Commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd Datum commissievergadering: 25 april 2001 DIS-stuknummer Secretaris Doorkiesnummer` Behandelend ambtenaar Dienst/afdeling Nummer commissiestuk Status Datum Bijlagen : : : : : : : : : : : : 747116 mw. J.M.C. de Kort 073 6812289 J.J.M. Meulepas REW/Zorg VOJ-0215 ter advisering ter bespreking ter kennisneming ter vaststelling 10 april 2001 1 Onderwerp: Combifonds Maatschappelijke Voorzieningen. Voorstel aan commissie: Instemmen met bijgaande notitie. Eventuele nadere opmerkingen: Overeenkomstig het door Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant genomen besluit, namens deze, mw. J.M.C. de Kort, secretaris Commissie voor volksgezondheid, ouderen en jeugd Bijlage: 1. Notitie (digitaal beschikbaar) 317502291 Beleidsnotitie in het kader van de ontwikkelingen op het terrein van Zorg, in samenhang met de leefbaarheid op het platteland en inspelend op de verbeterde mogelijkheden tot behoud cq. herstel van het voorzieningenniveau in de Brabantse dorpen, uitmondend in een positieve invloed op de sociale duurzaamheid in deze kernen. Het Combi fonds Maatschappelijke Voorzieningen. Ten behoeve van: Bevorderen leefbaarheid in de kernen Analyse en verkenning van lokale problematiek Algemene stimulering/activering en bevorderen van participatie, met een extra accent op de meer kwetsbare groepen (Mede)uitvoering in woon/zorg voorzieningen Mogelijke koppeling in gebouwelijke zin van welzijn, wonen, zorg met semi-commerciële en commerciële zaken, d.m.v. multifunctionele gebouwen. Hierin de verschillende verantwoordelijkheden van de samenwerkende partijen vastleggen Benutten van automatisering in zorg en wonen (domotica) Uit: Bestuursakkoord 1999-2003 (blz.9) “In het kader van de herstructurering van het landelijk gebied, komt er een gericht beleid om het voorzieningenniveau in klein de kernen op een creatieve, vernieuwende wijze op peil te houden”. 317502291 -1- 1. Huidige ontwikkelingen. 1.1. Algemeen. De druk op het voorzieningenniveau in de dorpen op het platteland is nog steeds groot. Nog steeds verdwijnen bestaande voorzieningen in de dorpen op het Brabantse platteland, hetgeen een negatieve invloed heeft op de leefbaarheid op het platteland. De wens en de noodzaak vanuit economisch perspectief om activiteiten te bundelen en te concentreren leidt tot schaalvergroting waardoor het bestaande voorzieningen-niveau in de dorpen achteruit loopt. De beperkte groeimogelijkheden in de dorpen versterken dit beeld. Het gescheiden aanbieden van diverse functies vanuit verschillende instellingen en vanuit verschillende gebouwen brengt het draagvlak voor een goede exploitatie van de los van elkaar functionerende voorzieningen in gevaar. Gevolg is dat de noodzaak tot verkoop versneld wordt (bijv. consultatiebureaus kruiswerk, postkantoren, bankfilialen). Met de verkoop van het gebouw verdwijnt ook vaak de tastbaar aanwezige functie uit het dorp, terwijl dit bij een meer gezamenlijke aanpak vanuit de verschillende instellingen/ondernemers niet direct noodzakelijk is. Het reeds lang toegepaste provinciale adagium van “kleinschaligheid in groter verband” kan ook hier een meer specifiek toegesneden oplossing bieden. Onderzoeken van het Provinciaal Opbouworgaan Noord Brabant (PON), de Provinciale Raad voor Volksgezondheid en Maatschappelijke Zorg (noodplan voor 40 intensieve steunpunten in de Zorg) alsmede van het Provinciaal Welzijnsberaad Ouderen (PWO) wijzen sterk in deze richting. Meer samenwerking is dan een vereiste. 