Schoolplan 2011-2015 Koningin Julianaschool Achterstraat 2a 4675BW Sint Philipsland 1 Inhoudsopgave Inleiding Blz. 4 Hoofdstuk 1: Leiderschap a: Richten: waar de school voor staat i. Kenmerken school ii. Missie en visie iii. Identiteitsbeleid iv. Onderwijsconcept v. Zorgconcept vi. Personeelsbeleid vii. Kwaliteitsbeleid b. Inrichten: de organisatie van de school i. De bestuurlijke organisatie ii. inrichting organisatie van de school iii. Rol van schoolbestuur, directie, team en ouders. iv. Communicatiestructuur c. Verrichten: hoe het leiderschap functioneert i. Kenmerken van het leiderschap ii. Borging van het leiderschap Blz. 5 Hoofdstuk 2: Strategie en beleid a.Oriënteren i. Verkenning omgeving ii. Verkenning intern b. Creëren i. Proces totstandkoming schoolplan ii Schrijven schoolplan c. Implementeren i. Belangrijkste beleidsvoornemens komende periode ii. Voornemens en plannen naar SMART doelen iii. Bewaking voortang realisatie Blz. 16 Hoofdstuk 3: Medewerkers a. Organiseren i. De visie op medewerkers ii. functiebouwwerk iii. Gezondheid, veiligheid en welzijn b. Investeren i. Visie op investeren ii. integraal personeelsbeleid c. Respecteren en waarderen i. Visie op respecteren en waarderen ii. Delegatie van verantwoordelijkheden en bevoegdheden iii. Feedback over inspanningen en resultaten iv. Inbreng bieden bij verbetering, innovatie en creativiteit Blz. 24 Hoofdstuk 4: Middelen a. Geld i. Visie op financiën ii. Planning- en control-cyclus b. Gebouwen i. Visie op gebouwen en mogeving ii. Onderhoud gebouwen c. Investeringen Blz. 30 2 i. Benoemen van de processen ii. Meten van de opbrengsten Hoofdstuk 5: Processen a. Identificeren i. Benoemen van de processen ii. Meten van de opbrengsten b. Uitvoeren en beheersen c. Doorlichten en verbeteren i. Toezicht door bevoegd gezag ii. Visitatiekringen op directieniveau iii. Toezicht door het management iv. Toezicht door de onderwijsinspectie Blz. 34 Hoofdstuk 6: Resultaten a. Waardering klanten (ouders en leerlingen) i. Prestatie-indicatoren ii. Norm iii. Meting iv. Analyse en verbeteren b. Waardering medewerkers i. Prestatie-indicatoren ii. Norm iii. Meting iv. Analyse en verbeteren c. Waardering maatschappij i. Prestatie-indicatoren ii. Meting iii. Analyse en verbeteren d. Waardering bestuur en financiers i. Prestatie-indicatoren ii. Norm iii. Meting iv. Analyse en verbeteren Blz. 42 Hoofdstuk 7: Vervolgstappen Blz. 46 Hoofdstuk 8: Planning per schooljaar a. Schooljaar 2011-2012 b. Schooljaar 2012-2013 c. Schooljaar 2013-2014 d. Schooljaar 2014-2015 Blz. 47 3 Inleiding Inhoud Het schoolplan 2011-2015 van de Kon. Julianaschool bevat een beschrijving van het te voeren beleid met betrekking tot de kwaliteit van het onderwijs dat binnen de school wordt gevoerd, omvat in elk geval het onderwijskundig beleid, het personeelsbeleid en het beleid met betrekking tot de bewaking en verbetering van het onderwijs. Het schoolplan omvat mede het beleid ten aanzien van de aanvaarding van materiële bijdragen of geldelijke bijdragen, niet zijnde ouderbijdragen of op de onderwijswetgeving gebaseerde bijdragen en het beleid dat gevoerd wordt t.a.v. de in te zetten middelen ten behoeve van het onderwijs. Motivatie Aan het schoolplan van de Kon.Julianaschool ligt het wettelijk kader en het strategisch beleidskader van de Stichting voor Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te St-Philipsland Het schoolplan is ingedeeld volgens het INK-kwaliteitsmodel. (INK = Instituut Nederlandse Kwaliteit) Dit model kan gebruikt worden in zowel bedrijfsleven als in onderwijsinstellingen. Redenen om voor de indeling volgens dit model te kiezen zijn het feit dat in het INK-model de kwaliteitszorg op cycllische wijze is geborgd, het feit dat het INK-model een zeer overzichtelijk ordeningsmodel is èn het feit dat alle onderdelen van het onderwijsproces op integrale wijze erin zijn verwerkt. Het schoolplan is een intern instrument om onszelf houvast te bieden bij de gemaakte beleidskeuzes en bij de verdere planning van de uitvoering van ons beleid. Een verantwoordingsdocument aan het bevoegd gezag en de inspectie van het onderwijs. Adresgegevens school: Kon. Julianaschool Achterstraat 2a 4675 BW St-Philipsland 0167-573134 Email: [email protected] Adresgegevens van de stichting waarvan de school uitgaat: Stichting voor Basisonderwijs op gereformeerde grondslag te St-Philipsland Langeweg 47 4675 RK Anna Jacobapolder Adresgegevens directie: Directeur: C. van ‘t Hof Mosselkreekstraat 31 4675 BN Sint Philipsland 0167 572883 Vaststelling Het schoolplan is vastgesteld in de bestuursvergadering van bovengenoemde stichting d.d. 22 juni 2011 Dhr. P. Kunst Dhr. S. Kodde voorzitter secretaris 4 Hoofdstuk 1: Leiderschap Leiderschap: Richten – inrichten – verrichten a. Richten: waar de school voor staat i. Kenmerken school Ontstaan De Stichting Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Sint Philipsland is opgericht in 1949 en heeft één school onder haar beheer, namelijk de Koningin Julianaschool. De Koningin Julianaschool is gesticht in 1949. De noodzaak tot het oprichten van de stichting en het stichten van een school ligt in een gevoelde noodzaak om de kinderen onderwijs te geven overeenkomstig de reformatorische levensovertuiging. De stichting gaat uit van de drie plaatselijke kerken, te weten de Oud Gereformeerde Gemeente in Nederland, de Gereformeerde Gemeente en de Nederlands Hervormde Kerk. De school is een bijzondere school, van de reformatorische denominatie en is als zodanig aan gesloten bij de besturenorganisatie “Vereniging voor Gereformeerd Schoolonderwijs”(VGS) te Ridderkerk. Doelgroep en voedingsgebied De Koningin Julianaschool wordt bezocht door leerlingen van ouders die de grondslag en de doelstelling van de stichting, zoals deze verwoord zijn in de artikelen 2 en 3 van de statuten, onderschrijven. Ouders hebben zitting in bestuur en medezeggenschapsraad. Alle ouders die een kind op de school aanmelden tekenen een verklaring, waardoor ze instemming betuigen met de identiteit van de school. Het bevoegd gezag wordt gevormd door het bestuur hetwelk bestaat uit 5 leden, te weten : voorzitter, secretaris, penningmeester, algemeen adjunct en 2 leden. Elk in de stichting participerend kerkverband levert één of meer bestuursleden. Zoals het bevoegd gezag in formeel juridische zin drager van de identiteit van de school is, is het personeel dat in de dagelijkse praktijk. Het onderschrijft niet alleen de grondslag van de school maar draagt die ook uit. Praktisch houdt dat tenminste in dat het personeelslid lid is van een kerkgenootschap en dat zij in hun eigen kerkelijke gemeente meelevende leden zijn. Een goed christelijk voorbeeld, levensstijl en levenshouding, is in de praktijk ook een sterk getuigenis. De school heeft het karakter van een dorpsschool. Schoolgrootte De Koningin Julianaschool werd, per 1 oktober 2010, bezocht door 154 leerlingen. Het leerlingaantal zal de komende jaren een daling te zien geven. Op de school werken 7 volledige leerkrachten, 5 parttime leerkrachten en 1 vakleerkracht voor handwerken. Verder werken er 3 schoolschoonmaaksters op school. Verdeling naar leerlinggewichten Het grootste deel van de leerlingen heeft een gewicht van 1,0. Een deel heeft een gewicht van 1,25 of van 1,30. Veel van onze leerlingen spreken van huis uit dialect. In de meeste gevallen is dit met betrekking tot het spreken van algemeen beschaafd Nederlands een grote zorg. We geven op school extra aandacht aan taalstimulering en woordenschat. Het schoolgebouw Het schoolgebouw dateert uit 1982. De kleuterafdeling is aangebouwd in 1989 en in 2009 is er gezorgd voor de aanbouw van 1 lokaal en een directie- en IB-ruimte. Voor de lessen lichamelijke oefening wordt gebruik gemaakt van een gemeenschappelijke gymzaal, “De Wimpel”. Voor het onderwijs wordt gebruik gemaakt van het schoolgebouw Achterstraat 2ª te Sint Philipsland. Het gebouw bestaat uit 7 lokalen, 1 speellokaal, 1 computerlokaal, 1 lokaal voor handenarbeid, 1 lokaal voor textiele werkvormen en bijbehorende ruimtes zoals gemeenschapsruimten. 5 De toelating Op het moment dat een kind bijna 4 jaar oud is mag hij/zij gedurende 5 dagdelen op school komen in het kader van schoolgewenning. De groepsleerkracht van groep 1 neemt hierover contact op met de ouders. Geschillenregeling Het bevoegd gezag stelt op voordracht van het schoolteam het schoolplan vast. Onoverbrugbare geschillen tussen bestuur, medezeggenschapsraad en schoolteam worden voorgelegd aan een arbitragecommissie geregeld in het beleidskader Reformatorisch Onderwijs. Doel en functie van het schoolplan Ons schoolplan is in eerste instantie een intern instrument om onszelf houvast te bieden bij de gemaakte beleidskeuzes en bij de verdere planning van de uitvoering van ons beleid. In tweede instantie dient het schoolplan om verantwoording af te leggen naar het eigen bevoegd gezag en aan de inspectie van het onderwijs. ii. Missie en visie Grondslag De grondslag van de school luidt als volgt: De Stichting voor Basisonderwijs op Gereformeerde Grondslag te Sint Philipsland belijdt en aanvaardt de Heilige Schrift volgens de Statenvertaling van 1637, zijnde het onfeilbare Woord van God, als enige grondslag voor leer en leven. Zij onderschrijft daarbij de Drie Formulieren van Enigheid, zoals deze zijn vastgesteld door de Nationale Synode, gehouden te Dordrecht in de jaren 1618 en 1619, als op de Heilige Schrift gegrond. Binnen de school mogen geen activiteiten ontplooid worden die op enige wijze strijden met de grondslag van de school. De uitwerking van de grondslag De grondslag heeft haar uitwerking in het schoolwerk van elke dag. Op de grondslag zijn bijv. de waarden en normen gestoeld die van belang zijn voor onze maatschappij. Waarden en normen komen dus niet voort vanuit een mensengedachte, maar vanuit het onfeilbare Woord Gods. De grondslag van de school heeft ook gevolgen voor de onderwijsorganisatie, het personeelsbeleid, het toelatingsbeleid van de leerlingen, de methodekeus en de vakinhouden. Bestuur en personeel moeten de grondslag niet alleen onderschrijven, maar er ook naar handelen en wandelen. Mens- en kindbeeld Levensbeschouwelijke visie De kinderen opvoeden en onderwijzen tot een zelfstandige, God dienende persoonlijkheid geschikt en altijd bereid om zijn of haar unieke gaven te besteden tot eer van God en heil van de naaste! Door het `zaaien` van Gods woord willen wij de kinderen brengen tot het liefhebben van God boven alles en het liefhebben van de naaste als zichzelf. Wij rusten de kinderen toe om de talenten die ze van God gekregen hebben zo optimaal mogelijk te gebruiken, zodat zij als christenen kunnen staan in de samenleving en ten nutte daarvan dienstbaar zijn. Dat `zaaien` en `toerusten` doen we in de eerste plaats door het dagelijkse Bijbelonderwijs. Daarnaast doortrekken de Bijbelse waarden en normen alle vak/-vormingsgebieden en de sociale omgang. De mens / het kind: - is door God geschapen naar Gods beeld en gelijkenis. - is door de zondeval onbekwaam tot enig goed, geneigd tot alle kwaad en verduisterd in zijn verstand. - verkrijgt door wedergeboorte begeerte om naar Gods Woord te leven en te handelen. - heeft verantwoordelijkheid meegekregen om zich te ontwikkelen en te ontplooien. - ontving van God gaven en talenten, die de school helpt te ontwikkelen. - is een schepsel met een ziel, waarom het onderwijs altijd gegeven moet worden in eeuwigheidsperspectief. - is door de doop afgezonderd op de erve des verbonds hetwelk verplicht tot een nieuwe gehoorzaamheid. 6 Visie Visie voor de beleidsperiode 2011-2015 De Kon. Julianaschool wil op basis van de in de statuten verwoorde grondslag en de wettelijke regelgeving werken aan de ontwikkeling van het onderwijs in een lerende organisatie met voorhanden zijnde verantwoorde middelen, waarbij de doelstelling is om in 2015 een school te hebben waar de ontwikkelde en te ontwikkelen processen zodanig zijn geborgd (theoretisch en praktisch) dat er sprake is van bovengemiddelde onderwijskwaliteit. De school is mede-opvoeder van de kinderen en verzorgt tevens het basisonderwijs. De school onderwijst daarbij de leerlingen vanuit de leer van de reformatie; d.i. wijzen op de noodzaak van het eenzijdige Godswonder tot levendmaking, wedergeboorte, bekering en geloof. De school voedt de kinderen op vanuit hetgeen Gods Woord leert voor het dagelijkse leven. De school bereidt de leerlingen voor op het functioneren in het voortgezet onderwijs èn in het maatschappelijk leven door hen ook te wijzen op de taak die zij daar hebben te vervullen. Gezien de leeftijd van onze leerlingen (4-12 jaar) zien wij het als onze taak om een zekere bescherming te bieden tegen de zondige invloeden die vanuit de samenleving op hen afkomen. Wij stellen daarom vanuit onze identiteit hoge eisen aan leerkrachten, methodes en leermiddelen. Naarmate het kind ouder wordt, zal naast het bieden van bescherming een begeleide confrontatie met de hedendaagse samenleving niet mogen ontbreken. Voor opvoeding en onderwijs zijn de ouders de eerst verantwoordelijken. Zij hebben bij de Doop beloofd hun kind in de eerste plaats te onderwijzen en in de tweede plaats te doen en te helpen onderwijzen. Bij deze tweede taak is de school behulpzaam. Het 5e gebod met name behoort de relatie te bepalen tussen ouders, kinderen en leerkrachten. Gehoorzaamheid is in de Bijbel het centrale woord bij opvoeden. “Gij kinderen zijt uw ouders gehoorzaam.” ( Ef. 6:1, Kol. 3:20). Gehoorzaamheid als belangrijkste opvoedingsdoel. Gehoorzaamheid aan ouderen en gehoorzaamheid met het oog op de positie in de maatschappij. In de Bijbel is gehoorzaamheid positief, gekoppeld aan een relatie: “Ik ben de Heere uw God”; “Hieraan kennen wij dat wij Hem gekend hebben, zo wij Zijn geboden bewaren.”(1 Joh. 2:3). Pedagogische visie Vanuit onze identiteit onderstrepen we het belang van een veilig (sociaal veilig/fysiek veilig) en uitdagend pedagogisch klimaat dat zijn wortels heeft in het onfeilbare Woord van de Levende God. Het pedagogisch klimaat van de school moet van dien aard zijn dat het kind ervaart dat de levensbeschouwing in de praktijk functioneert. Dit zal merkbaar zijn in een wederzijds gevoel van vertrouwen, geborgenheid, het bieden van ondersteuning en het ervaren van uitdaging om te leren. We steunen het kind in zijn behoefte aan relatie, competentie en verantwoordelijkheid. We werken aan een relatiegericht klimaat. Dit klimaat wordt gekenmerkt door respect, meeleven en zorg. In het onderwijskundig concept is hier duidelijk rekening mee gehouden. Optimaal presteren door plezier in leren! Binnen onze school willen wij een klimaat scheppen waarin de leerlingen zich “thuis” kunnen voelen. Een goed pedagogisch klimaat zorgt er voor dat iedereen zich veilig voelt op school; het is een basisvoorwaarde om optimaal te kunnen functioneren Onze schoolkoers wil recht doen aan de individuele behoeften van het kind. Omgaan met verschillen staat hierbij centraal. Maar ook door een rijkere leeromgeving te scheppen worden de gaven van hoofd, hart en handen uitgebuit. Voorgaande heeft een effect op de motivatie van kinderen. Ze zullen zichzelf daardoor competenter gaan gevoelen. Het klimaat dient ook van dien aard te zijn dat het kind werkelijk kind kan zijn. Missie De school heeft haar missie voor de nieuwe beleidsperiode als volgt geformuleerd: “Omgaan met verschillen zorgt voor eenheid in verscheidenheid en geeft veiligheid in ontwikkeling”. We werken aan eenheid in regels, routines en aanpak, maar verliezen de verschillen tussen kinderen en leerkrachten niet uit het oog. Uitwerking van de missie/consequenties voor het primaire proces In ons onderwijs streven wij naar een onderwijs/ en vormingsaanbod dat passend is voor iedere leerling. Een goede zorgstructuur is daarbij een onmisbaar hulpmiddel. Daarin vervult de IB-er een 7 spilfunctie. Het `passende` bij het individuele kind komt vooral tot uitdrukking in de basisvakken lezen, taal en rekenen. We hechten op onze school aan onderlinge betrokkenheid. Dat betekent dat er ruimte is voor onderlinge hulp en steun. We streven naar bevordering van de eigen waarde van de leerling. Voor een actieve en gemotiveerde leerhouding bij kinderen dienen we te voldoen aan invulling van een aantal basisbehoeften van leerlingen zoals: competentie, relatie en onafhankelijkheid. Vanuit deze drie basisbehoeften van leerlingen proberen wij vorm te geven aan een goed evenwicht tussen de draaglast en de draagkracht van de leerlingen. De leerkrachten dienen hoge verwachtingen te hebben van hun leerlingen. In het kader van opbrengstgericht werken streven we naar hoge waarden en resultaten op de toetsen. Bij de tegemoetkoming aan de basisbehoeften ( relatie, competentie en verantwoordelijkheid) kan gebruik gemaakt worden van interactie ( contacten, onderlinge omgang), Instructie ( keuze van doelen, werkvormen), klassenmanagement ( inrichting van leeromgeving, organisatie van de lessen) en het pedagogisch klimaat. Steeds dient de leraar uit te gaan van de basisbehoeften voor het lerende kind en schept door het goed omgaan met het klassenmanagement, de instructie, de interactie een adaptief pedagogisch klimaat in de klas dat zich laat kenmerken door de woorden betrokkenheid, vertrouwen, ondersteuning en uitdaging. Omgaan met verschillen is duidelijk bedoeld om aan te sluiten bij de individuele ontwikkeling van het kind. Zo proberen we vorm te geven aan het ontwikkelingsgericht onderwijs in de groepen 1 en 2 wat ons voor ogen staat. Ontwikkelingsgericht onderwijs is er altijd op uit de mogelijkheden waarover kinderen al beschikken, systematisch uit te breiden. Ontwikkeling en leren vindt plaats op basis van activiteiten en inhouden die voor kinderen persoonlijk zinvol zijn en betekenis hebben of kunnen krijgen. Een groot deel van het activiteitenaanbod is verbonden aan een thema dat gedurende langere tijd (meerdere weken vaak) in de aandacht staat. Alle activiteiten zijn relevant en betekenisvol, zowel voor de kinderen zelf als voor de bedoelingen die de leerkracht heeft. Ze zijn georganiseerd om samen aan ontwikkeling te werken. Hierbij is het observatie instrument KIJK de leidraad. Ontwikkelingsgericht onderwijs moet in elk geval zichtbaar zijn in de manier waarop leerkrachten omgaan met de leerlingen. In de ondersteunende zin, dus waar het gaat om inhoudelijke ondersteuning, informatie en in zorgende zin. Zorg om de persoonsontwikkeling van de leerlingen zelf. En dat moet terug te zien zijn met name in de manier waarop leerkrachten naar leerlingen kijken en luisteren. Hoe ze systematisch met hen doelbewust een weg zetten naar de toekomst voor de leerlingen. En dat moet zichtbaar zijn in het feit dat de leerkracht continu gericht is op ontwikkeling. Ontwikkeling van de leerlingen en de leerkrachten zelf. Wanneer kinderen (weer) zin hebben in hun werk, als ze voldoende gewaardeerde prestaties kunnen leveren en zodoende een gezond zelfvertrouwen kunnen ontwikkelen (competentie), geleerd hebben zelfstandig problemen op te lossen en elkaar te helpen, dan hebben we als school een aantal belangrijke basisvoorwaarden in het leven van kinderen helpen vervullen. In het kader van opbrengstgericht werken streven we naar vergroting van de leerkrachtvaardigheden waarbij het klassenmanagement, effectieve instructie en het streven naar adequate