De opstanding van de Heere Jezus Christus Ds. D. Rietdijk – Mattheüs 28:2-5 (Pasen) Zingen: Lezen: Zingen: Zingen: Zingen: Psalm 118: 11 Mattheüs 28: 1-15 Psalm 21: 4, 5, 6 Psalm 2: 2, 3 Psalm 89: 3 Gemeente, wij overdenken Mattheüs 28 vers 2 tot en met 5: En zie, er geschiedde een grote aardbeving; want een engel des Heeren, nederdalende uit de hemel, kwam toe en wentelde de steen af van de deur en zat op dezelve. En zijn gedaante was gelijk een bliksem, en zijn kleding wit gelijk sneeuw. En uit vrees van hem zijn de wachters zeer verschrikt geworden en werden als doden. Maar de engel, antwoordende, zeide tot de vrouwen: Vreest gijlieden niet; want ik weet dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Het gaat in deze dienst over: De opstanding van de Heere Jezus Christus. Daarvan gaan we drie dingen zien: 1. Hij heeft het graf geopend 2. Hij heeft de vijanden verslagen 3. Hij heeft Zijn volk vertroost 1. Hij heeft het graf geopend Gemeente, het graf is geopend! De dag van de opstanding van de Heere Jezus Christus is een geweldige, grote dag geweest. Mattheüs, als enige evangelist, weet het op een bijzondere wijze te vertolken. Het is altijd weer hartverwarmend hoe hij schrijft over die morgen waarin Jezus uit de doden is verrezen. Tegelijkertijd blijven er bij hem en alle evangelisten vragen over. Vragen die wij niet kunnen beantwoorden, want de opstanding zelf heeft niemand gezien. Daar is niemand bij geweest. De discipelen hebben de Opgestane, de Heere Jezus Die leeft, wel ontmoet. Maar de opstanding zelf heeft geen ooggetuige. De Heere is in alle vroegte, u zou kunnen zeggen: voor dag en dauw, uit het graf verrezen, opgestaan uit de doden. Het leven heeft Hij weer aangenomen. De Vader van de Heere Jezus Christus heeft Hem opgewekt. En de Heilige Geest heeft Hem een verheerlijkt lichaam gegeven; een lichaam dat niet meer beantwoordde aan de wetten waar ons lichaam aan beantwoordt. Het was een heerlijk lichaam dat Hij ontving. Hij was, zo weten we uit de opstandingsgeschiedenis, dan hier en dan daar. Hij had een lichaam dat niet meer onderworpen was aan de gevolgen van de zonde. Hij had een www.prekenweb.nl 1/10 Ds. D. Rietdijk – De opstanding van de Heere Jezus Christus lichaam dat niet meer vermoeid werd, niet meer hongerde, niet meer dorstte. Zomaar ineens kwam Hij ook weg uit het gezicht van de Emmaüsgangers. Het is met recht dat Hij met een verheerlijkt lichaam uit de doden opgestaan is, tot heerlijkheid van Zijn Vader. Dat nieuwe leven wat Hij uit de opstanding gekregen heeft, hoorde de aarde helemaal niet meer toe. Dat behoorde eigenlijk helemaal de hemel toe. Pasen is een hoogtepunt. Maar Pasen is geen eindpunt. Pasen is een hoogtepunt en daarom is het een uitgangspunt. Want de Heere is opgestaan uit de doden en nu hoort Hij niet meer aan de aarde toe. Hij gaat straks ten hemel varen. Hij gaat straks zitten aan de rechterhand van Zijn Vader. En Hij zal straks ook wederkomen op de wolken des hemels. Het einde komt in zicht. Met Pasen komt de grote dag van de wederkomst van de Heere Jezus in zicht. U ziet de voortgang van de heilsfeiten. Pasen is het feest van de overwinning van de Heere Christus over dood en over graf. Er zijn dan wel geen ooggetuigen geweest van de opstanding van de Heere Jezus uit de dood, maar wij hebben wel een belangwekkende getuige in de Schrift staan. Want de Schrift is getuige van die opstanding. En Mattheüs gaat daar de nadruk op leggen. Hij begint daarmee en zegt: De hemel was er getuige van dat Jezus is opgestaan uit de doden. Hij vraagt daar uw volle aandacht voor. Onze tekst begint met: En zie. Wat nu verteld