1.2. Waardering voor eigen omgeving/vermaatschappelijking in de Zorg Naast het streven naar meer doelmatigheid zijn er echter in de afgelopen jaren ook positieve tendensen te ontdekken die juist een impuls kunnen geven aan het behoud, herstel en versterking van het voorzieningenniveau in de kern. Niet langer wordt alles alleen in termen van doelmatigheid beoordeeld, maar stijgt de waardering voor het sociale aspect. Hierdoor wordt ook de kleinschaligheid meer en meer in positieve zin beoordeeld. Er is een stijgende waardering te ontdekken om te kunnen blijven wonen in de eigen woonplaats, ook als eventuele verzorging noodzakelijk wordt. Gelet op de demografische ontwikkelingen zal de behoefte hieraan snel stijgen. Verzorging en verpleging in de eigen omgeving schept ook betere mogelijkheden voor mantelzorg en vrijwilligerswerk. Daarnaast zal ook een groter beroep op de lokale arbeidsmarkt mogelijk worden. Vooral voor herintredende werknemers in zorg en welzijn zal een baan in de eigen omgeving vanwege bereikbaarheid en binding aantrekkelijk zijn. Kwaliteit in de zorg is niet meer alleen een kwestie van medischtechnische behandeling . Ook het kunnen blijven wonen en leven in de directe eigen omgeving bepaalt mede de kwaliteit van leven, ook al is er sprake van meer intensieve zorg. Ook de nog maar pas ingezette vermaatschappelijking in de zorg biedt nieuwe kansen op het terrein van kleinschaligheid en versterking van voorzieningen in de kleinere dorpen. Op het deelterrein van de verstandelijk gehandicapten is onder aanvoering van diverse ouderverenigingen de vermaatschappelijking (waarbij de kinderen in de eigen omgeving kunnen blijven wonen en verzorgd worden) verreweg het meest ontwikkeld. Echter ook op het terrein van de ouderenzorg zal deze tendens zich snel versterken, als de individuele persoonsgebonden budgetten zullen toenemen en de ouderen zelf of met familie kunnen bepalen, waar de zorg wordt afgenomen. Kleinschalige zorg/wooncomplexen in de eigen omgeving kunnen dan voor een belangrijk deel een oplossing bieden. -317502291 -2- En ook de provincie Noord Brabant heeft door middel van het provinciale project zorg en wonen concreet op deze kleinschaligheid ingespeeld, zowel qua huisvesting als qua zorg. 1.3. De welzijnsvoorzieningen Op het terrein van welzijn zijn in de afgelopen tientallen jaren vele voorzieningen verdwenen. Dit beleid vraagt thans in het kader van sociale duurzaamheid om een heroverweging. Gemeenschapshuizen dienen in functioneel opzicht, maar ook in samenhang met andere functies op het terrein van zorg, en van wonen opnieuw te worden bezien. Zeker de demografische ontwikkelingen versterken deze noodzaak. Juist wanneer functies als welzijn, wonen, zorg en andere functies in meer gemeenschappelijkheid en samenhang tot ontwikkeling worden gebracht, ontstaan er nieuwe kansen op dit terrein. De primaire verantwoordelijkheid voor het in stand houden danwel creëren van de welzijnsvoorzieningen ligt bij de gemeenten. 1.4. De Rijksontwikkelingen Ook het rijk waardeert en versterkt de mogelijkheden van kleinschaligheid. Juist ook op het terrein van zorg en wonen heeft het Rijk (VWS en VROM) een stimuleringsregeling wonen en zorg ontwikkeld, die nieuwe kleinschalige woon/zorg voorzieningen stimuleert. Ook andere ontwikkelingen gericht op de persoonlijke keuze van mensen zelf, krijgen steeds meer ruimte. Gewezen wordt op het persoonsgebonden budget op het terrein van de zorg. Mensen bepalen dan zelf op het terrein van wonen, welzijn en zorg of ze in de eigen omgeving kunnen blijven. 1.5. Automatisering en domotica. Tenslotte zal ook de toenemende automatisering kunnen bijdragen om mensen in hun eigen omgeving te laten blijven wonen en zonodig te verzorgen. Rol en mogelijkheden, als telewinkelen, telebankieren nemen snel toe. Ook het opwaarderen van bestaande woningen zal het voorzieningenniveau in de eigen kern positief beïnvloeden. Gedacht kan dan worden aan de deelprojecten domotica, het opplussen van huurwoningen en het project blijvend thuis in eigen huis. -317502291 -3- 2. De huidige provinciale inzet. 