interactie een belangrijke rol spelen. Teamleden gaan zich steeds meer ontwikkelen in het aanbieden van een betekenisvol curriculum. Volgens onze visie wordt goed onderwijs gegeven volgens beproefde didactische inzichten, passend bij de ontwikkelingsfase waarin kinderen zich bevinden en met behulp van betrouwbare methodes en materialen. Wij vinden het niet verantwoord om nieuwe onderwijsconcepten in te voeren voordat zij hun waarde bewezen hebben. Dat betekent voor ons dat wij de basisvakken taal, lezen en rekenen volgens de bekende ontwikkelingslijnen en gekozen methoden aanbieden. Deze vakken zijn te belangrijk om mee te experimenteren. Voor experimenteren is wel ruimte binnen de expressievakken en het wereldoriënterend onderwijs. Om de betrokkenheid van kinderen bij de leerinhouden te vergroten gaan we in het kader van exemplarisch onderwijs bij de zaak- en creatieve vakken meer aandacht besteden aan het werken met exempels. Exemplarisch onderwijs staat voor onderwijs dat een grote vormende waarde biedt aan leerlingen in hun verschillende ontwikkelingsfasen. Voor het leren van de leerling betekent dit dat niet de leeractiviteiten de vorm van de inhoud bepalen, maar dat juist andersom leerervaringen die ontleend worden aan de verschijnselen/inhouden een breed en rijk perspectief bieden en aanzetten tot betekenisvolle activiteiten. Zowel bij het ontwikkelingsgericht onderwijs als bij het exemplarisch onderwijs richten we ons op de ontwikkeling van leerlingen, maar ook op de ontwikkeling van leerkrachten zelf. Dat proberen we te realiseren door leerlingen te betrekken in betekenisvolle, culturele activiteiten, waarin leerlingen dus samen bezig zijn zo’n activiteit te realiseren, maar de leerkracht doet daar ook in mee! Kennis en 8 vaardigheid speelt uiteraard nog steeds een belangrijke rol, maar altijd betekenisvol ingebed binnen de activiteiten, waarin leerkrachten en leerlingen elkaar vinden en begeleiden. iii. Identiteitsbeleid Identiteitsprofiel De school heeft het identiteitsprofiel van de VGS (2011) vastgesteld als intern en extern verantwoordingsdocument. Het document positioneert ons reformatorisch onderwijs , haar grondslag met de daarbij behorende normen en waarden. De kern van dit profiel is de inhoud van de tien geboden. Het profiel maakt samen met diverse andere documenten (als bijlagen) integraal deel uit van het personeelsbeleidsplan van de school. Dag- week- en jaarrooster Gods Woord is uitgangspunt in de verschillende roosters van de school. De dag wordt begonnen met zingen en gebed en ook met gebed afgesloten. Elke week komen verschillende onderdelen van het godsdienstonderwijs volgens rooster aan de orde. Bij vertellingen en vieringen wordt rekening gehouden met het kerkelijk jaar. Onze school laat zich in de Bijbelvertellingen en vieringen leiden door het kerkelijk jaar. Advent, Kerst, Goede Vrijdag, Pasen, Hemelvaartsdag en Pinksteren staan centraal. De vakanties zijn zo gepland dat er ruimte is om met het gezin de kerkelijke vieringen te kunnen bijwonen. Daarnaast bieden wij ruimte voor het houden van de jaarlijkse bid- en dankdagen. Het Kerstfeest, vieren wij jaarlijks met de kinderen, collega’s en ouders gezamenlijk in het Dorpshuis. Gedragscode Gods Woord is leidend voor gedrag van teamleden en leerlingen. In de achterliggende beleidsperiode zijn een gedragscode leerlingen en een gedragscode personeel vastgesteld. Beide codes bevatten regelgeving voor diverse facetten van het dagelijks werk binnen de school: woordgebruik, kleding, omgang met elkaar e.d. De gedragscode leerlingen èn de gedragscode leerkrachten zijn bindend voor het dagelijks handelen. Uitgangspunt Gods Woord is uitgangspunt en basis voor alle vakinhouden. Er worden geen vakinhouden aangeboden die in welk opzicht dan ook strijdig zijn met Gods Woord en geboden. Het leef- en werkklimaat wordt gekenmerkt door wat wij als waarden en normen vinden in de Tien Geboden, zoals die uitgewerkt zijn in ons identiteitsprofiel (uitgave VGS). iv. Onderwijsconcept Opbrengstgericht werken Het onderwijs is de komende beleidsperiode sterk opbrengstgericht. Opbrengstgericht werken ligt in het verlengde van de vastgestelde visie en missie. Opbrengstgericht onderwijs is in feite niets anders dan streven naar goed onderwijs en dus passend onderwijs voor zoveel mogelijk kinderen. Belangrijke elementen zijn: -Pedagogisch klimaat, is zowel basis als alomvattende voorwaarde voor goed onderwijs -Effectieve instructie en klassenmanagement. Met deze thema’s bouwen we in de school aan belangrijke randvoorwaarde om uiteindelijk succesvol tegemoet te komen aan de onderwijsbehoeften van kinderen. Het toezichtkader van de inspectie biedt in kwaliteitsaspect ‘didactisch handelen” elementen die als concrete check- en ontwikkelingspunten voor leerkrachten gebruikt kunnen worden. Deze elementen hiervan worden uitgewerkt in het instrument: “leerkrachtgereedschap”. De uitwerking is vastgelegd in een document “Opbrengstgericht werken op de Kon. Julianaschool. De school kiest ervoor om de onderwijsinhouden aan te bieden binnen een betekenisvolle context. Basisvakken In de groepen 1 en 2 wordt bij het onderwijs gewerkt vanuit leer- en ontwikkelingslijnen die alle vak- en vormingsgebieden omvatten. We typeren dit onderwijs als ontwikkelingsgericht. We bedoelen daarmee: onderwijs dat zijn uitgangspunt vindt in de ontwikkeling van het gemiddelde kind die we afleiden uit de leer- en ontwikkelingslijnen die we binnen de school hanteren. 9 Daarnaast wordt op onderdelen meer programmagericht gewerkt. Bij programmagericht onderwijs staat het programma, de leerlijn, meer centraal. De leer- en ontwikkelingslijnen sluiten aan bij het methodisch onderwijs dat start in groep 3. Het onderwijs in de basisvakken is sterk programma- en methodegericht. De lesinhouden zijn vastgelegd in een aantal protocollen. Zaak- en expressievakken We willen met expressievakken en het wereldoriënterend onderwijs gaan groeien naar een school die als werkwijze heeft: methodisch waar het moet, thematisch waar het kan, exemplarisch waar mogelijk (moekamo). Wij denken dat het exemplarisch onderwijs een verdieping en verrijking van ons onderwijs kan betekenen. Door vanuit de eigen schoolontwikkeling en visie passende keuzes te maken proberen wij inhoud te geven aan een krachtige leeromgeving waarin aandacht is voor verscheidenheid aan inhouden, aansluiting bij interesses en leefwereld van de leerling, verscheidenheid aan werkvormen en toepassing op wezenlijke kennis. Leren vindt plaats langs de weg van de zintuigen, de waarneming en het denkvermogen. Samen werken, samen leren en samen onderzoeken. Het exemplarisch aanbod zal in de komende vier jaar verbreed en verdiept worden. Visie Exemplarisch onderwijs Exemplarisch onderwijs zien we als een vorm van leren waarin exempels (voorbeelden) centraal zullen staan. Deze voorbeelden staan als het ware model voor essentiële ontwikkelingen in de geschiedenis of wetenschap. De exempels worden diepgaand bestudeerd waardoor begrip en inzicht ontstaat. Exemplarisch leren maakt onderdeel uit van onderwijskunst. Met het team hebben we de volgende visie van exemplarisch onderwijs ontwikkeld voor deze schoolplanperiode: Verwondering Wij zien het als opdracht om ons te verwonderen over God en Zijn schepping waar wij onderdeel van zijn. Door exemplarisch onderwijs leert de leerkracht samen met de kinderen zich verwonderen over Gods werkelijkheid. Hij ontdekt hen de werkelijkheid en leert tegelijkertijd met hen mee. Door exemplarisch onderwijs leren we wat goed rentmeesterschap en burgerschap inhouden. Verschijnselen Bij exemplarisch onderwijs staat de inhoud, belangrijke verschijnselen, in het middelpunt. We ervaren dat vanuit de interesse voor en de nieuwsgierigheid naar het fenomeen, het kind zaken leert die beklijven. Onderwerpen kunnen ten opzichte van het reguliere onderwijs veel meer uitgediept worden, er blijft meer “hangen”. We willen de tijd nemen om ons te verdiepen en te verwonderen. De kinderen zijn gemotiveerd en betrokken en de leerkracht beleeft plezier aan het lesgeven. Er wordt gericht naar een vastgesteld doel toegewerkt. De ontmoeting met het fenomeen, het nadenken en het delen van ervaringen vindt plaats in de kring als rustpunt, als centrum voor het delen van ervaringen. De leerkracht luistert, vat samen en vraagt door om meer te ontdekken en te leren. Hij ontsluit het onderwerp door een open vraagstelling. Door middel van zelfontdekkend leren wordt een onderzoekende houding gestimuleerd. In dit proces is ieder kind zich bewust en voelt zich verantwoordelijk dat hij leert, voor zichzelf en voor de ander. Zo worden samen geheimen ontrafeld! Onderzoekende houding We gaan uit van het totale wezen van het kind. Door exemplarisch onderwijs worden alle zintuigen geactiveerd. Vanuit hun onderzoekende houding zijn leerlingen betrokken met hoofd, hart en handen. Allerlei soorten talenten worden aangesproken. De leerlingen komen door de weg van de zintuigen tot doorleefde en begrepen kennis. Hierdoor maken ze zich kennis en vaardigheden eigen. O.a. goed kijken naar de werkelijkheid, naar elkaar luisteren en doorvragen. Zo leren we van elkaar. Leerlingen die uitvallen bij exacte vakken doen door middel van exemplarisch onderwijs positieve ervaringen op, doordat ze zelf ook veel blijken te weten en met elkaar tot verrassende inzichten komen. v. Zorgconcept Uitgangspunten Leidend voor het zorgconcept van de school is de missie van Colon: “Geen kind tussen wal en schip” . 10 De school wil een passend onderwijs-zorgaanbod creëren voor alle kinderen die aangemeld worden op de Kon. Julianaschool rekening houdend met de deskundigheid van het team en de mogelijkheden binnen de groepen. De missie van Colon geeft de school gestalte binnen de schooleigen visie op handelingsgericht en opbrengstgericht werken. Zorgplan Het zorgplan van Colon is leidend en bindend voor de breedte en de inhoud van de zorg op de school. Zorgprofiel De school heeft in de achterliggende beleidsperiode een zorgprofiel opgesteld op basis van de regelgeving en de adviezen vanuit het samenwerkingsverband en de onderwijsinspectie. In de komende beleidsperiode zal het zorgprofiel, mede door de komst van de Wet Passend Onderwijs, worden afgestemd op nieuwe ontwikkelingen binnen het onderwijs en de zorg in het Zeeuwse. De Zeeuwsbrede invoer van handelingsgericht werken wordt binnen het zorgprofiel leidend. Het zorgprofiel heeft zowel een preventieve als een zorgkant in zich. De school heeft het karakter van een “smalle zorgschool”, met aspecten van een “brede zorgschool”. vi. Personeelsbeleid Identiteit De medewerkers zijn gedreven in hun werk, door hun liefde voor het vak, maar ook omdat ze weten dat ze met hun werkzaamheden een hoger doel dienen, de kinderen opvoeden met het Woord van God om ze te leren het leven te zoeken bij God. Gelet op het gegeven dat de medewerkers de identiteitsdragers van onze school zijn, stellen we dit veilig. De personeelsleden onderschrijven de grondslag van de school, zoals verwoord in de statuten en het identiteitsprofiel zoals opgesteld door de VGS. Kwaliteit Het “menselijk kapitaal” bepaalt het succes van de school. De kwaliteit en de persoonlijkheid van de leerkracht is cruciaal in het vorm en inhoud geven van onze uitgangspunten. We baseren ons hierbij ondermeer op: essenties van christelijk leraarschap(uitgave van Driestar-educatief). De pedagogische kant -de leerkracht heeft hart voor de kinderen -de leerkracht neemt de Bijbel als richtsnoer voor het leven. Hij/zij is geduldig en respectvol. -de leerkracht is present, met zijn hele persoonlijkheid aanwezig en heeft oog voor het welzijn van de leerlingen. -de leerkracht werkt aan een goed pedagogisch klimaat De didactische kant: -de leerkracht is in eerste plaats zelf leerling. Leerkracht is breed geinteresseerd en heeft een open houding. -de leerkracht is gericht op brede ontwikkeling van de leerlingen. -de leerkracht biedt leerlingen onderwijs in samenhang en kiest inhouden die betekenisvol en diepgang hebben. -de leerkracht is voortdurend op zoek naar momenten die gelegenheid bieden tot verbazing en verwondering. -de leerkracht is in staat om basisgereedschap te hanteren zoals klassenmanagement, effectieve instructie en differentiatievormen. In het kader van integraal personeelsbeleid moet er zorg zijn voor de continue ontwikkeling en professionalisering van het personeel. Het doel van ons personeelsbeleid is het mogelijk maken dat de wensen en verwachtingen van de medewerkers samen stemmen met de doelen die de school zich stelt. Medewerkers ontwikkelen hun competenties altijd binnen het kader van de koers en de doelen van de school. Er dient continue aandacht geschonken te worden aan de match tussen de mogelijkheden en wensen van de medewerker en de school als organisatie. De individuele medewerker is zich bewust van de eigen verantwoordelijkheid voor de eigen professionele ontwikkeling. De schoolorganisatie heeft hierbij een voorwaardenscheppende en faciliterende taak. Bij het scheppen van voorwaarden hoort ook het aanbieden van leermogelijkheden die passen bij de leerstijl van de medewerker. We vinden het 11 belangrijk dat de kwaliteiten van de sterkere punten van de medewerker aanknopingspunt zijn voor verdere ontwikkeling. In het POP geeft de medewerker aan hoe lang de periode zal zijn waarin er gewerkt gaat worden aan de ontwikkeling van de gekozen competenties. Door gebruik te maken van coaching, feedback en reflectie bouwt de medewerker aan de ontwikkeling van de competenties. In het zoeken naar een eigentijdse vormgeving van het onderwijs neemt het concept van “de lerende school” een centrale plaats in. De voor het personeelsbeleid relevante kern daarvan is als volgt samen te vatten: -medewerkers zijn bereid om hun beroepsontwikkeling af te stemmen op de collectieve ambitie van de school. -de school stimuleert, organiseert en evalueert dit proces van leren en afstemmen planmatig. -medewerkers beperken zich niet tot hun geïsoleerde taak, maar zij zien het eigen werk als een proces van samenwerking, waarbij het gezamenlijke resultaat voorop staat. Voldoende en kwalitatief goed personeel vormt de sleutel tot een goed presterende school. Het team van leerkrachten bestaat uit bevoegde en bekwame leerkrachten die continu werken aan de vereiste competenties. De school hanteert daarbij in de komende beleidsperiode de 7 SBL-competenties, waaraan volgens afspraak binnen Colon een achtste competentie (nl. het gestalte geven aan de identiteit) is toegevoegd. De beschrijving van en de beoordeling van de competenties zijn integraal opgenomen in de beleidsstukken “Regeling Gesprekkencyclus” en “Notitie Functiemix”. vii. Kwaliteitsbeleid Integraal kwaliteitsbeleid Als het gaat over het bezig zijn met kwaliteitsverbetering luidt de visie van de school: “Kwaliteit is een reis, geen bestemming”. In die zin maakt dit schoolplan duidelijk dat er sprake zal zijn van doorlopende verandering en vernieuwing. Wij willen een lerende organisatie zijn; wij leren van onszelf en van elkaar. Wij zijn samen lerend onderweg. Door de opbouw volgens het INK-kwaliteitsmodel maakt de kwaliteitszorg integraal deel uit van dit schoolplan. De uitwerking van de kwaliteitszorg is beschreven in een aantal beleidsdocumenten. (Zorgprofiel, Document opbrengstgericht werken, e.a.) Cyclisch kwaliteitsbeleid Kwaliteitszorg betekent dat we de “goede dingen nog beter proberen te doen”. Systematisch werken aan de kwaliteit van de school is noodzakelijk. Dat betekent: -het juiste beleid formuleren -de juiste handelingen verrichten en -op de goede manier evalueren of bereikt is wat de school wilde bereiken. Er wordt een plan van aanpak gemaakt voor de noodzakelijke verbetering of innovatie en de formulering van het gewenste resultaat en hoe en wanneer gekeken wordt of het gewenste resultaat is bereikt. Het plan wordt uitgevoerd zoals het is beschreven. Door middel van controle en evaluatie wordt bekeken in hoeverre het gewenste resultaat behaald is. En als het gewenste resultaat bereikt is, kan de school aan de volgende verbetering beginnen en wordt de cirkel opnieuw doorlopen. Na het doorlopen van de stappen binnen deze cirkel is het van belang dat veranderingen en verbeteringen geborgd worden. Het hanteren van het INK-kwaliteitsmodel leidt binnen de cirkel van Deming tot een continu proces van plan-do-check-act. Het schoolplan is kaderstellend, de jaarplannen waarborgen de cyclische aanpak en concretiseren de werkprocessen en de streefdoelen. Gelet op de keuzes die in het schoolplan zijn gemaakt, streven wij naar een voortdurende verbetering van de processen en opbrengsten. Hiervoor formuleren wij smart-doelen, verbeter- en borgactiviteiten in de jaarplannen. 