de leerlingen moeten bepaalde ICT-vaardigheden en kennis op ICT-gebied bijgebracht worden
om tot een functioneel en verantwoord gebruik van ICT te komen.
Onderwijsconcept
In de nieuwe beleidsperiode staat bij ICT via het Ambassadeursnetwerk PO het project “Up-to-date”
centraal. Dit verloopt via Colon. Door vanuit elke deelnemende school een medewerker de
ambassadeursrol toe te delen ontstaat een praktisch ICT-netwerk. Met bovenschoolse mogelijkheden
voor masterclasses, workshops, presentaties en van actuele ontwikkelingen kennis te nemen. En in
onze school een ambassadeur, aanjager of coach die gedachten laat veranderen in werkelijkheden.
De belangrijkste onderdelen van het ICT-beleidsplan voor deze periode zijn:
- mediawijsheid
- professionalisering
- maatwerk
- digimaster
- digibord(materiaal)
-digitale rapporten
Nieuwe partner
De school wil in de voorliggende beleidsperiode gebruik maken van het federatieve contract dat
gesloten is met IC-automatisering uit Dirksland, juist omdat dit bedrijf werkt vanuit een
onderwijsconcept. Het onderhoud zal voor een groot deel aan dit bedrijf worden uitbesteed.
De school wil daarbij het beleid afstemmen op het beleid van Colon en gebruik maken van de
diensten en netwerken die er federatief zijn.
Investeringen
Dit jaar is er een nieuwe server geplaatst en is er tot aanschaf overgegaan van 30 computers.
ii investering en onderhoud materialen en middelen
Aanschaf methoden
Analyse heeft uitgewezen dat de volgende methoden in de komende beleidsperiode vervangen,
aangevuld of als nieuw aangeschaft dienen te worden:
- geschiedenis
- Engels
- Wereldoriëntatie (Exemplarisch onderwijs)
- Voortgezet technisch lezen (Leesfontein)
In de meerjarenbegroting 2010-2015 zijn deze opgenomen.
Aanschaf materialen
Analyse heeft uitgewezen dat de volgende materialen in de komende beleidsperiode vervangen,
aangevuld of als nieuw aangeschaft dienen te worden:
- Speeltoestellen schoolpleinen
- Muziekinstrumenten
- Speeltoestellen gymzaal
- Materialen, meubilair en gereedschappen handvaardigheid
In de meerjarenbegroting 2010-2015 zijn deze opgenomen.
33
Hoofdstuk 5: Processen
Processen: Identificeren – uitvoeren - verbeteren
a. Identificeren.
i. Benoemen van de processen.
Toelatingsbeleid
Op basis van het door het bestuur vastgestelde toelatingsbeleid worden de leerlingen al dan niet
toegelaten tot onze school. Als de aanmelding past binnen het toelatingsbeleid wordt de leerling
ingeschreven. Vanaf de vierde verjaardag volgt de leerling dan het onderwijs op school. Tussentijdse
aanmelding wordt tevens op basis van het toelatingsbeleid afgehandeld.
De school wil voor alle leerlingen uit het geografisch en kerkelijk voedingsgebied een
onderwijsarrangement aanbieden binnen de school, of indien de mogelijkheden daartoe ontbreken, de
ouders begeleiden bij het zoeken van een passende school. De school wil op deze manier mede recht
doen aan de missie van Colon “Geen kind tussen wal en schip”.
Aanbod Godsdienstonderwijs
Onze school wordt gekenmerkt door het reformatorisch karakter. Onlosmakelijk hieraan verbonden is
het leerstofaanbod Godsdienstonderwijs. De kern van het Godsdienstonderwijs is het wijzen op de
noodzaak van de reformatie van het hart èn de reformatie van het leven.
Vanuit de Bijbelse noties willen we burgerschap, sociale integratie en de diversiteit in de samenleving
hierin een belangrijke plaats geven. Sociale integratie vereist kennis van godsdienstige en culturele
achtergronden. Hierbij is de Bijbel,die de kaders aangeeft waarbinnen de integratie behoort plaats te
vinden, onze norm.
Thematisch werken in de onderbouw
De basisvakken taal/lezen, rekenen en Engels worden aan de hand van methoden aangeboden. In de
kleutergroepen wordt gewerkt met voorlopers van de methoden. Het onderwijs wordt daar zoveel
mogelijk ontwikkelingsgericht gegeven. De ontwikkelings- en leerlijnen zijn hierbij leidraad. Met deze
manier van werken wordt een dekkend en inhoudsrijk leerstofaanbod gerealiseerd gericht op de
tussendoelen voor groep 1 en groep 2. De school voltooit in de nieuwe beleidsperiode de
implementatie van dit concept in de onderbouw. Nauw verweven met het concept is de invoer van het
observatieprogramma KIJK. De implementatie hiervan wordt eveneens in de nieuwe beleidsperiode
voltooid. De diverse onderdelen hiervan zijn beschreven in het Borgingsdocument “KIJK”.
Didactisch en pedagogisch handelen in groep 3 t/m 8
De basisvakken taal/lezen en rekenen hebben een hoge prioriteit. Ruim 75% van de beschikbare
onderwijstijd wordt gereserveerd voor deze vakken. We werken met moderne methoden.
De leraren hebben kennis van het curriculum en scoren hoog op de didactische vaardigheden,
waaronder effectieve instructie. Methode- als LOVS-toetsen worden gebruikt om te meten,
analyseren, plannen en evalueren.
Om een juist pedagogisch klimaat te bevorderen en het juiste niveau ervan te meten wordt gebruik
gemaakt van de SOVA-methode “Bomjeda” en het pedagogisch leerlingvolgsysteem “ZIEN”.
Methodegebruik:
- Voor het vakgebied “Rekenen en wiskunde” wordt gebruik gemaakt van de nieuwe versie
van de methode “Wereld in getallen”. In de nieuwe beleidsperiode zal de nieuwe versie van
deze methode worden ingevoerd.
- Voor het vakgebied “Nederlandse taal” (alle onderdelen) wordt gebruik gemaakt van de
nieuwe methode “Taalfontein”. In groep 3 gebruiken we de leesmethode “Leessleutel”,
Deze methodes zijn dekkend in relatie tot de kerndoelen en de referentieniveaus. Naast de genoemde
methodes wordt van een groot aantal additionele middelen gebruik gemaakt om een optimaal
leerstofaanbod te realiseren.
34
Methodisch en Exemplarisch werken bij zaak- en expressievakken in groep 3 t/m 8
Voor het aanbod van de zaakvakken werd in het verleden uitsluitend gebruik gemaakt van het
methodisch concept. Om de opbrengsten op het terrein van zaak- en expressievakken te verhogen
zal in de nieuwe beleidsperiode gestart worden met de invoer van het exemplarisch concept. De
school vindt het wel belangrijk dat de chronologische lijn bij het vak geschiedenis leidend blijft. In deze
lijn komt het “Er staat geschreven; er is geschied” steeds tot uitdrukking. Voor tot invoer van
exemplarisch concept zal worden over gegaan, zal eerst een analyse plaatsvinden van de
leerstofinhouden en de leeropbrengsten van de zaakvakken.
In het exemplarisch concept zullen ook de expressievakken voor een deel een plaats krijgen. De
nadruk zal vooral liggen op tekenen en handvaardigheid en in mindere mate op muziek en gym.
Naast het werken met methoden voor de verschillende gebieden zal er regelmatig gewerkt worden in
betekenisvolle contexten. Op deze manier worden op een natuurlijke wijze de vakken geïntegreerd en
ervaart het kind de complexiteit en verbondenheid binnen de hem omringende werkelijkheid.
