28 BELEGGEN SMALL CAPS RENDEMENT EN RISICO IN VELE SCHAKERINGEN Nederlandse pensioenfondsen hebben te weinig aandacht voor kleinere beursgenoteerde ondernemingen. Dat kan rendement kosten. TEKST MIRANDA SCHOUTSEN GETIPT VOOR HET BESTUUR S mall en mid caps vormen een aanzienlijk deel van alle beursgenoteerde ondernemingen. Ze zijn goed voor zo’n 15% van de totale wereldwijde beurswaarde. Maar een dergelijk belang hebben de kleine beursgenoteerde ondernemingen zelden in de beleggingsportefeuille van pensioenfondsen. ‘Een pensioenfonds dat niet voor deze categorie kiest, laat dus een groot potentieel liggen’, zegt Monique Donders, hoofd institutionele klanten bij BlackRock. Gideon Smith, hoofd Europese beleggingen bij Axa IM Rosenberg, noemt small en mid caps zelfs een ‘genegeerde beleggingsklasse’. ‘Kleinere beursgenoteerde ondernemingen nemen zelden een strategische positie in binnen de portefeuille.’ Dat beeld wordt bevestigd in een recente enquête onder 115 institutionele partijen in opdracht van Axa IM. Van de bevraagde beleggers had 80% beleggingen in deze categorie, met een gemiddelde allocatie van 6 tot 9%. Smith: ‘Terwijl een gewicht van 15% vanuit strategisch perspectief het uitgangspunt zou moeten zijn, gezien de beurswaarde die deze groep aandelen vertegenwoordigt.’ INEFFICIËNTIES 'TIJD NEMEN VOOR OPBOUW ÉN AFBOUW VAN PORTEFEUILLE' MONIQUE DONDERS, BLACKROCK Keuze is er voldoende, zegt Jan Willem Berghuis, portefeuillebeheerder bij Kempen Capital Management. ‘Wereldwijd zijn er 6000 aandelen met een beurswaarde tot €4 miljard die zich kwalificeren voor ons beleggingsuniversum.’ Tegelijkertijd is het aantal fondsmanagers en analisten dat naar small caps kijkt beperkt. ‘Daardoor zijn er veel meer mogelijkheden om van inefficiënties in deze markt te profiteren.’ Daar komt bij dat small caps in potentie beter renderen dan large caps. Aandelen met een marktkapitalisatie tot circa een miljard euro bieden op de lange termijn tot wel 2% extra rendement. Dit zogenoemde ‘size’-effect is onder meer aangetoond door de Amerikaanse economen Fama en French (zie grafiek). Donders van BlackRock is iets voorzichtiger en houdt het op een premie van ongeveer 1% voor small caps. Dat extra rendement komt natuurlijk niet zomaar uit de lucht vallen. ‘Small caps hebben een duidelijk hogere volatili- BELEGGEN ‘SMALL CAPS OOK GOED PASSIEF TE BENADEREN’ Pensioenfonds voor Horeca en Catering (PH&C) besloot vorig jaar de twee actief beheerde smallcapportefeuilles voor Europese en Amerikaanse aandelen om te zetten in een gecombineerd passief mandaat. ‘Wij hebben sowieso een voorkeur voor passieve oplossingen voor aandelenbeleggingen’, verklaart Bas van Ooijen, vermogensbeheerder bij PH&C. ‘Structureel waarde toevoegen met actief management blijkt moeilijk. En smallcapaandelen zijn heel goed te benaderen met een passief mandaat op basis van een gecombineerde benchmark van MSCI US en European small caps indices. Die benchmarks zijn zo gespreid dat er voldoende te kiezen is.’ Het pensioenfonds koos bewust niet voor een wereldwijde benchmark. ‘Door Azië of opkomende markten toe te voegen neemt het aantal aandelen enorm toe, terwijl deze regio’s maar een beperkt deel van de wereldwijde markt voor small caps vertegenwoordigen. Dat vraagt veel capaciteit om te analyseren. Het is een afweging van kosten versus rendement.’ 