2.1. Àlgemeen. De provincie is actief op verschillende terreinen , die in relatie gebracht kunnen worden tot het voorzieningenniveau in de dorpen op het platteland. Dat geldt vooral voor het deelterrein Zorg in samenhang met welzijn en wonen, maar ook in het kader van het versterken van integraal provinciaal beleid komen afstemming en samenwerking met andere deelterreinen , zoals welzijn, investeringsbudget stedelijke vernieuwing (I.S.V.) en met verkeer en vervoer, meer en meer in beeld. 2.2. Inzet vanuit Zorg. Op het terrein van zorg worden een drietal provinciale taakstellingen onderscheiden t.w.: 1. taakstelling op het terrein van analyse, nader onderzoek en stimulering hiervan 2. taakstelling op het terrein van stimuleren, activeren en participeren in de uitvoering 3. taakstelling op het terrein van concrete (mede) uitvoering, bijv. investeringsbijdrage op het terrein van zorg en wonen. Ad. 1 Taakstelling op het terrein van analyse en nader onderzoek. Het betreft hier de deelregeling Zorg om het Dorp. De ervaringen met deze regeling zijn positief. Echter deze regeling is nogal toegespitst op het terrein van de Zorg. Een terechte kritiek vanuit de gemeente is het ontbreken van de samenhang met welzijn en wonen. Een verbreding van deze regeling is dan ook noodzakelijk, waarbij echter aangetekend dient te worden dat reeds in 2000 meer dan helft van de aanvragen moest worden afgewezen. Verbreding van deze regeling zal vanuit de gemeenten en instellingen tot een verhoogd beroep leiden, waarvoor dan extra middelen noodzakelijk zijn. Ook worden uit dit deelbudget kleine op uitvoering gerichte projecten gefinancierd. Ad 2. Taakstelling op het terrein van stimuleren, activeren en participeren. Een van de beste provinciale projecten is ongetwijfeld het project “Vitaal Grijs”. Zowel op het terrein van het stimuleren, activeren als bevorderen van de participatie heeft dit project een stevige bijdrage geleverd. Naast de provinciale projecten zoals JOOP, en de vier regionale deelprojecten als werkwijzer, veiligheid en automatisering dient de slag richting gemeenten nog gemaakt te worden. Het deelproject “Is uw gemeente Ouderenproof”, kan hiertoe een belangrijke bijdrage leveren. De huidige financiële druk op het project Vitaal Grijs vanuit de provinciale en regionale deelprojecten is groot en voor de slag naar de gemeenten zullen dan ook additionele middelen noodzakelijk zijn. Ad. 3. Taakstelling vanuit de (mede) uitvoering. Het betreft hier de deelregelingen “Zorg en Wonen”, “Zorg en Zaken” , “Zorg en Domotica”. Zorg en Wonen. Met betrekking tot de deelregeling Zorg en Wonen is in 2000, redenerend vanuit een positieve benadering van kleinschaligheid (zie het door PS en GS overgenomen advies van de PRVMZ tot de bouw van 40 kleinschalige steunpunten voor intensieve zorg), een belangrijke stap gezet in de afstemming tussen volkshuisvesting (wonen) en zorg. Door de gedeputeerde Zorg en de gedeputeerde Volkshuisvesting zijn voor gemeentebestuurders/ambtenaren vier regionale bijeenkomsten -317502291 -4- georganiseerd, waaraan liefst 250 gemeentelijke bestuurders/ ambtenaren deelnamen, zowel vanuit volkshuisvesting als zorg. Met deze regeling is een belangrijke concrete bouwsteen aanwezig om kleinschalige zorg/ woon complexen voor intensieve zorg te bouwen, ook in de kleinere dorpen. De druk vanuit de gemeenten, woningbouwcorporaties, zorgvragers, instellingen is groot en biedt goede kansen tot verbetering van het voorzieningenniveau in de dorpen. De huidige provinciale bijdrage bedraagt maximaal ƒ 200.000,-- per complex, hetgeen gelet op het vaak totaal ongedekte saldo beperkt is. Andere partners dragen dan zorg voor het resterende tekort. Het is nu al zo dat het totaal aan aanvragen de beschikbare middelen ver overtreft. Zeker tegen het succes van de onlangs gehouden 4 regionale bijeenkomsten zal het aantal initiatieven toenemen. Zo zijn er alleen al in Noordoost-Brabant op het deelterrein van verstandelijk gehandicapten thans zo`n 