Methodegebruik:
- Voor het vakgebied aardrijkskunde wordt gebruik gemaakt van de methode “Geobas”.
- Voor het vakgebied geschiedenis wordt gebruik gemaakt van de methode “Er is geschied”.
- Voor het vakgebied biologie en techniek wordt gebruik gemaakt van “Natuurlijk”.
- Voor het vakgebied muziek wordt gebruik gemaakt van “de methode “Meer met muziek”.
- Voor het vakgebied bewegingsonderwijs wordt gebruik gemaakt van “Basislessen”
- Voor het vakgebied verkeer wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Wegwijs”.
- Voor de overige expressievakken wordt gebruik gemaakt van diverse ideeënboeken en
lessen van internetsites.
Cultuureducatie
In het kader van cultuureducatie wordt naast het leerstofaanbod in de methodes van muziek,
aardrijkskunde en geschiedenis gebruik gemaakt van leskisten, excursies, gastlessen e.d. Bekostiging
gebeurt vanuit de subsidiegelden in het kader van cultuureducatie.
Burgerschap
In de samenleving waarin wij leven is burgerschap o.i. een must. Dit zal in de komende vier jaar alleen
maar sterker gaan gelden. Het leerstofaanbod burgerschap is vastgelegd in een document
“Burgerschap op de Kon. Julianaschool”.
Sova
Vanwege het belang van een goed pedagogisch klimaat en het bevorderen ervan, worden in alle
groepen SOVA-lessen aangeboden. Als methode wordt gebruik gemaakt van “Bomjeda”. In de nieuwe
beleidsperiode zal ook gebruik worden gemaakt van het leerlingenonderdeel van ZIEN.
Engels
We willen een extra impuls geven aan het onderwijs in de Engelse taal. We participeren in het Colonproject “Met Engels hogerop”. In het kader van dit projectplan zijn er ook uitwisselingsbijeenkomsten
met het voortgezet onderwijs.
Om de opbrengsten van Engels te verhogen wordt het aanbod van Engels in de komende vier jaar als
volgt ingericht: In de groepen 1 t/m 4 zal gebruik gemaakt worden van “My name is Tom”; in de
groepen 5 t/m 8 zal gebruik gemaakt worden van “Hello World”.
Naast de genoemde methode wordt gebruik gemaakt van additionele middelen, o.a. “Schoolyard”.
Een coördinator Engels coacht de leraren, zorgt voor bespreking van de methode, het gebruik van
materialen en heeft zicht op de leeropbrengsten.
Teamleden volgen de cursus Engels die via Colon wordt gegeven. Alle leraren die Engels geven
dienen te beschikken over de juiste vaardigheden en competenties om het onderwijs in Engels te
geven.
Streefdoel is om aan het eind van de beleidsperiode met de opbrengsten op of boven het landelijk
gemiddelde te scoren. Toetsing gaat plaatsvinden met LVS-toetsen Engels van CITO.
Overgang naar het voortgezet onderwijs
De school wil in de komende beleidsperiode de overgang naar het voortgezet onderwijs in
samenwerking met het voortgezet onderwijs verbeteren, zodat voor de leerlingen een vloeiender
overgang wordt gecreëerd.
35
Interne zorgstructuur/leerlingenzorg
Het bieden van goede zorg aan onze kinderen vinden we erg belangrijk. Als de leerlingen zich prettig
en gesteund voelen, is dit een stimulans voor hun leerprestaties.
De zorgstructuur op onze school bevat de volgende elementen:
- We hebben een interne begeleider die de activiteiten van de zorgstructuur op school
coördineert en bewaakt.
- Voor de vakken rekenen, spelling, technisch lezen, begrijpend lezen en sociaalemotionele ontwikkeling wordt via handelingsgerichte processtappen gewerkt
(waarnemen, begrijpen, wegen, plannen, handelen en evalueren). Ook in groep 1-2
werken we handelingsgericht, waarbij we ons baseren op een observatiesysteem en/of
afgenomen toetsen.
- De leerkracht is de spil binnen handelingsgericht werken.
- Handelingsgericht werken betekent voor ons ook dat we de focus leggen op de kansen
van kinderen. Compenserende factoren zijn voor ons interessanter dan belemmeringen.
Mogelijkheden kunnen we omzetten in acties en zodoende kinderen verder helpen.
- We bieden de mogelijkheid voor groepsgewijze (via groepsplannen) of individuele
begeleiding aan leerlingen met specifieke leer/instructiebehoeften.
- Binnen onze school zijn er afspraken over het spreken over groepen en individuele
zorgleerlingen. Zowel de start als de voortgang van een begeleidingsproces komt daarbij
aan de orde.
Afspraken en verdere uitwerking in protocollen zijn vastgelegd in het “Toetsbeleid” (Colon, 2010).
Leerlingenzorg
De leerlingenzorg kenmerkt zich door allereerst en vooral te werken aan structuur, rust en orde in elke
groep. De leraar is hierin de spil. Als professioneel onderwijzer en opvoeder. Op de tweede plaats
richten we ons op de leeropbrengsten van de leerlingengroep en de individuele leerling. Op basis van
de resultaten laten we de leerlingen in het voor hen meest effectieve niveau de basisvakken volgen.
Op de derde plaats is er aandacht voor de kwaliteit van de leer- en leefomgeving in elke groep en van
elke leerling. Het PLVS ZIEN! heeft hierin een signalerende, analyserende en adviserende rol.
Nadrukkelijk naast de hoofdrol die elke leraar hier in speelt.
Wanneer, om welke reden dan ook, een leerling met bovenstaande aanpak niet floreert wordt door
middel van HGPD een voor dat kind passende leer- en leefomgeving ingericht. Dit kan leiden tot het
vaststellen van een ontwikkelperspectief. Aan het werken met ontwikkelperspectieven wordt verder
vorm aangegeven. De groepsleerkracht is eindverantwoordelijk voor de leerlingenzorg binnen de
groep.
Op onze school zijn binnen het toelatingsbeleid in principe alle kinderen welkom die behoren tot het
normale voedingsgebied van de school. Wel wordt bij aanmelding bekeken, of we kunnen voldoen
aan de onderwijsbehoeften van het kind. Als school willen we zorg bieden aan alle kinderen die op
school worden aangemeld met inachtneming van de grenzen van de organisatie. Onze mogelijkheden
en grenzen die in het zorgprofiel zijn vastgelegd zijn hierbij richtinggevend.
De uitwerking is terug te vinden in het schooleigen zorgprofiel/zorgplan.
Zorgprofiel
Het proces van de leerlingenzorg is beschreven in het zgn. Zorgprofiel. Dit profiel is opgesteld met
advisering vanuit het SWV-WSNS. (Colon) Binnen de kaders van het zorgprofiel plaatst de school
leerlingen met een rugzak. Het profiel zal in de eerste helft van de nieuwe beleidsperiode aangepast
worden aan de nieuwste onderwijsontwikkelingen, o.a. de regelgeving vanuit de Wet Passend
Onderwijs. Voor de aanpassing van het profiel zal gebruik worden gemaakt van de advisering en
begeleiding vanuit het samenwerkingsverband.
Passend Onderwijs
Voor de ontwikkelingen die voortvloeien uit de Wet Passend Onderwijs conformeert de school zich
aan het beleid van de gezamenlijke scholen binnen Colon. Dit beleid is verwoord in het Zorgplan. In
het nieuwe schooleigen zorgprofiel zal de school een aantal eigen accenten leggen. Lettend op
schoolgrootte, de aanwezige kennis en de schoolbrede ervaring uit het verleden wil de school zich
presenteren als zgn. smalle zorgschool met aspecten van de brede zorgschool. De school opteert niet
voor inclusief onderwijs; verwijzingen naar het SBO/SO zullen ook in de toekomst nodig blijven.
