VERSLAG ADVIESGROEP NETWERK KEMPEN DINSDAG 17 JANUARI 2017 1. Enkele aankondigingen De voorbereiding van de adviesgroep wordt opgenomen door de trekkersgroep. Indien mensen interesse hebben om hieraan mee te werken, kan je je contactgegevens doorgeven via [email protected] . Mensen die graag de uitnodigingen en verslagen ontvangen kunnen hun mailadres doorgeven. Het programma 2017 van de adviesgroep is steeds beschikbaar op www.ggzkempen.be. 2. Bespreking thema Hebben hulpverleners voldoende aandacht voor (lichamelijke) zorg? Wat kan beter, wat loopt goed? Voorzitter: Erik Van der Eycken Verslaggeving: Inge Peeters 2.1 Wat verstaan jullie onder hulpverleners? Hulpverleners in de GGZ die dicht bij de cliënt staan. Er waren op deze adviesgroep het merendeel hulpverleners aanwezig o.a. : psychiatrische verpleging, LZ-team, psychologen, familiehulp, PVT Turnhout, Beschut Wonen,…… Hulpverlening algemeen : huisartsen, tandarts, gynaecoloog, specialisten, kinesist, diëtist,…. 2.2 Wat verstaan jullie onder lichamelijke zorg? Zorg rekening houdende met het somatische! Medicatie o Belangrijk om een luisterend oor te bieden en voldoende aandacht te schenken aan klachten tijdens een behandeling. Bv. Beven, loom gevoel, kans op trombose, gewichtstoename ( al dan niet afhankelijk van het krijgen van meer eetlust), hartkloppingen, het vasthouden van vocht,…….. o Er werd opgemerkt dat het verschaffen van informatie omtrent de medicatie afhankelijk is van de behandelende arts, verpleegkundigen,… Het besef is er ook dat bij sommige cliënten het innemen hiervan dan niet gebeurt. Toch blijkt men graag op de hoogte te zijn van de meest voorkomende bijwerking(en) van het medicijn en mogelijke alternatieven. Beweging o Hierin speelt het budget een grote rol. Zowel voor de hulpverlening als voor een cliënt buiten de opname. Ook is het soms moeilijk voor personen om hun schaamte hieromtrent te overwinnen. o Mensen informeren over de ‘uit-pas’ (goedkoper dan) en/ of de vrijetijdspas is belangrijk o Er is al informatie beschikbaar maar deze is niet door iedereen gekend: overzicht vanuit werkgroep dagactivering, project wandelcoach, zorgpaden beweging,… o De juiste partners bundelen en dan ook nog betaalbaar houden. Bv.: een afspraak tussen fitnesscentra en zorgcentrum of Mededelen van activiteiten die nog mogelijk zijn op het terrein, mits een kleine bijdrage, na de opname, in het zorgcentrum zelf. o Ook is het motiveren van mensen niet zo evident o Velen sporten nog zelden. Mogelijk aanpassen van de sport aan de hand van de deelnemers. o Het oplopen van blessures. Vaak te weinig opwarming voor aanvang. o Men neemt niet graag alleen deel aan een activiteit. o Het blijkt dat, afhankelijk van de afdeling, het motiverender werkt als de cliënten worden betrokken in het organiseren van activiteiten. o Voeding o Ook hier speelt het budget weer een enorme rol. o Ook eten mensen vaak niet graag alleen. Een groepje deelnemers werkt motiverend. Op bepaalde afdelingen wordt hier reeds rond gewerkt (open opname, Poorthuis, …) o Waar kan men goedkoop gaan eten? o Is er een mogelijkheid om eten thuis te laten bezorgen? o Het is belangrijk om vanuit de zorgverlening tijdens en na opname aandacht te hebben voor de basisbehoeften! o Bewoners van Beschut Wonen en hun begeleider komen 1x per week samen om een activiteit te plannen en om maaltijden te bespreken. Hier kookt men vaak gezamenlijk of met een beurtrol. o Thuiszorg die de vrijetijdsbesteding en/of voeding opvolgt. o Tijdens de opname meer aandacht besteden aan budget koken (waar vindt men informatie) en/ of het samen koken 2.3 Is er voldoende aandacht voor dit thema vanuit de hulpverlening? Cliënten merkten op dat er vaak niet genoeg overleg plaatsvindt tussen de verschillende hulpverleners. Het gevoel heerst er dat lichamelijke en psychische zorg niet goed samengaan. Somatische klachten kunnen ook invloed hebben op het psychische. De cliënt heeft behoefte aan een luisterend oor. Bij een langdurige/chronische ziekte, is de nodige zorg , van de ook psychisch kwetsbare cliënt vaak niet voldoende aanwezig. Beide aspecten vragen de nodige aandacht. Is er een tussenweg die ervoor zorgt dat het ene het andere niet gaat uitsluiten? Bv. een verblijf met zowel voldoende somatische al psychische hulp. Daarbij vaak nog rekening houdende met het financiële aspect. In het geval van acute lichamelijke zorg , wordt er naar het oordeel van de cliënten, vaak te lang gewacht om er de nodige dokter bij te halen. Ook als de cliënt er zelf om vraagt. Bv. Een persoon die al enkele dagen moeilijk ademt, hoest, koorts heeft , … Ook al zijn de somatische klachten gelinkt met het psychische, heeft de cliënt er vaak toch baat bij om een dokter te zien. Het kan symptomen verminderen door een vorm van geruststelling. Ook het personeel kan hier een luisterend oor bieden. De aanwezige hulpverleners lieten verstaan dat dit toch al de nodige aandacht krijgt op bepaalde afdelingen en/of zorgcentra. Het is een gedeelde verantwoordelijkheid tussen hulpverleners en cliënten. In hoeverre de verantwoordelijkheid bij één van beide partijen ligt, is afhankelijk van de individuele situatie. 