12 Leiderschap: Richten – inrichten – verrichten b. Inrichten: de organisatie van de school ii De bestuurlijke organisatie Bestuurstructuur Het bestuur houdt toezicht op de behaalde leeropbrengsten door monitoring en analyse van de eindtoets en de toetsuitslagen die in de groepen worden afgenomen en bespreekt deze met de directeur. Ingeval deze resultaten aanleiding geven tot aanpassing van het onderwijsaanbod zullen hiervoor door het management voorstellen worden geformuleerd. Het bestuur zal toezicht houden op de voortgang van dit veranderingsproces. Het bestuur is m.i.v. 1 augustus ingericht volgens het klassieke bestuursmodel. Veel bestuurlijke taken (m.u.v. identiteit en personeelsbeleid) zijn gemandateerd aan de directie. Het bestuur voert toezichthoudende taken uit conform de wettelijk vastgestelde kaders. De precieze inhoud van de mandatering is beschreven in het managementstatuut en het managementcontract. Het bestuur als geheel treedt op als bevoegd gezag c.q. toezichthouder en blijft eindverantwoordelijk voor het schoolbeleid. Federatieve samenwerking Onze school participeert in de vereniging reformatorisch primair onderwijs Zeeland, Colon. Deze vereniging functioneert als SWV-PO en behartigt hiermee de gezamenlijke belangen voor wat betreft leerlingenzorg, Passend Onderwijs. Daarnaast faciliteert Colon op de domeinen onderwijs, personeel en financiën. In het strategisch beleidskader zijn de verschillende domeinen beschreven en afgebakend. Colon heeft als missie: “Verbinden en ontwikkelen”. Het bestuur wordt gekozen uit de leden. Er is een drietal (parttime) managers benoemd en de vereniging heeft voor onderwijs, personeel en financiën beleidsmedewerkers in dienst. Daarnaast zijn er enkele administratieve ondersteuners beschikbaar. Om het domein zorg volledig te kunnen behartigen zijn hiervoor enkele formatieplaatsen ingevuld. Binnen Colon wordt een breed scala aan activiteiten ontplooid dat moet leiden tot optimale kwaliteitsverhoging van het reformatorisch primair onderwijs in Zeeland. Doordat gekozen is voor het federatieve model, blijven de scholen volledig autonoom, waardoor het eigen onderwijs- en dorpskarakter van elke school kan blijven gehandhaafd. Hiermee blijft de eigen cultuur gewaarborgd en is tegelijkertijd een goede vorm gevonden om de hedendaagse bestuurs- en managementverantwoordelijkheid professioneel vorm te geven. iii. Inrichting organisatie van de school. Directie De directie wordt gevormd door de directeur. De directeur is eindverantwoordelijk voor de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid en legt daarvan verantwoording af aan het bevoegd gezag d.m.v. de managementrapportage. Managementteam De directeur wordt bij het uitvoeren van de directietaken geassisteerd door de IB-er ( veldopleider/coach) en twee coördinatoren. De directeur en de Ib-er (veldopleider/coach) met de twee coördinatoren vormen het managementteam. De taakverdeling van directeur, de IB-er (veldopleider/coach) en de coördinatoren is beschreven in een document “taakverdeling management.” Het managementteam geeft leiding aan de uitvoering van het schoolbeleid. Coórdinatoren/veldopleider-coach Naast het managementteam zijn er een aantal medewerkers die zich specifiek richten op een onderdeel in de organisatie. Het betreft een coördinator Engels, een reken coördinator, een taal/lees coördinator, een coördinator exemplarisch onderwijs. De veldopleider-coach heeft een begeleidende rol naar PABO-studenten en teamleden als het gaat om professionalisering in het vak van (toekomstige) leraar basisonderwijs. Team 13 Het lerarenkorps weet zich verantwoordelijk voor het primaire proces. Het geven van goed onderwijs en het begeleiden van de leerlingen in de groep waar zij verantwoordelijk voor zijn. Tijdens de geplande bouw-vergaderingen vindt hierover afstemming plaats en worden (verbeter-)plannen gecommuniceerd, geëvalueerd, geborgd en zo nodig van een vervolg voorzien. iv. Rol van schoolbestuur, directie, team en ouders. Bestuur Het schoolbestuur neemt kennis van de rapportages en treedt op als discussiepartner in de beleidsvoorbereiding. Daarnaast organiseert het bestuur haar eigen jaaragenda. Directie De directeur is belast met de dagelijkse leiding in de school, de beleidsvoorbereiding en de beleidsuitvoering, met uitzondering van het personeelsbeleid dat vanwege de identiteit door het schoolbestuur wordt uitgevoerd als het gaat om het benoemingsbeleid. Team Het team geeft uitvoering aan het onderwijs en de zorg. Ouders De ouders hebben bewust gekozen voor de plaatsing van hun kinderen bij ons op school. Wij streven naar een optimale afstemming tussen school en ouders. Wij vinden ouderbetrokkenheid belangrijk. De school beschrijft dit jaarlijks in de Schoolgids. Ouders bieden regelmatig de helpende hand bij schoolactiviteiten. De school heeft een medezeggenschapsraad waarin twee zetels zijn voor de oudergeleding. De medezeggenschapsraad heeft adviesbevoegheid bij besluitvorming op de door de overheid vastgestelde beleidsterreinen en – onderwerpen. v. Communicatiestructuur Interne communicatie Voor de interne communicatie zijn de vergaderingen het belangrijkste middel. Er zijn vergaderingen van: bestuur, bestuurscommissies, managementteam, volledig team en de verschillende bouwen (deelteams). Een aantal keren per jaar oormerken wij bouwvergaderingen als “ontwikkelvergaderingen”. Tijdens die vergaderingen blikken leerkrachten met elkaar terug op wat ze in de afgelopen periode hebben gedaan rond de rode draad (het verbeteronderwerp) in relatie tot het persoonlijk ontwikkelingsplan (POP). Daarbij kan men elkaar feedback geven, wat resulteert in actiepunten voor de volgende periode. In het verlengde van de IPB-vergaderingen zullen de vergaderingen in de nieuwe schoolplanperiode een verdiepend karakter krijgen. Interne communicatie krijgt verder gestalte door interne mails en personeelsmededelingen. In elk schooljaar is er 1 gezamenlijke bijeenkomst met bestuur, medezeggenschapsraad en personeel. Deze bijeenkomst heeft zowel een formeel als een informeel karakter. De contactavonden voor ouders staan in het teken van individuele leerlingen en worden door bijna 100% van de ouders bezocht. Ook zal er onderzocht worden wat de meerwaarde van het ouderportaal van Parnassys is. Externe communicatie Belangrijkste middelen/vormen van externe schriftelijke communicatie zijn: schoolgids, nieuwsbrieven (1 x per 6 weken de Schoolflits), en schoolkranten ( 3x per jaar) In de nieuwe schoolplanperiode is er jaarlijks, een informatieavond bij het begin van het schooljaar en drie contactavonden. 14 Leiderschap: Richten – inrichten – verrichten c. Verrichten: hoe het leiderschap functioneert i. Kenmerken van het leiderschap Eisen aan het leiderschap Op onze school hechten wij veel waarde aan het uitdragen van het onderwijskundig leiderschap. Bij het onderwijskundig leiderschap gaat het wat ons betreft in het bijzonder om een sterke betrokkenheid en hoge deskundigheid van de schoolleiding op het gebied van lesgeven en leren. Een schoolleiding met een sterk onderwijskundig leiderschap is intensief betrokken bij zaken die met het schoolcurriculum en leerkrachtvaardigheden (bijvoorbeeld de methoden, instructie, e.d.) te maken hebben, omdat deze direct de leerlingresultaten beïnvloeden. Directie en management (In gezamenlijkheid het MT) zijn in staat hun (deel)team te sturen, inspireren, motiveren, respecteren en waarderen. Zij bezitten de competenties die daartoe nodig zijn. Tegelijkertijd nemen alle medewerkers hun rol binnen het domein waarin zij als leidinggevende functioneren. Werking van het leiderschap Door middel van de studiedagen, (deel)teambijeenkomsten, (deel)teamvergaderingen, gesprekken etc. geven de MT-leden het “richten” in de concrete onderwijspraktijk verder gestalte. De MT-leden creëren betrokkenheid, draagvlak en motivatie binnen het (deel)team. Met het doel de onderwijspraktijk te verbeteren en veilig te stellen. ii. Borging van het leiderschap NSA-competenties Om de kwaliteit van het leiderschap te borgen geldt voor de directeur een verplichte deelname aan één van de NSA-competentiekringen. In de nieuwe schoolplanperiode is dat een visitatiekring rond opbrengstgericht werken. Deelname binnen een visitatiekring houdt o.a. in dat een groep van drie scholen elk jaar onderlinge consultaties inricht. In de eerste twee jaren van deze schoolplanperiode wordt het NSA-traject als borgingsmiddel voor OGW, opbrengstgericht werken, ingezet (intervisie). De laatste twee jaar starten we met een kwaliteitsaudit OGW waarin de processen van OGW en HGW aan de orde komen. Tweedaagse Binnen de federatie Colon wordt elk schooljaar een tweedaagse georganiseerd waarvan het doel is het leiderschap van de directie te versterken. Welke onderdelen aan de orde komen, wordt op basis van een behoeftepeiling bepaald. Voor de directeur van de school geldt een verplichte deelname aan deze tweedaagse. Functioneringsgesprek en beoordelingsgesprek directeur In een cyclus van twee jaar zijn er een functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek met het bestuur. Veldopleider-coach,Interne begeleider De veldopleider, intern begeleider stimuleert de medewerkers elk in hun eigen domein hun leiderschap vorm te geven en/of te verbeteren. Lerarenbeurs IB-er De intern begeleider volgt de tweejaarlijkse bachelor-masteropleiding. Hiermee wordt het opleidingsniveau verhoogd, extra bekwaamheden verworven en de vakkennis verbreed met specialisatie leerlingenzorg. 15 Hoofdstuk 2: Strategie en beleid Strategie en beleid: Oriënteren, creëren en implementeren a. Oriënteren/richten i. Verkenning omgeving:vaststelling kansen en bedreigingen Onze school heeft te maken met de politiek maatschappelijk context van vandaag. De focus ligt daar nu op de onderwijsopbrengsten, aandacht voor kwetsbare leerlingen, de leraar, het management, bestuur en financiën. De beschikbaarheid van overheidsmiddelen is beperkt. De invloed van de crisis heeft ook haar invloed op beschikbare budgetten, projectsubsidies drogen op. Tegelijkertijd staat onze school in de provincie Zeeland, waarbinnen we te maken hebben met een lage bevolkingsdichtheid en krimp. Door het dalende geboortecijfer in ons dorp wordt het leerlingenaantal op onze school ook kleiner. We maken deel uit van Colon, een bovenschoolse vereniging die faciliteert op de domeinen onderwijs, zorg, personeel en financiën. Subsidietrajecten 1. De school maakt in het eerste jaar van de nieuwe schoolplanperiode nog gebruik van een subsidietraject in het kader van het rekenverbeterproject. De gemaakte beleidsvoornemens in het kader van dit project zijn voor de hele schoolplanperiode geïntegreerd in het beleid rondom opbrengstgericht werken. 2. De school maakt gebruik van de subsidieregeling in het kader van het project rond opbrengstgericht werken. Dit project kent beleidsvoornemens op drie niveaus: Opbrengstgericht besturen – opbrengstgericht managen – opbrengstgericht werken. Schoolspecifieke beleidsvoornemens en doelen zijn opgenomen in het document “Opbrengstgericht werken op de “Kon. Julianaschool”. Passend Onderwijs De ontwikkelingen in het kader van de aanstaande wetgeving rondom Passend Onderwijs worden de komende jaren binnen Colon afgestemd en door Colon geïmplementeerd binnen de aangesloten scholen. In de achterliggende periode zijn binnen het Zeeuwse een aantal werkgroepen gevormd die de noodzakelijke voorbereidingen hebben getroffen voor de invoer van Passend Onderwijs binnen het Zeeuwse reformatorisch onderwijs. Omdat het ministerie het huidige stelsel voor extra onderwijsondersteuning niet houdbaar acht ( te duur, onvoldoende kwaliteit en opbrengsten en bureaucratisering) is er een stelselwijziging aangekondigd. In de schoolplanperiode 2011-2015 zal deze stelselwijziging haar beslag krijgen. Hieronder in grote lijnen de kaders waarbinnen deze stelselwijziging plaats zal vinden. Tevens geven we de positie van onze school hierbij aan. Zorgplicht Onze school krijgt (wettelijk verankerde) zorgplicht. Dit betekent dat wanneer ouders hun kind aanmelden op school, onze school de taak heeft dit kind een zo goed mogelijke plek in het onderwijs te bieden. Wanneer onze school dat zelf niet kan heeft ze de taak binnen het SWV een zo goed mogelijke plek op een andere school aan te bieden. Hierbij spelen de zorgprofielen van de scholen binnen het SWV een rol. Om aan de zorgplicht te voldoen werkt onze school samen en wordt lichte en zware zorg (resp. SBO en SO) onder één verantwoordelijkheid gebracht. Onze school ontwikkelt een zorgprofiel waarin de mogelijkheden en de grenzen van de zorg worden aangegeven. Ook komen de afspraken die met andere scholen en op SWV-niveau zijn gemaakt in dit profiel te staan. Onze school maakt een protocol waarin de toelating en toekenning van onderwijszorgarrangementen is opgenomen. Het referentiekader passend onderwijs (PO en VO-raad - op dit moment nog in ontwikkeling) is leidend voor de invulling van het zorgprofiel en het maken van de afspraken binnen het SWV. 16 De rol van ouders is van belang. Ouders willen het beste voor hun kind. We zoeken bij de aanmelding en de toekenning van onderwijs-zorgarrangementen naar evenwicht tussen de wensen van de ouders en de mogelijkheden van onze school en/of de scholen waarmee we samenwerken binnen het SWV. Kwaliteit van het onderwijs De leerkrachten zijn de bepalende factor voor de kwaliteit van het onderwijs. Om kwalitatief goed onderwijs te bieden aan alle leerlingen heeft scholing van onze mensen voortdurend de aandacht. De mogelijkheden die prestatiebeloning, de lerarenbeurs en de functiemix bieden zullen we hiertoe aanwenden. Opbrengstgericht werken en handelingsgericht werken ondersteunen het bieden van goed onderwijs voor alle leerlingen. We gebruiken binnen het SWV en door de overheid vastgestelde uniforme toetsing. We leggen naar onze achterban en richting de inspectie verantwoording af van de bereikte resultaten. Ook leveren we de juiste gegevens aan om het SWV in staat te stellen verantwoording af te leggen aan de inspectie over de bereikte resultaten binnen onze zorgstructuur. Bekostiging Het SWV, waarbij onze school is aangesloten krijgt een vast budget gebaseerd op het aantal leerlingen (inclusief de huidige SO -cluster 3 en 4- leerlingen). De huidige indicatiestelling en leerlinggebonden financiering worden afgeschaft. Binnen het SWV worden afspraken gemaakt over de verdeling van het geld. Het SO krijgt directe standaardbekostiging en een aanvullende bekostiging. Dit laatste wordt in mindering gebracht op de zorgmiddelen voor het SWV. Toelating tot het SO is pas mogelijk na overeenstemming in het SWV. Als het SWV meer leerlingen heeft verwezen naar het SO dan het budget toelaat, verrekent DUO dit met de reguliere bekostiging van de scholen in het SWV. Als de (zorg)budgetten ontoereikend blijken te zijn moeten scholen dus hun reguliere bekostiging aanspreken voor verdere ondersteuning. Er vindt tevens verevening van middelen plaats op basis van de verwijzingen van het SWV. Voor deze verevening zal er een overgangsregeling komen. Cluster 1 en 2 blijven separaat bekostigd. Onze school moet er rekening mee houden dat de effecten van deze maatregelen vanaf augustus 2013 voelbaar worden. De effecten van deze maatregelen voor onze school zijn nog niet duidelijk. De komende jaren zullen we voorzichtig zijn met het aangaan van langjarige verplichtingen op basis van de zorgmiddelen. We zien het als onze opdracht om het directe effect van de bezuinigingen voor de zorg voor leerlingen op onze school tot het minimum te beperken. De genoemde maatregelen dwingen ons om uiterst behoedzaam om te gaan met verwijzingen naar SBO en SO. In overleg met het SWV zullen we hiertoe onze strategie ontwikkelen. Gemeenten en jeugdzorg Scholen moeten de samenwerking met gemeenten (als verantwoordelijke voor de jeugdzorg) vormgeven. Het zorgplan van ons SWV zal worden afgestemd met de gemeente (wetgeving “zorg in en om de school”) De zorg op onze school willen we zo goed mogelijk afstemmen op de jeugdgezondheidszorg, jeugdhulpverlening en maatschappelijk werk. Het Zorgadviesteam (ZAT) is het platform waarin wordt afgestemd. Bezuinigingen De toekomstige bezuinigingen zal de school in de nieuwe schoolplanperiode beperken in het streven naar blijvende kwaliteitszorg en verdergaande onderwijsontwikkelingen in het kader van kwaliteitsverbetering. Maatschappelijke ontwikkelingen 1. In de huidige maatschappij is een toename waar te nemen van het aantal opvoedingsproblemen in de gezinnen. Voor de school als medeopvoeder lijkt in de nieuwe beleidsperiode een steeds actievere rol weggelegd te zijn. De school kent hierin haar beperkingen maar wil binnen bestaande netwerken dienstverlenend en adviserend bezig zijn. 2. De huidige maatschappij kenmerkt zich door de steeds verdergaande ontkerstening. Het reformatorisch onderwijs heeft lettend op de eigen identiteit en de geleverde onderwijskwaliteit echter haar bestaansrecht bewezen. De ontkerstening heeft echter als gevolg dat de onderwijsvrijheid, geborgd in artikel 23 van onze grondwet, steeds minder instemming krijgt. 3. De Nederlandse samenleving is in de achterliggende periode een samenleving geworden die zich steeds meer kenmerkt door een grote verscheidenheid in ras, land van herkomst, godsdienst, opvattingen t.a.v. seksualiteit e.a. De school als onderdeel van deze samenleving ziet burgerschap als het middel om leerlingen kennis te laten maken met deze maatschappij. De inhouden van het vak 17 burgerschap zullen in de nieuwe beleidsperiode concreter omschreven worden. Centraal dient daarbij te staan dat de school een heilzame boodschap heeft in het midden van deze maatschappij. Ze dient daarbij te zijn als een zoutend zout. ii. Verkenning intern: vaststelling sterktes en zwaktes (resultaten) Het onderwijs bij ons op school is ingebed in de reformatorische identiteit. Voor leerlingen, ouders, leraren, directie en bestuur heeft dit de hoogste prioriteit en is dit leidend voor al het handelen voor en in de school. We beschikken over professionele medewerkers, waarbinnen verschillende specialisaties beschikbaar zijn: opbrengstgerichte schoolleider, bouwcoördinatoren, interne begeleider, ict-coördinator, coördinator engels, coördinator rekenen, coördinator taal/lezen, coach, veldopleider. Het schoolgebouw voldoet aan hedendaagse eisen en verkeert in een prima staat. De inrichting biedt ruimte voor onderwijs, ondersteuning en management. De leerlingen gaan graag naar school. Het pedagogisch klimaat is goed. Het PLVS ZIEN! en de vragenlijst sociale veiligheid laten een positief beeld zien. Pesten komt voor bij ons op school. De oudertevredenheid is gemeten met behulp van een enquête. Ouders dragen de school een warm hart toe en zijn over de hele linie positief over de school. De medewerkers hebben via een medewerker-tevredenheidsenquête aangegeven tevreden te zijn over het werkklimaat op school. En tonen een grote betrokkenheid. De leerling-prestaties zijn voldoende, maar we investeren nog te weinig in A+ leerlingen. Er wordt opbrengstgericht gewerkt in de groepen. De leeropbrengsten zijn goed. Er wordt in vier zorgperiodes per cursusjaar gewerkt. En naar volle tevredenheid. De leerlingenzorg is professioneel ingericht. Aandacht verdient de probleembeschrijvingen en de geformuleerde doelen van de zorg en begeleiding aan de leerlingen. We richten ons op een grondiger analyse van de problemen op het gebied van zorgverlening. HGPD /HGW is nog onvoldoende geïmplementeerd. In de onderbouw moet het ontwikkelingsgericht onderwijs verder gestalte krijgen met name het verlenen van een beredeneerd activiteitenaanbod op basis van ontwikkelingsgegevens. Het exemplarisch onderwijs binnen de wereld oriënterende en creatieve vakken heeft bij elke leerkracht een groot draagvlak. De organisatie functioneert goed. Verantwoordelijkheden en taken vragen nog wel de nodige aandacht, maar er is sprake van een professionele cultuur. Een MT is ingericht en de organisatie per bouw is helder. Er wordt kwantitatief en kwalitatief goed overleg gevoerd. Het schoolbestuur heeft zich georiënteerd op gouvernance. Bestuur en toezicht worden gescheiden. We gebruiken het model “klassiek bestuur”. Het voorziet in het mandateren van vrijwel alle bestuurderstaken aan de directie, waarna het bestuur zich voornamelijk bezighoudt met het toezicht houden op het door de directie geformuleerde en uitgevoerde beleid. De verdeling van bevoegdheden is geregeld in het managementstatuut. De implementatie van het gekozen model krijgt nu aandacht. Demografische ontwikkelingen Het leerlingenaantal heeft in de achterliggende jaren een flinke daling laten zien. De verwachtingen zijn dat het leerlingenaantal de komende schoolplanperiode nog verder zal afnemen.. Personeel De personeelsbezetting kent minimaal mutaties. Door daling van het leerlingenaantal zal de omvang van de huidige personeelsbezetting de komende vier jaar niet in tact kunnen worden gehouden. Dit kan gevolgen hebben voor de onderwijskwaliteit. Middelen De school beschikt tot heden over voldoende middelen om de doelstellingen voor het onderwijs op de Kon. Julianaschool te realiseren. 