36
Handelingsgericht werken en handelingsgerichte procesdiagnostiek
Conform de federatieve afspraken wil de school in de nieuwe beleidsperiode het handelingsgericht
werken gestalte geven (HGW). De school ziet het handelingsgericht werken als nieuwe
kwaliteitsimpuls ten behoeve van het opbrengstgericht werken en ten behoeve van de leerlingenzorg.
Door de inzet van handelingsgericht werken is er een adequate en doelgerichte aanpak op groeps- en
leerlingenniveau. Voor de invoer van handelingsgericht werken zal de school gebruik maken van de
diensten van de orthodidact van Driestar-Educatief.
ii. Meten van de opbrengsten
Methodetoetsen en repetities
Voor de vakken rekenen en taal worden de methodetoetsen gebruikt. Scores worden ingevoerd in het
leerlingenadministratiesysteem Parnassys, waarmee tevens een cijfer wordt berekend. Na elke
methodetoets vindt analyse plaats en worden actiepunten geformuleerd op individueel en/of
groepsniveau a.d.h.v. een schoolformat in Parnassys. Remediëring vindt met name plaats op basis
van de uitslagen van de methodetoetsen.
Niet-methodetoetsen
De scores van de niet-methodetoetsen worden ingevoerd in Parnassys. Hoe analyse, opstellen
actiepunten e.a. gestalte krijgt is beschreven in het beleidsdocument “Opbrengstgericht werken”.
Digitale rapporten
In deze beleidsperiode gaan we over tot invoering van digitale rapporten.
Processen: Identificeren – uitvoeren – verbeteren
b. Uitvoeren en beheersen.
Uitvoering van de processen
Uitvoering van de processen krijgt gestalte op de volgende wijze gestalte:
- Leerstofaanbod volgens de kerndoelen, schooleigen protollen en afsprakendocumenten
- De leertijd wordt ingericht overeenkomstig een adviesrooster en vastgelegd in Parnassys
Toetsing van de processen
Bij de toetsing van de processen wordt gebruik gemaakt van de volgende instrumentaria:
- Toetsingskader van de onderwijsinspectie
- Kijkwijzers voor het didactisch en pedagogisch handelen
- Kwaliteitskaarten: leerstofaanbod, leertijd, didactisch handelen, pedagogisch klimaat, zorg,
begeleiding.
- Analysemodel van leeropbrengsten
Kwaliteitsaspecten/criteria inspectie
Inzicht in kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren
 opbrengsten (kwaliteitsaspect 1)
De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag
worden verwacht.
De tussen- en eindresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op
het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Dat
geldt ook voor rekenen en de Nederlandse en Engelse taal.
De leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden.
De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht.
Om dit in kaart te brengen gebruiken we voor de (basis-)vakken LOVS en de CITO (SEO)-eindtoets,
Voor de (ontwikkeling en) competenties Kijk! en ZIEN!
 Onderwijsleerproces (kwaliteitsaspect 2 t/m 6)
De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving
37
Bij de aangeboden leerinhouden voor rekenen, Nederlandse en Engelse taal betrekt de school alle
kerndoelen als te bereiken doelstellingen.
De leerinhouden voor rekenen, Nederlandse en Engelse taal worden aan voldoende leerlingen
aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8.
Onze school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie,
met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de
samenleving.
We realiseren bovenstaande door gebruik te maken van methoden die de kerndoelen dekken. Door
extra te investeren binnen het reken/taal-/leesonderwijs in deskundigheid, tijd en werkvormen.
Voor SoVa hanteren we een aparte methode. Ten aanzien van burgerschap, integratie en diversiteit
zijn er naast de inhoud van het godsdienstonderwijs ook regelmatig specifieke momenten waarbinnen
dit aspect centraal staat.
De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken.
In het lesrooster wordt de leertijd reëel over de vakken verdeeld.
Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen.
In de school zijn gedragsregels vastgesteld. De veiligheidsmonitor, werknemerstevredenheids- en
ouderenquête geven inzicht in de beleving hiervan.
De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerlingen
taakbetrokken.
Door middel van kijkwijzers, coaching wordt dit aspect gewaardeerd en zo nodig versterkt.
De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling
tussen de leerlingen.
Door te werken met hulp/groepsplannen, HGPD en ontwikkelperspectieven wordt hier inhoud aan
gegeven.
 zorg en begeleiding (kwaliteitsaspect 7 en 8)
De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen
Het OGW krijgt vorm door de Zeeuwse toetskalender te hanteren. Hierbinnen worden de
leeropbrengsten van de leerlingen in kaart gebracht, gewogen en gebruikt om daarna (weer) een
passend leerstofaanbod met een passende aanpak aan te bieden. Zowel leerling, leerkracht, intern
begeleider als directeur hebben hierin een specifieke rol.
De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg.
Tijdens de reguliere leerling-besprekingen tussen de leraar en de intern begeleider wordt elke leerling
besproken. Daarvoor in aanmerking komende leerlingen krijgen dan extra zorg toebedeeld.
 Kwaliteitszorg (kwaliteitsaspect 9)
De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg
Onze school maak gebruik van methode- en LOVS-toetsen. Met behulp van actuele jaarplannen
werken wij aan verbeteractiviteiten. De borging vindt plaats door middel van documentatie, consultatie
en gesprek. De school legt verantwoording af aan belanghebbenden over de gerealiseerde
onderwijskwaliteit.
 wet- en regelgeving
Schoolplan, schoolgids en zorgplan bevatten de verplichte onderdelen en worden tijdig aan
belanghebbenden beschikbaar gesteld.
De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten.
Interne zorgstructuur
Onze interne zorgstructuur is een samenhangend systeem, bestaande uit verschillende
deelprocessen:
a. systematisch waarnemen/signaleren/observeren
b. begrijpen en wegen/diagnosticeren
c. plannen en handelen/remediëren
d. evalueren
a.
Systematisch waarnemen/signaleren/observeren
Onze school volgt systematisch de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen. De leerkrachten:

bepalen de voortgang van de groep en individuele leerlingen met methodegebonden toetsen en
observatielijsten;
38

bepalen de voortgang van de groep en individuele leerlingen met
methode-onafhankelijke toetsen;

bepalen voor leerlingen in de aanvangsgroepen ten minste twee keer per jaar de
taalontwikkeling, de ontwikkeling van de wiskundige oriëntatie en de motorische ontwikkeling;

stellen voor leerlingen van de overige groepen ten minste twee keer per jaar de leerresultaten
vast voor technisch lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen/wiskunde;

leggen toetsresultaten vast in het (digitale) LVS-administratiessyteem;

hanteren een toetskalender (waarover afspraken binnen het SWV zijn gemaakt)

hanteren afspraken over hoe ouders betrokken worden als voor hun kinderen een individueel
handelingsplan moet worden opgesteld.
Op deze wijze kunnen de leerkrachten tijdig problemen signaleren in de ontwikkeling van de kinderen.
Bij het signaleren worden de leerkrachten ondersteund door het gebruik van toetsen. We hanteren het
volgende toetsschema (zie ook toetsbeleid Colon).