gaat worden is al uw aandacht waard. De hemel is getuige van de opstanding van Jezus. Want als de deuren van de huizen van de vrouwen in Jeruzalem opengaan, dan gaan ook de deuren van de hemel open. De deuren van de huizen van de vrouwen gingen open om die vrouwen door te laten met hun specerijen. Zij wilden met hun specerijen naar het graf gaan om de Heere Jezus te zalven. Daar hadden zij op Goede Vrijdag geen gelegenheid meer voor gehad, want om zes uur begon de sabbat. Zij zullen dat nu op de eerste dag van de week doen, als de sabbat voorbij is. Dus de deuren van die vrouwen gaan open. Met de specerijen in hun hand komen ze naar buiten om Jezus in de dood te gaan bewaren. Maar de deuren van de hemel gaan op datzelfde ogenblik open, omdat Jezus is opgestaan uit de dood. De hemel weet van Zijn opstanding. En dat de deuren van de hemel opengaan, gaat niet ongemerkt aan de aarde voorbij. Want als de deuren van de hemel opengaan, om daar een engel door te laten die naar de hof van Arimathéa zal gaan, dan beeft de aarde. De hele schepping is bij het gebeuren van de opstanding van de Heere Jezus betrokken. En zie, zegt Mattheüs, er geschiedde een grote aardbeving. Mattheüs heeft ons ook verteld dat de aarde beefde toen de Heere Jezus aan het kruis stierf. Want toen aanschouwde de aarde het gruwelijkste wat ooit gezien kan worden. Toen werd de Zoon van God aan een hout gehangen. Toen stierf Hij de dood. Toen grepen mensen de Zoon van de Koning en ze doodden Hem. De aarde heeft gesidderd onder dat gebeuren van het sterven van Jezus. De aarde was ontzet over dat ontzaglijke gebeuren. De Zoon van God stierf! Het was de doodsschrik van deze schepping. Maar nu de Heere Jezus opstaat uit de doden en de hemel opengaat om een engel door te laten die met een bijzondere opdracht naar de hof van Jozef gaat, dan wordt die aarde weer bewogen. Die aarde verheugt zich, nu de smarten van de dood ontbonden zijn. Met Pasen komt ook de dag van de volkomen bevrijding van de hele schepping naderbij. www.prekenweb.nl 2/10 Ds. D. Rietdijk – De opstanding van de Heere Jezus Christus In de Bijbel staan twee dingen van de schepping. In de eerste plaats dat ze in barensnood is en zucht. Dat kun je telkens weer gewaar worden op allerlei manieren. De schepping zucht onder de dienstbaarheid aan de verderfenis. Maar als de Heere Jezus opstaat uit de doden, dan mag die schepping in de toekomst de dag zien waarop ze uit de dienstbaarheid van de verderfenis zal worden vrijgemaakt. Daar komt straks een nieuwe geboorte. Bij barensweeën hoort een geboorte; er komt straks een nieuwe geboorte van de hemel en van de aarde. En dat wordt door de opstanding van de Heere Jezus uit de dood vastgelegd. De aarde beefde op Goede Vrijdag van doodsschrik. En op de opstandingsdag van Jezus beeft zij van vreugde, omdat straks de hemelen opnieuw zullen opengaan. Op de jongste dag gaan de hemelen opnieuw open. En dan gaan ze open, niet om een engel door te laten, maar dan zullen ze opengaan om Jezus door te laten. Hij zal komen met de wolken des hemels en oordelen de levenden en de doden. Er zal een nieuwe aarde komen. In de Bijbel vindt u telkens dat de aarde beeft als Christus voorttrekt in Zijn kracht. Dat vindt u al in het Oude Testament. Als Israël uit Egypte trekt - en dan gaat het ten diepste om de belofte die Israël draagt, dat uit hen de Messias zal voortkomen - dan zegt de Bijbel: De bergen sprongen als rammen, de heuvelen als lammeren. (Ps.114:4) Beef, gij aarde, voor het aangezicht des Heeren, voor het aangezicht van de God van Jakob. (Ps.114:7) De aarde is daarbij betrokken. Die aarde zal straks