2.4 Zijn cliënten voldoende geïnformeerd? In hoeverre heeft een cliënt het recht om zelf hulp van buitenaf te vragen als het om somatische klachten gaat? bv. Tandarts, huisarts, gynaecoloog, eigen specialist,….. Of wat gebeurt er als er sprake is van een nodige ziekenhuisopname? Er werd gesuggereerd om dit ook in de info/onthaalbrochure te zetten! Velen weten ook niet hoe het systeem werkt als men buitenaf naar een behandelend arts moet geraken. Sommigen geraken er niet op eigen kracht, met familie, vrienden,... En als het toch dringend blijkt te zijn, krijgt de ene vervoer vanuit het zorgcentrum, de andere niet. Wat is de algemene afspraak hieromtrent? Er is meer nood aan psycho-educatie Mogelijkheden om de familie meer te betrekken. Is het makkelijker via info-momenten om hen meer vertrouwd te maken? Bv. Op Psychosezorg heeft men info-momenten,….. Voorstel om via het bezoekerscentrum een moment voor de familieleden en ruimere context te voorzien Er is de behoefte aan een mentor en/of buddy. Iemand die de cliënt onder zijn hoede neemt. Kan er een checklist worden opgemaakt onder het personeel waar men kan aanvinken waarrond er reeds iets besproken is/in orde gemaakt is? Bv. Rond beweging, voeding, huisvesting, medicatie, de nodige nazorg,….. Dit kan gecontroleerd worden voor het beëindigen van een opname/ behandeling binnen het zorgcentrum. Conclusies: Samenwerking tussen hulpverleners binnen en buiten een zorgcentra is belangrijk Onder lichamelijke zorg verstaat men vooral zorg rekening houdende met het somatische maar ook het belang van de nodige aandacht voor medicatie, beweging en voeding werden aangehaald Een luisterend oor kan wonderen doen (luisteren naar de klachten die de cliënt ervaart) Het belang van voldoende informatie werd meermaals aangehaald (bijwerkingen medicatie, mogelijkheden beweging, regelingen indien er hulpverlening buiten de opname nodig is,…). Zowel cliënten als hulpverleners hebben nood aan informatie Personen zijn meer gemotiveerd om te bewegen of gezond te koken als ze dit in groep kunnen doen en worden eveneens graag betrokken bij het organiseren van activiteiten Bij sport zijn er cliënten die blessures oplopen doordat ze niet kunnen opwarmen (zeker belangrijk als je lang niet gesport hebt) Men heeft het gevoel dat psychische en somatische zorg niet altijd goed samen gaan, terwijl aandacht voor beide aspecten belangrijk is Aandacht voor de basisbehoeften zowel tijdens als na een opname is essentieel Er is veel verschil tussen verschillende hulpverleners, afdelingen en zorgcentra als het gaat over hoe cliënten aanvoelen of iets al dan niet reeds goed loopt Een mentor/buddy is voor velen ondersteunend Het financiële aspect is belangrijk en vaak een drempel om gebruik te maken van verschillende voorzieningen (beweging, voeding,….) Aandacht voor dit thema is een gedeelde verantwoordelijkheid. In hoeverre de verantwoordelijkheid bij wie ligt, is afhankelijk van de individuele situatie. Aanbevelingen: Voldoende aandacht besteden aan het somatische en de samenhang met het psychische. Gehoord worden kan hierbij al veel betekenen Indien wenselijk voldoende informatie geven over mogelijke bijwerkingen van medicatie en aandacht voor alternatieven Informatie omtrent regelgeving voor zorg van buitenaf mee opnemen in (onthaal)brochures Verder uitwerken van het bestaande overzicht van mogelijke dagbesteding vanuit de werkgroep dagactivering Inzetten op verstrekken van informatie/bekend maken aanbod voor oa beweging na een opname en hierbij rekening houden met het financiële aspect Groepsaanbod werkt, zeker op blijven inzetten en, waar mogelijk, verder uitwerken Persoonlijk netwerk van cliënten voldoende benutten Checklist opstellen voor het personeel zodat men kan aanvinken wat al dan niet reeds in orde is gebracht tijdens een opname of bij afronding beweging, voeding, huisvesting, medicatie, nazorg,….) Verder inzetten op psycho-educatie 3. Vergaderdata Deze zijn terug te vinden in het jaarprogramma. Als je dit niet hebt dan kan je één van de cliëntenvertegenwoordigers contacteren.