Mantelzorgers van mensen met een psychische

advertisement
Gebruikte literatuur
Colofon
Auteur
Els Bransen
Advies
Antoinette Tanja (Movisie) en Els
Ranshuijsen (Mezzo)
Productiebegeleiding
Joris Staal
Vormgeving en productie
Ladenius Communicatie bv
Beeld
www.istockphoto.com
Personen afgebeeld op de omslag van
deze uitgave zijn modellen en hebben
geen relatie tot het onderwerp van deze
uitgave of ieder onderwerp binnen
het onderzoeksdomein van Trimbosinstituut.
Financier
Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
Deze uitgave is te bestellen via
www.trimbos.nl/webwinkel met
artikelnummer AF1047
Trimbos-instituut
Da Costakade 45
Postbus 725
3500 AS Utrecht
T: 030-297 11 00
F: 030-297 11 11
© 2011, Trimbos-instituut, Utrecht.
Alle rechten voorbehouden. Niets
uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op
enige wijze, zonder voorafgaande
toestemming van het Trimbos-instituut.
Boer de A, Broese van Groenou, M,
Timmermans, J. (2009). Mantelzorg.
Een overzicht van de steun van en aan
mantelzorgers in 2007. Den Haag: Sociaal
en Cultureel Planbureau.
Bransen E. (2007). Mantelzorgers van
mensen met psychische problemen.
Hoe de preventieve GGZ deze groep
kan ondersteunen en het lokale
mantelzorgbeleid kan versterken.
Maandblad Geestelijke volksgezondheid,
1, 62, pp 2-12.
Bransen E. & van Mierlo F. (2007). Psychoeducatie voor familieleden van mensen
met schizofrenie; een onderzoek naar de
uitvoering, effectiviteit en implementatie
van de psycho-educatie cursus in de
preventieve GGZ. Utrecht: Trimbosinstituut.
Cuijpers P. (1999). The effects of family
interventions on relatives’ burden: a
meta-analysis. Journal of Mental health,
8, 3, 275-285.
De Jonge M, de Gee A. en Bransen E (2010).
Psychische problemen in de familie; een
groepscursus voor mantelzorgers. Pilotstudie. Utrecht: Trimbos-instituut.
Dorsselaer S van, Graaf R de, Have M ten,
e.a. (2007). Het verlenen van mantelzorg
en het verband met psychische
aandoeningsen. Resultaten van de
‘Netherlands Mental Health Survey and
Incidence Study (NEMESIS). Utrecht:
Trimbos-instituut.
Duzijn B, Lammeren P van, Mierlo F van.
(2000). Mantelzorg zonder zorgen.
Utrecht: Trimbos-instituut
Erp N van, Place C. & Michon H. (2009).
Familie in de langdurige GGZ; deel 1:
Interventies. Utrecht: Trimbos-instituut.
GGZ Nederland (2004). Betrokken omgeving.
Modelregeling relatie GGZ-instelling –
naastbetrokkenen.Amersfoort: Cliëntenen familieorganisaties/GGZ Nederland.
Graaf R de, Have M te, Dorsselaer S van.
(2010). NEMESIS 2: De psychische
gezondheid van de Nederlandse
bevolking. Utrecht: Trimbos-instituut.
Kwekkeboom MH. (2000). De zorg blijft: een
onderzoek onder familieleden en andere
relaties van mensen met (langdurige)
psychische problemen. Den Haag: Sociaal
en Cultureel Planbureau.
Magliano L. (2008). Families of people with
severe mental disorders: difficulties and
resources. Copenhagen, World Health
Organization.
McFarlane WM. (2002.) Multifamily Groups
in the treatment of severe psychiatric
disorders. New York, Guildford Press.
Meijer SA, Smit F, Schoemaker CG, Cuijpers P.
(2006). Gezond verstand; Evidence-based
preventie van psychische aandoeningsen.
Bilthoven: RIVM.
Oudijk D, Boer A de, Woittiez I, Timmermans
J, Klerk M de. (2010). Mantelzorg uit de
doeken. Den Haag: Sociaal en Cultureel
Planbureau.
Siersma T, Meyel B van, Vliet M van. (2005).
Partners van depressieve patiënten.
Een literatuurstudie naar de zorglast
van naastbetrokkenen van depressieve
patiënten. Verpleegkunde 20, 2: 91-111.
Stam H, Cuijpers P. (1999). Psycho-educatie
voor familieleden van psychiatrische
patiënten; de effecten op belasting.
Utrecht, Trimbos-instituut.
Tonkens E, Broecke J. van den & Hoytink M.
(2008). Op zoek naar weerkaatst plezier.