18 Identiteit De school kenmerkt zich door het bewaken van de eigen identiteit en wil dit ook in de komende beleidsperiode als aandachtspunt handhaven. In het kader van de identiteitsbewaking hecht de school grote waarde aan de band tussen kerk – school – gezin. Strategie en beleid: Oriënteren, creëren en implementeren b. Creëren/inrichten i. Proces totstandkoming schoolplan. Werkgroep INK Reeds in het schooljaar 2007-2008 is met het oog op het belang van kwaliteitszorg (en in het kader van het inspectietraject) de keuze op het INK-model gevallen. Omdat een aantal andere scholen binnen Colon eveneens de noodzaak van een integraal schoolplankwaliteitsmodel herkenden, is in het schooljaar 2008-2009 een werkgroep INK gevormd. In het schooljaar 2008-2009 zijn de onderdelen van de kwaliteitszorg in kaart gebracht; in 2009-2010 is de eerste opzet voor een schoolplan gemaakt; in 2010-2011 is een integraal document/format schoolplan ontworpen. Format Schoolplan Onder leiding van een deskundige op het terrein van INK is een format schoolplan ontworpen. Het format gaat uit van de integrale INK-gedachte, waarbinnen tevens aan het cyclische van de kwaliteitszorg gestalte is gegeven. Het format van de werkgroep bevat de indeling/opzet van een kwalitatief goed schoolplan. Elke Colonschool die van het format gebruik maakt, vult het verder in met de schooleigen gegevens en de schooleigen beleidsontwikkeling. Betrokkenheid partijen Bij het proces van totstandkoming schoolplan zijn het personeel, medezeggenschapsraad en bestuur betrokken geweest. In de afgelopen jaren is er systematisch gewerkt aan de ontwikkeling van het onderwijs op de Kon.Julianaschool. Deze ontwikkelingen zijn weergegeven in de jaarverslagen. Tijdens bestuurs- medezeggenschapsraad- en teamvergaderingen werd er gesproken over het in het jaarplan beschreven onderwijsproces. Bovendien zijn kengetallen verzameld over zaken die voor onze school relevant zijn. Voor de verkenning binnen de school is er een beperkte SWOT-analyse uitgevoerd. Door de directie is op basis van de gemaakte beleidsdoelen een schoolplan geschreven en een planning gemaakt voor de komende 4 jaren. Hierover is contact geweest met bestuur/medezeggenschapsraad en team. Het eindproduct is vervolgens besproken en door het bevoegd gezag vastgesteld. ii. Schrijven schoolplan, schoolgids, jaarplan,activiteitenplan Het schoolplan heeft een cruciale rol in het geheel van de schoolorganisatie. Kernachtig worden hierin de organisatie- en resultaatgebieden beschreven voor een periode van vier jaar. De geplande beleidsvoornemens worden voor elk schooljaar van de beleidsperiode uitgewerkt in een jaarplan. De school ziet de schoolgids als een verantwoording van het schoolbeleid richting ouders en andere partners. De gids zal de komende beleidsperiode een vast deel kennen dat geldig is voor de gehele vierjarige beleidsperiode en een ander deel dat geldig is voor telkens 1 jaar. Het schoolplan is de onderlegger voor deze uitgaven. De schoolgids wordt altijd in de laatste week voor de zomervakantie aan ouders, leerlingen en belanghebbenden verstrekt. Het activiteitenplan geeft een concreet beeld van de tijd en aandacht die de vak- en vormingsgebieden in elk leerjaar krijgen. Voor elk schooljaar stelt de school in juni voorafgaand aan dat betreffende schooljaar een activiteitenplan vast. De keuzes hiervoor zijn verantwoord in dit schoolplan en sluiten direct aan bij de jaarplanactiviteiten en –doelen. 19 Strategie en beleid: Oriënteren, creëren en implementeren c. Implementeren/verrichten i. Belangrijkste beleidsvoornemens komende periode. Leiderschap Identiteitsbeleid Burgerschap en veiligheid wordt vanuit de basis nader ingevuld. Sociale integratie wordt vormgegeven, christelijk burgerschap wordt geconcretiseerd. Aan identiteitsontwikkeling en morele vorming wordt nadrukkelijk aandacht besteed vanuit het godsdienstonderwijs, seksuele opvoeding, media- en milieueducatie en het realiseren van een betekenisvol curriculum binnen de wereldoriënterende en creatieve vakken. Onderwijsconcept In nauw overleg met Hogeschool en Kenniscentrum Driestar educatief worden de wereldoriënterende en creatieve vakken regelmatig in een betekenisvolle context aangeboden. In groep 1 en 2 biedt het thematisch werken binnen een ontwikkelingsgerichte aanpak hier volop ruimte voor. Het exemplarisch onderwijs zal verder binnen onze school worden uitgewerkt. Zorgconcept Onze school neemt haar verantwoordelijkheid voor wat betreft Passend Onderwijs. Naast een heldere zorgstructuur, waarbinnen we alle leerlingen in beeld hebben, zoeken we naar verdergaande specialisatie voor een doelgroep. Personeelsbeleid Werken met gedreven professionals. Er is een voortdurende aandacht voor professionalisering en differentiatie. Formuleren van een helder personeelsbeleid, vertaald in een personeelsbeleidsplan voor de nieuwe beleidsperiode. Gesprekkencyclus, deeltijdbeleid, verzuimbeleid en functiemix maken daar integraal deel van uit. Het identiteitsprofiel wordt meer en meer verinnerlijkt, identiteitsontwikkeling heeft een plaats in de gesprekkencyclus en binnen het schoolteam. Voor alle medewerkers is een functiebeschrijving aanwezig en is er een professionele gesprekkencyclus waarin hun welbevinden en ontwikkeling een plaats krijgt. Strategie en Beleid Planvorming In deze schoolplanperiode werken wij professioneel met en aan de schoolgids, het jaarplan en het activiteitenplan. Deze documenten zijn de jaarlijkse concretisering van het schoolplan dat een periode van vier jaar omvat. Bestuur, toezicht en directie Omdat we tijdens deze schoolplanperiode werken met een nieuwe structuur voor wat betreft bestuur en toezicht op basis van de gouvernancewetgeving, zullen we de juiste rollen moeten gaan leren spelen. Hierbij zullen we regelmatig evalueren of we voldoen aan het wettelijk kader met de daarin beschreven taken, bevoegdheden en opdrachten. Medewerkers Functiemix In onze school is er, mits de financiën dat toestaan, actief beleid ten aanzien van de uitvoering van de functiemix. Functiebouwwerk Gelet op de beschikbare medewerkers en mogelijkheden binnen het team, worden mogelijkheden en kansen benut om verdergaande professionalisering te realiseren. Deeltijdbeleid Omdat de kwaliteit van het onderwijs primair wordt gerealiseerd door de leraar, zullen wij het pedagogisch en didactisch klimaat bewaken door een deeltijdbeleid te voeren dat zorgt voor orde, rust 20 en regelmaat. Een medewerker aan onze school werkt structureel met maximaal één andere collega in dezelfde jaargroep. Middelen Krimp als kans Omdat het leerlingenaantal onder druk staat, houden we er rekening mee dat de financiering van onze school door het rijk deze schoolplanperiode maar mondjesmaat zal zijn. Dat betekent dat we werken met reële begrotingen en budgetten voor personeel, huisvesting en leermiddelen. Processen Passend Onderwijs In aansluiting op de (geplande) wetswijzigingen voor wat betreft de invoering van passend onderwijs, stelt onze school zich de volgende doelen: - opbrengstgericht werken - voortdurende professionalisering leraren en schoolleiding - scholing van leerkrachten gericht op aspecten van passend onderwijs, zoals scholing rondom gedrags-problemen of andere specifieke doelgroepen. - werken met het ontwikkelingsprofiel -handelingsgericht werken/ werken met groepsplannen - participatie in een professioneel reformatorisch samenwerkingsverband - het ontwikkelen en realiseren van een bij de school passend zorgprofiel Ontwerp onderwijsprogramma’s Bij het godsdienstonderwijs gebruiken we geen methode. Wel is er naast de vertellingen uit Gods Woord ook ruimte voor kerkgeschiedenis en zending. Het kerkelijk jaar staat centraal en de kerstviering krijgt schoolbreed gestalte. We hebben iets uit te leggen en daarbinnen staat de identiteitsontwikkeling van de leerlingen centraal. De basisvakken taal/lezen, rekenen en Engels worden gegeven met behulp van actuele methodes. De coördinatoren van zowel onder- als bovenbouw zorgen voor regelmatige besprekingen van de basisvakken in het managementteam. Om de jonge leerlingen, de kleuters, met voldoende bagage in groep drie succesvol te laten starten, werken wij met de ontwikkelingslijnen zoals die zijn vastgelegd in Kijk! De wereldoriënterende en creatieve vakken worden regelmatig in een betekenisvolle context aangeboden. In de onderbouw biedt het werken binnen een ontwikkelingsgerichte aanpak hier volop ruimte voor. In de gehele school gaan we ook steeds meer ervaringen opdoen met het werken met exempels in het kader van exemplarisch onderwijs. Er is ruim aandacht voor invoering en planmatig werken bij ICT ii Vertaling voornemens en plannen naar SMART doelen en prestatieindicatoren Leiderschap Er wordt gezorgd voor een duidelijke taakafbakening tussen directie en coach/veldopleider in relatie tot opbrengstgericht werken Strategie en beleid De schoolgids wordt tijdig en volledig geschreven op basis van het schoolplan en de geëvalueerde en vastgestelde jaarplannen. Het activiteitenplan wordt jaarlijks op- en vastgesteld zodat de vastgestelde doelen in de jaargroepen gerealiseerd kunnen worden. Het bestuur en toezicht wordt professioneel ingericht, zodat aan de wettelijke verplichtingen wordt voldaan en de organisatie optimaal kan functioneren. De leeropbrengsten worden halfjaarlijks in kaart gebracht en geanalyseerd. Daarna worden er vervolgdoelen en activiteiten geformuleerd door het MT en bekrachtigd door het bestuur. 21 Medewerkers De functiemix wordt gerealiseerd op basis van de door de wetgever opgelegde verplichtingen. Er zijn voldoende gekwalificeerde medewerkers om het primaire proces, inclusief het vastgestelde zorgprofiel, te kunnen realiseren. Aan het eind van de beleidsperiode heeft de functiemix binnen de school gestalte gekregen en is het functiebouwwerk voltooid overeenkomstig de regelgeving in de CAO. Het functiebouwwerk staat in dienst van de kwaliteitsverhoging van het onderwijs op de school. De groepen worden zodanig bemenst, dat de continuïteit en kwaliteit van het onderwijsleerproces wordt gewaarborgd. Dat betekent in ieder geval dat er structureel niet meer dan twee medewerkers verantwoordelijk zijn voor de uitvoering van het weekrooster van de jaargroep. Middelen De jaarlijks vastgestelde begroting garandeert minimaal de realisatie van het primaire proces voor wat betreft personeel, leermiddelen en huisvesting. Daarnaast is er ruimte voor het goed inrichten van schoolleiding, managementteam en onderwijsassistentie. Processen Met het uitvoeren van de onderwijsprogramma’s realiseren wij de volgende doelen: de leerlingen beschikken over een identiteit, gevoed door godsdienstige en morele opvoeding, die vormgeeft aan een jonge christen de (oudste) leerlingen hebben de beschikking over een beperkt instrumentarium om de sociale integratie gestalte te geven en verder uit te bouwen de jonge kinderen, kleuters, zijn in staat om een goede start te maken in groep drie, waar meer de nadruk komt te liggen op een programmatische aanpak van de basisvakken de bekwaamheden van de kinderen en de opbrengsten op schoolniveau voor wat betreft de basisvakken liggen op minimaal het niveau van een gemiddelde school; we streven naar verdere verhoging van de niveauwaarden op de hoofdvakken de leerlingen ervaren de wereld niet alleen als fragmentarisch, maar beleven de werkelijkheid ook als een geheel aan het eind van de beleidsperiode zijn de leerkrachten van de onderbouw in staat om het onderwijs te verzorgen conform de afspraken in het kader van ontwikkelingsgericht werken en wordt er in de gehele school bij de zaak- en creatieve vakken op vastgestelde tijdstippen op een goede wijze gewerkt met exempels in het kader van exemplarisch onderwijs. Aan het eind van de beleidsperiode heeft de school binnen de kaders van het zorggebied het vormgeven aan de ontwikkelingsperspectieven op orde. Invoering handelingsgericht werken i.c.m. handelingsgerichte procesdiagnostiek. Aan het eind van de beleidsperiode zijn het handelingsgericht werken en de handelingsgerichte procesdiagnostiek geïmplementeerd en geborgd in het onderwijsproces We streven naar hogere resultaten Engels Resultaten Op vier gebieden verzamelen wij de resultaten: Medewerkers; welbevinden, professionalisering en opbrengsten Leerlingen en ouders; welbevinden en opbrengsten Maatschappij; de rol van de school in de buurt, plaats en gemeente Bestuur en financiers; uitvoering van de opdrachten vanuit de wettelijke kaders Deze input is basis voor verbeteringen en vernieuwingen binnen deze schoolplanperiode * Aan het eind van groep 2 hebben de leerlingen voldoende kennis en vaardigheden om bij het proces van aanvankelijk lezen, rekenen, schrijven en taal op voldoende niveau in te stromen in groep 3. 22 * De resultaten van de hoofdvakken liggen op streefniveau, d.i. boven het landelijk gemiddelde. * Het resultaat van de CITO-eindtoets ligt jaarlijks op of boven het landelijk gemiddelde. * Aan het eind van de beleidsperiode moeten de opbrengsten Engels op of boven het landelijk gemiddelde liggen. iii Bewaking voortgang realisatie. Sturing op de voortgang De beleidsvoornemens worden concreet omschreven in de vier jaarplannen van de beleidsperiode. De voortgang van het jaarplan staat op de agenda van elke vergadering van het managementteam, de verschillende bouwen binnen de school en van het bestuur. Op deze wijze wordt (bij)gestuurd op de voortgang van de realisatie. Het managementteam bespreekt elke acht weken de voortgang van het jaarplan. De medewerkers bespreken tijdens teamvergaderingen aspecten van het jaarplan. Managementrapportage De directie legt verantwoording af van de voortgang van de realisatie van school- en jaarplan d.m.v. de managementrapportage. Voor elke vergadering van het bestuur wordt een managementrapportage aangeleverd. Het bestuur, als toezichthouder beschikt over de rapportage van het afgesloten jaar en de vooruitblik voor het nieuwe jaar. Bewaking opbrengsten De resultaten van de LVS-toetsen, CITO-entreetoetsen en de CITO-eindtoets worden besproken in de vergaderingen van het managementteam, de personeelsvergadering en in het bestuur. Na bespreking worden zo nodig actiepunten geformuleerd. Er wordt aandacht gegeven aan de status, de kwaliteit, de complicerende factoren en de opbrengsten van de deelthema’s. Het management legt verantwoording af en stelt (indien nodig) verbeterings-/vernieuwingsprocessen voor. 23 Hoofdstuk 3: Medewerkers Medewerkers: Organiseren – investeren - respecteren a. Organiseren. i. De visie op medewerkers. Het credo De school hanteert als credo “werken met gedreven medewerkers”. Vertrouwen in de medewerker zal het onderwijs een positieve stimulans geven en de medewerker stimuleren zich voortdurend verder te ontwikkelen. Ook t.a.v. de professionalisering van medewerkers zien we een sterke link met de Deming cirkel, waarin een voordturend proces plaatsvindt van: plan – do – check – act. Toelichting op dit credo De medewerkers zijn de dragers van de identiteit van onze school. Als voorbeeld en/of identificatiefiguur bepalen zij het reformatorische gezicht van onze school. Integraal personeelsbeleid zien we als een hulpmiddel om de identiteit en de kwaliteit van het onderwijs op de school gestalte te geven. Kennis van leren, inzicht in groepsprocessen, vakkennis, actuele didactische vaardigheid en stevige pedagogische kwaliteiten bepalen mee de leer kracht van leraren. Leerkrachten bepalen de leer kracht van het onderwijs. Natuurlijk is goed management voor het onderwijs onontbeerlijk. Toch voltrekt het onderwijs zich in de eerste plaats in de relatie tussen leraren en leerlingen. De kwaliteit van die relatie is bepalend voor het leren en de ontwikkeling van jonge mensen. We hebben vertrouwen in gediplomeerde medewerkers die hun vak verstaan, die weten wat er van hen wordt verwacht, die openstaan voor ontwikkeling en verbetering èn die zoeken naar kwaliteit en rendement in hun onderwijs. Ze zijn gedreven in hun werk, door hun liefde voor het vak, maar ook omdat ze weten dat ze met hun werkzaamheden een hoger doel dienen, nl. de kinderen opvoeden overeenkomstig het Woord van God met de boodschap dat ze het ware leven alleen te zoeken en te vinden is in God. ii. functiebouwwerk Bovenschools niveau Colon In de achterliggende beleidsperiode heeft de school het besluit genomen toe te treden tot de federatie van reformatorische scholen in Oost-Zeeland. Intussen heeft een fusie van deze federatie en enkele andere samenwerkingsverbanden plaatsgevonden (waaronder het Samenwerkingsverband WSNS) waardoor één grote organisatie voor reformatorisch basisonderwijs in Zeeland is ontstaan, nl. De Vereniging voor primair onderwijs in Zeeland. De vereniging kreeg de naam Colon. Binnen deze vereniging vormen beleidsontwikkeling en beleidsondersteuning (op het terrein van onderwijs – zorg – personeel – financiën) de belangrijkste activiteiten. Federatief management In opdracht van het federatiebestuur worden de processen aangestuurd door een drietal federatief directeuren. Deze zijn portefeuillehouder van resp. onderwijs en zorg, onderwijs en personeel, onderwijs en financiën. Indien van toepassing zal de school van advisering vanuit het federatief management gebruik maken. Medewerkers Diverse (beleids)medewerkers geven uitvoer aan de bovenschoolse activiteiten. Advisering door de verschillende beleidsmedewerkers wordt ervaren als meerwaarde voor het onderwijs op de scholen. De school opteert er voor om ook in de nieuwe beleidsperiode gebruik te maken van de inzet van deze medewerkers op het terrein van onderwijs, zorg, personeel en financiën. 