Leerstofgebied
Toets/observatiesystem
Groep
Algemeen
KIJK
1 en 2
Taal
Cito-Taal voor kleuters
1 en 2
Omgaan met
hoeveelheden
Cito-Rekenen voor kleuters
1 en 2
Spelling
Cito-LOVS-Spelling
3 t/m 8
Technisch lezen
Cito-DMT
3 t/m 8
AVI leestoetsen
3 t/m 8
Begrijpend lezen
Cito-LOVS-Begrijpend lezen
3 t/m 8
Rekenen
Cito-LOVS-Rekenen en
Wiskunde
3 t/m 8
Engels
Cito-Engels
7,8
Pedagogisch
Zien
1 t/m 8
b.
Begrijpen en wegen/diagnosticeren
De gegevens van de groepen en individuele leerlingen worden volgens een vaste procedure
besproken en geanalyseerd (zie ook afspraken “opbrengstgericht werken”). Bij de diagnose
raadplegen de leerkrachten elkaar en/of de interne begeleider als dat wenselijk is. Wij bespreken de
groepsresultaten en de individuele leerlingen die opvallen. In elk geval passeren de leerlingen die op
de Cito-toets op D- of E-niveau scoren. Vervolgens wordt bepaald welke leerlingen nader worden
gediagnosticeerd.
Voor het begrijpen en wegen van individuele leerlingen gaan we als volgt te werk, we raadplegen de
methodetoetsen, het dagelijkse werk van de leerling en in gesprek met de leerkracht wordt gekeken
naar de kindgebonden kenmerken, zoals werkhouding, motivatie enz. Het zoeken naar
succesfactoren/mogelijkheden/kansen staat hierbij centraal. De HGPD( handelingsgerichte
procesdiagnostiek)-werkwijze en het format kunnen hierbij dienstig zijn.
Indien nodig kan er gebruik gemaakt worden van diagnostische toetsen uit de IB/toetsmap. Ook kan
er gebruikt gemaakt worden van toetsen via de schoolbegeleidingsdienst.
c.
Plannen en handelen/remediëren
De leerkracht stelt (in overleg met de interne begeleider) aan de hand van de verzamelde gegevens
een groepsplan op, om het onderwijs (waar nodig) aan te passen aan de behoeften van de leerlingen,
met het oog op het realiseren van basisdoelen en extra doelen. Een format voor een groepsplan is
opgenomen in Parnassys. Vervolgens voert de leerkracht de opgestelde plannen uit. Daar waar de
groepsplannen onvoldoende mogelijkheden bieden voor zorgleerlingen worden individuele
handelingsplannen gemaakt. De werkwijze zal hier veelal verlopen via de principes en formats van
39
HGPD. Zonodig wordt de hulp buiten de klas verzorgd. Onze voorkeur gaat echter uit naar uitvoering
van het plan binnen de klas.
Onze school wil in het onderwijs extra aandacht bieden aan (hoog)begaafde leerlingen. Deze
leerlingen krijgen bij verschillende vakken verrijkingsstof aangeboden. Daarnaast willen wij leerstof uit
de bestaande methoden vaker versneld en/of kernachtig aanbieden. Met deze maatregelen willen we
de kinderen blijven uitdagen.
d.
Evalueren
Het leerlingzorgsysteem werkt op drie niveaus en wordt ook op die niveaus geëvalueerd:

Op leerlingniveau worden de opgestelde handelingsplannen elke zorgperiode (1 maal per 10
weken) geëvalueerd, waarbij steeds gevraagd wordt: is de hulp die we het kind bieden effectief?
Op basis hiervan neemt de leerkracht en de interne begeleider voortgangsbeslissingen.

Op groepsniveau gaat de leerkracht maandelijks na, aan de hand van de uitkomsten van
methodegebonden toetsen, of de stof goed verwerkt is, of de groepsinstructies het gewenste
effect hebben en zo niet, aan welke onderdelen opnieuw aandacht moet worden besteed. Deze
informatie is nodig voor de gewenste differentiatie in instructie en verwerking. De leerkracht
neemt dus op basis van deze informatie onderwijskundige beslissingen.
Daarnaast worden twee maal per jaar de groepsplannen geëvalueerd en bijgesteld.

Op schoolniveau maakt het team eenmaal per jaar een sterkte/zwakte analyse van het systeem
van leerlingenzorg en het totale onderwijsaanbod van de school.
Bovenschoolse zorgstructuur
Onze school is aangesloten bij het reformatorische SWV (2011: Colon, vereniging reformatorisch
primair onderwijs Zeeland). We houden ons aan de richtlijnen die het samenwerkingsverband heeft
opgesteld. Ten aanzien van aanmelding van leerlingen voor onderzoek houden we het protocol van
de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) aan zoals dat is opgenomen in het Zorgplan van ons
samenwerkingsverband.
Op het niveau van het SWV kennen we de bovenschoolse zorgstructuur. Deze structuur bestaat uit de
volgende elementen:
- Het onderwijszorgloket, waarin de zorgmakelaar een centrale rol speelt, is de instantie waar alle
hulpvragen voor problemen met leerlingen binnenkomen (zowel school als ouders kunnen hier hun
vragen neerleggen). De zorgmakelaar zorgt voor doorverwijzing naar instanties of toekennen van
lichte zorgarrangementen.
- De (brede) PCL/ZAT is een multi-disciplinair team waarin hulpvragen worden besproken en
onderwijszorgarrangementen worden toegekend.
- de indicatiecommissie/smalle PCL spreekt zich uit over de verwijzing naar de speciale basisschool.
Ook andere vormen van indicering behoort in de indicatiecommissie tot de mogelijkheden. Het gaat
hier over toekennen van zware onderwijszorgarrangementen.
(Verder uitwerking zie Zorgplan Colon, stabiele deel 2011-2015).
Processen: Identificeren – uitvoeren - verbeteren
c. Doorlichten en verbeteren.
i. Toezicht door bevoegd gezag
Het schoolbestuur geeft op basis van het strategisch bestuursbeleidskader sturing aan de processen
in onze organisatie
Het toezicht door het bevoegd gezag krijgt gestalte door:
- Functioneringsgesprekken met directeur
- Bespreken van de toetsresultaten tijdens de bestuursvergaderingen
- Informatieverwerving over de voortgang van het jaarplan (als uitvoeringsdocument van dit
schoolplan) d.m.v. de managementrapportage die minimaal 5 keer per jaar wordt verstrekt.
-Informele bijeenkomsten
-Gezamenlijke thema-bijeenkomst met team en medezeggenschapsraad
40
ii. Visitatiekringen op directieniveau
Voor de eerste drie jaar van de nieuwe beleidsperiode zijn binnen Colon visitatiekringen gevormd in
het kader van het subsidietraject “Opbrengstgericht werken.” Elke kring bestaat uit drie schoolleiders
die bij elkaar één keer per jaar visitatie afleggen. Van de visitatie wordt een schriftelijk verslag (incl.
aanbevelingen) gemaakt.
iii. Toezicht door het management
Het toezicht door het management krijgt gestalte door:
- Bezoeken van de leerkrachten tijdens de lessen
- Voeren van opbrengstgesprekken
- Voeren van POP-, functionerings- en beoordelingsgesprekken
- Bespreken van vragen en klachten
-Gesprekken met en input van extern deskundigen, laagdrempelige contacten met ouders,
buurt, kinderen, medewerkers e.d.
De directie gebruikt hierbij in ieder geval de inspectierapporten, enquetes voor de doelgroepen
medewerker, ouders en in mindere mate leerlingen; inzet van intern begeleider, bouwcoördinator en
veldopleider.
