BENCHMARKING VAN UNIVERSITEITSBIBLIOTHEKEN HANDLEIDING AANLEVERING GEGEVENS RAPPORTAGEJAAR 2012 April 2013 ALGEMEEN Deze handleiding biedt richtlijnen voor de aanlevering van benchmarkgegevens over het jaar 2012. Ten opzichte van het vorige jaar zijn de volgende wijzigingen aangebracht. Rubriek 2.2. Eigen inkomsten. Toegevoegd is dat ook middelen, gegenereerd voor projecten zoals digitalisering voor Metamorfoze, meegerekend mogen worden Rubriek 2.4. Personele lasten van erfgoed / bijzondere collecties. Exclusief digitalisering van het materiaal. Rubriek 2.7.1 en 2.7.2. Aantal vierkante meters bruto en netto. Een toelichting is toegevoegd. Rubriek 2.7.5. Vierkante meterprijs. Invulling is facultatief Rubriek 3.4. Enkele voorbeelden van overige elektronische bronnen zijn vermeld. Rubriek 4.5. Uitgaven algemene, vakoverschrijdende bronnen. Bij voorkeur worden de kosten van algemene bronnen toegerekend naar de vakgebieden en is het resterende bedrag onder ‘algemeen’ zo laag mogelijk Rubriek 4.6. Uitgaven Bijzondere Collecties. Exclusief digitalisering van het materiaal en aankoop van digitale bronnen. Rubriek 5.1. Totale omvang gedrukte collectie. Uitgegaan wordt van 35 banden per strekkende meter, tenzij anders aangegeven. Voorheen 40 banden. Rubriek 5.6. Aantal gratis e-journals. Op het Excelblad kan worden aangegeven welke categorieën hiertoe behoren: gratis door uitgevers aangeboden tijdschriften en/of gratis op Internet beschikbare tijdschriften. Bij voorkeur beide. Rubriek 6.1 Aantal fte boekverwerking is vervallen. En daarmee ook de indicator “Aantal verwerkte titels van gedrukte boeken per fte boekverwerking” Rubriek 7.1. Scripties worden niet meegerekend Rubriek 7.2 en 7.3. Er worden geen vijf, maar drie categorieën onderscheiden: artikelen, hoofdstukken / congresbijdragen, dissertaties Rubriek 13. Raadplegingen e-books. Er is rekening mee gehouden dat alleen van ECCO gegevens op COUNTER Book Report 2 niveau beschikbaar zijn. Voor het aanleveren van de gegevens kunt u gebruik maken van een Excel bestand (http://www.ukb.nl/benchmark.htm). Dit bestaat uit zes werkbladen. Op de eerste vijf werkbladen kunt u de gegevens van uw bibliotheek over het betreffende rapportagejaar invullen. Hiervoor gebruikt u de geel gemarkeerde cellen in kolom C. Het laatste werkblad toont de waarden van de indicatoren. Deze waarden worden automatisch berekend op basis van de gegevens in de eerste vijf werkbladen. Schattingen. Wanneer exacte cijfers ontbreken, wordt op grond van de wel beschikbare cijfers een beredeneerde schatting gemaakt. Bijvoorbeeld: U kunt het totale aantal aangeschafte boeken niet opvoeren omdat gegevens van een bepaalde faculteitsbibliotheek ontbreken. Op basis van het budget van deze bibliotheek en de gemiddelde boekenprijs op het betreffende vakgebied kan echter wel een schatting worden gemaakt. Zo kan alsnog het totaal worden berekend. 2 Maak schattingen zichtbaar door de cel te arceren: Opmaak Celeigenschappen Patronen het vakje Patroon aanklikken vakje rechtsboven (grijs 6,25%). Daarmee verandert u een geel vakje in een geel gearceerd vakje. Betrouwbaarheidscontrole. Controleer de gegevens van het huidige jaar met die van het vorige jaar. Ga na of bij grote afwijkingen de gegevens wel betrouwbaar zijn. Open opmerkingen, commentaar. Bij elke rubriek is gelegenheid om commentaar toe te voegen. Maak daar alleen gebruik van indien dit een betere interpretatie van de gegevens mogelijk maakt of wanneer de huidige resultaten sterk afwijken van die van het voorgaande jaar! Bij schattingen geeft u aan hoe u tot het resultaat bent gekomen. Alle gegevens hebben betrekking op de gehele bibliotheek van de instelling of, als dat niet mogelijk is, op een gedefinieerd onderdeel. De bibliothecaris is verantwoordelijk voor de kwaliteit van de aan te leveren gegevens (een compleet, getrouw en vergelijkbaar beeld van de werkelijkheid) en voor tijdige aanlevering daarvan (voor 1 juni 2013). 3 RUBRIEK 1: GEGEVENS VAN DE UNIVERSITEIT 1.1 Lasten van de universiteit De gerealiseerde lasten (uitgaven) van de universiteit, exclusief huisvestingslasten. Het bedrag wordt vermeld in kilo-euro's (€ 1.000). Als bron fungeert de jaarrekening / exploitatierekening van de universiteit. Niet meegerekend worden: De lasten van het academisch ziekenhuis. Met academische ziekenhuizen gaan grote bedragen en een grote personeelsformatie gepaard. Dit zou een onderlinge vergelijking tussen universiteiten waaraan wel of geen academisch ziekenhuis is verbonden onzuiver maken. De lasten van niet-universitaire instellingen die geen toegang hebben tot de bibliothecaire voorzieningen. In de regel zullen dergelijke instellingen niet worden opgevoerd op de jaarrekening. Wanneer dit wel het geval is, maak dan een schatting van de lasten van dergelijke instellingen en verminder de lasten van de universiteit met het geschatte bedrag. Indien dit niet mogelijk is kunt u volstaan met een opmerking. 1.2 Aantal ingeschreven studenten. Het aantal ingeschreven studenten aan de universiteit. Als bron fungeert de studentenadministratie, peildatum 31 december van het afgelopen (benchmark)jaar. Inbegrepen zijn parttime studenten en studenten die op bijzondere wijze bekostigd worden. Niet inbegrepen zijn extraneï en toehoorders. Wanneer de studentenadministratie geen uitsluitsel geeft, kunt u de gegevens ontlenen aan de website van VSNU. http://www.vsnu.nl/Universiteiten/Feiten-Cijfers/Onderwijs/Downloadbare-tabellenonderwijs.htm 1.3 Aantal formatieplaatsen wetenschappelijk medewerkers van de universiteit. Het aantal wetenschappelijk medewerkers, uitgedrukt in fte, dat op 31 december van het afgelopen (benchmark)jaar verbonden is aan de universiteit (inclusief AIO’s en OIO’s). Ook inbegrepen zijn de formatieplaatsen van wetenschappelijk medewerkers in dienst van het academisch ziekenhuis (de voormalige rubriek 1.5.3). Niet meegerekend wordt het Ondersteunend en beheerspersoneel (OBP). * 1.3.1 Totaal exclusief academisch ziekenhuis. Ga bij voorkeur af op de administratie van de universiteit. Mocht deze geen uitsluitsel bieden, kunt u de website van VSNU raadplegen: http://www.vsnu.nl/web/show/id=79576/langid=43 personeelsgegevens van laatste rapportagejaar tabblad tabel 8 onderste tabel verminder het totaal met het aantal formatieplaatsen voor OBP (een na laatste kolom). 