18 tal ouderinitiatieven , om hun verstandelijk gehandicapte kinderen in de eigen omgeving te laten blijven wonen, en daar verzorging en welzijn (participatie op alle terreinen) te bieden.. Zorg en Zaken. Met deze regeling probeert de provincie een verbindende schakel te leggen tussen de zorg/woon en welzijnsvoorzieningen enerzijds en de semi-commerciële en commerciële voorzieningen anderzijds. Juist de combinatie kan van doorslaggevende betekenis zijn voor het voortbestaan c.q. herstel van het voorzieningenniveau in het dorp. Zorg, wonen en Domotica. De automatisering kan een belangrijke bijdrage leveren in het kunnen blijven wonen en verzorgen van mensen in hun eigen omgeving en dorp. 2.3. Vanuit andere sectoren. 2.3.1.Sociaal beleid. Vanuit het sociale beleid wordt via pilots getracht de verder noodzakelijk geachte integratie zowel op kernniveau, op wijkniveau in de grote steden als op regionaal niveau te versterken. Voorbeelden zijn het project sociaal beleid van de gemeente Moerdijk en dat in het Land van Cuyk. 2.3.2.ISV Door het Rijk is een aantal prestatievelden benoemd. Een aantal daarvan hebben directe relaties met de leefbaarheid, het voorzieningenniveau en de sociale samenhang in kern en/of wijk. Door de provincie Noord-Brabant zijn hierbinnen een aantal eigen accenten gelegd. Eén daarvan betreft de relatie fysiek/ sociaal. Hieraan wordt concreet invulling gegeven bij de toekenning van de eerste 10 projecten in de 1e tranche 2000, alwaar vier projecten een directe samenhang hebben met het beleid van zorg en wonen voor ouderen in betreffende gemeente. 2.3.3.Brabant Uitgelijnd en Voorzieningen paragraaf in (concept) Streekplan. Ten aanzien van voorzieningen is het provinciaal beleid erop gericht de bestaande verzorgingsstructuur te versterken. Onder voorzieningen verstaat het provinciaal bestuur de detailhandel, onderwijs-, sport- en sociaal-culturele voorzieningen, voorzieningen in de gezondheidszorg en specifieke recreatievoorzieningen gekoppeld aan stad op dorp. Omdat in het landelijk gebied de nadruk ligt op inbreiding en herstructurering zijn de voorzieningen kleinschalig van aard en -317502291 -5- moeten ze bovendien gemengd kunnen worden met andere functies, met name het wonen. Hiertoe kunnen ook zorgvoorzieningen worden gerekend, die qua schaal en omvang passen in de woonomgeving. Het ruimtelijk beleid draagt ook bij aan het stimuleren van sociale samenhang en het voorkomen van sociale uitsluiting. Bijvoorbeeld door de totstandkoming te bevorderen van multifunctionele accommodaties die een belangrijke rol spelen in de buurtsamenleving, zowel in steden als in dorpen. Zo dragen wijkservicecentra voor ouderen, die een combinatie bieden van mogelijkheden voor zorg en ontmoeting, eraan bij dat ouderen zo lang mogelijk zelfstandig kunnen blijven wonen in hun eigen, vertrouwde omgeving. Het provinciaal bestuur stimuleert de realisatie van zulke centra, evenals de bouw van woon-zorgprojecten en levensloopbestendige woningen. Ook hiermede wil het provinciaal bestuur op wijk- en buurtniveau de integratie van wonen, welzijn en zorg meer gestalte geven en inspelen op de gevolgen van de sterke vergrijzing van de Brabantse bevolking. Waar mogelijk wil het provinciaal bestuur – ook via het ruimtelijk beleid – bevorderen dat dorpen vitaal blijven. Menging van functies, woonmilieus en bevolkingsgroepen is hierbij van belang. Daarnaast moet in de (ruimtelijke) planvorming aandacht uitgaan naar de sterke vergrijzing van de bevolking en de effecten hiervan op de (kwalitatieve) woningbehoefte. Ook de met de vergrijzing sterk toenemende behoefte aan woon-zorg-combinaties moet hierbij worden betrokken. Het verdwijnen van winkels en andere voorzieningen uit kleine kernen hangt samen met een onontkoombaar proces van schaalvergroting, een proces dat met de bouw van meer woningen en het toelaten va meer bedrijven niet is te keren. Het wegvallen van deze voorzieningen op het platteland is vooral een probleem voor mensen die niet over een eigen auto beschikken, met name (sommige) ouderen. Daarom bevorderen we dat de voorzieningen voor deze groepen toch bereikbaar blijven. Mogelijkheden hiertoe ziet het provinciaal bestuur onder ander in de realisatie van multifunctionele gebouwen waarin verschillende voorzieningen en diensten worden gecombineerd, het opzetten van mobiele voorzieningen, de realisatie van kleinschalige vormen van openbaar vervoer en de kansen die de ICT biedt. 