24 Schoolniveau Directie De directie van de school wordt gevormd door de directeur. De directeur is belast met de dagelijkse leiding binnen de school, heeft een beleidsvoorbereidende taak richting bestuur en is verantwoordelijk voor de uitvoering van het door het bestuur vastgestelde beleid. Taken en verantwoordelijkheden van bestuur en directie zijn vastgelegd in een managementstatuut. Managementteam De directeur vormt samen met de Interne Begeleider en twee coördinatoren het managementteam. Een aantal taken op de verschillende beleidsterreinen is gedelegeerd aan de coördinatoren. De coördinatoren verantwoorden hun taken aan de directeur. De directeur is voor alle uitvoerende taken eindverantwoording verschuldigd aan het bevoegd gezag. De coördinatoren zijn verantwoordelijk voor het aansturen van de processen in hun afdeling/deelteam. Leerkrachten In het kader van de functiemix worden leerkrachten benoemd in LA en worden leerkrachten benoemd in LB. De afspraken in het kader van de functiemix zijn voor de komende beleidsperiode beschreven in de Notitie Functiemix Kon. Julianaschool. Deze afspraken staan in nauwe relatie tot de beleidsvoornemens in dit schoolplan. Leerkracht LA De leraar LA geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert bijdragen aan de schoolorganisatie en is verantwoordelijk voor professionalisering. Leerkracht LB De leraar LB geeft onderwijs en begeleidt leerlingen, levert een bijdrage aan de voorbereiding en ontwikkeling van het onderwijs, levert nadrukkelijk bijdragen aan de schoolorganisatie en het onderwijsproces en is verantwoordelijk voor professionalisering. De leraar LB initieert en bewaakt ontwikkeling op het gebied van onderwijsprogramma’s, zorg, ontwikkeling van collega’s en is een sparringpartner voor de schoolleiding. Leerkrachten kunnen naast hun onderwijsgevende taak ook actief zijn op het gebied van bouwcoördinatie, zorg (interne begeleiding), coaching, vakcoördinatie of op het gebied van ict. Onderwijsassistent De onderwijsassistent ondersteunt de leerkrachten in het verzorgen van het onderwijsproces. De onderwijsassistent geeft extra begeleiding aan individuele of kleinere groepen leerlingen. Secretaresse De secretaresse ondersteunt de schoolleiding in administratieve en organisatorische onderwerpen. Interieurverzorger De interieurverzorger zorgt voor een schoon gebouw waarin hygiëne en goede omstandigheden bewaakt worden. Onderhoudsmedewerker De onderhoudsmedewerker zorgt voor een optimaal gebouw en de schoolomgeving waardoor het dagelijks werk zijn voortgang kan hebben. Functiemix De leerkrachtprofielen in het kader van de functiemix zijn gebaseerd op de voorbeeldfuncties zoals die zijn ontwikkeld door de PO Raad. In de CAO is vastgelegd hoe de functiemix gestalte krijgt in het PO. Aan de hand van de competenties waarmee wij werken, en een aantal andere indicatoren die van belang zijn voor het functioneren van de leerkracht binnen de school, is het mogelijk om binnen de leraarfunctie te groeien. Naast de competenties van de Stichting Beroepskwaliteit Leraren is als extra competentie toegevoegd: het uitdragen van de identiteit. Specialisatie in LB functies is mogelijk op het gebied van zorg, coaching, coördinatorschap of vakspecialisatie. Om hier handen en voeten aan te geven worden de actiepunten zoals verwoord in het plan Leerkracht uitgevoerd in de periode 20112014. Deze zijn bij ons op school vastgelegd in het document “besluiten invoering functiemix”. De profielen hiervoor zijn vastgesteld. Functieprofielen voor onderwijsondersteunend personeel zijn vastgesteld aan de hand van voorbeeldbeschrijvingen die door een externe dienstverlener zijn aangeleverd en vervolgens schoolspecifiek zijn gemaakt. Instrumenten personeelsbeleid - Werving en selectie Over het algemeen wordt gebruik gemaakt van de sollicitatiecode van het VGS bij de benoeming van nieuw personeel. In het proces heeft de directeur in de voorbereiding een belangrijke rol voor wat 25 betreft het maken van een inschatting van de functionele geschiktheid. Het bestuur van de school wordt vaak betrokken in het doen van een uitspraak met betrekking tot de identiteit. De directeur adviseert het bestuur bij een te benoemen persoon. Het bestuur benoemt de medewerker. - Doorstroom en professionalisering De school hanteert een gesprekkencyclus om het welzijn, functioneren en professionaliseren van medewerkers te monitoren en te bewaken. Daarbij worden POP-gesprekken, functioneringsgesprekken en beoordelingsgesprekken ingezet. Medewerkers hebben naar rato van hun benoemingsomvang nascholingstijd beschikbaar. Daarnaast biedt de school haar medewerkers de regeling “Lerarenbeurs” aan. - Deeltijdbeleid De school streeft naar continuïteit en kwaliteit in het onderwijs door middel van het voeren van een consequent twee-gezichtenbeleid. Het streven naar een eigen leerkracht per groep (of indien onvermijdelijk twee leerkrachten per groep) wordt ondersteund door de regeling deeltijdbeleid zoals die in 2010 is vastgesteld. -Formatiebeleid In het formatiebeleid wordt gestreefd naar kwaliteit en continuïteit voor het onderwijsproces. Dit wordt gerealiseerd middels de inzet van twee gezichtenbeleid en aandacht in het taakbeleid voor levensfasen, wisseling in jaargroepen en kerntalenten. In ons formatiebeleid wordt rekening gehouden met de verschillen tussen de personeelsleden. Er is aandacht voor startende leerkrachten en senioren door rekening te houden met voorwerk- en nawerktijd, het aanbieden van BAPO-verlof. We stimuleren personele mobiliteit binnen de organisatie. We geven hier vorm aan door onderwijzend personeel de mogelijkheid te geven binnen enkele jaren te wisselen van groep. Bij het vaststellen van de formatie wordt rekening gehouden met de persoonlijke wensen en personele inzet, maar hierbij blijft de kwaliteitsborging middels het tweegezichtenbeleid een doorslaggevende rol spelen. - Verzuimbegeleiding In de verzuimbegeleiding wordt met name samengewerkt met de bedrijfsarts en verzuimconsulent en wordt de school bij langdurig verzuim ondersteund door de beleidsmedewerker personeel van Colon. Onze school kan bij langdurig verzuim ook een beroep doen op ondersteuning door de reïntegratiedeskundige vanuit het Vervangingsfonds. In de procesbegeleiding wordt door het Vervangingsfonds ondersteuning aangeboden door regioadviseurs. - Uitstroom Onze school streeft naar continuïteit en kwaliteit in het personeelsbestand. Daarbij wordt gestreefd naar het beperken van personeelsverloop. Van uitstroom kan sprake zijn vanwege het bereiken van de pensioengerechtigde leeftijd of het gebruikmaken van pre-pensioen, uitstroom op eigen verzoek, uitstroom op basis van arbeidsongeschiktheid (WIA, IVA), uitstroom op basis bedrijfseconomische reden of formatieve redenen en op basis van ernstig disfunctioneren. In deze gevallen zal de school zich ook in de komende beleidsperiode laten adviseren door de beleidsmedewerker personeel van Colon en door de VGS. -Vervangingspool Een vervangerspool is opgestart. We werken via Colon met een online apllicatie voor het organiseren van vervanging iii. Gezondheid, veiligheid en welzijn Risico-inventarisatie en risico-evaluatie Inventarisatie en evaluatie van risico’s op het terrein van de arbeidsomstandigheden (o.a. welzijn en veiligheid) vinden plaats overeenkomstig de wettelijke regelgeving, verwoord in het Arboplan van de school. De school wordt in het veiligheids- en welzijnsonderzoek en de risico inventarisatie & evaluatie ondersteund door de arbocoördinator vanuit Colon. Eén keer per vier jaar wordt een uitgebreid onderzoek gedaan. Daarnaast wordt in cycli van een jaar gewerkt met plannen van aanpak. BHV De school streeft naar voldoende kwantiteit en kwaliteit op het terrein van BHV. Zo moeten er ruim voldoende BHV’ers binnen de school zijn èn zijn deze personen verplicht de jaarlijkse nascholing te volgen. De uren voor deze scholing worden opgenomen in het taakbeleid. Voor de scholing wordt gebruik gemaakt van een federatief aanbod. In samenwerking met andere scholen worden jaarlijks BHV cursussen ingekocht om de arbocoördinatoren en BHV’ers te trainen en kennis op peil te houden. 26 Verzuimregistratie Het ziekteverzuimbeleidsplan beschrijft onze visie en handelswijze ten aanzien van deze thematiek. Er wordt in een gezamenlijk contract gebruik gemaakt van een verzuimregistratieprogramma, VerzuimSignaal, waarin verzuim wordt geregistreerd en re-integratiedossiers worden opgebouwd en bewaakt. Tevens kan dit systeem gebruikt worden ten behoeve van het genereren van informatie voor de managementrapportages. Het gebruik van VerzuimSignaal is onderdeel van een gezamenlijk contract tussen de Colonscholen en Arbo-Unie Zeeland, waarbij de scholen gebruik maken van risicospreiding in de bijdrage in het arbocontract. Taakbeleid Met taakbeleid wordt gestreefd naar de realisatie van een optimale afstemming tussen het takenpakket van de school enerzijds en de beschikbare tijd van het personeel anderzijds om zo de organisatiedoelen van de school te realiseren. Op onze school wordt taakbeleid geformuleerd waarin het lesgeven centraal staat. Buitenom de lesgevende taak is voor iedere medewerker met les- dan wel behandeltaken ruimte ingepland voor voor- en nawerk, professionalisering en overige taken. Zoals eerder beschreven onder formatiebeleid, worden in het voeren van taakbeleid onderscheid gemaakt tussen verschillende groepen personeelsleden. Op basis van consensus worden de taken verdeeld. Medewerkers: Organiseren – investeren - respecteren b. Investeren. i. Visie op investeren. Een lerende organisatie/loopbaanontwikkeling/loopbaanbegeleiding Op onze school is er voor iedere medewerker ruimte om aan zijn professionalisering te werken. Hiervoor wordt op de jaartaak ruimte gemaakt, maar ook in het dagelijks functioneren is er aandacht voor leer- en ontwikkelprocessen. Wanneer een medewerker zich wil specialiseren wordt onderzocht of dit aansluit bij de schoolontwikkeling. Onze school moedigt medewerkers aan om te blijven werken aan de persoonlijke en functionele ontwikkeling. Dit kan met ondersteuning van een persoonlijk ontwikkelingsplan of scholingsplan. De school ziet zichzelf als een lerende organisatie, waarbinnen teamleden zich voortdurend verder ontwikkelen, o.a. door middel van de wettelijk verplichte deskundigheidsbevordering. Stilstand is ook in dezen achteruitgang. De noodzaak hiertoe is te vinden in de ontwikkelingen in de maatschappij, de wetgeving vanuit de overheid, de gevolgen van toenemende gezinsproblematiek èn het belang van de kwaliteitsverbetering van het onderwijs in Nederland. ii. Integraal personeelsbeleid. Gesprekkencyclus Op onze school wordt gewerkt met een gesprekkencyclus om het welzijn, het functioneren en de ontwikkeling van onze medewerkers te borgen en te stimuleren. De gesprekkencyclus op onze school bestaat uit een POP-gesprek, functioneringsgesprek en een beoordelingsgesprek. Deze gesprekken keren terug in cycli van twee jaar. Onze medewerkers tonen aan te werken aan hun ontwikkeling en professionalisering middels een bekwaamheidsdossier waarin verantwoording wordt gedaan. Naast de bovengenoemde gesprekken is er ook aandacht voor het welzijn en de ontwikkeling in voortgangsgesprekken en opbrengstgesprekken. Binnen de gesprekkencyclus nemen de SBL competenties een belangrijke plaats in. Zij vormen het uitgangspunt voor het formuleren van ontwikkelingsdoelen. Ons beleid rondom ontwikkeling en de gesprekkencyclus is vastgelegd in een document Gesprekkencyclus. Ieder onderwijsmedewerker heeft een relevant persoonlijk ontwikkelingsplan. Scholing/training Zowel de persoonlijke- als de organisatieontwikkeling vragen om een evenwichtige investering. Door de juiste medewerkers een passende scholing te laten volgen, worden zowel de medewerker als de school hier beter van. En vanwege onze instelling om te werken 27 met gedreven professionals is het een kenmerk van onze medewerkers en organisatie om mensen in beweging en ontwikkeling te houden. Binnen deeltijdbeleid en levensfase bewust personeelsbeleid wordt scholing en training concreet benoemd. In de nieuwe beleidsperiode wordt de deskundigheidsbevordering op de volgende wijzen ingericht: -scholing in relatie tot de onderwijsvernieuwingstrajecten -scholing in relatie tot de diverse vormen van gedragsproblematiek -individuele scholing op basis van door de school en/of teamlid vastgestelde behoefte Functiemix De school werkt in de komende vier jaar aan een beleidsrijke invoering van de functiemix. Teambuilding De school hecht grote waarde aan het “versterken door samen te werken”. De volgende middelen leveren hieraan een belangrijke bijdrage: - Het organiseren van studiedagen - Het uitvoeren van collegiale consultaties/coachingsbezoeken - Het stimuleren van gezamenlijke activiteiten - Het evalueren van het teamwork Levensfasebewust personeelsbeleid De school wijst de medewerkers op de mogelijkheid van het opnemen van BAPO-verlof en zal dit ook stimuleren. Onderzoek heeft uitgewezen dat opname van BAPO leidt tot blijvende motivatie bij de oudere teamleden. Medewerkers: Organiseren – investeren - respecteren c. Respecteren en waarderen. i. Visie op respecteren en waarderen. Visie De school gaat uit van werken met gemotiveerde en gedreven medewerkers. Bestuur, medezeggenschapsraad, directie en team gaan respectvol met elkaar om en bevorderen binnen hun geleding de gelijkwaardige verhoudingen. Medewerkers verdienen het vertrouwen om binnen de geschetste kaders zelf op een deskundige wijze hun werk te organiseren. Binnen die autonome en resultaatgerichte wijze van werken past een wijze van verantwoording over de resultaten. De school houdt rekening met ieders mogelijkheden en onmogelijkheden. Mogelijkheden dienen te worden uitgebuit; voor onmogelijkheden dienen oplossingen te worden gezocht. Respecteren en waarderen doen groeien in het vak en zijn daarmee gedefinieerd als belangrijke pijlers onder de onderwijsontwikkeling. ii. Delegatie van verantwoordelijkheden en bevoegdheden -Door in te zetten op de taakvolwassen professional is uitdrukkelijk gekozen voor het zichtbaar maken van de verantwoordelijkheid van de medewerker als het gaat om de rol. De medewerker draagt de verantwoordelijkheid voor de eigen taak in de school of klas, de rol van teamlid en het op orde houden van de noodzakelijke kennis en vaardigheden. -Ongeacht de functie en taak, zijn alle medewerkers in de school gelijkwaardig. Ieder respecteert de ander. Dat betreft ook de verantwoordelijkheden en taken. -Elke medewerker heeft helder voor ogen wat de taken, verantwoordelijkheden en bevoegdheden zijn die behoren bij de uitoefening van het opgedragen werk. Bij innovaties is dit telkens een punt van aandacht. -Het geheel van de activiteiten van de medewerkers in de school vraagt om heldere communicatie. Onze medewerkers zijn bereid om hierover gevraagd en ongevraagd verantwoording af te leggen. -Om het welbevinden van de medewerkers hoog te houden is het van belang vertrouwen te geven en transparant te zijn. En dat is voor ons allen een blijvende opdracht. We nemen wensen van de medewerkers serieus en streven een optimale mix na tussen ontwikkelkansen van medewerkers en versterking van het geheel van de school. 28 iii. Feedback over inspanningen en resultaten Transparante organisatie Met inachtneming van het benodigde respect voor de individuele medewerker met eigen talenten en gaven, werkt de school in de nieuwe beleidsperiode verder aan een transparante organisatie, waarin het “teamwork” van groot belang wordt geacht. (dit i.t.t. de zgn. eilandencultuur) Transparantie in het functioneren als teamleden onderling levert een positieve bijdrage aan de ontwikkeling van zowel hele team, individuele werknemer als aan de totale ontwikkeling van het onderwijs. Constructieve feedback De genoemde transparantie in het team schept ruimte voor constructieve feedback. In de nieuwe beleidsperiode wordt dit op de volgende wijze georganiseerd: - Consultaties tijdens de lessen (met nabespreking) vanuit directie en management - Collegiale consultaties met uitwisseling van opmerkingen en adviezen - Duo-besprekingen bijvoorbeeld bij bespreking methodegebonden toetsen. Opbrengstgericht werken In het kader van opbrengstgericht werken worden in de nieuwe beleidsperiode opbrengstgesprekken gevoerd door de directeur en IB-er. Tijdens deze gesprekken geeft de leerkracht eerst zijn eigen visie op de ontwikkeling van de opbrengsten. Daarna volgt de feedback van de directeur en/of IB-er. . POP-, functionerings- en beoordelingsgesprekken Tijdens deze gesprekken is in ruime mate sprake van feedbackmomenten. Gedragscode Er is in het verleden een gedragscode personeel vastgesteld. Binnen het team is alle ruimte om elkaar op de regels van de gedragscode aan te spreken. iv. inbreng bieden bij verbetering, innovatie en creativiteit Inbreng medewerkers Directie en management hechten veel waarde aan de inbreng van medewerkers in de verschillende fasen van ontwikkelingen: initiatie, brainstormsessie, besluitvorming, uitvoering. Medewerkers geven aan dat er voldoende mogelijkheid en gelegenheid is tot eigen inbreng. De school streeft ernaar dit voor de toekomst te bewaken. Directie en management leggen voorstellen en plannen voor schoolontwikkeling, schoolactiviteiten e.a. tijdig en open neer in het team. Belonen van innovatie en creativiteit De school kiest in het kader van belonen van de teambijdragen voor teambrede beloning. In elk schooljaar zijn er diverse momenten waarop dit in materiële zin zichtbaar wordt gemaakt. De school wil het belonen op individueel niveau koppelen aan de invoering van de functiemix. Van groot belang is de verbale beloning richting de medewerker! Voorbeelden van geslaagde vernieuwing Diverse onderwerpen zijn voorbeelden van geslaagde vernieuwingen, waarbij de inbreng van teamleden een grote rol speelde: -visie ontwikkeling exemplarisch onderwijs -teamontwikkeling en team-denken van collega naar teamlid (verantwoordelijkheidsgevoel,draagvlak) -een klimaat van vertrouwen -een goede voorbeeldwerking van het management -voldoende tijd, ruimte en geld reserveren -een gemotiveerd bevoegd gezag die de MR in ene vroeg stadium betrekt bij de ontwikkelingen 29 Hoofdstuk 4: Middelen Middelen: Geld – gebouwen - investeringen a. Geld. i. Visie op financiën. Plaats in strategisch kader Hoewel middelenbeleid een wat minder tot de verbeelding sprekend aspect vormt, zijn de keuzes die de school op dit vlak maakt niet onbelangrijk. Immers de beschikbaarheid van middelen op het juiste moment en de wijze waarop zij worden aangewend zijn cruciaal voor een effectieve en efficiënte uitvoering van activiteiten en een succesvolle realisering van het beleid van de school. Onder middelen verstaan we niet alleen geld. Ook kennis, technologie, gebouwen en inrichting, materialen en faciliteiten zien we als middelen voor de realisering van onze onderwijsdoelen. Logischerwijs is de school de mening toegedaan dat een onderwijsinstelling niet kan functioneren indien er geen geldelijke middelen aanwezig zijn. Financiële redenen kunnen echter nooit de hoofdreden zijn om bepaalde ontwikkelingen wel of niet door te laten gaan. De bestuursmissie is in dezen ook leidend: Het faciliteren en stimuleren van een zo hoog mogelijke kwaliteit van reformatorisch onderwijs in de door de inspectie gestelde kerndoelen, waarbij als richtsnoer voor de invulling van de identiteit geldt de statuten van de stichting. Werving middelen Bij het selecteren van een bank voor het onderbrengen van de spaartegoeden wordt door het bestuur gelet op de credit rating van de betreffende bank, conform de Regeling beleggen en belenen van het Ministerie en met het oog op het zoveel als mogelijk waarborgen van een goed beheer van deze tegoeden. De school heeft haar omgaan met de publieke gelden verantwoord in het treasury-statuut. De school kan gelukkig rekenen op een aantal vaste budgetten uit private gelden ( collectes, giften), waarmee extra geïnvesteerd kan worden in het onderwijs. De school is zich terdege bewust dat ze hiermee in de komende beleidsperiode de bezuinigingen van de overheid niet kan ondervangen; het schept wel enige mogelijkheden. ii. Planning- en control-cyclus. Financiële beleid Een belangrijk onderdeel van het totale financiële beleid is een planning en control cyclus. Deze dient gezien te worden als een samenhangend en continu proces van begroten, sturen en bijsturen. Een vaste cyclus maakt het mogelijk tijdig ontwikkelingen te signaleren en daarop in te spelen. Een belangrijk aspect daarbij is dat er een volledige, betrouwbare en up to date administratie is. Inhoud cyclus De planning en control cyclus luidt in hoofdlijnen als volgt: 1. Uitgangspunt is het strategisch beleidsplan zoals dat door het bestuur is vastgesteld. Dit wordt nader uitgewerkt in deelplannen per beleidsonderdeel. Als zodanig werkt het financiële beleidsplan het onderdeel financiën uit. 2. Het financiële beleidsplan wordt jaarlijks cijfermatig uitgewerkt in een 5 jaren begroting. Deze begroting wordt voor het eerste begrotingsjaar onderverdeeld in budgetten. 3. Per kwartaal volgt een uitgebreide managementrapportage met verschillenanalyse tussen begroting en de werkelijke inkomsten en uitgaven. Deze rapportage wordt door het management opgesteld ten behoeve van het bestuur. 