Samenwerking tussen mantelzorgers,
vrijwilligers, professionals en cliënten in
de multiculturele stad. Den Haag; NicisInstitute.
Zwaanswijk M, Verhaak PFM. (2009).
Effectieve kortdurende interventies
voor psychische problemen. Een
kennissynthese over hun toepasbaarheid
in de huisartsenvoorziening. Utrecht:
NIVEL
Websites
Hieronder staan enkele belangrijke websites die als ingang kunnen dienen voor een verdere zoektocht naar informatie.
www.mezzo.nl, de website van de Landelijke vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwiligerswerk
www.expertisecentrummantelzorg.nl, met een themadossier over mantelzorgers in de GGZ
www.ggznederland.nl, de brancheorganisatie van de geestelijke gezondheidszorg
www.trimbos.nl, met informatie over psychische problematiek, verslaving en preventie
www.movisie.nl, met informatie over mantelzorgbeleid en de WMO
www.ypsilon.org, met informatie voor familieleden van mensen met schizofrenie of een psychose
www.platformggz.nl, de landelijke cliënten en familiekoepel in de ggz
Mantelzorgers van mensen met
een psychische aandoening
Factsheet
Voor wie
Met dit Factsheet informeren wij beleidmakers, hulpverleners en welzijnswerkers over
een bijzondere groep mantelzorgers: naastbetrokkenen van mensen met een psychische
aandoening. Deze groep mantelzorgers draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit
van leven van degene waarvoor zij zorgen en aan het voorkomen van (her-)opnamen in
de geestelijke gezondheidszorg. Passende ondersteuning van deze mantelzorgers is van
belang omdat zij een groot risico op overbelasting lopen.
Nederland telt 3,5 miljoen mantelzorgers
Ongeveer driekwart van alle zorg die mensen met een chronische ziekte, aandoening of beperking nodig hebben, krijgen zij van mensen uit hun eigen gezin, familie- of vriendenkring.
Als deze zorg de gebruikelijke zorg voor elkaar in een gezamenlijk huishouden overstijgt,
­spreken we van mantelzorg. Studies van het Sociaal Cultureel Planbureau laten zien dat op jaarbasis 2,6 miljoen mensen meer dan 8 uur per week en/of langer dan drie maanden mantelzorg
geven. Dit betreft 20% van de volwassen bevolking.
Mantelzorg en psychische aandoening: net even anders
Naastbetrokkenen van mensen met een psychische aandoening herkennen zich niet altijd in
de term mantelzorger. Toch vertoont de zorg die zij bieden veel overeenkomsten met andere
mantel­zorg: bieden van emotionele steun, toezicht houden op medicijngebruik, huishoudelijke
hulp of hulp bij het nakomen van verplichtingen als werknemer of ouder. Wat het anders maakt
zijn :
• Schuldgevoelens: mantelzorgers kunnen zich mede verantwoordelijk voelen voor het ontstaan
van de aandoening. • Stigma: over een psychische aandoening praat je moeilijk met anderen. Daarom staan deze
mantelzorgers er vaker alleen voor en dat vergroot hun kans op overbelasting.
• Veranderingen in gedrag en relaties: als gevolg van de aandoening kan iemand zich anders
gaan gedragen (zich terugtrekken, ageren, zichzelf verwaarlozen). Dit bemoeilijkt de relaties
met anderen.
• Juridische bescherming van de patiënt: behandeling en opname zijn in principe alleen mogelijk
wanneer de patiënt hiermee instemt. Daardoor komt er soms meer zorg terecht bij de mantelzorger dan deze wil of kan geven.
• Onvoorspelbaarheid: vanwege de onvoorspelbaarheid in het beloop van psychische aandoeningen blijft in ‘goede periodes’ de angst voor terugval bestaan. En dat geeft druk.
Feiten en cijfers
Overbelasting voorkomen
• De exacte omvang van deze groep mantelzorgers
is niet bekend.
• In potentie is de omvang van de groep aanzienlijk
want van de Nederlanders in de leeftijdsgroep van
18-64 jaar voldeed in de afgelopen 12 maanden
18% aan de criteria voor een psychische aandoening (1,9 miljoen mensen). Hierbij is schizofrenie
niet meegeteld, een aandoening die in Nederland
bij ongeveer 100.000 mensen voorkomt.
• Er zijn in Nederland naar schatting 864.000 ouders met psychische en/of verslavingsproblemen.
Deze ouders hebben samen 1.600.000 kinderen
onder de 22 jaar die in meer of mindere mate
mantelzorg­taken vervullen.