Vanuit Colon worden er ook audits uitgevoerd inzake het domein zorg en onderwijs.
iv. Toezicht door de onderwijsinspectie
Aan de school werd op 14 okt. 2009 het basisarrangement toegekend. Dit arrangement wordt telkens
voor een jaar verleend. Elk jaar levert de school de toetsresultaten (LVS-toetsen, CITO-entreetoetsen
en CITO-eindtoets) aan de onderwijsinspectie. In december 2010 kwam de onderwijsinspectie op
basis van de aangeleverde resultaten opnieuw tot het besluit het basisarrangement toe te kennen.
41
Hoofdstuk 6: Resultaten
Waardering: klanten – medewerkers – maatschappij - bestuur
a. Waardering klanten (ouders en leerlingen)
i. Prestatieindicatoren
Vaststellen prestatie-indicatoren
Op basis van de verzamelde gegevens zijn de volgende indicatoren vastgesteld:
- Enthousiasme van het kind om naar school te gaan
- Een goed pedagogisch klimaat in de school (groep)
- Signalen, vragen en opmerkingen serieus nemen
- Er moet orde zijn en structuur
- Bijbelgetrouw onderwijs
- Open zijn in de communicatie
- Goede prestaties en leeropbrengsten
- Dat ouders ingeschakeld worden
- Goede relatie met ouders
- Netheid binnen en buiten de school
ii. Norm
Streefnorm in score
De school streeft naar een ruim voldoende score, zowel op het totaal van indicatoren als op de
indicatoren afzonderlijk. De streefnorm geldt zowel bij meting onder ouders als bij de meting onder
leerlingen.
Streefnorm in aantal tevredenheid
De school wil dat minimaal 80% van de ouders zich tevreden uitspreekt over de school.
iii. Meting
Leerlingendeel ZIEN
Voor de meting onder leerlingen zal gebruik gemaakt worden van het leerlingendeel van het
pedagogisch LVS:ZIEN.
Enquête ouders
- Federatief is binnen Colon afgesproken dat halverwege de nieuwe beleidsperiode (eind schooljaar
2012-2013) een ouderenquête zal worden afgenomen. De scholen van Colon zullen hierbij dezelfde
enquête gebruiken, zodat op basis van de uitslag benchmarking kan plaatsvinden èn actiepunten
geformuleerd worden.
- In de nieuwe beleidsperiode zal bij te beleggen ouder- en informatieavonden aan het eind daarvan
telkens een enquête worden afgenomen.
iv. Analyse en verbeteren
Actiepunten
Uitkomsten van enquêtes e.d. worden besproken binnen de het bestuur en/of het managementteam.
Na analyse zal altijd naar de ouders worden verwoord welke actiepunten het heeft opgeleverd.
42
Waardering: klanten – medewerkers – maatschappij - bestuur
b. Waardering medewerkers
i. Prestatieindicatoren
Vaststellen prestatie-indicatoren
Op basis van de verzamelde gegevens zijn de volgende indicatoren vastgesteld:
- Signalen, vragen en opmerkingen serieus nemen
- Waardering voor inbreng van de medewerkers
- Ruimte voor de eigenwaarde van elke medewerker, voldoening werk
- Vasthouden aan de reformatorische identiteit
- Open en transparant zijn in de communicatie (interne communicatie)
-Ondersteuning ervaren van directie
- Goede prestaties en leeropbrengsten
- Open sfeer onder de collega’s en samenwerking onderling
- Uitdaging- en ontplooiingsmogelijkheden
- Relatie met leerlingen en ouders
- Handel en wandel overeenkomstig identiteitsprofiel VGS (2011)
ii. Norm
Streefnorm in score
De school streeft naar een ruim voldoende score, zowel op het totaal van indicatoren als op de
indicatoren afzonderlijk.
Streefnorm in aantal tevredenheid
De school wil dat minimaal 90% van de werknemers zich tevreden uitspreekt over de school.
iii. Meting
Enquête medewerkers
Aan het begin van de nieuwe beleidsperiode zal een enquête onder de medewerkers worden
afgenomen.
Risico-inventarisatie en –evaluatie
In het kader van goed Arbo-beleid wordt minimaal één keer per vier jaar een risico-inventarisatie en –
evaluatie (of een onderdeel / onderdelen daarvan) afgenomen.
Verzuimregistratie
Het ziekteverzuim wordt geregistreerd in Verzuimsignaal. Elk kwartaal vindt een analyse plaats van
het verzuimcijfer.
Functioneringsgesprekken
Met name het functioneringsgesprek is een tweerichtingsgesprek, waarbij de mate van de
werknemerstevredenheid aan de orde komt.
iv. Analyse en verbeteren
Actiepunten
Uitkomsten van enquetes e.d. worden besproken binnen het bestuur en/of managementteam.
Na analyse zal altijd naar de medewerkers worden verwoord welke actiepunten het heeft opgeleverd.
43
Waardering: klanten – medewerkers – maatschappij - bestuur
c. Waardering maatschappij
i. Prestatieindicatoren
Vaststellen prestatie-indicatoren
Op basis van de verzamelde gegevens zijn de volgende indicatoren vastgesteld:
- Signalen, vragen en opmerkingen uit de buurt serieus behartigen
- Het juist praktiseren van burgerschap
- Ruimte voor de eigenwaarde van elke buurtbewoner
- Correct parkeergedrag
- Uitvoeren van correcties op negatief gedrag van de leerlingen
- Open en transparant zijn in de communicatie
- Tijdig informeren bij schoolbrede activiteiten
- Betrekken van de buurt bij schoolbrede activiteiten
-Wekelijks steunen we financieel Zending en Woord en Daad
ii. Meting
Enquête
Aan het eind van de beleidsperiode zal een enquête worden uitgezet onder de buurtbewoners.
iii. Analyse en verbeteren
Actiepunten
De uitkomsten van de enquête zullen besproken worden in de vergadering van het managementteam
en in de vergadering van het bestuur. Op basis van deze uitkomsten zullen actiepunten worden
geformuleerd.
Waardering: klanten – medewerkers – maatschappij - bestuur
d. Waardering bestuur en financiers
i. Prestatieindicatoren
Vaststellen prestatie-indicatoren
Op basis van de verzamelde gegevens zijn de volgende indicatoren vastgesteld:
- Vasthouden aan de identiteit zoals deze in de statuten is verwoord
- Gezonde financiële positie
- Goede staat van onderhoud van de gebouwen
- Goede leeropbrengsten bij tussentijdse meting en aan het eind van de schoolperiode
- Bevoegde en bekwame collega’s in de onderscheiden functies
- Bestuurlijk functioneren volgens de “Code Goed Bestuur”
ii. Norm
Indentiteit
Tijdens de lessen blijkt duidelijk de eigen identiteit en wordt de boodschap van zonde en genade
vertolkt en de noodzaak van waarachtige bekering onder de kinderen benadrukt. De identiteit dient
ook uit te komen in gedrag van leerkrachten en leerlingen.
Financiën
De financiën laten over de meerjarenperiode van het schoolplan een positief totaalresultaat zien.
44
Gebouwen
De staat van het gebouw is van voldoende kwaliteit. Actiepunten uit onderzoeksrapporten worden
binnen de termijn van zes maanden afgewerkt.
Leeropbrengsten
De leerresultaten liggen op of boven het landelijke gemiddelde.
Personeel
Alle medewerkers zijn bevoegd en bekwaam voor de functie waarin zij benoemd zijn.
Bestuur
De werkwijze van het bestuur komt overeen met de “Code Goed Bestuur” en de vastgestelde
bestuurlijke jaarkalender. Beleidsplannen en bestuurlijk functioneren worden in een cyclus van vier
jaar per onderdeel 1 of 2 keer geëvalueerd.
iii. Meting
Managementrapportage
De directie rapporteert op de onderscheiden domeinen aan het bestuur door middel van de
managementrapportage.