4 * 1.3.2 Totaal inclusief academisch ziekenhuis. Vermeerder het aantal onder 1.3.1 met het fte wetenschappelijk medewerkers, verbonden van het academisch ziekenhuis, voor zover deze in dienst zijn van de universiteit. * 1.3.3 Geesteswetenschappen. Hiertoe behoren filosofie, theologie, geschiedenis, taal- en letterkunde, kunstwetenschappen, documentaire informatiewetenschap. Deze corresponderen met de rubrieken 06–24 van de Nederlandse BasisClassificatie. * 1.3.4 Sociale wetenschappen. Hiertoe behoren sociologie, culturele antropologie, geografie, psychologie, pedagogiek, economie, bedrijfskunde, recht, bestuurskunde, politicologie, communicatiewetenschap. Deze corresponderen met de rubrieken 5 en 70–89 van de Nederlandse BasisClassificatie. * 1.3.5 Bèta wetenschappen. Hiertoe behoren wiskunde, natuurkunde, scheikunde, aardwetenschappen, astronomie, biologie, milieukunde, landbouwwetenschappen en technische wetenschappen. Deze corresponderen met de rubrieken 30–43 en 48–58 van de Nederlandse BasisClassificatie. * 1.3.6 Medische wetenschappen. Hiertoe behoren geneeskunde en diergeneeskunde. Deze corresponderen met de rubrieken 44 en 46 van de Nederlandse BasisClassificatie. Als medische wetenschappers worden beschouwd wetenschappelijk medewerkers, verbonden aan de Faculteit Geneeskunde EN wetenschappelijk medewerkers, verbonden van het academisch ziekenhuis, uiteraard voor zover deze in dienst zijn van de universiteit. Uitsplitsing van het aantal formatieplaatsen naar deelgebied (1.3.2 t/m 1.3.5) is alleen zinvol indien ook de gegevens onder 4.1 t/m 4.4 worden aangeleverd. 1.4 Omvang doelgroep. Deze wordt automatisch berekend: het aantal studenten plus 5/4 x het aantal fte wetenschappelijk medewerkers. De factor 5/4 is afgeleid uit benchmarking gegevens van voorgaande jaren: 4 fte staat gemiddeld voor ongeveer 5 personen. De aldus bepaalde omvang van de doelgroep wordt gebruikt voor de berekening van indicatoren met een 'per capita' karakter. 5 RUBRIEK 2: FINANCIEN EN PERSONEEL VAN DE BIBLIOTHEEK 2.1 Lasten van de bibliotheek. * 2.1.1. Totale lasten, inclusief huisvesting. De gerealiseerde lasten (uitgaven) van de bibliotheek, inclusief huisvestingslasten. Het bedrag wordt vermeld in kiloeuro's (€ 1.000). Als bron fungeert de jaarrekening / exploitatierekening van de bibliotheek. Inbegrepen zijn kosten voor inrichting, afschrijving, onderhoud en energie. Niet inbegrepen zijn kosten voor nieuwbouw en investeringen. Onder bibliotheek wordt verstaan de gehele bibliotheekorganisatie, inclusief de medische bibliotheek. * 2.1.2. Totale lasten, exclusief huisvesting. De gerealiseerde lasten (uitgaven) van de bibliotheek, exclusief huisvestingslasten. Het bedrag wordt vermeld in kiloeuro's (€ 1.000). Als bron fungeert de jaarrekening / exploitatierekening van de bibliotheek. Onder bibliotheek wordt verstaan de gehele bibliotheekorganisatie, inclusief de medische bibliotheek. Mogelijk ontbreekt in de jaarrekening / exploitatierekening een aantal overheadposten, bijvoorbeeld omdat de bibliotheek onderdeel uitmaakt van een groter geheel. In dat geval dienen de in de jaarrekening opgevoerde lasten, zowel inclusief als exclusief huisvesting, als volgt te worden verhoogd: Financiële en bedrijfseconomische zaken: 3,2 % over de loonsom Personeelszaken: 3,6 % over de loonsom Overige overhead en facilitaire diensten (directie Facilitair Bedrijf, werkplekken medewerkers, incl ICT-voorziening, schoonmaak, bewaking, post, archief communicatie, etc):13,8% over de loonsom Innovatie en risico-opslag: 5,3% over de loonsom (Totaal: 26% over de loonsom) Alleen bij lasten inclusief huisvesting: een naar eigen inzicht vast te stellen opslagpercentage voor inrichtingskosten (los meubilair etc) Indicatoren worden berekend op basis van de lasten van de bibliotheek exclusief huisvestingslasten. Het totale bedrag, inclusief huisvestingslasten, kan worden gebruikt om naar eigen inzicht indicatoren te berekenen of onderlinge vergelijkingen te maken. 2.2 Eigen inkomsten bibliotheek. Kenmerkend voor eigen inkomsten is dat zij de bibliotheek verplichten tot een specifieke inspanning dan wel een incidenteel karakter hebben. Tot de eigen inkomsten van de bibliotheek worden gerekend: Subsidies en tweede geldstroom Middelen gegenereerd voor projecten zoals digitalisering voor Metamorfoze Lenersgelden en rappelinkomsten Betaalde documentleverantie 6 Betaalde advisering / dienstverlening aan derden Overige (waaronder rente, schenkingen en legaten) Niet tot de eigen inkomsten worden gerekend bedragen die als vaste bijdrage in de vorm van een lump sum ontvangen worden en die de bibliotheek niet verplichten tot specifieke inspanningen. Evenmin onder eigen inkomsten vallen interne (door de eigen instelling) subsidiëring van projecten (waaronder matching) en doorberekening of toerekening van de collectievorming naar de gebruikers van de eigen instelling. Het bedrag wordt vermeld in kilo -euro's (€ 1.000). Op het Excel formulier kunt u nader specificeren hoe dit bedrag is opgebouwd. 