4. Bij de samenstelling, controle en analyse van het cijfermateriaal ten behoeve van de kwartaalrapportage voor het bestuur maakt de directie gebruik van de door het administratiekantoor verstrekte overzichten. De directie wordt ondersteund door een bovenschools financieel beleidsmedewerker. De werkzaamheden van de financieel beleidsmedewerker betreffen grotendeels 30 schoolspecifieke ondersteuning van de directie op het gebied van de financiële rapportages zoals begroting, kwartaalrapportages, jaarrekening en jaarverslag. Controle van het cijfermateriaal vindt onder meer plaats op de volgende onderdelen: - Analyse mogelijke overschrijdingen van de budgetten materieel en personeel. - Afstemming investeringen ten opzichte van de investeringsbegroting. - Afstemming onderhoud ten laste van de onderhoudsreserve ten opzichte van de meerjaren onderhoudsplanning. - Controle van ontwikkeling liquiditeiten ten opzichte van de liquiditeitsbegroting. - Controle inzet personeel (in fte) ten opzichtige van de begroting. - Controle van de salariskosten (in €) ten opzichte van de begroting. - Controle grootboek ten opzichte van de coderingsrichtlijnen. Beleid ten aanzien van de begroting Jaarlijks wordt een begroting opgesteld voor een periode van 5 jaar. Het eerste jaar van de begroting wordt onderverdeeld in budgetten. Een begroting heeft de volgende functies: - taakstellend (zowel voor directie als overige functionarissen) - budgettering - beleidsinstrument - autorisatie - informatie - vergelijking Opstellen van de begroting Voor een beschrijving van de procedure voor het opstellen van de begroting wordt verwezen naar het handboek voor de Administratieve Organisatie. De meerjarenbegroting omvat minimaal de volgende onderdelen: Leerlingenprognose, formatieplan, personele kosten, meerjaren onderhoudsplan, meerjaren investeringsplan, materiële exploitatie en de liquiditeitsprognose. Bevoegdheden De bevoegdheden van de directie zijn beschreven in het managementstatuut, welke ook van kracht zijn voor de nieuwe beleidsperiode. Belangrijkste uitspraak daarin is dat de directie zich houdt aan de budgetten, zoals deze zijn vastgesteld in de begroting. Het paraferen van de facturen geschiedt door de directeur of management-secretaresse. Verantwoording Tussentijds en na afloop van het kalenderjaar zal de directie aan het bevoegd gezag dienen te rapporteren. Dit betreft niet alleen een financiële rapportage maar een verantwoording van het totale beleid binnen de organisatie. Tussentijds doet de directie dit vier keer door middel van de managementrapportage; aan het eind van het kalenderjaar door middel van het concept-jaarverslag. Het bevoegd gezag dient ook in de nieuwe beleidsperiode jaarlijks verantwoording af te leggen aan diverse belanghebbende partijen zoals: de overheid (rijksoverheid en gemeente), de onderwijsinspectie, de medezeggenschapsraad , het personeel en de ouders. Voor de jaarrekening aangeboden wordt aan het ministerie vindt de accountantscontrole plaats. Deze verantwoording geschiedt middels de jaarverslaglegging. Het jaarverslag bevat gegevens over de totale organisatie. Dit betreft zowel het bestuurlijk functioneren, alsmede de gegevens over de financiële positie, de exploitatie, het investeringsbeleid, risico beheersing etc. Het financiële deel van het jaarverslag dient ook digitaal aan het ministerie van OC&W digitaal, middels een vastgestelde format, verstrekt te worden. Dit wordt het Elektronisch Financieel Jaarverslag genoemd (EFJ). Op basis van de jaarverslagen vindt er binnen de regio een vergelijking plaats van de financiële kengetallen waarbij de school zich individueel kan vergelijken bij het regiogemiddelde. De financiële kengetallen blijven niet alleen beperkt tot de vermogenspositie maar ook andere aspecten zoals materiële kosten, personele inzet, rentabiliteit e.d. worden daarin meegenomen. Tevens wordt er door een analyse van de meerjarenbegroting verschillende aspecten in beeld gebracht zoals de omvang van de te verwachten kosten en de diversiteit aan personele inzet, in relatie tot de leerlingenpopulatie. 31 Middelen: Geld – gebouwen - investeringen b. Gebouwen. i. Visie op gebouwen en omgeving. De omgeving als pedagoog In de ontwikkeling van de kinderen zijn diverse relaties te benoemen, waarin invloed wordt uitgeoefend op de ontwikkeling, c.q. het leerproces van het kind. Het zijn de volgende: - De relatie kind - ouder - De relatie kind - leerkracht - De relatie kind - kind - De relatie kind - omgeving De ouder en de leerkracht hebben in het leven van een kind onmiskenbaar de belangrijkste taak als pedagoog. De ontwikkeling van een kind wordt mede bepaald door de andere kinderen We benoemen de werkomgeving (school) als vierde pedagoog. De inrichting, conditie etc. van de omgeving is van grote invloed op de leerprestaties van de kinderen. Onderzoeken hebben uitgewezen dat een goed fysiek klimaat leidt tot fors hogere prestaties van de leerlingen. (10 tot 15%) In de afgelopen beleidsperiode is hier binnen de school meermalen over gesproken. Een regelmatige meting van het CO-2 gehalte in de lokalen is onderdeel van het beleid. Aankleding schoolgebouw De school hecht grote waarde aan de netheid, vriendelijkheid en uitstraling van het gebouw, zowel binnen als buiten. In de nieuwe beleidsperiode zullen we actief blijven om ervoor te zorgen dat alle ruimtes uitnodigend en netjes zijn ingericht. Verder besteden we aandacht aan het schoonhouden en opruimen van de school, alsmede de omgeving. “Een opgeruimde school geeft opgeruimde kinderen”. Schoolplein Er wordt veel aandacht besteed aan de aankleding van het schoolplein. Hoe uitdagender het plein hoe minder ongewenst gedrag we waarnemen. Het plein is ook buiten schooltijd toegankelijk voor kinderen uit de buurt, zolang er een medewerker nog in de school aanwezig is. ii. Onderhoud gebouwen. Meerjarenonderhoudsplanning De school heeft dit jaar een inspectie laten uitvoeren door Perfectbouw. Dit bedrijf heeft een meerjarenraming gemaakt die ook de nieuwe beleidsperiode omvat. Het bestuur met de directeur bewaakt deze meerjarenraming, stelt deze indien nodig bij en initieert de werkzaamheden. De meerjarenraming van Perfectbouw vormt het uitgangspunt voor de meerjarenbegroting van de school. Omdat ook in de komende jaren een gedeelte van het onderhoud wordt uitgevoerd door vrijwilligers (schilderwerk binnenkant schoolgebouw), zijn de werkelijk opgenomen kosten aanmerkelijk lager dan door Perfectbouw begroot. Er is een investeringsplan en een meerjaren-onderhoudsplan opgesteld voor de komende 10 jaar. De reëel begrote kosten zijn gesplitst in een budget voor “onderhoud gebouwen” en een dotatie “groot onderhoud”. Bij het berekenen van de kosten voor de meerjarenbegroting is ook rekening gehouden met de informatie uit de meerjarenbegroting van de plaatselijke gemeente. Jaarlijks onderhoudsplan Op basis van de meerjarenraming wordt een jaarlijks onderhoudsplan gemaakt. Verder vindt elk jaar een schouw plaats in opdracht van de gemeente. Op basis van het inspectierapport worden indien nodig reparaties en vernieuwingen uitgevoerd door een aannemersbedrijf. 32 Middelen: Geld – gebouwen - investeringen c. Investeringen. i. Investeringen in ICT. Visie op ICT-beleid ICT is een middel dat bijdraagt tot realisering van onderwijsdoelstellingen. ICT is geen doel op zich. Aan de leerlingen moeten bepaalde ICT-vaardigheden en kennis op ICT-gebied bijgebracht worden om tot een functioneel en verantwoord gebruik van ICT te komen. Onderwijsconcept In de nieuwe beleidsperiode staat bij ICT via het Ambassadeursnetwerk PO het project “Up-to-date” centraal. Dit verloopt via Colon. Door vanuit elke deelnemende school een medewerker de ambassadeursrol toe te delen ontstaat een praktisch ICT-netwerk. Met bovenschoolse mogelijkheden voor masterclasses, workshops, presentaties en van actuele ontwikkelingen kennis te nemen. En in onze school een ambassadeur, aanjager of coach die gedachten laat veranderen in werkelijkheden. De belangrijkste onderdelen van het ICT-beleidsplan voor deze periode zijn: - mediawijsheid - professionalisering - maatwerk - digimaster - digibord(materiaal) -digitale rapporten Nieuwe partner De school wil in de voorliggende beleidsperiode gebruik maken van het federatieve contract dat gesloten is met IC-automatisering uit Dirksland, juist omdat dit bedrijf werkt vanuit een onderwijsconcept. Het onderhoud zal voor een groot deel aan dit bedrijf worden uitbesteed. De school wil daarbij het beleid afstemmen op het beleid van Colon en gebruik maken van de diensten en netwerken die er federatief zijn. Investeringen Dit jaar is er een nieuwe server geplaatst en is er tot aanschaf overgegaan van 30 computers. ii investering en onderhoud materialen en middelen Aanschaf methoden Analyse heeft uitgewezen dat de volgende methoden in de komende beleidsperiode vervangen, aangevuld of als nieuw aangeschaft dienen te worden: - geschiedenis - Engels - Wereldoriëntatie (Exemplarisch onderwijs) - Voortgezet technisch lezen (Leesfontein) In de meerjarenbegroting 2010-2015 zijn deze opgenomen. Aanschaf materialen Analyse heeft uitgewezen dat de volgende materialen in de komende beleidsperiode vervangen, aangevuld of als nieuw aangeschaft dienen te worden: - Speeltoestellen schoolpleinen - Muziekinstrumenten - Speeltoestellen gymzaal - Materialen, meubilair en gereedschappen handvaardigheid In de meerjarenbegroting 2010-2015 zijn deze opgenomen. 33 Hoofdstuk 5: Processen Processen: Identificeren – uitvoeren - verbeteren a. Identificeren. i. Benoemen van de processen. Toelatingsbeleid Op basis van het door het bestuur vastgestelde toelatingsbeleid worden de leerlingen al dan niet toegelaten tot onze school. Als de aanmelding past binnen het toelatingsbeleid wordt de leerling ingeschreven. Vanaf de vierde verjaardag volgt de leerling dan het onderwijs op school. Tussentijdse aanmelding wordt tevens op basis van het toelatingsbeleid afgehandeld. De school wil voor alle leerlingen uit het geografisch en kerkelijk voedingsgebied een onderwijsarrangement aanbieden binnen de school, of indien de mogelijkheden daartoe ontbreken, de ouders begeleiden bij het zoeken van een passende school. De school wil op deze manier mede recht doen aan de missie van Colon “Geen kind tussen wal en schip”. Aanbod Godsdienstonderwijs Onze school wordt gekenmerkt door het reformatorisch karakter. Onlosmakelijk hieraan verbonden is het leerstofaanbod Godsdienstonderwijs. De kern van het Godsdienstonderwijs is het wijzen op de noodzaak van de reformatie van het hart èn de reformatie van het leven. Vanuit de Bijbelse noties willen we burgerschap, sociale integratie en de diversiteit in de samenleving hierin een belangrijke plaats geven. Sociale integratie vereist kennis van godsdienstige en culturele achtergronden. Hierbij is de Bijbel,die de kaders aangeeft waarbinnen de integratie behoort plaats te vinden, onze norm. Thematisch werken in de onderbouw De basisvakken taal/lezen, rekenen en Engels worden aan de hand van methoden aangeboden. In de kleutergroepen wordt gewerkt met voorlopers van de methoden. Het onderwijs wordt daar zoveel mogelijk ontwikkelingsgericht gegeven. De ontwikkelings- en leerlijnen zijn hierbij leidraad. Met deze manier van werken wordt een dekkend en inhoudsrijk leerstofaanbod gerealiseerd gericht op de tussendoelen voor groep 1 en groep 2. De school voltooit in de nieuwe beleidsperiode de implementatie van dit concept in de onderbouw. Nauw verweven met het concept is de invoer van het observatieprogramma KIJK. De implementatie hiervan wordt eveneens in de nieuwe beleidsperiode voltooid. De diverse onderdelen hiervan zijn beschreven in het Borgingsdocument “KIJK”. Didactisch en pedagogisch handelen in groep 3 t/m 8 De basisvakken taal/lezen en rekenen hebben een hoge prioriteit. Ruim 75% van de beschikbare onderwijstijd wordt gereserveerd voor deze vakken. We werken met moderne methoden. De leraren hebben kennis van het curriculum en scoren hoog op de didactische vaardigheden, waaronder effectieve instructie. Methode- als LOVS-toetsen worden gebruikt om te meten, analyseren, plannen en evalueren. Om een juist pedagogisch klimaat te bevorderen en het juiste niveau ervan te meten wordt gebruik gemaakt van de SOVA-methode “Bomjeda” en het pedagogisch leerlingvolgsysteem “ZIEN”. Methodegebruik: - Voor het vakgebied “Rekenen en wiskunde” wordt gebruik gemaakt van de nieuwe versie van de methode “Wereld in getallen”. In de nieuwe beleidsperiode zal de nieuwe versie van deze methode worden ingevoerd. - Voor het vakgebied “Nederlandse taal” (alle onderdelen) wordt gebruik gemaakt van de nieuwe methode “Taalfontein”. In groep 3 gebruiken we de leesmethode “Leessleutel”, Deze methodes zijn dekkend in relatie tot de kerndoelen en de referentieniveaus. Naast de genoemde methodes wordt van een groot aantal additionele middelen gebruik gemaakt om een optimaal leerstofaanbod te realiseren. 34 Methodisch en Exemplarisch werken bij zaak- en expressievakken in groep 3 t/m 8 Voor het aanbod van de zaakvakken werd in het verleden uitsluitend gebruik gemaakt van het methodisch concept. Om de opbrengsten op het terrein van zaak- en expressievakken te verhogen zal in de nieuwe beleidsperiode gestart worden met de invoer van het exemplarisch concept. De school vindt het wel belangrijk dat de chronologische lijn bij het vak geschiedenis leidend blijft. In deze lijn komt het “Er staat geschreven; er is geschied” steeds tot uitdrukking. Voor tot invoer van exemplarisch concept zal worden over gegaan, zal eerst een analyse plaatsvinden van de leerstofinhouden en de leeropbrengsten van de zaakvakken. In het exemplarisch concept zullen ook de expressievakken voor een deel een plaats krijgen. De nadruk zal vooral liggen op tekenen en handvaardigheid en in mindere mate op muziek en gym. Naast het werken met methoden voor de verschillende gebieden zal er regelmatig gewerkt worden in betekenisvolle contexten. Op deze manier worden op een natuurlijke wijze de vakken geïntegreerd en ervaart het kind de complexiteit en verbondenheid binnen de hem omringende werkelijkheid. Methodegebruik: - Voor het vakgebied aardrijkskunde wordt gebruik gemaakt van de methode “Geobas”. - Voor het vakgebied geschiedenis wordt gebruik gemaakt van de methode “Er is geschied”. - Voor het vakgebied biologie en techniek wordt gebruik gemaakt van “Natuurlijk”. - Voor het vakgebied muziek wordt gebruik gemaakt van “de methode “Meer met muziek”. - Voor het vakgebied bewegingsonderwijs wordt gebruik gemaakt van “Basislessen” - Voor het vakgebied verkeer wordt gebruik gemaakt van de methode ‘Wegwijs”. - Voor de overige expressievakken wordt gebruik gemaakt van diverse ideeënboeken en lessen van internetsites. Cultuureducatie In het kader van cultuureducatie wordt naast het leerstofaanbod in de methodes van muziek, aardrijkskunde en geschiedenis gebruik gemaakt van leskisten, excursies, gastlessen e.d. Bekostiging gebeurt vanuit de subsidiegelden in het kader van cultuureducatie. Burgerschap In de samenleving waarin wij leven is burgerschap o.i. een must. Dit zal in de komende vier jaar alleen maar sterker gaan gelden. Het leerstofaanbod burgerschap is vastgelegd in een document “Burgerschap op de Kon. Julianaschool”. Sova Vanwege het belang van een goed pedagogisch klimaat en het bevorderen ervan, worden in alle groepen SOVA-lessen aangeboden. Als methode wordt gebruik gemaakt van “Bomjeda”. In de nieuwe beleidsperiode zal ook gebruik worden gemaakt van het leerlingenonderdeel van ZIEN. Engels We willen een extra impuls geven aan het onderwijs in de Engelse taal. We participeren in het Colonproject “Met Engels hogerop”. In het kader van dit projectplan zijn er ook uitwisselingsbijeenkomsten met het voortgezet onderwijs. Om de opbrengsten van Engels te verhogen wordt het aanbod van Engels in de komende vier jaar als volgt ingericht: In de groepen 1 t/m 4 zal gebruik gemaakt worden van “My name is Tom”; in de groepen 5 t/m 8 zal gebruik gemaakt worden van “Hello World”. Naast de genoemde methode wordt gebruik gemaakt van additionele middelen, o.a. “Schoolyard”. Een coördinator Engels coacht de leraren, zorgt voor bespreking van de methode, het gebruik van materialen en heeft zicht op de leeropbrengsten. Teamleden volgen de cursus Engels die via Colon wordt gegeven. Alle leraren die Engels geven dienen te beschikken over de juiste vaardigheden en competenties om het onderwijs in Engels te geven. Streefdoel is om aan het eind van de beleidsperiode met de opbrengsten op of boven het landelijk gemiddelde te scoren. Toetsing gaat plaatsvinden met LVS-toetsen Engels van CITO. Overgang naar het voortgezet onderwijs De school wil in de komende beleidsperiode de overgang naar het voortgezet onderwijs in samenwerking met het voortgezet onderwijs verbeteren, zodat voor de leerlingen een vloeiender overgang wordt gecreëerd. 35 Interne zorgstructuur/leerlingenzorg Het bieden van goede zorg aan onze kinderen vinden we erg belangrijk. Als de leerlingen zich prettig en gesteund voelen, is dit een stimulans voor hun leerprestaties. De zorgstructuur op onze school bevat de volgende elementen: - We hebben een interne begeleider die de activiteiten van de zorgstructuur op school coördineert en bewaakt. - Voor de vakken rekenen, spelling, technisch lezen, begrijpend lezen en sociaalemotionele ontwikkeling wordt via handelingsgerichte processtappen gewerkt (waarnemen, begrijpen, wegen, plannen, handelen en evalueren). Ook in groep 1-2 werken we handelingsgericht, waarbij we ons baseren op een observatiesysteem en/of afgenomen toetsen. - De leerkracht is de spil binnen handelingsgericht werken. - Handelingsgericht werken betekent voor ons ook dat we de focus leggen op de kansen van kinderen. Compenserende factoren zijn voor ons interessanter dan belemmeringen. Mogelijkheden kunnen we omzetten in acties en zodoende kinderen verder helpen. - We bieden de mogelijkheid voor groepsgewijze (via groepsplannen) of individuele begeleiding aan leerlingen met specifieke leer/instructiebehoeften. - Binnen onze school zijn er afspraken over het spreken over groepen en individuele zorgleerlingen. Zowel de start als de voortgang van een begeleidingsproces komt daarbij aan de orde. Afspraken en verdere uitwerking in protocollen zijn vastgelegd in het “Toetsbeleid” (Colon, 2010). Leerlingenzorg De leerlingenzorg kenmerkt zich door allereerst en vooral te werken aan structuur, rust en orde in elke groep. De leraar is hierin de spil. Als professioneel onderwijzer en opvoeder. Op de tweede plaats richten we ons op de leeropbrengsten van de leerlingengroep en de individuele leerling. Op basis van de resultaten laten we de leerlingen in het voor hen meest effectieve niveau de basisvakken volgen. Op de derde plaats is er aandacht voor de kwaliteit van de leer- en leefomgeving in elke groep en van elke leerling. Het PLVS ZIEN! heeft hierin een signalerende, analyserende en adviserende rol. Nadrukkelijk naast de hoofdrol die elke leraar hier in speelt. Wanneer, om welke reden dan ook, een leerling met bovenstaande aanpak niet floreert wordt door middel van HGPD een voor dat kind passende leer- en leefomgeving ingericht. Dit kan leiden tot het vaststellen van een ontwikkelperspectief. Aan het werken met ontwikkelperspectieven wordt verder vorm aangegeven. De groepsleerkracht is eindverantwoordelijk voor de leerlingenzorg binnen de groep. Op onze school zijn binnen het toelatingsbeleid in principe alle kinderen welkom die behoren tot het normale voedingsgebied van de school. Wel wordt bij aanmelding bekeken, of we kunnen voldoen aan de onderwijsbehoeften van het kind. Als school willen we zorg bieden aan alle kinderen die op school worden aangemeld met inachtneming van de grenzen van de organisatie. Onze mogelijkheden en grenzen die in het zorgprofiel zijn vastgelegd zijn hierbij richtinggevend. De uitwerking is terug te vinden in het schooleigen zorgprofiel/zorgplan. Zorgprofiel Het proces van de leerlingenzorg is beschreven in het zgn. Zorgprofiel. Dit profiel is opgesteld met advisering vanuit het SWV-WSNS. (Colon) Binnen de kaders van het zorgprofiel plaatst de school leerlingen met een rugzak. Het profiel zal in de eerste helft van de nieuwe beleidsperiode aangepast worden aan de nieuwste onderwijsontwikkelingen, o.a. de regelgeving vanuit de Wet Passend Onderwijs. Voor de aanpassing van het profiel zal gebruik worden gemaakt van de advisering en begeleiding vanuit het samenwerkingsverband. Passend Onderwijs Voor de ontwikkelingen die voortvloeien uit de Wet Passend Onderwijs conformeert de school zich aan het beleid van de gezamenlijke scholen binnen Colon. Dit beleid is verwoord in het Zorgplan. In het nieuwe schooleigen zorgprofiel zal de school een aantal eigen accenten leggen. Lettend op schoolgrootte, de aanwezige kennis en de schoolbrede ervaring uit het verleden wil de school zich presenteren als zgn. smalle zorgschool met aspecten van de brede zorgschool. De school opteert niet voor inclusief onderwijs; verwijzingen naar het SBO/SO zullen ook in de toekomst nodig blijven. 