Evaluatie bestuurlijk functioneren
Het bestuursbeleid en bestuurlijk functioneren wordt geëvalueerd m.b.v. onderscheiden evaluatiedocumenten.
iv. Analyse en verbeteren
Formuleren actiepunten
Indien resultaten op een bepaald domein onder de streefnormen liggen, doet de directie voorstellen
voor verbeterings-, veranderings, of vernieuwingsprocessen. Voortgang van deze processen komt op
de volgende vergadering terug.
45
Hoofdstuk 7: Vervolgstappen
Verbeteren: plan – do – check - act
i. De PDCA-cirkel
Keuze
Binnen het INK-model dat voor het ontwerp van dit schoolplan is gebruikt, staat de Demingcirkel of
PDCA-cirkel centraal. De keuze voor de zgn. demingcirkel heeft alles te maken met de optimalisering
van de kwaliteitszorg binnen de school.
Borging
In de schoolplanperiode 2007-2011 zijn, mede n.a.v. auditverslagen van externe visitatiecommissies,
een aantal onderwijsvernieuwingen in gang gezet. Deze hebben geleid tot hogere opbrengsten,
waardoor de school zich op en boven gemiddeld niveau bevindt. Van belang is dit bereikte niveau te
borgen en verder te verhogen. Dit willen we bereiken door gebruikmaking van dit INK-model met de
Demingcirkel daarin verweven.
ii. Plan – do – check – act
Leerlingenniveau.
Op leerlingenniveau functioneert de Demingcirkel in de praktijk d.m.v.:
- Afname methodetoetsen, analyse, diagnose, hulpplan
- Afname methodetoetsen (niet-methodetoetsen), analyse, diagnose, ontwikkelperspectief
- Observaties, analyse, diagnose, hulpplan
- Observaties, analyse, leerlingenbespreking, hulpplan
Groepsniveau.
Op groepsniveau functioneert de Demingcirkel in de praktijk d.m.v.:
- Afname methodetoetsen, analyse, groepsafspraken
- Afname niet-methodetoetsen, analyse, opbrengstgesprekken, afspraken
- Afname ZIEN, analyse, bespreking met leerkracht, afspraken
Schoolniveau
Op schoolniveau functioneert de Demingcirkel in de praktijk d.m.v.:
- Afname niet-methodetoetsen, analyse, bespreking in vergadering, afspraken
- Afname ZIEN, analyse, bespreking in vergadering, afspraken
- Afname diverse onderdelen WMK, analyse, afspraken
- Kwaliteitszorggesprek SWV, analyse, afspraken
Bestuursniveau
Op bestuursniveau functioneert de Demingcirkel in de praktijk d.m.v.:
- LVS-uitslagen, toelichting op analyse, afspraken
- Uitslagen CITO (SEO)-eindtoetsen, toelichting op analyse, afspraken
- Afname diverse onderdelen WMK, analyse, afspraken
iii. Map Opbrengsten
Schoolniveau
De acties n.a.v. de niet-methodetoetsen op schoolniveau staan beschreven in de map “Opbrengsten”.
Bestuursniveau
De acties n.a.v. de niet-methodetoetsen op bestuursniveau staan beschreven in de map
“Opbrengsten”.
46
Hoofdstuk 8: Planning per schooljaar.
a. Schooljaar 2011-2012
De beleidsvoornemens 2011-2012 staan beschreven in de tabel 2011-2012. Deze worden nader
uitgewerkt in het jaarplan 2011-2012.
Het jaarplan komt terug op alle vergaderingen van deelteam, voltallige team, managementteam en
bestuur.
Tussentijdse evaluatie, besprekingen, besluitvorming, overheidsmaatregelen e.d. kunnen tot bijstelling
van zaken uit dit Schoolplan leiden en verwoord worden in het jaarplan.
b. Schooljaar 2012-2013
De beleidsvoornemens 2012-2013 staan beschreven in de tabel 2012-2013. Deze worden nader
uitgewerkt in het jaarplan 2012-2013.
Het jaarplan komt terug op alle vergaderingen van deelteam, voltallige team, managementteam en
bestuur.
Tussentijdse evaluatie, besprekingen, besluitvorming, overheidsmaatregelen e.d. kunnen tot bijstelling
van zaken uit dit Schoolplan leiden en verwoord worden in het jaarplan.
c. Schooljaar 2013-2014
De beleidsvoornemens 2013-2014 staan beschreven in de tabel 2013-2014. Deze worden nader
uitgewerkt in het jaarplan 2013-2014.
Het jaarplan komt terug op alle vergaderingen van deelteam, voltallige team, managementteam en
bestuur.
Tussentijdse evaluatie, besprekingen, besluitvorming, overheidsmaatregelen e.d. kunnen tot bijstelling
van zaken uit dit Schoolplan leiden en verwoord worden in het jaarplan.
d. Schooljaar 2014-2015
De beleidsvoornemens 2014-2015 staan beschreven in de tabel 2014-2015. Deze worden nader
uitgewerkt in het jaarplan 2014-2015.
Het jaarplan komt terug op alle vergaderingen van deelteam, voltallige team, managementteam en
bestuur.
Tussentijdse evaluatie, besprekingen, besluitvorming, overheidsmaatregelen e.d. kunnen tot bijstelling
van zaken uit dit Schoolplan leiden en verwoord worden in het jaarplan.
47
a. Schooljaar 2011-2012
Beleidsterrein
vakterrein
Omschrijving
Cursus
Bestemd voor
Bestuur en
management
Inrichting bestuur en
toezicht conform
de Governancewetgeving
2011 (implementatie)
n.v.t.
Bestuur/Directie
Bestuur en
management
Besturen op hoofdlijnen
Cursus nieuwe
bestuursleden
Nieuwe
bestuursleden
Colon
Bestuur en
management
Completeren van
personeelsbeleidsplan
n.v.t.
Bestuur /
Directie
Colon
Bestuur en
management
Completeren van
financieel beleidsplan
n.v.t.
Bestuur /
Directie
Colon
Bestuur en
Management
Scholing directeur
NSA-visitatietraject
Directie
Colon/NSA
Personeelsbeleid
Versterking van
professionele cultuur
(managementteam)
Leerkracht eigenaar laten
worden van het
functioneren
n.v.t.
Directie en
management
n.v.t.
Personeelsbeleid
Invoering eerste fase van
de functiemix
n.v.t.
Bestuur /
Directie
Colon
Personeelsbeleid
POP-gesprekken
augustus/ september voor
de eerste twee jaar van
de beleidsperiode
Functioneringsgesprekken
april/mei 2012
n.v.t.
Directie / Team
Colon
n.v.t.
Directie / Team
Colon
Pedagogisch klimaat
Afname PLVS ZIEN
n.v.t.
Directie / Team
n.v.t.
Pedagogisch klimaat
Afname
veiligheidsmonitoring
Groepen 6,7 en 8
n.v.t.
Team
bovenbouw
n.v.t.
Nederlandse taal
Gedifferentieerd werken
met Taalfontein
Differentiëren in
groep 4-8
Leerkrachten
groep 4-8
n.v.t.
Personeelsbeleid
/
Advisering
en/of
cursusaanbod
door
Colon
48
Rekenen
Invoeren nieuwe
rekenmethode groep
n.v.t.
Leerkrachten
n.v.t.