2.3 Uitgaven collectievorming. Alle gerealiseerde uitgaven (niet: uitstaande verplichtingen) ter verwerving van gedrukt, non-book en elektronisch materiaal. Hieronder vallen tevens licenties die de eindgebruiker in staat stellen bronnen te raadplegen. Niet inbegrepen zijn bindkosten, IBL-kosten en kosten voor documentverwervend en -verwerkend personeel. Het bedrag wordt vermeld in kilo-euro's (€ 1.000). Het bedrag onder 2.3 wordt bevat mede de uitgaven voor bijzondere collecties en bijzondere materialen, en kan daardoor hoger uitvallen dan de optelling van bedragen onder 3.1 (boeken), 3.2 (gedrukte en elektronische tijdschriften) en 3.3 (overige elektronische bronnen). 2.4. Personele lasten De personele lasten van alle medewerkers, in vaste of tijdelijke dienst, die op de loonlijst van de bibliotheek staan. Als bron fungeert de salarisadministratie van de bibliotheek. Om inzicht te krijgen in de personele lasten van erfgoed / bijzondere collecties worden deze afzonderlijk opgevoerd, in elk geval wanneer deze meer dan 5% bedragen. Bij een lager percentage is deze opgave facultatief. Lasten ten behoeve van digitalisering van erfgoed / bijzondere collecties worden niet meegerekend. 2.5 Formatieplaatsen bibliotheekmedewerkers. Tot de personeelsformatie wordt gerekend een ieder die op de loonlijst van de bibliotheek staat, dus ook tijdelijk personeel. Als peildatum geldt 31 december van het afgelopen (benchmark)jaar. 2.6 Ziekteverzuim en verzuimfrequentie * 2.6.1. Percentage ziekteverzuim Het aantal uren verzuimd wegens ziekte op het totaal aantal werkuren. Houd daarbij rekening niet alleen met kort en middellang, maar ook met lang ziekteverzuim. 7 * 2.6.2. Streefgetal ziekteverzuim Alleen invullen indien een expliciet streefgetal geformuleerd is * 2.6.3. Verzuimfrequentie Het gemiddeld aantal ziekmeldingen per werknemer in 2012 * 2.6.4. Streefgetal verzuimfrequentie Alleen invullen indien een expliciet streefgetal geformuleerd is 2.7. Ruimte * 2.7.1. Totaal aantal vierkante meters (bruto) * 2.7.2. Totaal aantal vierkante meters (netto) Bruto – netto: het verschil tussen inclusief en exclusief verkeers (tarra) ruimte. In elk geval rekent men bij netto niet de muren mee. Hanteer de richtlijnen van de instelling die bepalen of entree, gangen, sanitair, installatieruimte e.d. wel of niet meegerekend worden. Graag bij toelichting vermelden. * 2.7.3. * waarvan aantal vierkante meters magazijn / Depot (netto) * 2.7.4. * waarvan bestemd voor Erfgoed / Bijzondere Collecties (netto) * 2.7.5. Vierkante meterprijs. Sommige bibliotheken hanteren helemaal geen vierkante meterprijs, andere wel zes verschillende. Invulling is daarom facultatief, 8 RUBRIEK 3: UITGAVEN COLLECTIEVORMING PER DOCUMENTSOORT 3.1 Uitgaven boeken * 3.1.1 Totaal Het totale bedrag, uitgegeven aan gedrukte boeken (3.1.2) en e-books (3.1.3). Het bedrag wordt vermeld in kilo-euro's (€ 1.000). * 3.1.2 Gedrukte boeken Hiertoe behoren boeken, rapporten, delen van series, meerdelige werken, losbladige werken, etc. Niet inbegrepen zijn handschriften, kaarten, oude drukken, AVM, micromateriaal, etc. Het bedrag wordt vermeld in kilo-euro's (€ 1.000). * 3.1.3. E-books Hiertoe behoren e-books van commerciële uitgevers, hetzij volledige pakketten hetzij selecties uit die pakketten. Voorbeelden zijn NetLibrary en Springer. Mogelijk maken e-books deel uit van een groter pakket (van bijv e-journals) en zijn de kosten van de verschillende onderdelen niet duidelijk te onderscheiden. In dat geval voert u het totale bedrag op bij het belangrijkste onderdeel en geeft u een toelichting. 3.2 Uitgaven tijdschriften * 3.2.1 Totaal. Het totale bedrag, uitgegeven aan gedrukte tijdschriften (3.2.2) en elektronische tijdschriften (3.2.3). Het bedrag wordt vermeld in kilo-euro's (€ 1.000). * 3.2.2. Lopende gedrukte tijdschriften. De kosten van alle tijdschriften die u uitsluitend in de gedrukte versie ontvangt. Het bedrag wordt vermeld in kilo-euro's (€ 1.000). Tot tijdschriften worden gerekend kranten, tijdschriften en jaarboeken. Uitgaven voor series, vervolgwerken en losbladige werken vallen bij voorkeur onder rubriek 3.1. Indien de administratie van uw bibliotheek een dergelijke uitsplitsing niet toelaat, rekent u ook series en/of vervolgwerken en/of losbladige werken tot de tijdschriften. Op het Excel formulier kunt u aangeven welke categorieën in de tellingen zijn inbegrepen. * 3.2.3. Elektronische tijdschriften. Het totaalbedrag bestaat uit twee onderdelen. Ten eerste de verwervings- en licentiekosten van alle tijdschriften die u in elektronische vorm ontvangt, al dan niet vergezeld van de gedrukte versie. Het bedrag wordt vermeld in kilo-euro's (€ 1.000). Ten tweede de door de bibliotheek betaalde Open Access vergoedingen aan auteurs. Niet inbegrepen zijn kosten van bibliografische bestanden die toegang bieden tot de volledige tekst van afzonderlijke artikelen, maar niet tot het tijdschrift als geheel. Ook niet inbegrepen zijn telecommunicatiekosten en kosten voor gebruik (pay per use), ongeacht of deze worden doorberekend aan de eindgebruiker. * 3.2.4. Uitgaven elektronische tijdschriften per pakket. 9 De jaarlijkse kosten (in euro’s) verbonden aan de licentie, afgaande op de factuur. Indien mogelijk, blijven kosten van backfiles buiten beschouwing. Indien de kosten van back files moeilijk apart te bepalen zijn, worden zij meegeteld en een opmerking toegevoegd om de hogere kosten te verklaren. 3.3. Uitgaven online bibliografische databases * 3.3.1. Totaal De verwervings- of licentiekosten van documentaire bestanden zoals Web of Science, ERIC en Biological Abstracts. Het bedrag wordt vermeld in kilo-euro's (€ 1.000). * 3.3.2 Uitgaven per pakket De jaarlijkse kosten (in euro’s, niet in kilo-euro’s) verbonden aan de licentie, afgaande op de factuur 3.4. Uitgaven overige elektronische bronnen Alles wat niet behoort tot e-books, e-journals en bibliografische bestanden Bijv mengvormen, encyclopedieën, beelddatabanken, statistische bestanden (CBS), jurisprudentie. 