36 Handelingsgericht werken en handelingsgerichte procesdiagnostiek Conform de federatieve afspraken wil de school in de nieuwe beleidsperiode het handelingsgericht werken gestalte geven (HGW). De school ziet het handelingsgericht werken als nieuwe kwaliteitsimpuls ten behoeve van het opbrengstgericht werken en ten behoeve van de leerlingenzorg. Door de inzet van handelingsgericht werken is er een adequate en doelgerichte aanpak op groeps- en leerlingenniveau. Voor de invoer van handelingsgericht werken zal de school gebruik maken van de diensten van de orthodidact van Driestar-Educatief. ii. Meten van de opbrengsten Methodetoetsen en repetities Voor de vakken rekenen en taal worden de methodetoetsen gebruikt. Scores worden ingevoerd in het leerlingenadministratiesysteem Parnassys, waarmee tevens een cijfer wordt berekend. Na elke methodetoets vindt analyse plaats en worden actiepunten geformuleerd op individueel en/of groepsniveau a.d.h.v. een schoolformat in Parnassys. Remediëring vindt met name plaats op basis van de uitslagen van de methodetoetsen. Niet-methodetoetsen De scores van de niet-methodetoetsen worden ingevoerd in Parnassys. Hoe analyse, opstellen actiepunten e.a. gestalte krijgt is beschreven in het beleidsdocument “Opbrengstgericht werken”. Digitale rapporten In deze beleidsperiode gaan we over tot invoering van digitale rapporten. Processen: Identificeren – uitvoeren – verbeteren b. Uitvoeren en beheersen. Uitvoering van de processen Uitvoering van de processen krijgt gestalte op de volgende wijze gestalte: - Leerstofaanbod volgens de kerndoelen, schooleigen protollen en afsprakendocumenten - De leertijd wordt ingericht overeenkomstig een adviesrooster en vastgelegd in Parnassys Toetsing van de processen Bij de toetsing van de processen wordt gebruik gemaakt van de volgende instrumentaria: - Toetsingskader van de onderwijsinspectie - Kijkwijzers voor het didactisch en pedagogisch handelen - Kwaliteitskaarten: leerstofaanbod, leertijd, didactisch handelen, pedagogisch klimaat, zorg, begeleiding. - Analysemodel van leeropbrengsten Kwaliteitsaspecten/criteria inspectie Inzicht in kritische succesfactoren en prestatie-indicatoren opbrengsten (kwaliteitsaspect 1) De opbrengsten liggen op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. De tussen- en eindresultaten van de leerlingen aan het eind van de basisschool liggen ten minste op het niveau dat op grond van de kenmerken van de leerlingenpopulatie mag worden verwacht. Dat geldt ook voor rekenen en de Nederlandse en Engelse taal. De leerlingen met specifieke onderwijsbehoeften ontwikkelen zich naar hun mogelijkheden. De sociale competenties van de leerlingen liggen op een niveau dat mag worden verwacht. Om dit in kaart te brengen gebruiken we voor de (basis-)vakken LOVS en de CITO (SEO)-eindtoets, Voor de (ontwikkeling en) competenties Kijk! en ZIEN! Onderwijsleerproces (kwaliteitsaspect 2 t/m 6) De aangeboden leerstofinhouden bereiden de leerlingen voor op vervolgonderwijs en samenleving 37 Bij de aangeboden leerinhouden voor rekenen, Nederlandse en Engelse taal betrekt de school alle kerndoelen als te bereiken doelstellingen. De leerinhouden voor rekenen, Nederlandse en Engelse taal worden aan voldoende leerlingen aangeboden tot en met het niveau van leerjaar 8. Onze school heeft een aanbod gericht op bevordering van actief burgerschap en sociale integratie, met inbegrip van het overdragen van kennis over en kennismaking met de diversiteit in de samenleving. We realiseren bovenstaande door gebruik te maken van methoden die de kerndoelen dekken. Door extra te investeren binnen het reken/taal-/leesonderwijs in deskundigheid, tijd en werkvormen. Voor SoVa hanteren we een aparte methode. Ten aanzien van burgerschap, integratie en diversiteit zijn er naast de inhoud van het godsdienstonderwijs ook regelmatig specifieke momenten waarbinnen dit aspect centraal staat. De leraren geven de leerlingen voldoende tijd om zich het leerstofaanbod eigen te maken. In het lesrooster wordt de leertijd reëel over de vakken verdeeld. Het schoolklimaat wordt gekenmerkt door veiligheid en respectvolle omgangsvormen. In de school zijn gedragsregels vastgesteld. De veiligheidsmonitor, werknemerstevredenheids- en ouderenquête geven inzicht in de beleving hiervan. De leraren leggen duidelijk uit, organiseren de onderwijsactiviteit efficiënt en houden de leerlingen taakbetrokken. Door middel van kijkwijzers, coaching wordt dit aspect gewaardeerd en zo nodig versterkt. De leraren stemmen aanbod, instructie, verwerking en onderwijstijd af op verschillen in ontwikkeling tussen de leerlingen. Door te werken met hulp/groepsplannen, HGPD en ontwikkelperspectieven wordt hier inhoud aan gegeven. zorg en begeleiding (kwaliteitsaspect 7 en 8) De leraren volgen systematisch de vorderingen van de leerlingen Het OGW krijgt vorm door de Zeeuwse toetskalender te hanteren. Hierbinnen worden de leeropbrengsten van de leerlingen in kaart gebracht, gewogen en gebruikt om daarna (weer) een passend leerstofaanbod met een passende aanpak aan te bieden. Zowel leerling, leerkracht, intern begeleider als directeur hebben hierin een specifieke rol. De leerlingen die dat nodig blijken te hebben, krijgen extra zorg. Tijdens de reguliere leerling-besprekingen tussen de leraar en de intern begeleider wordt elke leerling besproken. Daarvoor in aanmerking komende leerlingen krijgen dan extra zorg toebedeeld. Kwaliteitszorg (kwaliteitsaspect 9) De school heeft een systeem voor kwaliteitszorg Onze school maak gebruik van methode- en LOVS-toetsen. Met behulp van actuele jaarplannen werken wij aan verbeteractiviteiten. De borging vindt plaats door middel van documentatie, consultatie en gesprek. De school legt verantwoording af aan belanghebbenden over de gerealiseerde onderwijskwaliteit. wet- en regelgeving Schoolplan, schoolgids en zorgplan bevatten de verplichte onderdelen en worden tijdig aan belanghebbenden beschikbaar gesteld. De geplande onderwijstijd voldoet aan de wettelijke vereisten. Interne zorgstructuur Onze interne zorgstructuur is een samenhangend systeem, bestaande uit verschillende deelprocessen: a. systematisch waarnemen/signaleren/observeren b. begrijpen en wegen/diagnosticeren c. plannen en handelen/remediëren d. evalueren a. Systematisch waarnemen/signaleren/observeren Onze school volgt systematisch de vorderingen en ontwikkeling van leerlingen. De leerkrachten: bepalen de voortgang van de groep en individuele leerlingen met methodegebonden toetsen en observatielijsten; 38 bepalen de voortgang van de groep en individuele leerlingen met methode-onafhankelijke toetsen; bepalen voor leerlingen in de aanvangsgroepen ten minste twee keer per jaar de taalontwikkeling, de ontwikkeling van de wiskundige oriëntatie en de motorische ontwikkeling; stellen voor leerlingen van de overige groepen ten minste twee keer per jaar de leerresultaten vast voor technisch lezen, spelling, begrijpend lezen en rekenen/wiskunde; leggen toetsresultaten vast in het (digitale) LVS-administratiessyteem; hanteren een toetskalender (waarover afspraken binnen het SWV zijn gemaakt) hanteren afspraken over hoe ouders betrokken worden als voor hun kinderen een individueel handelingsplan moet worden opgesteld. Op deze wijze kunnen de leerkrachten tijdig problemen signaleren in de ontwikkeling van de kinderen. Bij het signaleren worden de leerkrachten ondersteund door het gebruik van toetsen. We hanteren het volgende toetsschema (zie ook toetsbeleid Colon). Leerstofgebied Toets/observatiesystem Groep Algemeen KIJK 1 en 2 Taal Cito-Taal voor kleuters 1 en 2 Omgaan met hoeveelheden Cito-Rekenen voor kleuters 1 en 2 Spelling Cito-LOVS-Spelling 3 t/m 8 Technisch lezen Cito-DMT 3 t/m 8 AVI leestoetsen 3 t/m 8 Begrijpend lezen Cito-LOVS-Begrijpend lezen 3 t/m 8 Rekenen Cito-LOVS-Rekenen en Wiskunde 3 t/m 8 Engels Cito-Engels 7,8 Pedagogisch Zien 1 t/m 8 b. Begrijpen en wegen/diagnosticeren De gegevens van de groepen en individuele leerlingen worden volgens een vaste procedure besproken en geanalyseerd (zie ook afspraken “opbrengstgericht werken”). Bij de diagnose raadplegen de leerkrachten elkaar en/of de interne begeleider als dat wenselijk is. Wij bespreken de groepsresultaten en de individuele leerlingen die opvallen. In elk geval passeren de leerlingen die op de Cito-toets op D- of E-niveau scoren. Vervolgens wordt bepaald welke leerlingen nader worden gediagnosticeerd. Voor het begrijpen en wegen van individuele leerlingen gaan we als volgt te werk, we raadplegen de methodetoetsen, het dagelijkse werk van de leerling en in gesprek met de leerkracht wordt gekeken naar de kindgebonden kenmerken, zoals werkhouding, motivatie enz. Het zoeken naar succesfactoren/mogelijkheden/kansen staat hierbij centraal. De HGPD( handelingsgerichte procesdiagnostiek)-werkwijze en het format kunnen hierbij dienstig zijn. Indien nodig kan er gebruik gemaakt worden van diagnostische toetsen uit de IB/toetsmap. Ook kan er gebruikt gemaakt worden van toetsen via de schoolbegeleidingsdienst. c. Plannen en handelen/remediëren De leerkracht stelt (in overleg met de interne begeleider) aan de hand van de verzamelde gegevens een groepsplan op, om het onderwijs (waar nodig) aan te passen aan de behoeften van de leerlingen, met het oog op het realiseren van basisdoelen en extra doelen. Een format voor een groepsplan is opgenomen in Parnassys. Vervolgens voert de leerkracht de opgestelde plannen uit. Daar waar de groepsplannen onvoldoende mogelijkheden bieden voor zorgleerlingen worden individuele handelingsplannen gemaakt. De werkwijze zal hier veelal verlopen via de principes en formats van 39 HGPD. Zonodig wordt de hulp buiten de klas verzorgd. Onze voorkeur gaat echter uit naar uitvoering van het plan binnen de klas. Onze school wil in het onderwijs extra aandacht bieden aan (hoog)begaafde leerlingen. Deze leerlingen krijgen bij verschillende vakken verrijkingsstof aangeboden. Daarnaast willen wij leerstof uit de bestaande methoden vaker versneld en/of kernachtig aanbieden. Met deze maatregelen willen we de kinderen blijven uitdagen. d. Evalueren Het leerlingzorgsysteem werkt op drie niveaus en wordt ook op die niveaus geëvalueerd: Op leerlingniveau worden de opgestelde handelingsplannen elke zorgperiode (1 maal per 10 weken) geëvalueerd, waarbij steeds gevraagd wordt: is de hulp die we het kind bieden effectief? Op basis hiervan neemt de leerkracht en de interne begeleider voortgangsbeslissingen. Op groepsniveau gaat de leerkracht maandelijks na, aan de hand van de uitkomsten van methodegebonden toetsen, of de stof goed verwerkt is, of de groepsinstructies het gewenste effect hebben en zo niet, aan welke onderdelen opnieuw aandacht moet worden besteed. Deze informatie is nodig voor de gewenste differentiatie in instructie en verwerking. De leerkracht neemt dus op basis van deze informatie onderwijskundige beslissingen. Daarnaast worden twee maal per jaar de groepsplannen geëvalueerd en bijgesteld. Op schoolniveau maakt het team eenmaal per jaar een sterkte/zwakte analyse van het systeem van leerlingenzorg en het totale onderwijsaanbod van de school. Bovenschoolse zorgstructuur Onze school is aangesloten bij het reformatorische SWV (2011: Colon, vereniging reformatorisch primair onderwijs Zeeland). We houden ons aan de richtlijnen die het samenwerkingsverband heeft opgesteld. Ten aanzien van aanmelding van leerlingen voor onderzoek houden we het protocol van de PCL (Permanente Commissie Leerlingenzorg) aan zoals dat is opgenomen in het Zorgplan van ons samenwerkingsverband. Op het niveau van het SWV kennen we de bovenschoolse zorgstructuur. Deze structuur bestaat uit de volgende elementen: - Het onderwijszorgloket, waarin de zorgmakelaar een centrale rol speelt, is de instantie waar alle hulpvragen voor problemen met leerlingen binnenkomen (zowel school als ouders kunnen hier hun vragen neerleggen). De zorgmakelaar zorgt voor doorverwijzing naar instanties of toekennen van lichte zorgarrangementen. - De (brede) PCL/ZAT is een multi-disciplinair team waarin hulpvragen worden besproken en onderwijszorgarrangementen worden toegekend. - de indicatiecommissie/smalle PCL spreekt zich uit over de verwijzing naar de speciale basisschool. Ook andere vormen van indicering behoort in de indicatiecommissie tot de mogelijkheden. Het gaat hier over toekennen van zware onderwijszorgarrangementen. (Verder uitwerking zie Zorgplan Colon, stabiele deel 2011-2015). Processen: Identificeren – uitvoeren - verbeteren c. Doorlichten en verbeteren. i. Toezicht door bevoegd gezag Het schoolbestuur geeft op basis van het strategisch bestuursbeleidskader sturing aan de processen in onze organisatie Het toezicht door het bevoegd gezag krijgt gestalte door: - Functioneringsgesprekken met directeur - Bespreken van de toetsresultaten tijdens de bestuursvergaderingen - Informatieverwerving over de voortgang van het jaarplan (als uitvoeringsdocument van dit schoolplan) d.m.v. de managementrapportage die minimaal 5 keer per jaar wordt verstrekt. -Informele bijeenkomsten -Gezamenlijke thema-bijeenkomst met team en medezeggenschapsraad 40 ii. Visitatiekringen op directieniveau Voor de eerste drie jaar van de nieuwe beleidsperiode zijn binnen Colon visitatiekringen gevormd in het kader van het subsidietraject “Opbrengstgericht werken.” Elke kring bestaat uit drie schoolleiders die bij elkaar één keer per jaar visitatie afleggen. Van de visitatie wordt een schriftelijk verslag (incl. aanbevelingen) gemaakt. iii. Toezicht door het management Het toezicht door het management krijgt gestalte door: - Bezoeken van de leerkrachten tijdens de lessen - Voeren van opbrengstgesprekken - Voeren van POP-, functionerings- en beoordelingsgesprekken - Bespreken van vragen en klachten -Gesprekken met en input van extern deskundigen, laagdrempelige contacten met ouders, buurt, kinderen, medewerkers e.d. De directie gebruikt hierbij in ieder geval de inspectierapporten, enquetes voor de doelgroepen medewerker, ouders en in mindere mate leerlingen; inzet van intern begeleider, bouwcoördinator en veldopleider. Vanuit Colon worden er ook audits uitgevoerd inzake het domein zorg en onderwijs. iv. Toezicht door de onderwijsinspectie Aan de school werd op 14 okt. 2009 het basisarrangement toegekend. Dit arrangement wordt telkens voor een jaar verleend. Elk jaar levert de school de toetsresultaten (LVS-toetsen, CITO-entreetoetsen en CITO-eindtoets) aan de onderwijsinspectie. In december 2010 kwam de onderwijsinspectie op basis van de aangeleverde resultaten opnieuw tot het besluit het basisarrangement toe te kennen. 41 Hoofdstuk 6: Resultaten Waardering: klanten – medewerkers – maatschappij - bestuur a. Waardering klanten (ouders en leerlingen) i. Prestatieindicatoren Vaststellen prestatie-indicatoren Op basis van de verzamelde gegevens zijn de volgende indicatoren vastgesteld: - Enthousiasme van het kind om naar school te gaan - Een goed pedagogisch klimaat in de school (groep) - Signalen, vragen en opmerkingen serieus nemen - Er moet orde zijn en structuur - Bijbelgetrouw onderwijs - Open zijn in de communicatie - Goede prestaties en leeropbrengsten - Dat ouders ingeschakeld worden - Goede relatie met ouders - Netheid binnen en buiten de school ii. Norm Streefnorm in score De school streeft naar een ruim voldoende score, zowel op het totaal van indicatoren als op de indicatoren afzonderlijk. De streefnorm geldt zowel bij meting onder ouders als bij de meting onder leerlingen. Streefnorm in aantal tevredenheid De school wil dat minimaal 80% van de ouders zich tevreden uitspreekt over de school. iii. Meting Leerlingendeel ZIEN Voor de meting onder leerlingen zal gebruik gemaakt worden van het leerlingendeel van het pedagogisch LVS:ZIEN. Enquête ouders - Federatief is binnen Colon afgesproken dat halverwege de nieuwe beleidsperiode (eind schooljaar 2012-2013) een ouderenquête zal worden afgenomen. De scholen van Colon zullen hierbij dezelfde enquête gebruiken, zodat op basis van de uitslag benchmarking kan plaatsvinden èn actiepunten geformuleerd worden. - In de nieuwe beleidsperiode zal bij te beleggen ouder- en informatieavonden aan het eind daarvan telkens een enquête worden afgenomen. iv. Analyse en verbeteren Actiepunten Uitkomsten van enquêtes e.d. worden besproken binnen de het bestuur en/of het managementteam. Na analyse zal altijd naar de ouders worden verwoord welke actiepunten het heeft opgeleverd. 42 Waardering: klanten – medewerkers – maatschappij - bestuur b. Waardering medewerkers i. Prestatieindicatoren Vaststellen prestatie-indicatoren Op basis van de verzamelde gegevens zijn de volgende indicatoren vastgesteld: - Signalen, vragen en opmerkingen serieus nemen - Waardering voor inbreng van de medewerkers - Ruimte voor de eigenwaarde van elke medewerker, voldoening werk - Vasthouden aan de reformatorische identiteit - Open en transparant zijn in de communicatie (interne communicatie) -Ondersteuning ervaren van directie - Goede prestaties en leeropbrengsten - Open sfeer onder de collega’s en samenwerking onderling - Uitdaging- en ontplooiingsmogelijkheden - Relatie met leerlingen en ouders - Handel en wandel overeenkomstig identiteitsprofiel VGS (2011) ii. Norm Streefnorm in score De school streeft naar een ruim voldoende score, zowel op het totaal van indicatoren als op de indicatoren afzonderlijk. Streefnorm in aantal tevredenheid De school wil dat minimaal 90% van de werknemers zich tevreden uitspreekt over de school. iii. Meting Enquête medewerkers Aan het begin van de nieuwe beleidsperiode zal een enquête onder de medewerkers worden afgenomen. Risico-inventarisatie en –evaluatie In het kader van goed Arbo-beleid wordt minimaal één keer per vier jaar een risico-inventarisatie en – evaluatie (of een onderdeel / onderdelen daarvan) afgenomen. Verzuimregistratie Het ziekteverzuim wordt geregistreerd in Verzuimsignaal. Elk kwartaal vindt een analyse plaats van het verzuimcijfer. Functioneringsgesprekken Met name het functioneringsgesprek is een tweerichtingsgesprek, waarbij de mate van de werknemerstevredenheid aan de orde komt. iv. Analyse en verbeteren Actiepunten Uitkomsten van enquetes e.d. worden besproken binnen het bestuur en/of managementteam. Na analyse zal altijd naar de medewerkers worden verwoord welke actiepunten het heeft opgeleverd. 