Onderwijsvernieuwing
in de onderbouw
Invoering
observatiesysteem voor
groep 1 en 2
Cursus KIJK
Team
onderbouw
Driestar
Onderwijsvernieuwing
in de onderbouw
Ontwikkelingsgericht
werken in de onderbouw
Cursus
Ontwikkelingsgericht
werken
Team
onderbouw
(groep 1 en 2)
Driestar
Zaak- en expressievakken
Exemplarisch werken met
zaakvakken
Leerkrachten
alle groepen
n.v.t.
Engels
Invoer Engels methode
“My name is Tom” in de
groepen 1 t/m 4
Coaching werken
met exempels,
Collegiale
consultatie
Cursus Engels
onderbouw
Leerkrachten
groep 1 t/m 4
Colon
Engels
Invoer Engels methode
“Hello World” in de
groepen 5 t/m 8
Cursus Engels
bovenbouw
Leerkrachten
groep 5 t/m 8
Colon
Burgerschap
Evaluatie + bijstellen
jaarplan
onderwijsinhouden
burgerschap
n.v.t.
Directie en
team
n.v.t.
Zorg
Voorbereiding invoer Wet
Passend Onderwijs
IB-netwerk en
directieberaad
Colon /
Driestar
Zorg
Handelingsgericht werken
i.c.m. HandelingsGerichte
Procesdiagnostiek
HW en HGPD
IB-netwerk
Directie /
Coördinator
Zorg
Directie /
Coördinator
Zorg
Scholing HW en
HGPD
Team
Driestar
Zorg
Oriëntatie op regelgeving
nieuwe zorgprofiel
IB-netwerk en
directieberaad
Colon
ICT
Aandacht media-educatie
n.v.t.
Directie /
Coördinator
Zorg
Team
ICT
Implementatie leerlijnen
ICT
Ambassadeurstraject
2011-2014
Coördinator ICT
/ Team
Colon
ICT
Uitbreiden mogelijkheden
ICT t.b.v. de
zorgleerlingen
Intern
Coördinator ICT
Coördinator
Zorg
n.v.t.
Zorg
Colon /
Driestar
Colon
49
ICT
Maken van digitale
rapporten
Cursus Driestar
Coördinator ICT
/ Team
Driestar
Kwaliteitszorg
Toetsing LVS volgens
afspraken Zeeuwse
Toetskalender
Uitvoer afspraken
document
“Opbrengstgericht
werken”
n.v.t.
Coördinator
Zorg
n.v.t.
n.v.t.
n.v.t.
Didactisch handelen
Klassenbezoeken op het
gebied van instructie
(coaching)
n.v.t.
Directie /
Coördinator
Zorg
Coördinator
Bouw
Coach
Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorggesprek
n.v.t.
Directeur
Zorg Colon
Communicatie
Inrichting ouder- en
informatieavonden
n.v.t.
Directie /
Coördinator
Zorg
Bestuur /
directie / team
Communicatie
Informatievoorziening
Schoolgids en brochures
n.v.t.
Directie
n.v.t.
Veiligheid
Jaarlijkse controle
materialen volgens
onderhoudscontracten
n.v.t.
Directie/
Arbocoördinator
n.v.t.
Gebouwen en
terreinen
Aanvulling
speelmaterialen
bovenbouwplein
n.v.t.
Directie/
Arbocoördinator
n.v.t.
Gebouwen en
terreinen
Uitvoering
werkzaamheden volgens
meerjarenonderhoudsplan
n.v.t.
Directie/
Arbocoördinator
n.v.t.
Gebouwen en
terreinen
Onderzoek mogelijkheden
verbetering luchtkwaliteit
n.v.t.
Directie/
Arbocoördinator
n.v.t.
Overgang Voortgezet
Onderwijs
Afstemming aansluiting
PO-VO
n.v.t.
Directie/
Leerkracht
groep 8
CalvijnCollege
Kwaliteitszorg
n.v.t.
n.v.t.
50
b. Schooljaar 2012-2013
Beleidsterrein
vakterrein
/
Omschrijving
Cursus
Bestemd
voor
Advisering
en/of
cursusaanbod
door
Colon
Bestuur en
management
Besturen op hoofdlijnen
Cursus nieuwe
bestuursleden
Nieuwe
bestuursleden
Bestuur en
management
Scholing directeur
NSA-visitatietraject
Directie
Colon /
NSA
Personeelsbeleid
Leerkracht eigenaar
maken van het
functioneren.
Professionele cultuur
n.v.t.
Directie en
management
n.v.t.
Personeelsbeleid
Invoering tweede fase van
de functiemix
n.v.t.
Bestuur /
Directie
Colon
Personeelsbeleid
Voeren
beoordelingsgesprekken
mei 2013
n.v.t.
Directie /
Team
Colon
Personeelsbeleid
Uitvoeren
personeelstevredenheidsonderzoek
n.v.t.
Directie /
Team
Colon
Pedagogisch klimaat
Afname van PLVS ZIEN
n.v.t.
Colon
Rekenen
Voltooiing invoer nieuwe
rekenmethode
n.v.t.
Directie /
Team
Leerkrachten
Didactisch handelen
Klassenbezoeken in
kader van interactie
n.v.t.
Directie/
Coach
n.v.t.
Rekenen
Opbrengstgericht werken
n.v.t.
Leerkrachten
n.v.t.
Onderwijsvernieuwing
in de onderbouw
Invoering
observatiesysteem voor
groep 1 en 2
Cursus KIJK
Leerkrachten
onderbouw
Driestar
Onderwijsvernieuwing
in de onderbouw
Ontwikkelingsgericht
werken in de onderbouw
Cursus
Ontwikkelingsgericht
werken
Leerkrachten
onderbouw
(kleuters)
Driestar
Driestar
51
Zaak- en expressievakken
Implementatie
exemplarisch werken
Cursus exemplarisch
werken
Leerkrachten
Driestar
Engels
Invoer Engels methode
“My name is Tom” in de
groepen 1 t/m 4
Cursus Engels
onderbouw
Leerkrachten
groep 1 t/m 4
Colon
Engels
Invoer Engels methode
“Hello World” in de
groepen 5 t/m 8
Cursus Engels
bovenbouw
Leerkrachten
groep 5 t/m 8
Colon
Zorg
Implementatie
beleidsvoornemens vanuit
Wet Passend Onderwijs
IB-netwerk
Colon /
Driestar
Zorg
Handelingsgericht werken
i.c.m. Handelings
Gerichte
Procesdiagnostiek
HW en HGPD
IB-netwerk
Directie /
Coördinator
Zorg
Team
Directie /
Coördinator
Zorg
Scholing HW en
HGPD
Team
Driestar
Zorg
Opstellen/inrichten
nieuwe zorgprofiel
IB-netwerk en
directieberaad
Directie /
Coördinator
Zorg
Colon
ICT
Aandacht media-educatie
n.v.t.
Team
Colon
ICT
Implementatie leerlijnen
ICT
Ambassadeurstraject
2011-2014
Coördinator
ICT
Colon
ICT
Uitbreiden mogelijkheden
ICT t.b.v. de
zorgleerlingen
Intern
n.v.t.
Kwaliteitszorg
Toetsing LVS volgens
afspraken Zeeuwse
Toetskalender
n.v.t.
Coördinator
ICT
Coördinator
Zorg
Coördinator
Zorg
Kwaliteitszorg
Uitvoer afspraken
document
“Opbrengstgericht
werken”
n.v.t.
Coördinator
Zorg
Coördinator
Bouw
n.v.t.
Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorggesprek
n.v.t.
Directeur
Zorg Colon
Rekenen en
wiskunde
Vervanging/aanvullen van
de software voor
n.v.t.