vernieuwd komen. En dat is het werk van de Heere Jezus, vastgelegd op de dag van Zijn opstanding. De aarde zal door Jezus Christus vrijgemaakt worden uit de banden van de dienstbaarheid. Daarom ziet Johannes voor de troon niet alleen vierentwintig ouderlingen (twaalf ouderlingen vertegenwoordigen het Oude Testament en twaalf het Nieuwe Testament), maar hij ziet daar ook de vier dieren. Dat is de vertegenwoordiging van de hele schepping. De God des levens, de Schepper van hemel en aarde, laat Zijn schepping niet los, maar Hij zal die schepping verlossen uit de dienstbaarheid der verderfenis. De aarde beeft. Het verband met de komst van die engel naar de hof van Jozef is duidelijk. Mattheüs zegt: Want een engel des Heeren, nederdalende uit de hemel… Deze engel komt zichtbaar uit de hemel naar de aarde. Zijn gedaante draagt de heerlijkheid van de hemel. Als een bliksemschicht daalt die engel neer uit de hemel. Zo is Zijn gedaante. Het hemelvuur dat mens en beest verschrikt, brengt de heerlijkheid, de majesteit van God mee. Waarom komt die engel nu zo? Er zijn zoveel engelen op de aarde gekomen en die hadden gewoon een menselijke gestalte. Waarom komt die engel nu met de gedaante van een bliksem en met kleding die wit is als sneeuw? Wel, op Pasen komt daar niet zomaar een engel in een zichtbare gedaante, maar dan brengt hij de luister en de heerlijkheid van de Heere Jezus Christus mee. Dan is de vernietiging voorbij van Jezus Die gekruisigd was. Dan komt de heerlijkheid van Jezus openbaar in het neerdalen van die engel. Die komt met de heerlijkheid en de majesteit van de hemel. De vernedering van Jezus is voorbij; Hij is opgestaan uit de doden! En die kleding is wit als sneeuw. Die brengt iets mee van de reinheid van de hemel en van de heiligheid van God. Het is een koninklijk kleed. In smetteloze heiligheid daalt hij van God af. Markus deelt mee dat het kleed van de engel een lang kleed was. Als in het oosten iemand aan het werk was, dan was dat kleed opgeschort. Dat werd met een www.prekenweb.nl 3/10 Ds. D. Rietdijk – De opstanding van de Heere Jezus Christus gordel opgeschort. Dan konden de voeten zich makkelijk bewegen. Maar deze engel draagt een lang kleed. Dat wil zeggen dat die engel in ruste is. Dat lange kleed van die engel predikt al dat alles volbracht is, dat alles is voldaan. Dat lange kleed laat zien dat de gebeurtenis in de hof van Jozef predikt dat de verlossing is aangebracht. Zijn komst in de hof alleen al is een prediking van de overwinningsrust in heerlijkheid van Jezus Christus, Die gekruist was. Die engel komt in de hof van Jozef voor Christus. Niet alsof de Heere dienstbetoon nodig had, want de Heere Jezus heeft helemaal geen dienstbetoon nodig. Hij is de machtige God, Die opgestaan is uit de doden en Die verrijst in heerlijkheid en kracht en Die alle macht heeft in de hemel en op de aarde. Hij komt als de Machtige, als de Overwinnaar over het graf. Hij heeft geen dienstbetoon meer nodig. Maar dat dienstbetoon is er omdat de Heere het zo waard is. We zien op Paasmorgen dat Jezus het zo waard is dat de hemel en de aarde Hem dienen en aanbidden vanwege Zijn macht en majesteit. In de hof van Jozef van Arimathéa zijn de dienaren die Hem begroeten, die de eer van Zijn Naam uitroepen, die luister bijzetten aan het hoge feit van Zijn opstanding uit de doden. Het is een prediking. De engel komt. En deze indrukwekkende verschijning gaat naar het graf. Hij schrijdt naar dat graf toe, naar de grafspelonk van Jozef van Arimathéa. Dat wil zeggen dat de hemel de voet laat zetten op elke meter grond. De hemel neemt als het ware deze aarde in beslag. Die