• Mantelzorgers van mensen met gedragsproblemen of een psychische aandoening lopen meer
risico op (ernstige) overbelasting en gezondheidsschade dan andere mantelzorgers. Zij hebben
vaker psychische en fysieke problemen. Met name
de prevalentie van depressie in deze groep ligt
hoger dan in de algemene bevolking. Moeders,
echtgenotes en mantelzorgers met een laag inkomen lopen het meeste risico op depressie.
Goede professionele zorg voor mensen met een
psychische aandoening, familiebeleid in zorginstellingen, vermindering van het stigma dat een psychische stoornis vaak betekent en maatschappelijke
waardering van mantelzorg helpen bij het tegengaan
van overbelasting. Maar het is niet genoeg. Ook het
versterken van de draagkracht van mantelzorgers
zelf door ondersteuning en het vergroten van kennis
en vaardigheden gaat overbelasting tegen.
Partners in de zorg voor mensen met
een psychische aandoening
• De belangrijkste aanbieder van professionele hulp aan mensen met een psychische
aandoening is de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). GGZ-instellingen zijn ontstaan uit fusies van regionale instellingen
voor ambulante GGZ (Riagg), psychiatrische ziekenhuizen en beschermende
woonvormen. Meer informatie: www.
ggznederland.nl
• Naast de GGZ bieden de huisarts, het
maatschappelijk werk, eerstelijns psychologen, vrijgevestigde psychiaters en de
verslavingszorg hulp aan mensen met een
psychische aandoening.
• Mensen met psychische problemen zonder hulpvraag zijn de doelgroep van de
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
(OGGZ). De belangrijkste actoren in de
OGGZ zijn de GGD, GGZ en verslavingszorg, dak- en thuislozenzorg, politie en
justitie.
• Mensen met een psychische aandoening
en hun familieleden hebben zich georganiseerd in een groot aantal cliënten en/
of familieverenigingen. Zij zijn verenigd in
het Landelijk Platform GGZ. Zie voor meer
informatie www.platformggz.nl
INTERVENTIES
Op deze en de volgende pagina vindt u een
overzicht van interventies ter voorkoming van om
overbelasting.
Vroegsignalering
De methodiek Preventieve Ondersteuning Mantel­
zorgers (POM) heeft als doel tijdige signalering van
mantelzorgers om overbelasting te voorkomen.
POM is opgenomen in de databank Effectieve
Sociale Interventies en werd door het RIVM, Loket
Gezond Leven, erkend als theoretisch goed onderbouwde methodiek. Zie: http://www.loketgezondleven.nl/i-database/interventies/p/13795. Verschillende GGZ-instellingen en thuiszorgorganisaties
gebruiken de methodiek. Het Trimbos-instituut
organiseert regelmatig trainingen voor het leren
werken met de methode. Zie: www.trimbos.nl/
agenda
Educatie en begeleiding
Voorlichting en informatie
Vrijwel alle GGZ-instellingen bieden al dan niet in
samenwerking met familieorganisaties informatieen voorlichtingsbijeenkomsten aan naastbetrokkenen van cliënten. Daarbij wordt onder andere
gebruik gemaakt van het Modulenboek Mantelzorgondersteuning GGZ. Meer informatie:
www.trimbos.nl. Ook hebben GGZ-instellingen
­specifieke websites met informatie en ondersteuning voor familieleden zoals www.familievan.nl en
www.mijngelderseroos.nl.
Pakket Interventie Mantelzorg op
Maat (PIMM)
De werkwijze Pakket Interventie Mantelzorg op
Maat is ontwikkeld om verpleegkundigen in de
GGZ gereedschap in handen te geven voor de ondersteuning van familieleden en mantelzorgers van
ouderen met ernstige psychiatrische problematiek.
Een pilotstudie liet zien dat het verpleegkundigen
lukt om met PIMM een bijdrage te leveren aan een
draaglijker leven voor de mantelzorger. PIMM werd
ontwikkeld door Altrecht Senior, Symfora Ouderen en de VU in Amsterdam. Informatie: Marian
­Zegwaard, [email protected].
Cursussen en trainingen
Groepscursus Psychische problemen in de
familie (PIF)
Deze cursus vermindert overbelasting door het
vergroten van de ervaren grip op de situatie. Er zijn
versies van de cursus voor mantelzorgers van mensen
met respectievelijk schizofrenie, borderline of depressie. De schizofrenie-versie is eveneens opgenomen
in het Handboek Psycho-educatie voor mensen met
een psychose en hun familieleden. Meer informatie:
www.kenniscentrumphrenos.nl. Daarnaast is er een
algemene versie van de cursus. De cursus is opgenomen in de databank Effectieve Sociale Interventies en
werd door het RIVM, Loket Gezond Leven, erkend
als theoretisch goed onderbouwde methodiek.