2.3.4.Reconstructie In het koepelplan wordt met name ingegaan op de sociaal economische gevolgen van de inhoudelijke doelstellingen van het Reconstructieplan. 2.3.5.Verkeer en vervoer Op verschillende wijze wordt getracht het vervoer meer vraagafhankelijk te maken, waardoor de bereikbaarheid van ook de kleine kernen wordt versterkt en ook mobiliteit van ouderen wordt bevorderd. 2.3.6.Europese programma's Op dit terrein wordt onderzocht of er in het kader van de Europese programma's concrete (subsidie)mogelijkheden voorhanden zijn. -317502291 -6- 3. Gebundelde en versterkte provinciale inzet “maatschappelijke voorzieningen”. 3.1. Meer gebundelde provinciale inzet. In het provinciaal bestuursakkoord 1999-2003 is het versterken van een meer integraal provinciaal beleid een van de speerpunten van beleid. In het bestuursakkoord wordt in het kader van de herstructurering van het landelijk gebied ook een gericht beleid aangekondigd om het voorzieningenniveau in kleine kernen op een creatieve en vernieuwende wijze op peil te houden. Op het terrein tot behoud van (maatschappelijke) voorzieningen in de dorpen op het platteland is verdere bundeling mogelijk. Dat leidt tot meer en sneller resultaat. Voorgesteld wordt om de provinciale taakstellingen in de zorg op het terrein van analyse, van stimulering en het (mede)uitvoeren meer aan elkaar te koppelen, hetgeen de kans tot concrete uitvoering zal doen toenemen. Voorgesteld wordt om de deelregelingen op het terrein van zorg te bundelen, en daarnaast meer in samenhang met andere werkvelden van de provincie in te zetten. Concreet ziet er dit als volgt uit: Vanuit zorg en welzijn In samenhang met Combi fonds (Zorg) Maatschappelijke Voorzieningen Sociaal Beleid Huidige inzet Analyse en Stimulering (5,7) 1 Zorg om het Dorp T/m 2003 1,2 milj. 2 Vitaal Grijs t/m 2003 4,5 milj. Huidige inzet Uitvoering (5,25) 3 4 5 I.S.V. Verkeer en vervoer Leefbaarheid in de Peel Streekplan Reconstructieplan Zorg en Zorg en Zorg/ Wonen Zaken Domotica t/m 2003 t/m 2003 t/m 2003 3,9 milj. 0,6 milj. 0,75 milj. Voor de deelregelingen, genoemd onder 1 en 2, zijn thans reeds meerjarige verplichtingen op provinciaal en regionaal niveau aangegaan. De deelregelingen gericht op uitvoering, zoals in bovenstaand overzicht onder 3, 4 en 5 genoemd hebben thans in voor de periode 2001/2003 een totaal bedrag van 5,25 miljoen. Voorgesteld wordt om deze gebundeld onder te brengen in het combi fonds “(Zorg) Maatschappelijke voorzieningen”. 3.2. Versterking van provinciale inzet.. Bundeling alleen is niet voldoende om de voorliggende aanvragen op zowel het terrein van analyse, stimulering en (mede) uitvoering op te pakken. De volledig (meer smal) bestede middelen in de afgelopen twee jaren enerzijds en het resterende stuwmeer aan voorliggende aanvragen anderzijds gericht ook op een bredere aanpak vragen om additionele besluitvorming op dit terrein. Zeker nu in een tijd waarin de noodzaak wordt gevoeld, zowel maatschappelijk als door de overheid, om kleinschalige voorzieningen ook in de dorpen op het platteland nieuwe kansen geven. -317502291 -7- Ook de provincie wil voorzieningen niveau Dit zal in het kader leveren aan een meer bijdragen aan het behoud dan wel herstel van het in de kleine kernen op het Brabantse platteland. van de leefbaarheid een essentiële bijdrage sociaal duurzaam Brabant in deze gebieden. 