'SMALL EN MID CAPS ZIJN GENEGEERDE BELEGGINGSKLASSE' GIDEON SMITH, AXA IM teit. En bij echt lokale small caps zit er ook een illiquiditeitspremie in. Een pensioenfonds dat posities in small caps wil opbouwen, moet daar wel de tijd voor nemen. Ook om die posities weer af te bouwen. Daar moet je rekening mee houden in de risicohouding.’ BETER RENDEMENT Natuurlijk vraagt deze categorie om een grote researchinspanning, erkent Smith van Axa IM. ‘Maar op de lange termijn biedt ze een beter voor risico gecorrigeerd rendement dan large caps.’ Bovendien brengen aandelen met een lagere beurswaarde naast deze ‘size’-premie ook interessante diversificatievoordelen, merkt hij op. De grote hoeveelheid onderzoek die nodig is om het hele universum te doorgronden, zorgt ervoor dat sommige managers inzetten op bepaalde landen of sectoren. Maar juist vanwege de grote verschillen in rendement is het beter om de individuele aandelen te analyseren, meent Smith. ‘Wij kiezen daarom voor een breed gediversifieerde portefeuille. Met onze systematische benadering en gedetailleerde fundamentele analyse destilleren we ondergewaardeerde aandelen uit een exceptioneel brede groep van 12.000 small caps wereldwijd. Alle financiële gegevens van een bedrijf worden met behulp van Het mandaat werd verstrekt aan Northern Trust, de partij die voor het pensioenfonds ook het beursgenoteerde vastgoed passief beheert. ‘Zij kijken in hun dienstverlening sterk naar de meest efficiënte invulling; of een volledige replicatie van de index nodig is, of dat het ook met minder kan. Ze letten daarbij sterk op de kosten.’ ‘FALLEN ANGELS ERUIT HALEN’ Rabobank Pensioenfonds heeft de aandelenportefeuille van circa €7 miljard voor 80% ingericht met factorstrategieën waarbij wordt gekeken naar risicobronnen als momentum, waarde, lage volatiliteit en kwaliteit. Ook omvang is een criterium. Small caps zijn goed voor 10% van de aandelenportefeuille in ontwikkelde markten. ‘Natuurlijk kun je small caps volgen via een index’, zegt Bernard Walschots, directeur van het Rabobank Pensioenfonds. ‘Maar wij zien toegevoegde waarde in een actieve benadering van de factor ‘size’. Door selectie kunnen onze managers ‘fallen angels’ – aandelen die te veel zijn afgestraft – of ‘glamour aandelen' - aandelen die juist ongefundeerd populair zijn - eruit halen.’ ‘Onze twee managers Dimensional en Axa Rosenberg hebben een verschillende benadering. Dimensional heeft een heel brede portefeuille met wel duizenden posities. Selectie geschiedt op basis van momentum en waarde, liquiditeit is minder belangrijk. Binnen het Axa-mandaat is juist meer oog voor de liquiditeit. Dat is een meer gefocuste strategie waarbij vooral gekeken wordt naar de fundamentele waardering van bedrijven.’ ‘Deze twee managers zijn nu vijf kwartalen bezig. Het afgelopen jaar realiseerden ze een outperformance van respectievelijk 48 en 78 basispunten. Maar uiteindelijk beoordelen we ze op hun toegevoegde waarde als het gaat om het voor risico gecorrigeerde rendement (sharpe ratio) en de outperformance in verhouding tot de onderliggende volatiliteit (informatieratio). We verwachten dat de managers over een cyclus van vier tot zeven jaar hun bijdrage hieraan leveren.’ 29 30 BELEGGEN 'GEEN GESCHIKTE CATEGORIE OM PASSIEF TE VOLGEN' JAN WILLEM BERGHUIS, KEMPEN FOCUS Berghuis van Kempen meent dat small caps geen geschikte categorie zijn om passief te volgen. De grote wereldwijde groep aandelen biedt juist mogelijkheden om door selectie waarde toe te voegen, vindt hij. ‘Het is een kwestie van focus aanbrengen.’ Donders van BlackRock wijst erop dat de grote spreiding in rendement bij individuele small en mid caps zorgt voor zowel zwaar positieve als negatieve uitslagen. ‘Dat biedt meer ruimte voor actief management.’ Maar het neerwaarts risico is dan ook groter, waarschuwt ze. ‘Beleggers moeten daar bewust een deel van hun risicobudget aan alloceren.’ LANGETERMIJN OUTPERFORMANCE: DE SMALL-CAP PREMIUM 10000000 VS Small Caps 1000000 VS Large Caps 100000 Small-cap Premium 13% 11% 10000 1000 100 UITSTEKEND INSTAPMOMENT 10 1 1940 Vanuit kostenoverwegingen is er een grote verschuiving van actief naar passief management geweest bij Nederlandse pensioenfondsen. ‘Maar daarbinnen brengen pensioenfondsen steeds meer accenten aan door bewust risico en kosten te alloceren aan bepaalde categorieën’, zegt Donders. ‘Onder meer door te kiezen voor factorstrategieën die zich richten op een specifieke anomalie in de markt. Inspelen op de ‘size’-factor, met small en mid caps, kan één van die accenten zijn.’ 1950 1960 1970 1980 1990 2000 2010 Gem % per jaar Korte termijn kan volatiliteit hoger zijn BRON: Kempen Capital Management, Fama French US return data 1940-2015 geïndexeerd, large-caps 30% met hoogste marktkapitalisatie, small-caps onderste 70% econometrische waarderingsmodellen doorgelicht. En we verzekeren ons ervan dat we blootstelling hebben aan elk land en iedere regio of sector. Daardoor houden we aandelen in honderden bedrijven aan. Voor elke kans die we zien, is er altijd een alternatief dat we minstens zo aantrekkelijk vinden.’ Om de beleggingen overzichtelijk te houden, focussen sommige pensioenfondsen op Europese en Amerikaanse small caps. Donders: ‘Er zijn maar weinig analisten die naar kleine ondernemingen kijken in andere regio’s, zoals emerging markets. Dus er is minder informatie beschikbaar. Maar wat ook telt, is dat opkomende markten van zichzelf al een hoger risicoprofiel hebben. Dan alloceer je dus dubbel risico aan een en dezelfde categorie terwijl je de ‘size’-premie ook in andere regio’s kunt genereren.’ Smith merkt op dat de waarderingen voor de beleggingscategorie in haar geheel nogal hoog uit kunnen vallen. De koerswinstverhouding van de MSCI World Small Cap Index lag in 2015 bijvoorbeeld op 25,5, terwijl die voor de standaard MSCI World op 17,6 staat. ‘Maar je kunt de zwakke bedrijven met een lage winstgroei of een kwetsbare financiële positie er relatief eenvoudig uitfilteren. Een goed argument om een vermogensbeheerder in te schakelen die gebruikmaakt van zijn ‘investment skills’.’ Terwijl beleggers volgens Smith hun allocatie naar small en mid caps in ieder geval vanuit strategisch oogpunt zouden moeten ophogen, ziet hij ook tactische argumenten daarvoor. ‘Er is duidelijk momentum voor small caps. Het is een uitstekend moment om in te stappen. Small caps zijn een stuk minder duur dit jaar.’ De verwachte koerswinstverhouding van de MSCI World Small Cap voor komend jaar staat op 17,5. ‘Small caps lijken het altijd goed te doen wanneer large caps middelmatig presteren. Beleggers gaan dan op zoek naar rendement in andere categorieën.’ Dit beeld wordt bevestigd in het eerdergenoemde onderzoek dat Axa IM deed onder Europese beleggers. ‘Een derde van de ondervraagde partijen stelde dit jaar de allocatie te gaan verhogen.’