Zie: http://www.loketgezondleven.nl/i-database/
interventies/p/12081. Vrijwel alle GGZ-instellingen
bieden de cursus regelmatig aan. Het Trimbos-instituut organiseert trainingen voor het leren werken met
de methode. Zie hiervoor: www.trimbos.nl/agenda.
Psycho-educatie carrousel
De carrousel betreft een ingekorte versie van de
cursus Psychische problemen in de familie. Meer informatie bij Netty van Ham, [email protected]
Marokkaanse mantelzorgers
De methode Marokkaanse familie van mensen met
psychosen en schizofrenie is gebaseerd op empowerment en eigen kracht. De methode is ontwikkeld om Marokkaanse families met een familielid
met psychotische problemen en schizofrenie beter
te bereiken en hen in staat te stellen eigen oplossingen te zoeken. De methode werd ontwikkeld door
het Trimbos-instituut en Altrecht. Informatie over
de methode bij Els Bransen, [email protected]
Dementie de Baas
Dit is een internetcursus voor mensen die zorgen
voor een vader of moeder of ander familielid met
dementie. Het doel van de cursus is psychische problemen bij deze mantelzorgers te voorkomen door
te werken aan meer grip op de situatie en minder
belasting bij de mantelzorger. De cursus is ontwikkeld door Alzheimer Nederland, Stichting Geriant en
het Trimbos-instituut. De cursus komt in 2011 in het
basispakket van zorgverzekeraar UVIT. Verdere informatie bij Bernadette Willemse: [email protected].
Groepsfamiliebegeleiding
Deze uit de Verenigde Staten afkomstige vorm
van familiebegeleiding heeft tot doel een afname
van gevoelens van belasting te bewerkstelligen bij
gezinnen met een gezinslid met een psychotische
aandoening. Enkele Nederlandse GGZ-instellingen
bieden deze vorm van begeleiding aan waaronder
Altrecht en Rivierduinen. Kenniscentrum Phrenos
biedt mogelijkheden voor training aan in de methode, www.kenniscentrumphrenos.nl.
Samenwerking professionele
zorg en mantelzorg
Familiebeleid en familievertrouwenspersoon
Steeds meer GGZ-instellingen hebben een familiebeleid op basis van de Modelregeling Betrokken
Omgeving (2004) met als doel naastbetrokkenen
als partners in de zorg te erkennen. Voor meer
informatie: www.ggznederland.nl. Een familievertrouwenspersoon kan onderdeel zijn van een
dergelijk familiebeleid. Voor meer informatie: www.
platformggz.nl
Familie als Bondgenoot (FaB)
Familie als Bondgenoot is een scholingsprogramma
met als doel om ervaringskennis van familieleden
en cliënten verder te ontwikkelen en deze kennis te
verbinden met professionele kennis. Verdere informatie op www.familiealsbondgenoot.nl.
De Triadekaart
De Triadekaart is een hulpmiddel om de samenwerking tussen familie van mensen met een psychotische aandoening en hulpverlening inzichtelijk te
maken. Het is ook een instrument aan de hand
waarvan familie kan nadenken over welke hulp zij
wil en kan geven en welke hulp zij van de professionele zorg verwacht. De Triadekaart werd ontwikkeld op initiatief van familie- en cliëntverenigingen
Ypsilon en Anoiksis. Voor verdere informatie:
www.triadekaart.nl.
Mantelzorg­ondersteuning
• Zorgaanbieders zijn verantwoordelijk voor
de ondersteuning van mantelzorgers van
hun cliënten voor zover dit het herstel van
die cliënten beïnvloedt. Zij maken daarover
afspraken met zorgkantoor en zorg­
verzekeraar.
• Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de
(preventieve) ondersteuning van mantelzorgers op grond van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning, prestatieveld
vier. Meer informatie op
www.prestatieveld4.nl .
• Op grond van de wet op de Publieke
Gezondheid zijn gemeenten bovendien
verantwoordelijk voor het bevorderen van
de algemene gezondheid en het voorkomen van ziekten bij risicogroepen. Beleid
ter versterking van de psychische veerkracht van mantelzorgers past in een nota
gemeentelijk gezondheidsbeleid. Meer
informatie op http://www.loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente/.
Feiten en cijfers
Overbelasting voorkomen
• De exacte omvang van deze groep mantelzorgers
is niet bekend.