3.5. Totale uitgaven naar vorm * 3.5.1 Uitgaven gedrukte bronnen. Het bedrag zou overeen moeten komen met de som van uitgaven voor gedrukte boeken (3.1.2) en gedrukte tijdschriften (3.2.2) * 3.5.2 Uitgaven elektronische bronnen. Het bedrag zou overeen moeten komen met de som van uitgaven voor e-books (3.1.3), elektronische tijdschriften (3.2.3), online bibliografische databases (3.3.1) en overige elektronische bronnen (3.4). NB Het totaal van de rubrieken 3.1–3.3 kan lager zijn dan de uitgaven voor de totale collectievorming van rubriek 2.2, waarbij ook categorieën zoals bijzondere collecties inbegrepen zijn. 10 RUBRIEK 4: UITGAVEN COLLECTIEVORMING PER VAKGEBIED * In aanmerking komen de uitgaven van de in rubriek 3 genoemde rubrieken: boeken, tijdschriften, documentaire bestanden, in gedrukte dan wel elektronische vorm. Buiten beschouwing blijven de kosten van handschriften, kaarten, oude drukken, AVM, micromateriaal, etc. * U kunt twee criteria toepassen om een uitsplitsing van uitgaven naar wetenschapsgebied aan te brengen. 1. Op basis van bibliotheekvestiging / locatie. Om bijvoorbeeld de uitgaven collectievorming sociale wetenschappen te berekenen gaat u af op de uitgaven voor collectievorming ten behoeve van de faculteitsbibliotheek sociale wetenschappen (of de bibliotheken die tezamen voor de sociale wetenschappen bedoeld zijn), ook al zal een gedeelte van het verworven materiaal inhoudelijk wellicht op een ander terrein thuishoren. 2. Op basis van kredietcodes of onderwerpscodes die aan afzonderlijke titels toegekend zijn. * Bij pakketten van tijdschriften of bestanden wordt een schatting gemaakt van het aandeel van de kosten over de vier vakgebieden. * Bronnen van algemene aard, zoals Web of Science, worden niet toegerekend naar de vakgebieden. Het totaal van rubriek 4 kan dus lager zijn dan het totaal van rubriek 3. * Indien het niet mogelijk is de daadwerkelijke uitgaven te verdelen naar vakgebied, kunt u volstaan met een opgave van de aanschafbudgetten per vakgebied, tenzij er reden is om aan te nemen dat deze sterk afwijken van de daadwerkelijke uitgaven. * Alle bedragen worden vermeld in kilo-euro's (€ 1.000). 4.1. Uitgaven collectievorming geesteswetenschappen. Hiertoe behoren filosofie, theologie, geschiedenis, taal- en letterkunde, kunstwetenschappen, documentaire informatiewetenschap. Deze corresponderen met de rubrieken 06–24 van de Nederlandse BasisClassificatie. 4.2. Uitgaven collectievorming sociale wetenschappen. Hiertoe behoren sociologie, culturele antropologie, geografie, psychologie, pedagogiek, economie, bedrijfskunde, recht, bestuurskunde, politicologie, communicatiewetenschap. Deze corresponderen met de rubrieken 5 en 70–89 van de Nederlandse BasisClassificatie. 4.3. Uitgaven collectievorming bèta wetenschappen. Hiertoe behoren wiskunde, natuurkunde, scheikunde, aardwetenschappen, astronomie, biologie, milieukunde, landbouwwetenschappen en technische wetenschappen. Deze corresponderen met de rubrieken 30–43 en 48–58 van de Nederlandse BasisClassificatie. 4.4 Uitgaven collectievorming medische wetenschappen. Hiertoe behoren geneeskunde en diergeneeskunde. Deze corresponderen met de rubrieken 44 en 46 van de Nederlandse BasisClassificatie. 11 4.5 Uitgaven algemene, vakoverschrijdende bronnen Bij voorkeur worden de kosten van algemene bronnen toegerekend naar de vakgebieden en is het resterende bedrag onder ‘ algemeen’ zo laag mogelijk 4.6 Uitgaven Bijzondere collecties (handschriften, kaarten, oude drukken, AVM, micromateriaal …). NB Invullen indien dit meer dan 5% bedraagt. Indien lager, facultatief of onderbrengen bij overige. Uitgaven ten behoeve van digitalisering van het materiaal en aankoop van digitale bronnen worden niet meegerekend. 4.7 Overige uitgaven collectievorming. Het totaal van de onderdelen 4.1 t/m 4.7 zou overeen moeten komen met de uitgaven collectievorming, opgevoerd bij 2.3. 12 RUBRIEK 5: COLLECTIEVORMING PER DOCUMENTSOORT 5.1 Totale omvang gedrukte collectie De omvang wordt naar keuze uitgedrukt in het aantal banden, het aantal meters of beide. Om de ene eenheid te kunnen omrekenen naar de andere, wordt uitgegaan van een gemiddelde van 35 banden per meter. Indien voor de bibliotheek een afwijkend aantal geldt, kan dit vermeld worden. Maak een onderscheid tussen het aantal banden / meters in open opstelling en gesloten opstelling. 5.2 Totaal aantal gedrukte boekaanwinsten / verwerkte titels afgelopen jaar. * Tot boekaanwinsten wordt gerekend: boeken, rapporten, seriewerken etc; zowel aangekocht als gratis verworven; in gedrukte of microvorm. Titels die onderdeel uitmaken van een pakket kunt u meetellen wanneer ze afzonderlijk beschreven zijn en de eindgebruiker deze dus op titelniveau in de catalogus kan vinden. Als meeteenheid geldt het aantal titels, niet het aantal banden. Niet inbegrepen zijn tijdschriftbanden, handschriften, oude drukken, kaarten, AVM etc. * Methode. U kunt het aantal boekaanwinsten op verschillende manieren vaststellen, afhankelijk van de werkwijze die in uw bibliotheek gevolgd wordt. 1. Tellingen in het acquisitiesysteem. Vaak biedt het acquisitiesysteem de mogelijkheid het aantal nieuwe aanwinsten van het afgelopen jaar te bepalen. Controleer of micro- en elektronisch materiaal hierbij is inbegrepen. Op basis van de kredietcode kan bovendien gemakkelijk een uitsplitsing gemaakt worden naar vakgebied, hetgeen van belang is voor rubriek 4. Deze methode vereist wel dat ook gratis verworven boeken via het acquisitiesysteem verwerkt worden. 