4. Primaire verantwoordelijkheden van deelnemende partijen; Afstemming van de diverse functies Het mutiplier effect. 4.1. Primaire verantwoordelijkheden. De verschillende functies voor de inwoners in de kernen, die in een gemeenschappelijk multifunctioneel gebouw kunnen worden ondergebracht, dienen duidelijk gerelateerd te zijn aan de verschillende taakstellingen van de partijen zoals verschillende overheden, instellingen of particulieren. De gemeenschappelijke toegevoegde waarde ligt opgesloten in het feit dat, daar waar afzonderlijke exploitatie van diverse functies niet haalbaar is, dit wellicht wel mogelijk is bij een meer gemeenschappelijke, elkaar aanvullende en versterkende benadering. Dit doet echter niets af van het gegeven dat iedere deelnemende partij primair vanuit haar/zijn taak in het gemeenschappelijk project deelneemt. In onderstaand overzicht zijn deze functies en primaire taken daarin weergegeven. 4.2. Schematisch overzicht vanuit verschillende functies en taakstellingen. Primaire verantwoordelijkheid gezien vanuit verschillende partners Functies/ partijen Particulier (semi)commercieel Woningbouw Instelling Vereniging Gemeente X Wonen X X Wonen/zorg X X Zorg X X Welzijn X X X X X X Onderwijs Voorbeelden: (Semi) commercieel: Postkantoor gehandicapten Bankkantoor of loket. Kinderdagverblijf Supermarkt Zorg: Huisarts Thuiszorg Consultatie buro -317502291 Provincie X X X X Wonen/zorg: Kleinschalig woon/zorg complex ouderen, Welzijn: Maatschappelijk werk Peuterspeelzaal Gemeenschapshuis Dagactiviteiten ouderen, gehandicapten etc. -8- Onderwijs. Basisschool 4.3 Het multiplier effect. De concrete uitvoering van de provinciale stimuleringsregeling wonen/zorg heeft geleerd dat de verschillende partners bereid zijn te investeren in de extra kosten behorend bij een meer gezamenlijke multifunctionele aanpak. Zeker de woningbouwcorporaties zijn bereid vanuit hun maatschappelijk ondernemersschap te investeren, conform de nota Wonen in de 21e eeuw. In de meeste projecten neemt de woningbouwvereniging als verhuurder van het complex het grootste deel van de extra investering voor haar rekening, aangevuld met middelen vanuit de gemeenten, rijk (stimuleringsregeling) en de provincie (combi-fonds). -317502291 -9- 5. Conclusies 5.1. De huidige ontwikkelingen Door de vanuit economisch perspectief steeds verdergaande schaalvergroting, versterkt door de beperkte groei van de dorpen op het platteland, staat het maatschappelijk voorzieningenniveau in deze kernen onder zware druk. Terugloop in de voorzieningen op het terrein van de thuiszorg, de post, banken en winkels versterken elkaar in hoge mate. Er is een forse terugloop/ leegloop aan voorzieningen gaande . De afgelopen zes jaren heeft de provincie nieuwe energie gestoken om deze terugloop/leegloop van het maatschappelijk voorzieningen niveau in de dorpen van het platteland, alsmede in de wijken van de steden, een halt toe te roepen. Dit geschiedt vanuit verschillende werkvelden en verschillende deelregelingen Vanuit zorg zijn dit : Taakstelling 1: Analyse en nader onderzoek Taakstelling 2: Stimulering, activering, participatie Taakstelling 3 : (Mede) Uitvoering Regeling Zorg om het dorp Regeling Vitaal Grijs Regelingen: Zorg en wonen Zorg en zaken Zorg en Domotica Ook vanuit andere werkvelden wordt op dit terrein met verschillende (proef) projecten gewerkt zoals, sociaal beleid, leefbaarheid in de Peel, ISV, vraagafhankelijk vervoer vanuit verkeer en vervoer. Geconstateerd moet worden dat de huidige inzet van provinciale middelen op de verschillende taakstellingen onvoldoende is om de terugloop in het (maatschappelijk) voorzieningenniveau een halt toe te roepen, laat staan dit in een positieve lijn om te buigen. Zeker in de (mede)uitvoeringtaken moeten tientallen projecten die een