• In potentie is de omvang van de groep aanzienlijk
want van de Nederlanders in de leeftijdsgroep van
18-64 jaar voldeed in de afgelopen 12 maanden
18% aan de criteria voor een psychische aandoening (1,9 miljoen mensen). Hierbij is schizofrenie
niet meegeteld, een aandoening die in Nederland
bij ongeveer 100.000 mensen voorkomt.
• Er zijn in Nederland naar schatting 864.000 ouders met psychische en/of verslavingsproblemen.
Deze ouders hebben samen 1.600.000 kinderen
onder de 22 jaar die in meer of mindere mate
mantelzorg­taken vervullen.
• Mantelzorgers van mensen met gedragsproblemen of een psychische aandoening lopen meer
risico op (ernstige) overbelasting en gezondheidsschade dan andere mantelzorgers. Zij hebben
vaker psychische en fysieke problemen. Met name
de prevalentie van depressie in deze groep ligt
hoger dan in de algemene bevolking. Moeders,
echtgenotes en mantelzorgers met een laag inkomen lopen het meeste risico op depressie.
Goede professionele zorg voor mensen met een
psychische aandoening, familiebeleid in zorginstellingen, vermindering van het stigma dat een psychische stoornis vaak betekent en maatschappelijke
waardering van mantelzorg helpen bij het tegengaan
van overbelasting. Maar het is niet genoeg. Ook het
versterken van de draagkracht van mantelzorgers
zelf door ondersteuning en het vergroten van kennis
en vaardigheden gaat overbelasting tegen.
Partners in de zorg voor mensen met
een psychische aandoening
• De belangrijkste aanbieder van professionele hulp aan mensen met een psychische
aandoening is de geestelijke gezondheidszorg (GGZ). GGZ-instellingen zijn ontstaan uit fusies van regionale instellingen
voor ambulante GGZ (Riagg), psychiatrische ziekenhuizen en beschermende
woonvormen. Meer informatie: www.
ggznederland.nl
• Naast de GGZ bieden de huisarts, het
maatschappelijk werk, eerstelijns psychologen, vrijgevestigde psychiaters en de
verslavingszorg hulp aan mensen met een
psychische aandoening.
• Mensen met psychische problemen zonder hulpvraag zijn de doelgroep van de
Openbare Geestelijke Gezondheidszorg
(OGGZ). De belangrijkste actoren in de
OGGZ zijn de GGD, GGZ en verslavingszorg, dak- en thuislozenzorg, politie en
justitie.
• Mensen met een psychische aandoening
en hun familieleden hebben zich georganiseerd in een groot aantal cliënten en/
of familieverenigingen. Zij zijn verenigd in
het Landelijk Platform GGZ. Zie voor meer
informatie www.platformggz.nl
INTERVENTIES
Op deze en de volgende pagina vindt u een
overzicht van interventies ter voorkoming van om
overbelasting.
Vroegsignalering
De methodiek Preventieve Ondersteuning Mantel­
zorgers (POM) heeft als doel tijdige signalering van
mantelzorgers om overbelasting te voorkomen.
POM is opgenomen in de databank Effectieve
Sociale Interventies en werd door het RIVM, Loket
Gezond Leven, erkend als theoretisch goed onderbouwde methodiek. Zie: http://www.loketgezondleven.nl/i-database/interventies/p/13795. Verschillende GGZ-instellingen en thuiszorgorganisaties
gebruiken de methodiek. Het Trimbos-instituut
organiseert regelmatig trainingen voor het leren
werken met de methode. Zie: www.trimbos.nl/
agenda
Educatie en begeleiding
Voorlichting en informatie
Vrijwel alle GGZ-instellingen bieden al dan niet in
samenwerking met familieorganisaties informatieen voorlichtingsbijeenkomsten aan naastbetrokkenen van cliënten. Daarbij wordt onder andere
gebruik gemaakt van het Modulenboek Mantelzorgondersteuning GGZ. Meer informatie:
www.trimbos.nl. Ook hebben GGZ-instellingen
­specifieke websites met informatie en ondersteuning voor familieleden zoals www.familievan.nl en
www.mijngelderseroos.nl.
Pakket Interventie Mantelzorg op
Maat (PIMM)
De werkwijze Pakket Interventie Mantelzorg op
Maat is ontwikkeld om verpleegkundigen in de
GGZ gereedschap in handen te geven voor de ondersteuning van familieleden en mantelzorgers van
ouderen met ernstige psychiatrische problematiek.
Een pilotstudie liet zien dat het verpleegkundigen
lukt om met PIMM een bijdrage te leveren aan een
draaglijker leven voor de mantelzorger. PIMM werd
ontwikkeld door Altrecht Senior, Symfora Ouderen en de VU in Amsterdam. Informatie: Marian
­Zegwaard, [email protected].