2. Tellingen in het catalogiseersysteem. Het aantal titels dat het afgelopen jaar het laatste stadium van boekverwerking ondergaan heeft. Bij de telling is het moment van laatste handeling bepalend. U rekent dus wel de titels mee die reeds voorafgaand aan het afgelopen jaar één of meer stadia van de boekverwerking hebben ondergaan, maar die gedurende het afgelopen jaar de eindfase hebben bereikt. U rekent niet mee de boeken die het afgelopen jaar reeds één of meer stadia van de boekverwerking hebben ondergaan, maar nog niet de eindfase hebben bereikt. Niet inbegrepen zijn tijdschrifttitels, serietitels, retrotitels, metamorfozetitels, mutaties op reeds eerder verwerkte titels en thesaurusrecords. 3. Prints van afgewerkte titels. Dit veronderstelt dat handmatige tellingen een regulier onderdeel van de werkzaamheden in de bibliotheek zijn. Let op dat titels die buiten beschouwing dienen te blijven (tijdschrifttitels etc) inderdaad niet worden meegeteld. 4. Geplaatste banden: het aantal nieuwe aanwinsten, dat op de plank geplaatst wordt. Dit veronderstelt dat handmatige tellingen een regulier onderdeel van de 13 werkzaamheden in de bibliotheek zijn. Het resultaat van de telling is het aantal banden, niet het aantal titels. U kunt het aantal banden vermenigvuldigen met 0,95, om een schatting van het aantal titels te verkrijgen. Voorbeeld: 5.000 banden gelden als 0,95 x 5.000 = 4.750 titels. U kunt een andere vermenigvuldigingsfactor toepassen indien u dat wenselijk acht. Geplaatste tijdschriftbanden blijven buiten beschouwing. Gaarne bij de toelichting op het Excel formulier kort aangeven welke methode u gevolgd heeft. * Er wordt vanuit gegaan dat het aantal boekaanwinsten (nagenoeg) gelijk is aan het aantal verwerkte titels. U hoeft dan ook niet twee verschillende gegevens aan te leveren. 5.3. Totaal aantal e-books Met ingang van dit jaar geldt een afwijkende definitie: het aantal e-books, waarvoor de bibliotheek toegang heeft betaald, met als peildatum 1 april. Dat betekent dat ook e-books die uiteindelijk niet gekocht worden, dienen te worden meegeteld. In het geval van Patron Driven Acquisition telt men dus alle titels in het pakket, niet alleen de titels die geraadpleegd en daarmee gekocht worden. Het aantal e-books van EEBO en ECCO wordt afzonderlijk vermeld. Het gaat hier om grote aantallen, die het totaal sterk beïnvloeden NB: Alleen het totaal opvoeren, niet het aantal aanwinsten van het afgelopen jaar. 5.4 Totaal aantal lopende gedrukte tijdschriften Het aantal tijdschriften dat de bibliotheek uitsluitend in gedrukte vorm ontvangt. Tot tijdschriften worden gerekend kranten, tijdschriften en jaarboeken. Bij voorkeur geen series, vervolgwerken of losbladige werken. Indien de administratie van uw bibliotheek een dergelijke uitsplitsing niet toelaat, rekent u ook series en/of vervolgwerken en/of losbladige werken tot de abonnementen. Op het Excel formulier kunt u aangeven welke categorieën in de tellingen zijn inbegrepen. Bij voorkeur inbegrepen zijn ook gratis ontvangen lopende tijdschriften. De financiële administratie is daarom minder geschikt dan de besteladministratie of de catalogus. Op het Excel formulier kunt u aangeven of gratis ontvangen tijdschriften daadwerkelijk zijn meegeteld. 5.5. Totaal aantal elektronische tijdschriften Het totaal aantal elektronische tijdschriften waartoe de bibliotheek toegang biedt. Hiertoe worden gerekend tijdschriften die de bibliotheek in elektronische vorm ontvangt, al dan niet vergezeld van de gedrukte versie. * Indien tijdschriften onderdeel vormen van een pakket, telt u de afzonderlijke titels die het pakket bevat. 14 * Indien u via verschillende leveranciers een licentie heeft op eenzelfde elektronisch tijdschrift, geldt dit als één titel, niet als twee of meer. Dubbeltellingen kunnen vaak worden voorkomen door af te gaan op de A-Z lijst. * Ontdubbeling vindt plaats, indien nodig, van titels die opgenomen zijn in de back flies en het lopende bestand. * Ook meegeteld worden die elektronische tijdschriften die inhoudelijk niet tot de bestreken vakgebieden van de bibliotheek behoren en als afzonderlijke titel niet zouden zijn aangeschaft. * Ook meegeteld worden die elektronische tijdschriften waarvan geen nieuwe afleveringen verschijnen, zolang ze tenminste nog steeds onderdeel uitmaken van een pakket * Tijdschriften die van titel veranderd zijn worden als een enkele titel beschouwd. Ontdubbeling op basis van ISSN wordt aanbevolen, ook al dragen niet alle tijdschriften een ISSN. * Een aantal bibliografische bestanden biedt toegang tot de volledige tekst van afzonderlijke artikelen, maar niet tot het tijdschrift als geheel. Deze blijven bij de tellingen buiten beschouwing. * Gratis via Internet toegankelijke tijdschriften worden alleen meegeteld indien ze opgeslagen zijn op de eigen server en in het overzicht van elektronische tijdschriften en / of de OPC zijn opgenomen. Zie ook rubriek 5.6 5.6. Aantal gratis elektronische tijdschriften waarnaar de website van de bibliotheek linkt Het aantal gratis (open access) tijdschriften waartoe de website van de (deel)bibliotheek via een link toegang biedt. Inclusief, maar niet uitsluitend, de gratis door uitgevers aangeboden tijdschriften. 