Peuterbrein sneller dan computer

advertisement
Peuterbrein sneller dan computer
www.kennislink.nl, jan/feb 2008
Amerikaanse wetenschappers claimen een nieuwe theorie voor de manier waarop kinderen een taal aanleren.
Doordat het jonge brein in staat is grote hoeveelheden gegevens te verwerken - ook wel aangeduid met het
begrip data mining - gaat de taalverwerving razendsnel.
Aan de Indiana University (VS) is een vernieuwend onderzoek van start gegaan naar de rol van data mining bij eerste
taalverwerving. Wetenschappers van deze universiteit hebben een nieuwe theorie ontwikkeld voor de manier waarop jonge
kinderen een taal aanleren. Tot nu toe werd er vanuit gegaan dat jonge kinderen een taal woord voor woord leren. Dit doen ze
namelijk opvallend goed op 2-jarige leeftijd. Maar het brein van peuters van 12-14 maanden is nog tot veel meer in staat, zo
blijkt nu.
Data mining in de hersenen
Data mining is een inmiddels bekend begrip in de computerwereld. De laatste jaren zijn er geavanceerde computerprogramma’s
ontwikkeld die enorme hoeveelheden gegevens kunnen doorwerken om vervolgens relevante patronen en relaties in de data
bloot te leggen. Twee wetenschappers uit Indiana, Linda Smith en Chen Yu, verbonden aan de Faculteit voor Psychologie en
Neurologie, onderzoeken nu of het menselijk brein op eenzelfde wijze te werk gaat. In ieder geval zou het verklaren waarom 2en 3-jarigen zo makkelijk woorden kunnen leren. De onderzoekers zijn naar hun eigen zeggen een grote ontdekking op het
spoor: “Deze nieuwe theorie geeft een compleet ander beeld van de manier waarop kinderen een taal verwerven”. Het onderzoek
is net van start gegaan, maar Smith en Yu deden alvast een aantal opmerkelijke ontdekkingen.
Data mining is het hergebruiken van beschikbare data. Hierdoor kunnen op een geautomatiseerde manier patronen en relaties ontdekt
worden in grote hoeveelheden gegevens. Data mining is gebaseerd op statistiek, machine learning, patroonherkenning, database
management en geavanceerde computerberekeningen.
Automatisch proces
In één van hun eerdere experimenten kregen 28 kinderen in de leeftijd 12-14 maanden zes woorden aangeboden. De dreumesen
kregen steeds twee objecten te zien op een computerscherm terwijl de bijbehorende woorden hardop werden voorgelezen.
Daarbij was het niet direct duidelijk welk woord bij welk object hoorde. Aan de hand van de oogbewegingen van de kinderen
konden de reactietijden afgelezen worden. Al heel snel waren de kinderen in staat om de juiste woordparen aan de juiste
objecten te linken.
In hetzelfde onderzoek kreeg een groep volwassenen 18 woorden in zes minuten te verwerken. Zij kregen geen twee afbeeldingen
per keer te zien, maar steeds drie tot vier. Wel hoorden ze steeds een gelijk aantal woorden. De testpersonen zelf hadden na
afloop het idee niets geleerd te hebben. Toch leerden de volwassenen – net als de kinderen - meer dan verwacht. Het brein bleek
zeer goed in staat om de juiste woord-object paren te vinden. Volgens Smith en Yu laat dit resultaat zien dat het leren van
woorden zich volledig automatisch afspeelt in onze hersenen. “Op deze manier bouwt ons geheugen een betrouwbaar lexicon op
zonder dat wij ons er van bewust zijn”.
Nog sneller leren
Wanneer peuters van jongs af aan een grote hoeveelheid woorden horen en daarbij genoeg informatie
aangeboden krijgen over de bijbehorende objecten, kan de taalverwerving razendsnel gaan. Het brein
weet vanzelf de juiste verbindingen te leggen tussen de woorden en de objecten. Wanneer het
vervolgonderzoek van Smith en Yu daadwerkelijk uitwijst dat het brein op deze manier werkt, zal in de
toekomst nog beter lesmateriaal ontwikkeld kunnen worden voor zowel eerste als tweede
taalverwervers.
Download