Cursussen en trainingen
Groepscursus Psychische problemen in de
familie (PIF)
Deze cursus vermindert overbelasting door het
vergroten van de ervaren grip op de situatie. Er zijn
versies van de cursus voor mantelzorgers van mensen
met respectievelijk schizofrenie, borderline of depressie. De schizofrenie-versie is eveneens opgenomen
in het Handboek Psycho-educatie voor mensen met
een psychose en hun familieleden. Meer informatie:
www.kenniscentrumphrenos.nl. Daarnaast is er een
algemene versie van de cursus. De cursus is opgenomen in de databank Effectieve Sociale Interventies en
werd door het RIVM, Loket Gezond Leven, erkend
als theoretisch goed onderbouwde methodiek.
Zie: http://www.loketgezondleven.nl/i-database/
interventies/p/12081. Vrijwel alle GGZ-instellingen
bieden de cursus regelmatig aan. Het Trimbos-instituut organiseert trainingen voor het leren werken met
de methode. Zie hiervoor: www.trimbos.nl/agenda.
Psycho-educatie carrousel
De carrousel betreft een ingekorte versie van de
cursus Psychische problemen in de familie. Meer informatie bij Netty van Ham, [email protected]
Marokkaanse mantelzorgers
De methode Marokkaanse familie van mensen met
psychosen en schizofrenie is gebaseerd op empowerment en eigen kracht. De methode is ontwikkeld om Marokkaanse families met een familielid
met psychotische problemen en schizofrenie beter
te bereiken en hen in staat te stellen eigen oplossingen te zoeken. De methode werd ontwikkeld door
het Trimbos-instituut en Altrecht. Informatie over
de methode bij Els Bransen, [email protected]
Dementie de Baas
Dit is een internetcursus voor mensen die zorgen
voor een vader of moeder of ander familielid met
dementie. Het doel van de cursus is psychische problemen bij deze mantelzorgers te voorkomen door
te werken aan meer grip op de situatie en minder
belasting bij de mantelzorger. De cursus is ontwikkeld door Alzheimer Nederland, Stichting Geriant en
het Trimbos-instituut. De cursus komt in 2011 in het
basispakket van zorgverzekeraar UVIT. Verdere informatie bij Bernadette Willemse: [email protected].
Groepsfamiliebegeleiding
Deze uit de Verenigde Staten afkomstige vorm
van familiebegeleiding heeft tot doel een afname
van gevoelens van belasting te bewerkstelligen bij
gezinnen met een gezinslid met een psychotische
aandoening. Enkele Nederlandse GGZ-instellingen
bieden deze vorm van begeleiding aan waaronder
Altrecht en Rivierduinen. Kenniscentrum Phrenos
biedt mogelijkheden voor training aan in de methode, www.kenniscentrumphrenos.nl.
Samenwerking professionele
zorg en mantelzorg
Familiebeleid en familievertrouwenspersoon
Steeds meer GGZ-instellingen hebben een familiebeleid op basis van de Modelregeling Betrokken
Omgeving (2004) met als doel naastbetrokkenen
als partners in de zorg te erkennen. Voor meer
informatie: www.ggznederland.nl. Een familievertrouwenspersoon kan onderdeel zijn van een
dergelijk familiebeleid. Voor meer informatie: www.
platformggz.nl
Familie als Bondgenoot (FaB)
Familie als Bondgenoot is een scholingsprogramma
met als doel om ervaringskennis van familieleden
en cliënten verder te ontwikkelen en deze kennis te
verbinden met professionele kennis. Verdere informatie op www.familiealsbondgenoot.nl.
De Triadekaart
De Triadekaart is een hulpmiddel om de samenwerking tussen familie van mensen met een psychotische aandoening en hulpverlening inzichtelijk te
maken. Het is ook een instrument aan de hand
waarvan familie kan nadenken over welke hulp zij
wil en kan geven en welke hulp zij van de professionele zorg verwacht. De Triadekaart werd ontwikkeld op initiatief van familie- en cliëntverenigingen
Ypsilon en Anoiksis. Voor verdere informatie:
www.triadekaart.nl.
Mantelzorg­ondersteuning
• Zorgaanbieders zijn verantwoordelijk voor
de ondersteuning van mantelzorgers van
hun cliënten voor zover dit het herstel van
die cliënten beïnvloedt. Zij maken daarover
afspraken met zorgkantoor en zorg­
verzekeraar.