15 RUBRIEK 6: BOEKVERWERKING 6.1 Doorlooptijd ontvangst boeken – beschikbaarheid voor de eindgebruiker: Het gaat hier om regulier aangeschafte boeken, niet om schenkingen en andere categorieën die een lagere prioriteit hebben. Afhankelijk van de mogelijkheden van uw bibliotheeksysteem kunt u één van de volgende methoden toepassen: Methode 1: het systeem toont nog steeds de ontvangstdatum van een boek dat het gehele proces van boekverwerking heeft doorlopen. Methode 2: de ontvangstdatum wordt overschreven door een latere datum indien het boek een volgend stadium in de boekverwerking bereikt. U kunt echter wel ten behoeve van het onderzoek de boeken, die op bepaalde dagen als ontvangen geregistreerd zijn, herkenbaar maken (‘vlaggen’) in het systeem. Methode 3: de ontvangstdatum wordt overschreven door een latere datum indien het boek een volgend stadium in de boekverwerking bereikt. U kunt niet de boeken, die op bepaalde dagen als ontvangen geregistreerd zijn, herkenbaar maken (‘vlaggen’) in het systeem. Methode 1 1. Betrek bij het onderzoek minimaal 200 boeken die de afgelopen weken het eindstadium van de boekverwerking bereikt hebben. Tot de steekproef behoren alleen regulier aangeschafte werken, geen schenkingen of werken behorend tot een speciale collectie. 2. Noteer van elk boek de ontvangstdatum. 3. Bereken het aantal kalenderdagen dat ligt tussen ontvangst en eindverwerking. Indien van toepassing, telt u hierbij een vast aantal dagen op voor nog volgende handelingen die plaats vinden voordat het boek beschikbaar is voor de gebruiker, bijv. plaatsing in het magazijn. 4. Zet alle aantallen op een rijtje, van laag (weinig dagen) naar hoog (veel dagen). U berekent het aantal dagen waarop 50, 80 en 90% van de boeken beschikbaar is gekomen. Wanneer u 200 boeken bij het onderzoek heeft betrokken, noteert u dus het aantal dagen dat u aantreft bij de boeken met rangnummer 100, 160 en 180. NB: Het voordeel van deze methode is dat u van achteren naar voren werkt, en niet maanden hoeft te wachten voordat u de gegevens beschikbaar hebt. Methode 2 1. Betrek bij het onderzoek minimaal 200 boeken die de afgelopen weken het eindstadium van de boekverwerking bereikt hebben. Tot de steekproef behoren alleen regulier aangeschafte werken, geen schenkingen of werken behorend tot een speciale collectie. 2. Maak deze boeken herkenbaar in uw bibliotheeksysteem: een vermelding dat het boek deel uitmaakt van het doorlooptijden onderzoek en een extra vermelding van de ontvangstdatum. 16 3. 4. 5. Na een aantal dagen / weken / maanden ondergaat het boek zijn laatste handeling. Noteer de datum waarop dit laatste stadium bereikt wordt. Bereken het aantal kalenderdagen dat ligt tussen ontvangst en eindverwerking. Indien van toepassing, telt u hierbij een vast aantal dagen op voor nog volgende handelingen die plaats vinden voordat het boek beschikbaar is voor de gebruiker, bijv. plaatsing in het magazijn. Zet alle aantallen op een rijtje, van laag (weinig dagen) naar hoog (veel dagen). Bereken het aantal dagen waarop 50, 80 en 90% van de boeken beschikbaar is gekomen. Wanneer u 200 boeken bij het onderzoek heeft betrokken, noteert u dus het aantal dagen dat u aantreft bij de boeken met rangnummer 100, 160 en 180. Methode 3 1. Betrek bij het onderzoek minimaal 200 boeken die de afgelopen weken als ontvangen geregistreerd zijn. Tot de steekproef behoren alleen regulier aangeschafte werken, geen schenkingen of werken behorend tot een speciale collectie. 2. Leg in elk van deze boeken een begeleidingsstrook en noteer daarop de ontvangstdatum. De boeken vervolgen de normale gang van het boek. Let er op dat bij het registreren geen vertraging optreedt. Plaats de begeleidingsstrook niet zodanig dat het boek opvalt en kans maakt eerder dan onder normale omstandigheden verwerkt te worden. 3. Na een aantal dagen / weken / maanden ondergaat het boek zijn laatste handeling. Noteer de datum waarop dit laatste stadium bereikt wordt. 4. Bereken het aantal kalenderdagen dat ligt tussen ontvangst en eindverwerking. Indien van toepassing, telt u hierbij een vast aantal dagen op voor nog volgende handelingen die plaats vinden voordat het boek beschikbaar is voor de gebruiker, bijv plaatsing in het magazijn. 5. Zet alle aantallen op een rijtje, van laag (weinig dagen) naar hoog (veel dagen). Bereken het aantal dagen waarop 50, 80 en 90% van de boeken beschikbaar is gekomen. Wanneer u 200 boeken bij het onderzoek heeft betrokken, noteert u dus het aantal dagen dat u aantreft bij de boeken met rangnummer 100, 160 en 180. Voorbeeld scoreformulier Korte identificatie van het boek Ontvangstdatum Datum eindverwerking 1 ... 200.... 17 Aantal dagen tussen eindverwerking en ontvangst, eventueel vermeerderd met vast aantal dagen voor nog volgende handelingen Fictief voorbeeld voor berekening 50%, 80% en 90%. Waarde bij 20 boeken (i.p.v. 200) Rangorde doorlooptijden 50% 80% 90% 1. 20 dagen 2. 20 3. 20 4. 21 5. 22 6. 24 7. 24 8. 25 9. 26 10. 29 11. 30 12. 33 13. 35 14. 38 15. 40 16. 40 17. 40 18. 48 19. 63 20. 88 De 50% waarde in dit voorbeeld is 29 dagen, de 80% waarde 40 dagen, de 90% waarde 48 dagen. U verricht dit onderzoek op zelf te kiezen steekproefdagen. In geval u methode 1 kunt toepassen, kunt u de gevraagde gegevens direct achterhalen. In geval u methode 1 niet kunt toepassen, dient u nieuw ontvangen boeken te volgen tot het moment dat ze het laatste stadium van de boekverwerking hebben ondergaan. Houdt u er in dit geval rekening mee dat het onderzoek naar doorlooptijden zelf een geruime doorlooptijd vereist. 18 RUBRIEK 7: REPOSITORIES / METIS 7.1 Totaal aantal documenten in de repository van de universiteit 7.1.1. Totaal aantal documenten, inclusief documenten van andere instellingen 7.1.2. Totaal aantal documenten, exclusief documenten van andere instellingen Sommige universiteiten nemen ook werken van andere instellingen in de repository op. In dat geval kunt u 7.1.1 en 7.1.2 invullen. Indien geen werken van andere instellingen worden opgenomen, kunt u volstaan met 7.1.2. In beide gevallen gaat het alleen om full text bronnen. Werken waarvoor een embargo geldt komen na verloop van tijd beschikbaar en kunnen daarom nu al meegeteld worden. Scripties worden niet meegeteld. 