positieve bijdrage kunnen leveren aan het plaatselijk voorzieningenniveau worden doorgeschoven naar een later tijdstip of kunnen in het geheel niet worden uitgevoerd. Als voorbeeld noemen we o.a. een kleine deelsector als die van de verstandelijk gehandicapten alwaar alleen al in de regio Noordoost-Brabant een achttien tal “ouder initiatieven” liggen tot kleinschalige uitvoering, het liefst in de eigen kern (voor ongeveer 200 verstandelijk gehandicapten). Deze vernieuwing, als gevolg van de alom geprezen vermaatschappelijking van de zorg, kan vanwege gebrek aan middelen (zorg en wonen) niet worden gehonoreerd en tot werkelijkheid worden gebracht. 5.2. Kansen : Bundelen en versterken. Juist in een tijdsgewricht waarin naast de noodzakelijke aandacht voor economie en fysieke kwaliteit ook een toenemende aandacht en waardering voor het sociale aspect valt te bespeuren zijn er voldoende concrete kansen op het sociale vlak die tevens het voorzieningenniveau in de kleine dorpen mede versterken, indien we a de provinciale inzet meer gebundeld doen en b de hoogte van de provinciale inzet aanmerkelijk vergroten. Voorgesteld wordt vertrekkend vanuit de zorg en welzijn (sociale pijler) tot een meer gebundelde (zie par.3.1.) en versterkte inzet (zie par.3.2.) te komen gericht op concrete projecten, en waarbij de samenhang met ISV en vervoer en vervoer wordt betrokken. Vanuit zorg wordt voorgesteld om tot een combi fonds Maatschappelijk Voorzieningen te komen. Vanuit dit versterkte fonds komt een gebundelde en versterkte inzet voor de drie te onderscheiden taakstellingen op 1. het terrein van analyse, onderzoek, 2. het stimuleren, activering en participatie en 3. op het terrein van concrete uitvoering, tot stand. Op deze wijze wordt vanuit Zorg en Welzijn maar ook in samenhang met andere -317502291 - 10 - werkvelden, aan een meer geïntegreerde maar ook versterkte de provinciale taakstelling gewerkt. uitvoering van 5.3. Multifunctionele gebouwen. De huidige inzet in de kleine kernen op het platteland geschiedt veelal vanuit verschillende organisaties en verschillende plaatsen en gebouwen in het dorp. Dit leidt tot een inefficiënt gebouwenbeheer en leidt ook vaak tot afstoting van het gebouw, maar helaas ook tot afstoting van de betreffende (zorg) functie ten behoeve de inwoners van het dorp. Dit laatste kan door een meer functionele inzet van het gebouw voorkomen worden. Gedacht kan worden aan een of meerdere multifunctionele gebouwen waarin verschillende functies zoals ten behoeve van consultatiebureau, spreekuur huisarts, thuiszorg, maatschappelijk werk, zorg en wonen, welzijn (gemeenschapshuis), post, bank, maar ook semi-commercieel en commercieel gezamenlijk worden onder gebracht en geëxploiteerd. Ook in samenhang met de ISV kunnen in het kader van het inbreidingsbeleid (RO beleid) centrale plaatsen in het dorp hiervoor worden aangewezen. Door de meer gemeenschappelijk aanpak kan het gebouw efficiënter geëxploiteerd worden, waardoor de kansen tot behoud c.q. herstel van voorzieningen functies in het dorp versterkt worden. -317502291 - 11 - 6. Voorstel: 1. Gestreefd wordt om het voorzieningenniveau in de kleine kernen op peil te houden door het bevorderen van een gemeenschappelijk, meer doelmatig exploitatie en beheer van gebouwen (multifunctioneel gebouw). Vanuit een of meerdere multifunctionele gebouwen in kleine kernen, kan dan zowel zorg, welzijn, semi-commercieel als commerciële diensten worden aangeboden aan de plaatselijke bevolking. 2. Ten behoeve van de ontwikkelingen tot behoud, herstel dan wel versterking van het (maatschappelijk) voorzieningenniveau in de dorpen op het platteland wil het provinciaal bestuur zowel tot een meer gebundelde alsmede versterkte inzet komen in de bestuursperiode t/m 2003. 's-Hertogenbosch, 10 april 2001 Gedeputeerde Staten van Noord-Brabant -317502291 - 12 - -317502291 - 13 -