• Gemeenten zijn verantwoordelijk voor de
(preventieve) ondersteuning van mantelzorgers op grond van de Wet op de Maatschappelijke Ondersteuning, prestatieveld
vier. Meer informatie op
www.prestatieveld4.nl .
• Op grond van de wet op de Publieke
Gezondheid zijn gemeenten bovendien
verantwoordelijk voor het bevorderen van
de algemene gezondheid en het voorkomen van ziekten bij risicogroepen. Beleid
ter versterking van de psychische veerkracht van mantelzorgers past in een nota
gemeentelijk gezondheidsbeleid. Meer
informatie op http://www.loketgezondleven.nl/settings/gezonde-gemeente/.
Gebruikte literatuur
Colofon
Auteur
Els Bransen
Advies
Antoinette Tanja (Movisie) en Els
Ranshuijsen (Mezzo)
Productiebegeleiding
Joris Staal
Vormgeving en productie
Ladenius Communicatie bv
Beeld
www.istockphoto.com
Personen afgebeeld op de omslag van
deze uitgave zijn modellen en hebben
geen relatie tot het onderwerp van deze
uitgave of ieder onderwerp binnen
het onderzoeksdomein van Trimbosinstituut.
Financier
Ministerie van Volksgezondheid,
Welzijn en Sport
Deze uitgave is te bestellen via
www.trimbos.nl/webwinkel met
artikelnummer AF1047
Trimbos-instituut
Da Costakade 45
Postbus 725
3500 AS Utrecht
T: 030-297 11 00
F: 030-297 11 11
© 2011, Trimbos-instituut, Utrecht.
Alle rechten voorbehouden. Niets
uit deze uitgave mag worden
verveelvoudigd en/of openbaar
gemaakt, in enige vorm of op
enige wijze, zonder voorafgaande
toestemming van het Trimbos-instituut.
Boer de A, Broese van Groenou, M,
Timmermans, J. (2009). Mantelzorg.
Een overzicht van de steun van en aan
mantelzorgers in 2007. Den Haag: Sociaal
en Cultureel Planbureau.
Bransen E. (2007). Mantelzorgers van
mensen met psychische problemen.
Hoe de preventieve GGZ deze groep
kan ondersteunen en het lokale
mantelzorgbeleid kan versterken.
Maandblad Geestelijke volksgezondheid,
1, 62, pp 2-12.
Bransen E. & van Mierlo F. (2007). Psychoeducatie voor familieleden van mensen
met schizofrenie; een onderzoek naar de
uitvoering, effectiviteit en implementatie
van de psycho-educatie cursus in de
preventieve GGZ. Utrecht: Trimbosinstituut.
Cuijpers P. (1999). The effects of family
interventions on relatives’ burden: a
meta-analysis. Journal of Mental health,
8, 3, 275-285.
De Jonge M, de Gee A. en Bransen E (2010).
Psychische problemen in de familie; een
groepscursus voor mantelzorgers. Pilotstudie. Utrecht: Trimbos-instituut.
Dorsselaer S van, Graaf R de, Have M ten,
e.a. (2007). Het verlenen van mantelzorg
en het verband met psychische
aandoeningsen. Resultaten van de
‘Netherlands Mental Health Survey and
Incidence Study (NEMESIS). Utrecht:
Trimbos-instituut.
Duzijn B, Lammeren P van, Mierlo F van.
(2000). Mantelzorg zonder zorgen.
Utrecht: Trimbos-instituut
Erp N van, Place C. & Michon H. (2009).
Familie in de langdurige GGZ; deel 1:
Interventies. Utrecht: Trimbos-instituut.
GGZ Nederland (2004). Betrokken omgeving.
Modelregeling relatie GGZ-instelling –
naastbetrokkenen.Amersfoort: Cliëntenen familieorganisaties/GGZ Nederland.
Graaf R de, Have M te, Dorsselaer S van.
(2010). NEMESIS 2: De psychische
gezondheid van de Nederlandse
bevolking. Utrecht: Trimbos-instituut.
Kwekkeboom MH. (2000). De zorg blijft: een
onderzoek onder familieleden en andere
relaties van mensen met (langdurige)
psychische problemen. Den Haag: Sociaal
en Cultureel Planbureau.
Magliano L. (2008). Families of people with
severe mental disorders: difficulties and
resources. Copenhagen, World Health
Organization.
McFarlane WM. (2002.) Multifamily Groups
in the treatment of severe psychiatric
disorders. New York, Guildford Press.
Meijer SA, Smit F, Schoemaker CG, Cuijpers P.
(2006). Gezond verstand; Evidence-based
preventie van psychische aandoeningsen.
Bilthoven: RIVM.