7.2 7.2.1 7.2.2 7.2.3 7.2.4 7.3. 7.3.1 7.3.2 7.3.3 7.3.4 Aantal publicaties van de eigen medewerkers, van de afgelopen drie jaar, aanwezig in de repository. Het betreft hier publicaties, uitgegeven in 2012, 2011 en 2010, en aanwezig in de repository op de peildatum van 1 mei 2013. NB Het gaat om jaar van uitgave, niet om jaar van opname in de repository. Een publicatie, vervaardigd in 2009 en opgenomen in de repository in 2012 wordt dus niet meegeteld. Net als bij 7.1 gaat het alleen om full text bronnen. Werken waarvoor een embargo geldt komen na verloop van tijd beschikbaar en kunnen daarom nu al meegeteld worden. Totaal aantal publicaties. Voor elk van de drie jaren vult u het totaal aantal publicaties in dat aanwezig is in de repository. Dit aantal zal naar alle waarschijnlijkheid groter zijn dan de optelsom van 7.2.2 tot en met 7.2.4. NB Het aantal publicaties, uitgegeven in 2011 en 2010 en aanwezig in de repository, heeft u in voorgaande jaren ook ingevuld. De ervaring leert dat sommige publicaties pas later worden aangeleverd. De huidige aantallen kunnen daarom hoger zijn dan de eerder vastgestelde aantallen. Artikelen in tijdschriften. Niet inbegrepen: artikelen in kranten Hoofdstukken (in boeken) / congresbijdragen. Dissertaties Aantal publicaties, vervaardigd door de eigen medewerkers, in de afgelopen drie jaar Als bron kan desgewenst Metis of het jaarverslag worden genomen. Publicaties waarvan de eigen medewerker niet de eerste auteur is, worden meegeteld. Totaal aantal publicaties. Voor elk van de drie jaren vult u het totaal aantal publicaties vervaardigd door de eigen medewerkers. Dit aantal zal naar alle waarschijnlijkheid groter zijn dan de optelsom van 7.2.2 tot en met 7.2.4. NB Het aantal publicaties, vervaardigd in 2011 en 2010, heeft u in voorgaande jaren ook ingevuld. Ga na of de huidige aantallen veranderd zijn als gevolg van late aanlevering van de gegevens. Artikelen in tijdschriften. Niet inbegrepen: artikelen in kranten Hoofdstukken (in boeken) / congresbijdragen. Dissertaties Op het Excelformulier zijn tevens een aantal ja/nee vragen opgenomen om te bepalen in hoeverre het gerechtvaardigd is een dekkingspercentage te berekenen: 19 Zijn oudere publicaties van nieuwe medewerkers, waaronder die van de afgelopen drie jaar, opgenomen in de repository (en niet in Metis)? Is Metis / jaarverslag volledig, in gebruik bij alle faculteiten? Wordt rekening gehouden met publicaties waarvan de eigen medewerker niet de principale auteur is? 20 RUBRIEK 8: STUDIEPLAATSEN EN OPENINGSUREN 8.1 Aantal studieplaatsen Het totaal aantal studieplaatsen in ruimten waarvoor de bibliotheek verantwoordelijk is of waarover de bibliotheek toezicht houdt, met als peildatum 31 december 8.2. Aantal studieplaatsen met pc Het aantal studieplaatsen met pc in ruimten waarvoor de bibliotheek verantwoordelijk is of waarover de bibliotheek toezicht houdt, met als peildatum 31 december 8.3. Totaal aantal openingsuren hoofdvestiging per week, regulier Het totaal aantal openingsuren voor het publiek in een doorsneeweek, ongeacht het niveau van dienstverlening: deur open tot deur dicht 8.4. Totaal aantal openingsuren hoofdvestiging per week, tijdens tentamenperiode Het totaal aantal openingsuren voor het publiek per week gedurende een tentamenperiode, ongeacht het niveau van dienstverlening: deur open tot deur dicht 21 RUBRIEK 9: UITLENINGEN 9 Aantal uitleningen afgelopen jaar. Bij voorkeur vermeldt u het aantal uitleningen, exclusief verlengingen, reserveringen en IBL-honoreringen. Indien het uitleensysteem van uw bibliotheek een dergelijke uitsplitsing niet of alleen met veel moeite toelaat, telt u ook verlengingen, reserveringen en/of IBL-honoreringen mee. Op het Excelformulier kunt u aangeven welke categorieën in de tellingen zijn inbegrepen. RUBRIEK 10: INTERBIBLIOTHECAIR LEENVERKEER 10.1 Door bibliotheek ingediende IBL-aanvragen, boeken. Het aantal IBL-aanvragen voor boeken ingediend door de bibliotheek bij andere bibliotheken ten behoeve van de eindgebruikers, alsmede het aantal rechtstreeks door de eindgebruikers van uw bibliotheek ingediende IBL-aanvragen voor boeken bij andere bibliotheken. De gegevens zijn te vinden in de Management Information Statistics site van OCLC Pica, http://oclcpica.org/?id=6&ln=nl\ NCC/IBL menukeuze 3: Ingediende IBL aanvragen TOTAAL (WinIBW + Webtoegang) leenaanvragen bibliotheekmedewerker + leenaanvragen eindgebruiker 10.2 Door bibliotheek ingediende IBL-aanvragen, artikelen. Het aantal IBL-aanvragen voor artikelen ingediend door de bibliotheek bij andere bibliotheken ten behoeve van de eindgebruikers, alsmede het aantal rechtstreeks door de eindgebruikers van uw bibliotheek ingediende IBL-aanvragen voor artikelen bij andere bibliotheken. De gegevens zijn te vinden in de Management Information Statistics site van OCLC Pica, http://oclcpica.org/?id=6&ln=nl\ NCC/IBL menukeuze 3: Ingediende IBL aanvragen TOTAAL (WinIBW + Webtoegang) kopieaanvragen bibliotheekmedewerker + kopieaanvragen eindgebruiker 10.3 Bij bibliotheek ingediende IBL-aanvragen, boeken. Het aantal IBL-aanvragen voor boeken dat andere bibliotheken of eindgebruikers van andere bibliotheken bij uw bibliotheek indienen. De gegevens zijn te vinden in de Management Information Statistics site van OCLC Pica, http://oclcpica.org/?id=6&ln=nl\ NCC/IBL menukeuze 9: Ontvangen IBL aavragen: afhandeling leenaanvragen: aantal 10.4 Bij bibliotheek ingediende IBL-aanvragen, artikelen. Het aantal IBL-aanvragen voor artikelen dat andere bibliotheken of eindgebruikers van andere bibliotheken bij