aarde ligt onder de voeten van de Heere Jezus Christus. De engel gaat de steen wegrollen die op Goede Vrijdag voor het graf geplaatst was. Een engelenhand rolt die steen weg. En tegelijk met die steen worden de zegels van het Sanhedrin - mensenzegels - verbroken. De hemel rekent af met de zekerheid die mensen zich gemaakt hebben. En als dan die grafspelonk geopend is, dan is dat een prediking van de hemel, dat de Vader van onze Heere Jezus Christus door het zenden van die engel ‘amen’ zegt op het offer van Golgotha. Dan wil dat een prediking zijn dat de opstanding door de hemel is erkend. Dan is dat een prediking dat de Vader ‘amen’ zegt op het ‘het is volbracht’ van Jezus aan het kruis van Golgotha. Op Goede Vrijdag heeft de Heere Jezus uitgeroepen aan het kruis van Golgotha: Het is volbracht! (Joh.19:30) Dat heeft Hij uitgeroepen voor de hele wereld. En nu laat de Vader van onze Heere Jezus Christus het op Paasmorgen voor de hele wereld prediken: ‘Amen, het is volbracht!’ Het offer van Jezus is ten volle door Hem geaccepteerd. Het is genoeg bevonden. Als de hemel op de derde dag opengaat om die engel door te laten, dan is dat het ‘amen’ van de Vader op de opstanding en daarmee op het volbrachte werk van de Heere Jezus. Die engel predikt door het openen van de grafspelonk. En wat zegt die engel dan eigenlijk? Als die steen wordt weggerold, dan zegt hij dit: Hij is overgeleverd om onze zonden. Daarom is Hij in dat graf gelegd. En daarom heeft Jezus met Zijn dode lichaam in dat graf gerust. Maar Hij is opgewekt om onze rechtvaardigmaking. Hij is opgestaan opdat Hij mensen rechtvaardigen zou. Hij is opgestaan om vrij te spreken. En luistert u dan goed, dat is de boodschap van Paasmorgen: om vrij te spreken van schuld en van straf en om recht te geven op het eeuwige leven. Daartoe is Hij opgestaan uit de doden. En dan jaagt de dood geen angst meer aan. Alles is voldaan! www.prekenweb.nl 4/10 Ds. D. Rietdijk – De opstanding van de Heere Jezus Christus Gemeente, dat is wat, als u dat mag horen in de prediking van Pasen: overgeleverd om onze zonden en opgewekt om onze rechtvaardigmaking! Dat is nooit te begrijpen. U hoort Paulus in Romeinen 8 in verwondering neerschrijven: Christus is het, Die gestorven is; ja, wat meer is, Die ook opgewekt is. Daar hebt u het; het graf gaat open: Die ook opgewekt is. Die ook ter rechterhand Gods is, Die ook voor ons bidt. (Rom.8:34) Wie zal beschuldiging inbrengen tegen de uitverkorenen Gods? God is het, Die rechtvaardig maakt. Wie is het die verdoemt? (Rom.8:33-34) Daar hebt u de triomfkreet van Pasen! Gemeente, in de opening van het graf door de engel ligt het ‘amen’ van God. Daar ligt de rechtvaardiging van God, van verloren mensenkinderen. Daarom kan op deze dag over de hele wereld gepredikt worden dat er nu in dat offer van Christus, waarin de Vader genoegen genomen heeft, verzoening te vinden is en genade te verkrijgen is en vergeving te ontvangen is voor een mensenkind. Dat is de prediking van Pasen! Jongens, meisjes, horen jullie het? De Heere Jezus is opgestaan uit de doden. En dat is niet alleen voor Hem, dat Hij uit de dood verrezen is. Laat ik het maar even gewoon zeggen: dat is niet alleen fijn voor Hem, dat Hij niet meer in het graf ligt. Maar het is veel meer. Het wil zeggen dat jullie een nieuw hart kunnen krijgen. Als de Heere Jezus niet was opgestaan, dan had dat niet gekund. Maar omdat Hij nu is opgestaan, kunnen mensen vergeving krijgen van schuld en straf en recht op het eeuwige leven. Daarom kunnen we bij Hem terecht. Hij leeft! En daarom kun je bij Hem een gewillig oor vinden. Want Hij is opgewekt om onze rechtvaardigmaking. Buig je knieën maar voor de Heere hoor, en vraag er maar om. Zeg maar: ‘Heere, vandaag is het Pasen en Jezus is opgestaan uit de doden. En omdat Hij opgestaan is uit de doden kunnen we toch een nieuw hart krijgen? Heere, wilt U mij dat geven?’ Dat is Pasen. De steen is afgewenteld van het graf. Alle schuld is voldaan. De Vader is bevredigd in het offer van de Zoon. En dan denk ik even aan die machtige Psalm 85. Dat is eigenlijk een Paaspsalm: De schuld Uws volks hebt G’ uit Uw boek gedaan; Ook ziet Gij geen van hunne zonden aan; Gij vindt in gunst, en niet in wraak, Uw lust; De hitte van Uw gramschap is geblust. Mattheüs beschrijft dat zo heel duidelijk. De engel rolt die steen weg. En als die steen weggerold is wordt hij neergelegd op de grond en dan gaat de engel op die steen zitten. Dat is niet zomaar iets, dat een engel op een steen gaat zitten. Op een grafsteen welteverstaan! Dat moet u zich even voorstellen. Die engelen leven in het licht van de hemelse heerlijkheid, bij de troon van God. Die komen bij het graf. Nou, bij een graf staat niemand graag. Zo’n engel komt bij een graf en die gaat op zo’n grafsteen zitten. Dat doet hij niet zomaar. Daar gaat sprake van uit. Dat betekent wat. Hij neemt die grafsteen in beslag. De hemel legt beslag op die grafsteen. Dat graf zal nooit meer worden dichtgedaan. Dat is de prediking. Het is voor eeuwig, dat deze door de dood gevangene Zijn boeien heeft verbroken en is uitgegaan uit het graf. Het is voor eeuwig, dat Jezus leeft. Het graf is voor eeuwig geopend! Engelen gaan er in en uit, zoals we dat van de andere evangelisten weten. De spelonk van de dood bevat alleen nog maar het fijne lijnwaad van Jozef van Arimathéa. Dat ligt www.prekenweb.nl 5/10 Ds. D. Rietdijk – De opstanding van de Heere Jezus Christus keurig netjes opgerold. Jezus is niet uit het graf geroofd, maar die doeken liggen daar netjes. Johannes zegt dat de hoofddoeken aan het hoofdeinde en de andere doeken aan het voeteneinde liggen. Het is allemaal ordelijk geschied. Die doeken zijn nooit meer nodig. Het is voorbij. De overwinning over dood en graf is een feit geworden. Christus is de Overwinnaar van de onverbiddelijke dood. Hij is ook de Overwinnaar van het graf dat nooit meer gesloten zal worden, maar dat altijd open zal blijven. Hij heeft het leven aangebracht. En dat is niet het leven zoals wij hier van nature kennen. Want dat leven, daar is altijd wat mee. Dan zijn we ziek, dan zijn we moe… Dat is niet een of ander leven dat al zeurderig voortgaat. Het leven dat Christus aanbrengt is het bruisende leven. Dat is het volle leven, dat springt tot in eeuwigheid. Dat is het leven waardoor mensenkinderen mogen leven en God eeuwig mogen grootmaken. Dat is dat leven dat nimmermeer vergaat. Die in Mij gelooft zal leven, al ware hij ook gestorven. (Joh.11:25) Dus al moeten dan onze doden die in Christus ontslapen zijn begraven worden, zij zullen toch leven tot in eeuwigheid. Dat is dat volle, bruisende, onvergankelijke leven dat Christus aan het licht heeft gebracht. De engel zit op de steen. Die steen is in beslag genomen door de hemel. Nu het tweede: 2. Hij heeft de vijanden verslagen Want die wachten werden zeer verschrikt vanwege de engel. Die wachters stonden daar bij het graf, want de hogepriester was er op Goede Vrijdag niet zo erg gerust op. Al was dan vastgesteld dat Jezus gestorven was, hij was er niet zo gerust op. Niet één van de discipelen heeft onthouden dat Jezus gezegd heeft dat Hij ten derde dage opstaan zal uit de doden. Zij staarden zich blind op de dood van Jezus aan het kruis. Maar de hogepriester wist het! Hij zegt: ‘Deze verleider heeft gezegd: Ten derde dage zal Ik opstaan. Dus, Pilatus, geef ons wachten.’ En Pilatus heeft gezegd: ‘Daar bemoei ik mij niet mee. Je hebt een wacht, zet die er maar voor.’ Sommige uitleggers zeggen dat het die wacht geweest is die daar bij dat kruis zat. Ze zaten daar te dobbelen om die kleding. Mogelijk is het die wacht geweest. Deze wachters zijn geschrokken toen de aarde beefde op Golgotha. En nu zitten ze bij het graf en nu gaat de aarde voor de tweede maal beven! En daar komt een gedaante als een bliksem uit de hemel neer en die verlicht daar dat schemerduister van de morgen. En met een angstschreeuw zijn die wachters als doden geworden. Dat wil zeggen dat ze de gedaante van een dode aannamen. Helemaal verstijfd liggen ze daar achterover op de grond. Onbekwaam om te waken, onbekwaam om te vluchten. Het heeft dus te maken met de werkelijke dood. Want door de schrik waren ze een ogenblik ook geen wachters meer. Dat heeft te maken met de dood. De vijand ligt daar verslagen. De vijand is overwonnen door de Levende. Die wachters zijn als doden. Door het kruis heeft Jezus getriomfeerd over alle vijanden en in Zijn opstanding wordt dat openbaar. Daar liggen ze als doden in de hof. De rollen worden omgekeerd op Paasmorgen. Vrijdag hadden de soldaten alles te zeggen. Ze hebben gespot tot het einde toe. Op Paasmorgen is er geen spot meer. Ze liggen als doden achterover op de grond. De vijanden zijn overwonnen. De Dode werd levend en de levenden werden als doden. Is dat nu altijd te zien, dat de Heere Jezus alle vijanden overwonnen heeft? Kunnen de kinderen van God, die op de Heere Jezus hun hoop gesteld hebben, altijd zien dat Hij die www.prekenweb.nl 6/10 Ds. D. Rietdijk – De opstanding van de Heere Jezus Christus vijanden overwonnen heeft? Zijn die vijanden nu altijd mensen die als doden liggen? Het kan soms zijn, gemeente, dat je denkt dat niet Jezus, maar de vijanden alle macht hebben in de hemel en op aarde. Dat kun je denken. Menig kind van God zucht daar onder, is daar bezwaard onder. En wellicht is de tijd aanstaande dat we dat veel meer zullen gaan zien, dat wie Christus belijdt moet rekenen op de vijand die machtig is. Denkt u even aan Johannes op Patmos, die op dat rotspuntje zat op de Middellandse Zee, verbannen van zijn gemeente. Hij zat daar met de vraag: Hoe kan het en hoe moet het? Want die vijand had grote kracht en macht in zijn leven. Maar nu juist daar op dat rotspuntje ontmoet hij de Levensvorst. Hij komt in al Zijn heerlijkheid en zegt tot Johannes: Vrees niet. (…) Ik ben dood geweest; en zie, Ik ben levend in alle eeuwigheid. Amen. En Ik heb de sleutels der hel en des doods. (Openb.1:17-18) Dat wil dus zeggen dat die Kerk wel bewaard is, ook al lijkt het alsof die vijand machtig is en alles kan en alles zeggen kan en alles doen kan. Maar Christus is opgestaan! En dan zegt Hij erbij: Amen. Het zal waar en zeker zijn! En gemeente, dan is er geen kind van God onbeschut en onbeschermd in deze wereld, al zitten ze dan op een eiland verbannen. Want het is zelfs tot grote winst geweest voor Johannes. De Heere heeft hem op dat eilandje alles geopenbaard wat in de toekomst met de Kerk des Heeren gebeuren zal. Hij heeft laten zien dat de uiteindelijke overwinning is voor Christus, ondanks de worstelingen met al de vijanden die komen zullen tegen Zijn rijk. Hij heeft laten zien dat die vijanden zullen overwonnen worden en dat Hij Overwinnaar is tot in eeuwigheid. De opstanding van Christus uit de dood is garantie en onderpand dat die Kerk des Heeren zal overwinnen. Al zie je er hier niks van. Maar dan kun je op Hem