Oudijk D, Boer A de, Woittiez I, Timmermans
J, Klerk M de. (2010). Mantelzorg uit de
doeken. Den Haag: Sociaal en Cultureel
Planbureau.
Siersma T, Meyel B van, Vliet M van. (2005).
Partners van depressieve patiënten.
Een literatuurstudie naar de zorglast
van naastbetrokkenen van depressieve
patiënten. Verpleegkunde 20, 2: 91-111.
Stam H, Cuijpers P. (1999). Psycho-educatie
voor familieleden van psychiatrische
patiënten; de effecten op belasting.
Utrecht, Trimbos-instituut.
Tonkens E, Broecke J. van den & Hoytink M.
(2008). Op zoek naar weerkaatst plezier.
Samenwerking tussen mantelzorgers,
vrijwilligers, professionals en cliënten in
de multiculturele stad. Den Haag; NicisInstitute.
Zwaanswijk M, Verhaak PFM. (2009).
Effectieve kortdurende interventies
voor psychische problemen. Een
kennissynthese over hun toepasbaarheid
in de huisartsenvoorziening. Utrecht:
NIVEL
Websites
Hieronder staan enkele belangrijke websites die als ingang kunnen dienen voor een verdere zoektocht naar informatie.
www.mezzo.nl, de website van de Landelijke vereniging voor Mantelzorgers en Vrijwiligerswerk
www.expertisecentrummantelzorg.nl, met een themadossier over mantelzorgers in de GGZ
www.ggznederland.nl, de brancheorganisatie van de geestelijke gezondheidszorg
www.trimbos.nl, met informatie over psychische problematiek, verslaving en preventie
www.movisie.nl, met informatie over mantelzorgbeleid en de WMO
www.ypsilon.org, met informatie voor familieleden van mensen met schizofrenie of een psychose
www.platformggz.nl, de landelijke cliënten en familiekoepel in de ggz
Mantelzorgers van mensen met
een psychische aandoening
Factsheet
Voor wie
Met dit Factsheet informeren wij beleidmakers, hulpverleners en welzijnswerkers over
een bijzondere groep mantelzorgers: naastbetrokkenen van mensen met een psychische
aandoening. Deze groep mantelzorgers draagt in belangrijke mate bij aan de kwaliteit
van leven van degene waarvoor zij zorgen en aan het voorkomen van (her-)opnamen in
de geestelijke gezondheidszorg. Passende ondersteuning van deze mantelzorgers is van
belang omdat zij een groot risico op overbelasting lopen.
Nederland telt 3,5 miljoen mantelzorgers
Ongeveer driekwart van alle zorg die mensen met een chronische ziekte, aandoening of beperking nodig hebben, krijgen zij van mensen uit hun eigen gezin, familie- of vriendenkring.
Als deze zorg de gebruikelijke zorg voor elkaar in een gezamenlijk huishouden overstijgt,
­spreken we van mantelzorg. Studies van het Sociaal Cultureel Planbureau laten zien dat op jaarbasis 2,6 miljoen mensen meer dan 8 uur per week en/of langer dan drie maanden mantelzorg
geven. Dit betreft 20% van de volwassen bevolking.
Mantelzorg en psychische aandoening: net even anders
Naastbetrokkenen van mensen met een psychische aandoening herkennen zich niet altijd in
de term mantelzorger. Toch vertoont de zorg die zij bieden veel overeenkomsten met andere
mantel­zorg: bieden van emotionele steun, toezicht houden op medicijngebruik, huishoudelijke
hulp of hulp bij het nakomen van verplichtingen als werknemer of ouder. Wat het anders maakt
zijn :
• Schuldgevoelens: mantelzorgers kunnen zich mede verantwoordelijk voelen voor het ontstaan
van de aandoening. • Stigma: over een psychische aandoening praat je moeilijk met anderen. Daarom staan deze
mantelzorgers er vaker alleen voor en dat vergroot hun kans op overbelasting.
• Veranderingen in gedrag en relaties: als gevolg van de aandoening kan iemand zich anders
gaan gedragen (zich terugtrekken, ageren, zichzelf verwaarlozen). Dit bemoeilijkt de relaties
met anderen.
• Juridische bescherming van de patiënt: behandeling en opname zijn in principe alleen mogelijk
wanneer de patiënt hiermee instemt. Daardoor komt er soms meer zorg terecht bij de mantelzorger dan deze wil of kan geven.
• Onvoorspelbaarheid: vanwege de onvoorspelbaarheid in het beloop van psychische aandoeningen blijft in ‘goede periodes’ de angst voor terugval bestaan. En dat geeft druk.
Download