43 Waardering: klanten – medewerkers – maatschappij - bestuur c. Waardering maatschappij i. Prestatieindicatoren Vaststellen prestatie-indicatoren Op basis van de verzamelde gegevens zijn de volgende indicatoren vastgesteld: - Signalen, vragen en opmerkingen uit de buurt serieus behartigen - Het juist praktiseren van burgerschap - Ruimte voor de eigenwaarde van elke buurtbewoner - Correct parkeergedrag - Uitvoeren van correcties op negatief gedrag van de leerlingen - Open en transparant zijn in de communicatie - Tijdig informeren bij schoolbrede activiteiten - Betrekken van de buurt bij schoolbrede activiteiten -Wekelijks steunen we financieel Zending en Woord en Daad ii. Meting Enquête Aan het eind van de beleidsperiode zal een enquête worden uitgezet onder de buurtbewoners. iii. Analyse en verbeteren Actiepunten De uitkomsten van de enquête zullen besproken worden in de vergadering van het managementteam en in de vergadering van het bestuur. Op basis van deze uitkomsten zullen actiepunten worden geformuleerd. Waardering: klanten – medewerkers – maatschappij - bestuur d. Waardering bestuur en financiers i. Prestatieindicatoren Vaststellen prestatie-indicatoren Op basis van de verzamelde gegevens zijn de volgende indicatoren vastgesteld: - Vasthouden aan de identiteit zoals deze in de statuten is verwoord - Gezonde financiële positie - Goede staat van onderhoud van de gebouwen - Goede leeropbrengsten bij tussentijdse meting en aan het eind van de schoolperiode - Bevoegde en bekwame collega’s in de onderscheiden functies - Bestuurlijk functioneren volgens de “Code Goed Bestuur” ii. Norm Indentiteit Tijdens de lessen blijkt duidelijk de eigen identiteit en wordt de boodschap van zonde en genade vertolkt en de noodzaak van waarachtige bekering onder de kinderen benadrukt. De identiteit dient ook uit te komen in gedrag van leerkrachten en leerlingen. Financiën De financiën laten over de meerjarenperiode van het schoolplan een positief totaalresultaat zien. 44 Gebouwen De staat van het gebouw is van voldoende kwaliteit. Actiepunten uit onderzoeksrapporten worden binnen de termijn van zes maanden afgewerkt. Leeropbrengsten De leerresultaten liggen op of boven het landelijke gemiddelde. Personeel Alle medewerkers zijn bevoegd en bekwaam voor de functie waarin zij benoemd zijn. Bestuur De werkwijze van het bestuur komt overeen met de “Code Goed Bestuur” en de vastgestelde bestuurlijke jaarkalender. Beleidsplannen en bestuurlijk functioneren worden in een cyclus van vier jaar per onderdeel 1 of 2 keer geëvalueerd. iii. Meting Managementrapportage De directie rapporteert op de onderscheiden domeinen aan het bestuur door middel van de managementrapportage. Evaluatie bestuurlijk functioneren Het bestuursbeleid en bestuurlijk functioneren wordt geëvalueerd m.b.v. onderscheiden evaluatiedocumenten. iv. Analyse en verbeteren Formuleren actiepunten Indien resultaten op een bepaald domein onder de streefnormen liggen, doet de directie voorstellen voor verbeterings-, veranderings, of vernieuwingsprocessen. Voortgang van deze processen komt op de volgende vergadering terug. 45 Hoofdstuk 7: Vervolgstappen Verbeteren: plan – do – check - act i. De PDCA-cirkel Keuze Binnen het INK-model dat voor het ontwerp van dit schoolplan is gebruikt, staat de Demingcirkel of PDCA-cirkel centraal. De keuze voor de zgn. demingcirkel heeft alles te maken met de optimalisering van de kwaliteitszorg binnen de school. Borging In de schoolplanperiode 2007-2011 zijn, mede n.a.v. auditverslagen van externe visitatiecommissies, een aantal onderwijsvernieuwingen in gang gezet. Deze hebben geleid tot hogere opbrengsten, waardoor de school zich op en boven gemiddeld niveau bevindt. Van belang is dit bereikte niveau te borgen en verder te verhogen. Dit willen we bereiken door gebruikmaking van dit INK-model met de Demingcirkel daarin verweven. ii. Plan – do – check – act Leerlingenniveau. Op leerlingenniveau functioneert de Demingcirkel in de praktijk d.m.v.: - Afname methodetoetsen, analyse, diagnose, hulpplan - Afname methodetoetsen (niet-methodetoetsen), analyse, diagnose, ontwikkelperspectief - Observaties, analyse, diagnose, hulpplan - Observaties, analyse, leerlingenbespreking, hulpplan Groepsniveau. Op groepsniveau functioneert de Demingcirkel in de praktijk d.m.v.: - Afname methodetoetsen, analyse, groepsafspraken - Afname niet-methodetoetsen, analyse, opbrengstgesprekken, afspraken - Afname ZIEN, analyse, bespreking met leerkracht, afspraken Schoolniveau Op schoolniveau functioneert de Demingcirkel in de praktijk d.m.v.: - Afname niet-methodetoetsen, analyse, bespreking in vergadering, afspraken - Afname ZIEN, analyse, bespreking in vergadering, afspraken - Afname diverse onderdelen WMK, analyse, afspraken - Kwaliteitszorggesprek SWV, analyse, afspraken Bestuursniveau Op bestuursniveau functioneert de Demingcirkel in de praktijk d.m.v.: - LVS-uitslagen, toelichting op analyse, afspraken - Uitslagen CITO (SEO)-eindtoetsen, toelichting op analyse, afspraken - Afname diverse onderdelen WMK, analyse, afspraken iii. Map Opbrengsten Schoolniveau De acties n.a.v. de niet-methodetoetsen op schoolniveau staan beschreven in de map “Opbrengsten”. Bestuursniveau De acties n.a.v. de niet-methodetoetsen op bestuursniveau staan beschreven in de map “Opbrengsten”. 46 Hoofdstuk 8: Planning per schooljaar. a. Schooljaar 2011-2012 De beleidsvoornemens 2011-2012 staan beschreven in de tabel 2011-2012. Deze worden nader uitgewerkt in het jaarplan 2011-2012. Het jaarplan komt terug op alle vergaderingen van deelteam, voltallige team, managementteam en bestuur. Tussentijdse evaluatie, besprekingen, besluitvorming, overheidsmaatregelen e.d. kunnen tot bijstelling van zaken uit dit Schoolplan leiden en verwoord worden in het jaarplan. b. Schooljaar 2012-2013 De beleidsvoornemens 2012-2013 staan beschreven in de tabel 2012-2013. Deze worden nader uitgewerkt in het jaarplan 2012-2013. Het jaarplan komt terug op alle vergaderingen van deelteam, voltallige team, managementteam en bestuur. Tussentijdse evaluatie, besprekingen, besluitvorming, overheidsmaatregelen e.d. kunnen tot bijstelling van zaken uit dit Schoolplan leiden en verwoord worden in het jaarplan. c. Schooljaar 2013-2014 De beleidsvoornemens 2013-2014 staan beschreven in de tabel 2013-2014. Deze worden nader uitgewerkt in het jaarplan 2013-2014. Het jaarplan komt terug op alle vergaderingen van deelteam, voltallige team, managementteam en bestuur. Tussentijdse evaluatie, besprekingen, besluitvorming, overheidsmaatregelen e.d. kunnen tot bijstelling van zaken uit dit Schoolplan leiden en verwoord worden in het jaarplan. d. Schooljaar 2014-2015 De beleidsvoornemens 2014-2015 staan beschreven in de tabel 2014-2015. Deze worden nader uitgewerkt in het jaarplan 2014-2015. Het jaarplan komt terug op alle vergaderingen van deelteam, voltallige team, managementteam en bestuur. Tussentijdse evaluatie, besprekingen, besluitvorming, overheidsmaatregelen e.d. kunnen tot bijstelling van zaken uit dit Schoolplan leiden en verwoord worden in het jaarplan. 47 a. Schooljaar 2011-2012 Beleidsterrein vakterrein Omschrijving Cursus Bestemd voor Bestuur en management Inrichting bestuur en toezicht conform de Governancewetgeving 2011 (implementatie) n.v.t. Bestuur/Directie Bestuur en management Besturen op hoofdlijnen Cursus nieuwe bestuursleden Nieuwe bestuursleden Colon Bestuur en management Completeren van personeelsbeleidsplan n.v.t. Bestuur / Directie Colon Bestuur en management Completeren van financieel beleidsplan n.v.t. Bestuur / Directie Colon Bestuur en Management Scholing directeur NSA-visitatietraject Directie Colon/NSA Personeelsbeleid Versterking van professionele cultuur (managementteam) Leerkracht eigenaar laten worden van het functioneren n.v.t. Directie en management n.v.t. Personeelsbeleid Invoering eerste fase van de functiemix n.v.t. Bestuur / Directie Colon Personeelsbeleid POP-gesprekken augustus/ september voor de eerste twee jaar van de beleidsperiode Functioneringsgesprekken april/mei 2012 n.v.t. Directie / Team Colon n.v.t. Directie / Team Colon Pedagogisch klimaat Afname PLVS ZIEN n.v.t. Directie / Team n.v.t. Pedagogisch klimaat Afname veiligheidsmonitoring Groepen 6,7 en 8 n.v.t. Team bovenbouw n.v.t. Nederlandse taal Gedifferentieerd werken met Taalfontein Differentiëren in groep 4-8 Leerkrachten groep 4-8 n.v.t. Personeelsbeleid / Advisering en/of cursusaanbod door Colon 48 Rekenen Invoeren nieuwe rekenmethode groep n.v.t. Leerkrachten n.v.t. Onderwijsvernieuwing in de onderbouw Invoering observatiesysteem voor groep 1 en 2 Cursus KIJK Team onderbouw Driestar Onderwijsvernieuwing in de onderbouw Ontwikkelingsgericht werken in de onderbouw Cursus Ontwikkelingsgericht werken Team onderbouw (groep 1 en 2) Driestar Zaak- en expressievakken Exemplarisch werken met zaakvakken Leerkrachten alle groepen n.v.t. Engels Invoer Engels methode “My name is Tom” in de groepen 1 t/m 4 Coaching werken met exempels, Collegiale consultatie Cursus Engels onderbouw Leerkrachten groep 1 t/m 4 Colon Engels Invoer Engels methode “Hello World” in de groepen 5 t/m 8 Cursus Engels bovenbouw Leerkrachten groep 5 t/m 8 Colon Burgerschap Evaluatie + bijstellen jaarplan onderwijsinhouden burgerschap n.v.t. Directie en team n.v.t. Zorg Voorbereiding invoer Wet Passend Onderwijs IB-netwerk en directieberaad Colon / Driestar Zorg Handelingsgericht werken i.c.m. HandelingsGerichte Procesdiagnostiek HW en HGPD IB-netwerk Directie / Coördinator Zorg Directie / Coördinator Zorg Scholing HW en HGPD Team Driestar Zorg Oriëntatie op regelgeving nieuwe zorgprofiel IB-netwerk en directieberaad Colon ICT Aandacht media-educatie n.v.t. Directie / Coördinator Zorg Team ICT Implementatie leerlijnen ICT Ambassadeurstraject 2011-2014 Coördinator ICT / Team Colon ICT Uitbreiden mogelijkheden ICT t.b.v. de zorgleerlingen Intern Coördinator ICT Coördinator Zorg n.v.t. Zorg Colon / Driestar Colon 49 ICT Maken van digitale rapporten Cursus Driestar Coördinator ICT / Team Driestar Kwaliteitszorg Toetsing LVS volgens afspraken Zeeuwse Toetskalender Uitvoer afspraken document “Opbrengstgericht werken” n.v.t. Coördinator Zorg n.v.t. n.v.t. n.v.t. Didactisch handelen Klassenbezoeken op het gebied van instructie (coaching) n.v.t. Directie / Coördinator Zorg Coördinator Bouw Coach Kwaliteitszorg Kwaliteitszorggesprek n.v.t. Directeur Zorg Colon Communicatie Inrichting ouder- en informatieavonden n.v.t. Directie / Coördinator Zorg Bestuur / directie / team Communicatie Informatievoorziening Schoolgids en brochures n.v.t. Directie n.v.t. Veiligheid Jaarlijkse controle materialen volgens onderhoudscontracten n.v.t. Directie/ Arbocoördinator n.v.t. Gebouwen en terreinen Aanvulling speelmaterialen bovenbouwplein n.v.t. Directie/ Arbocoördinator n.v.t. Gebouwen en terreinen Uitvoering werkzaamheden volgens meerjarenonderhoudsplan n.v.t. Directie/ Arbocoördinator n.v.t. Gebouwen en terreinen Onderzoek mogelijkheden verbetering luchtkwaliteit n.v.t. Directie/ Arbocoördinator n.v.t. Overgang Voortgezet Onderwijs Afstemming aansluiting PO-VO n.v.t. Directie/ Leerkracht groep 8 CalvijnCollege Kwaliteitszorg n.v.t. n.v.t. 50 b. Schooljaar 2012-2013 Beleidsterrein vakterrein / Omschrijving Cursus Bestemd voor Advisering en/of cursusaanbod door Colon Bestuur en management Besturen op hoofdlijnen Cursus nieuwe bestuursleden Nieuwe bestuursleden Bestuur en management Scholing directeur NSA-visitatietraject Directie Colon / NSA Personeelsbeleid Leerkracht eigenaar maken van het functioneren. Professionele cultuur n.v.t. Directie en management n.v.t. Personeelsbeleid Invoering tweede fase van de functiemix n.v.t. Bestuur / Directie Colon Personeelsbeleid Voeren beoordelingsgesprekken mei 2013 n.v.t. Directie / Team Colon Personeelsbeleid Uitvoeren personeelstevredenheidsonderzoek n.v.t. Directie / Team Colon Pedagogisch klimaat Afname van PLVS ZIEN n.v.t. Colon Rekenen Voltooiing invoer nieuwe rekenmethode n.v.t. Directie / Team Leerkrachten Didactisch handelen Klassenbezoeken in kader van interactie n.v.t. Directie/ Coach n.v.t. Rekenen Opbrengstgericht werken n.v.t. Leerkrachten n.v.t. Onderwijsvernieuwing in de onderbouw Invoering observatiesysteem voor groep 1 en 2 Cursus KIJK Leerkrachten onderbouw Driestar Onderwijsvernieuwing in de onderbouw Ontwikkelingsgericht werken in de onderbouw Cursus Ontwikkelingsgericht werken Leerkrachten onderbouw (kleuters) Driestar Driestar 51 Zaak- en expressievakken Implementatie exemplarisch werken Cursus exemplarisch werken Leerkrachten Driestar Engels Invoer Engels methode “My name is Tom” in de groepen 1 t/m 4 Cursus Engels onderbouw Leerkrachten groep 1 t/m 4 Colon Engels Invoer Engels methode “Hello World” in de groepen 5 t/m 8 Cursus Engels bovenbouw Leerkrachten groep 5 t/m 8 Colon Zorg Implementatie beleidsvoornemens vanuit Wet Passend Onderwijs IB-netwerk Colon / Driestar Zorg Handelingsgericht werken i.c.m. Handelings Gerichte Procesdiagnostiek HW en HGPD IB-netwerk Directie / Coördinator Zorg Team Directie / Coördinator Zorg Scholing HW en HGPD Team Driestar Zorg Opstellen/inrichten nieuwe zorgprofiel IB-netwerk en directieberaad Directie / Coördinator Zorg Colon ICT Aandacht media-educatie n.v.t. Team Colon ICT Implementatie leerlijnen ICT Ambassadeurstraject 2011-2014 Coördinator ICT Colon ICT Uitbreiden mogelijkheden ICT t.b.v. de zorgleerlingen Intern n.v.t. Kwaliteitszorg Toetsing LVS volgens afspraken Zeeuwse Toetskalender n.v.t. Coördinator ICT Coördinator Zorg Coördinator Zorg Kwaliteitszorg Uitvoer afspraken document “Opbrengstgericht werken” n.v.t. Coördinator Zorg Coördinator Bouw n.v.t. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorggesprek n.v.t. Directeur Zorg Colon Rekenen en wiskunde Vervanging/aanvullen van de software voor n.v.t. Directie / Coördinator Zorg ICTcoördinator / Zorg Colon / Driestar n.v.t. n.v.t. 52 (hoofd)rekenen Communicatie Inrichting ouder- en informatieavonden n.v.t. leer-krachten groep 3 t/m 8 Bestuur / directie / personeel Communicatie Informatievoorziening Schoolgids en brochures n.v.t. Directie n.v.t. Communicatie Uitvoeren ouderenquête n.v.t. Directie Colon Communicatie Uitvoeren omgevingenquête n.v.t. Directie n.v.t. Veiligheid Jaarlijkse controle materialen volgens onderhoudscontracten n.v.t. Directie n.v.t. Veiligheid Voorlichting verdovende middelen in groep 7 en 8 Toelichting lesmateriaal Leerkrachten groep 7 en 8 GGD Gebouwen en terreinen Uitvoering werkzaamheden volgens meerjarenonderhoudsplan n.v.t. Directie/ Arbocoördinator en externen n.v.t. n.v.t. 53 c. Schooljaar 2013-2014 Beleidsterrein vakterrein / Omschrijving Cursus Bestemd voor Advisering en/of cursusaanbod door Colon Bestuur en management Besturen op hoofdlijnen Cursus nieuwe bestuursleden Nieuwe bestuursleden Bestuur en management Scholing directeur NSA-visitatietraject Directie Colon / NSA Personeelsbeleid Invoering derde fase van de functiemix n.v.t. Bestuur / Directie Colon Personeelsbeleid Voeren POP-gesprekken n.v.t. augustus/ september voor de laatste twee jaar van de beleidsperiode Voeren n.v.t. functioneringsgesprekken mei/juni 2014 Directie Colon Directie Colon Pedagogisch klimaat Afname van PLVS ZIEN n.v.t. Colon Rekenen Opbrengstgericht werken n.v.t. Directie / Personeel Leerkrachten Personeelsbeleid n.v.t. Onderwijsvernieuwing Voltooien invoer KIJK in de onderbouw Cursus KIJK Leerkrachten onderbouw Driestar Onderwijsvernieuwing Voltooien traject in de onderbouw Ontwikkelingsgericht werken Cursus Ontwikkelingsgericht werken Leerkrachten onderbouw Driestar Zaak- en expressievakken Implementatie exemplarisch werken Cursus exemplarisch Leerkrachten werken Driestar Engels Invoer Engels methode “My name is Tom” in de groepen 1 t/m 4 Cursus Engels onderbouw Leerkrachten groep 1 t/m 4 Colon Engels Invoer Engels methode “Hello World” in de groepen 5 t/m 8 Cursus Engels bovenbouw Leerkrachten groep 5 t/m 8 Colon 54 Zorg Implementatie beleidsvoornemens vanuit Wet Passend Onderwijs IB-netwerk Directie / Coördinator Zorg Team Colon / Driestar Zorg HW en HGPD Scholing HW en HGPD Team Driestar Zorg Uitvoer zorg volgens afspraken nieuwe zorgprofiel IB-netwerk en directieberaad Colon Kwaliteitszorg Toetsing LVS volgens afspraken Zeeuwse Toetskalender n.v.t. Directie / Coördinator Zorg Team Coördinator Zorg Kwaliteitszorg Uitvoer afspraken document “Opbrengstgericht werken” n.v.t. Coördinator Zorg Coördinator Bouw n.v.t. Kwaliteitszorg Kwaliteitszorggesprek n.v.t. ICT Werken met leerlijnen ICT ICT Uitbreiden mogelijkheden Intern ICT t.b.v. de zorgleerlingen Communicatie Informatievoorziening Schoolgids en brochures n.v.t. Veiligheid Jaarlijkse controle materialen volgens onderhoudscontracten Veiligheid Voorlichting verdovende middelen in groep 7 en 8 Directie / Coördinator Zorg Ambassadeurstraject Coördinator 2011-2014 ICT n.v.t. Directeur Zorg Colon Colon Coördinator ICT Coördinator Zorg Directie n.v.t. n.v.t. Directie / Arbocoördinator n.v.t. Toelichting lesmateriaal Leerkrachten groep 7 en 8 GGD n.v.t. 55 d. Schooljaar 2014-2015 Beleidsterrein / vakterrein Omschrijving Cursus Bestemd voor Advisering en/of cursusaanbod door Colon SWOT-analyse Uitvoeren SWOT-analyse n.v.t. Opstellen schoolplan voor periode 20152019 Bestuur en management Vormen beleidsvoornemens nieuwe schoolplanperiode n.v.t. Besturen op hoofdlijnen Cursus nieuwe bestuursleden Bestuur / directie/ management / team Bestuur / Directie/ management / team Nieuwe bestuursleden Personeelsbeleid Invoering vierde fase van de functiemix n.v.t. Bestuur / Directie Colon Personeelsbeleid Voeren beoordelingsgesprekken mei/juni 2015 n.v.t. Directie / Team Colon Pedagogisch klimaat Zaak- en expressie-vakken Afname van PLVS ZIEN n.v.t. Colon Voltooien traject exemplarisch werken werken Cursus exemplarisch werken Directie / Personeel Leerkrachten Engels Voltooiing traject “Met Engels hogerop” n.v.t. Leerkrachten groep 1 t/m 8 Colon Zorg Implementatie beleidsvoornemens vanuit Wet Passend Onderwijs IB-netwerk Colon / Driestar Zorg Voltooien invoer HW en HGPD Scholing HW en HGPD Directie / Coördinator Zorg Team Team Zorg Uitvoer zorg volgens afspraken nieuwe zorgprofiel IB-netwerk en directieberaad Colon Kwaliteitszorg Toetsing LVS volgens afspraken Zeeuwse Toetskalender n.v.t. Directie / Coördinator Zorg Team Coördinator Zorg Colon / Driestar Colon Driestar Driestar n.v.t. 56 Kwaliteitszorg Uitvoer afspraken document “Opbrengstgericht werken” n.v.t. Coördinator Zorg Coördinator Bouw n.v.t. Kwaliteitszorg Afname Audit Zorg en begeleiding Visitatiecommissie OGW audit n.v.t. Directie / team Colon/Driestar Kwaliteitszorg Kwaliteitszorggesprek n.v.t. Directie / Coördinator Zorg Directeur Zorg Colon Communicatie Inrichting ouder- en informatieavonden n.v.t. Bestuur / directie / personeel n.v.t. Communicatie Informatievoorziening Schoolgids en brochures n.v.t. Directie n.v.t. Veiligheid Jaarlijkse controle materialen volgens onderhoudscontracten n.v.t. Directie/ Arbocoördinator n.v.t. 57