uw bibliotheek indienen. De gegevens zijn te vinden in de Management Information Statistics site van OCLC Pica, http://oclcpica.org/?id=6&ln=nl\ NCC/IBL 22 menukeuze 9: Ontvangen IBL aavragen: afhandeling kopieaanvragen: aantal 10.5 Honoreringspercentage boeken. Honoreringspercentage van bij de bibliotheek ingediende IBL-aanvragen, monografieën. De gegevens zijn te vinden in de Management Information Statistics site van OCLC Pica, http://oclcpica.org/?id=6&ln=nl\ NCC/IBL menukeuze 9: Ontvangen IBL aanvragen: afhandeling leenaanvragen: honorerings% Let op: interne doorplaatsingen (van ene vestiging van de bibliotheek naar de andere worden beschouwd als honoreringen, ook al is onbekend of de aanvraag na doorplaatsing werkelijk gehonoreerd is. Een klik op tabblad Antwoorden toont de antwoordcodes. De antwoordcodes 1, 2, 3 en H tellen als gehonoreerd. antwoordnr 1 2 3 4 5 6 7 8 9 C H I P S benaming Origineel gestuurd Kopie gestuurd Overig Nog niet in bezit Niet in bezit Niet beschikbaar Uitgeleend Wordt niet uitgeleend Bibliografisch onjuist Aanvraag gecorrigeerd Aanvraag doorgeplaatst Onbekende antwoordcode Aanvraag intern doorgeplaatst Aanvraag gestopt 10.6 Honoreringspercentage artikelen. Honoreringspercentage van bij de bibliotheek ingediende IBL-aanvragen, artikelen. De gegevens zijn te vinden in de Management Information Statistics site van OCLC Pica, http://oclcpica.org/?id=6&ln=nl\ NCC/IBL menukeuze 9: Ontvangen IBL aavragen: afhandeling kopieaanvragen: honorerings% 10.7 Responsetijd ontvangst – afhandeling van de aanvraag De responsetijd van bij de bibliotheek ingediende IBL-aanvragen, tezamen voor boeken en artikelen. De gegevens zijn te vinden in de Management Information Statistics site van OCLC Pica, http://oclcpica.org/?id=6&ln=nl\ NCC/IBL menukeuze 9: Ontvangen IBL aavragen: afhandeling responsetijden. Rapporteer het cumulatieve percentage van aanvragen afgehandeld in 0 of 1 dagen. In het voorbeeld is dat 82,28%. 23 24 RUBRIEK 11: ZOEKACTIES IN BESTANDEN 11.1 11.2 11.3 11.4 Aantal zoekacties in de OPC. Aantal zoekacties in PiCarta. Aantal zoekacties in de NCC. Aantal zoekacties in Online Contents. Er is sprake van een zoekactie wanneer een gebruiker een zoekscherm invult op zoek naar titels die aan zijn vraag voldoen. Niet tot zoekacties worden gerekend presentaties van de gevonden titels. U kunt de gegevens ontlenen aan de door Pica geleverde statistieken. 11.5 Aantal zoekacties in geselecteerde documentaire bestanden. De volgende bestanden zijn geselecteerd: 1. Web of Science 2. Scopus Beide bestanden zijn allen Counter-compliant (zie http://www.projectcounter.org/code_practice.html). Per database is een viertal gegevens beschikbaar: Total searches run (het aantal zoekacties) Searches-federated and automated (aparte opgave voor het aantal federatieve zoekacties. Hiervan is sprake wanneer de gebruiker een aantal bestanden simultaan kan doorzoeken) Total sessies (het aantal sessies of bezoeken) Sessions-federated and automated (aparte opgave voor het aantal federatieve sessies. Hiervan is sprake wanneer de gebruiker een aantal bestanden simultaan kan doorzoeken) Bij bestanden waarop uw bibliotheek geen licentie heeft, gaarne invullen: nvt. 25 RUBRIEK 12: GEBRUIK VAN ELEKTRONISCHE TIJDSCHRIFTEN 12.1 Aantal geraadpleegde artikelen in elektronische tijdschriften. Vele, maar niet alle uitgevers of leveranciers van elektronische tijdschriften geven een overzicht van het aantal raadplegingen van artikelen. Bereken alleen het aantal raadplegingen van artikelen uit tijdschriften waarvan gegevens bekend zijn. Niet meegeteld worden raadplegingen van inhoudsopgaven en abstracts. 12.2 Aantal elektronische tijdschriften waarvan raadpleeggegevens beschikbaar zijn. Het totaal aantal tijdschriften waarop de telling in 12.1 is gebaseerd. Eenzelfde tijdschrift kan aanwezig zijn in meerdere pakketten. Elk exemplaar waarvan raadpleeggegevens bekend zijn wordt meegeteld. Anders dan bij 5.4 vindt dus bij voorkeur geen ontdubbeling plaats. 12.3 Aantal raadplegingen van artikelen in geselecteerde tijdschriftenpakketten. Ga af op de gegevens verstrekt door de desbetreffende uitgevers of leveranciers, volgens de richtlijnen van Counter. Niet meegeteld worden raadplegingen van inhoudsopgaven en abstracts. Niet inbegrepen zijn de raadplegingen bij onrechtmatig gebruik, voor zover daarover gegevens beschikbaar zijn. De volgende bestanden zijn geselecteerd: 1. ScienceDirect (Elsevier) 2. Springer / Kluwer 3. Wiley / Blackwell 4. JSTOR 5. Project Muse 6. Oxford University Press Bij pakketten waarop uw bibliotheek geen licentie heeft, gaarne invullen: nvt. Aan de lijst zal Sage worden toegevoegd zodra de leverancier gebruikersvriendelijke statistieken aanlevert. 26 RUBRIEK 13: GEBRUIK VAN E-BOOKS 13.1 Raadplegingen van e-books 13.1.1. Aantal raadplegingen van e-books Ga uitsluitend af op de raadpleeggegevens van die uitgevers of leveranciers die rapporteren volgens COUNTER Book Report 1. 13.1.2. Aantal e-books waarvan raadpleeggegevens beschikbaar zijn. Het totaal aantal ebooks waarop de telling in 13.1.1 is gebaseerd. 13.2 Raadplegingen van onderdelen van e-books 13.2.1. Aantal raadplegingen van onderdelen van e-books Ga uitsluitend af op de raadpleeggegevens van die uitgevers of leveranciers die rapporteren volgens COUNTER Book Report 2. 13.2.2. Aantal e-books waarvan raadpleeggegevens beschikbaar zijn. Het totaal aantal e-books waarop de telling in 13.2.1 is gebaseerd. 13.2.3. Aantal raadplegingen van ECCO books (EEBO en) ECCO zullen waarschijnlijk een groot aandeel hebben in het aantal raadplegingen. Deze rubriek is een specificatie van 13.2.1. NB Het aantal ECCO e-books is reeds opgegeven bij rubriek 5.3. 27