Directie /
Coördinator
Zorg
ICTcoördinator /
Zorg
Colon /
Driestar
n.v.t.
n.v.t.
52
(hoofd)rekenen
Communicatie
Inrichting ouder- en
informatieavonden
n.v.t.
leer-krachten
groep 3 t/m 8
Bestuur /
directie /
personeel
Communicatie
Informatievoorziening
Schoolgids en brochures
n.v.t.
Directie
n.v.t.
Communicatie
Uitvoeren ouderenquête
n.v.t.
Directie
Colon
Communicatie
Uitvoeren
omgevingenquête
n.v.t.
Directie
n.v.t.
Veiligheid
Jaarlijkse controle
materialen volgens
onderhoudscontracten
n.v.t.
Directie
n.v.t.
Veiligheid
Voorlichting verdovende
middelen in groep 7 en 8
Toelichting
lesmateriaal
Leerkrachten
groep 7 en 8
GGD
Gebouwen en
terreinen
Uitvoering
werkzaamheden volgens
meerjarenonderhoudsplan
n.v.t.
Directie/
Arbocoördinator
en externen
n.v.t.
n.v.t.
53
c. Schooljaar 2013-2014
Beleidsterrein
vakterrein
/ Omschrijving
Cursus
Bestemd
voor
Advisering
en/of
cursusaanbod
door
Colon
Bestuur en
management
Besturen op hoofdlijnen
Cursus nieuwe
bestuursleden
Nieuwe
bestuursleden
Bestuur en
management
Scholing directeur
NSA-visitatietraject
Directie
Colon /
NSA
Personeelsbeleid
Invoering derde fase van
de functiemix
n.v.t.
Bestuur /
Directie
Colon
Personeelsbeleid
Voeren POP-gesprekken n.v.t.
augustus/ september
voor de laatste twee jaar
van de beleidsperiode
Voeren
n.v.t.
functioneringsgesprekken
mei/juni 2014
Directie
Colon
Directie
Colon
Pedagogisch klimaat
Afname van PLVS ZIEN
n.v.t.
Colon
Rekenen
Opbrengstgericht werken
n.v.t.
Directie /
Personeel
Leerkrachten
Personeelsbeleid
n.v.t.
Onderwijsvernieuwing Voltooien invoer KIJK
in de onderbouw
Cursus KIJK
Leerkrachten
onderbouw
Driestar
Onderwijsvernieuwing Voltooien traject
in de onderbouw
Ontwikkelingsgericht
werken
Cursus
Ontwikkelingsgericht
werken
Leerkrachten
onderbouw
Driestar
Zaak- en expressievakken
Implementatie
exemplarisch werken
Cursus exemplarisch Leerkrachten
werken
Driestar
Engels
Invoer Engels methode
“My name is Tom” in de
groepen 1 t/m 4
Cursus Engels
onderbouw
Leerkrachten
groep 1 t/m 4
Colon
Engels
Invoer Engels methode
“Hello World” in de
groepen 5 t/m 8
Cursus Engels
bovenbouw
Leerkrachten
groep 5 t/m 8
Colon
54
Zorg
Implementatie
beleidsvoornemens
vanuit Wet Passend
Onderwijs
IB-netwerk
Directie /
Coördinator
Zorg
Team
Colon /
Driestar
Zorg
HW en HGPD
Scholing HW en
HGPD
Team
Driestar
Zorg
Uitvoer zorg volgens
afspraken nieuwe
zorgprofiel
IB-netwerk en
directieberaad
Colon
Kwaliteitszorg
Toetsing LVS volgens
afspraken Zeeuwse
Toetskalender
n.v.t.
Directie /
Coördinator
Zorg
Team
Coördinator
Zorg
Kwaliteitszorg
Uitvoer afspraken
document
“Opbrengstgericht
werken”
n.v.t.
Coördinator
Zorg
Coördinator
Bouw
n.v.t.
Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorggesprek
n.v.t.
ICT
Werken met leerlijnen
ICT
ICT
Uitbreiden mogelijkheden Intern
ICT t.b.v. de
zorgleerlingen
Communicatie
Informatievoorziening
Schoolgids en brochures
n.v.t.
Veiligheid
Jaarlijkse controle
materialen volgens
onderhoudscontracten
Veiligheid
Voorlichting verdovende
middelen in groep 7 en 8
Directie /
Coördinator
Zorg
Ambassadeurstraject Coördinator
2011-2014
ICT
n.v.t.
Directeur
Zorg Colon
Colon
Coördinator
ICT
Coördinator
Zorg
Directie
n.v.t.
n.v.t.
Directie /
Arbocoördinator
n.v.t.
Toelichting
lesmateriaal
Leerkrachten
groep 7 en 8
GGD
n.v.t.
55
d. Schooljaar 2014-2015
Beleidsterrein /
vakterrein
Omschrijving
Cursus
Bestemd voor
Advisering
en/of cursusaanbod door
Colon
SWOT-analyse
Uitvoeren SWOT-analyse
n.v.t.
Opstellen
schoolplan voor
periode 20152019
Bestuur en
management
Vormen
beleidsvoornemens
nieuwe schoolplanperiode
n.v.t.
Besturen op hoofdlijnen
Cursus nieuwe
bestuursleden
Bestuur /
directie/
management /
team
Bestuur /
Directie/
management /
team
Nieuwe
bestuursleden
Personeelsbeleid
Invoering vierde fase van
de functiemix
n.v.t.
Bestuur /
Directie
Colon
Personeelsbeleid
Voeren
beoordelingsgesprekken
mei/juni 2015
n.v.t.
Directie / Team
Colon
Pedagogisch
klimaat
Zaak- en
expressie-vakken
Afname van PLVS ZIEN
n.v.t.
Colon
Voltooien traject
exemplarisch werken
werken
Cursus
exemplarisch
werken
Directie /
Personeel
Leerkrachten
Engels
Voltooiing traject “Met
Engels hogerop”
n.v.t.
Leerkrachten
groep 1 t/m 8
Colon
Zorg
Implementatie
beleidsvoornemens vanuit
Wet Passend Onderwijs
IB-netwerk
Colon / Driestar
Zorg
Voltooien invoer HW en
HGPD
Scholing HW en
HGPD
Directie /
Coördinator
Zorg
Team
Team
Zorg
Uitvoer zorg volgens
afspraken nieuwe
zorgprofiel
IB-netwerk en
directieberaad
Colon
Kwaliteitszorg
Toetsing LVS volgens
afspraken Zeeuwse
Toetskalender
n.v.t.
Directie /
Coördinator
Zorg
Team
Coördinator
Zorg
Colon / Driestar
Colon
Driestar
Driestar
n.v.t.
56
Kwaliteitszorg
Uitvoer afspraken
document
“Opbrengstgericht
werken”
n.v.t.
Coördinator
Zorg
Coördinator
Bouw
n.v.t.
Kwaliteitszorg
Afname Audit
Zorg en begeleiding
Visitatiecommissie
OGW audit
n.v.t.
Directie / team
Colon/Driestar
Kwaliteitszorg
Kwaliteitszorggesprek
n.v.t.
Directie /
Coördinator
Zorg
Directeur Zorg
Colon
Communicatie
Inrichting ouder- en
informatieavonden
n.v.t.
Bestuur /
directie /
personeel
n.v.t.
Communicatie
Informatievoorziening
Schoolgids en brochures
n.v.t.
Directie
n.v.t.
Veiligheid
Jaarlijkse controle
materialen volgens
onderhoudscontracten
n.v.t.
Directie/
Arbocoördinator
n.v.t.
57
Download