hopen, op Zijn genade en op Zijn levenskracht. En werden als doden. In feite waren zij al dood. Want elk mens die Christus verwerpt, die voor eigen rekening leeft, is dood in zonden en misdaden. Dat wordt erger naarmate wij meer Christus vergeten, ons verzetten en Hem verwerpen. En hoe meer Hij Zich openbaart en hoe meer Hij van Zijn genade laat zien, hoe erger de zonden zullen worden. Want Jezus heeft gezegd: Ik ben tot een oordeel in deze wereld gekomen. (Joh.9:39) Het verzet tegen de genade wordt groter naarmate die genade zich heerlijker openbaart. En naarmate de Heere Jezus Zich heerlijker openbaart, zal ook het hart harder worden bij de verwerping van Hem. Blinden zullen zien. Maar zienden - dat wil zeggen: mensen die in eigen kracht en wijsheid leven - die zullen blind worden. De wachters werden als doden. Het heeft niet lang geduurd, maar het was wel even waar. Ze werden als doden. Het heeft niet lang geduurd, want straks gaan ze weer verder. Door het Sanhedrin worden ze omgekocht en ze hebben de leugen in de wereld gebracht dat Jezus gestolen is door Zijn discipelen. Tegen alle indrukken in, tegen al die dodelijke vrees in, hebben ze hun geweten gesust. Ze zijn weer verder gegaan. Niemand heeft uitgeroepen tot de levende God en niemand heeft gevraagd naar de Heere en naar Zijn sterkte. Is dat bij ons ook zo? Altijd maar doorleven… Het laat je onberoerd dat Jezus is opgestaan uit de doden, in Zijn majesteit en in Zijn kracht. Toch maar weer verder leven, nooit naar Hem vragen. Is dat zo? Jongens, meisjes, ouderen, kunnen we het buiten www.prekenweb.nl 7/10 Ds. D. Rietdijk – De opstanding van de Heere Jezus Christus Christus stellen? Buiten die Levende, Die uit de doden verrezen is en Die Zijn werk heeft volbracht? Dat betekent een eeuwige ondergang. Het is vandaag Pasen. De Heere laat ons zien wat het deel is van hen die zich tegen Hem verzetten. Dan zegt de Heere: Die in de hemel woont, zal lachen; de Heere zal hen bespotten. (Ps.2:4) Ik toch heb Mijn Koning gezalfd over Sion, de berg Mijner heiligheid. (Ps.2:6) Jezus is niet tegen te houden, hoor! Noch door een zegel, noch door wachten. Het graf is geopend. De vijand is verslagen. Maar Jezus is ook opgestaan om Zijn volk te troosten. Dat is onze derde gedachte. We zingen eerst Psalm 2 vers 2 en 3: Maar d’ Opperheer, Die Zijn geduchte stoel, Op starren sticht, en grondvest op de wolken, Zal lachen met dat vruchteloos gewoel, En spotten met de waan der dwaze volken. God zal Zijn wraak ontdekken voor hun ogen; Straks gloeit de lucht door ’t vlammend bliksemlicht; ’t Is God, Die spreekt; Hij dondert uit de hoge, En jaagt de schrik Zijn haat’ren in ’t gezicht: ‘Durft gij bestaan te twisten met Mijn kracht? Zal nietig stof Mij ’t hoog gezag ontwringen, Of weerstand biên aan Mijn geduchte macht? Ontziet Mijn toorn, verdoolde stervelingen! Gij zult vergeefs Mijn rijksbestel weerstreven; Mijn Koning is gezalfd door Mijn beleid; Hij, door Mijn hand op Sions troon verheven, Heerst op de berg van Mijne heiligheid.’ 3. Hij heeft Zijn volk vertroost Op deze heerlijke Paasmorgen komen de vrouwen met specerijen naar het graf om het lichaam van de Meester te zalven. Zij willen Hem bewaren. Anders dan de wachters Hem bewaarden; die wilden Hem in de dood bewaren. Maar zij wilden Hem bewaren in de dood door liefde. De één door bittere vijandschap en de andere door liefde, die kennelijk harder is dan het graf. Want zij hebben Hem liefgehad. Gemeente, dat is een vraag die gesteld mag worden. De Heere Jezus stelt hem Zelf straks aan Petrus: Hebt gij Mij lief? (Joh.21:16) Dus ik mag het u ook vragen. Hebt u Hem lief? De vrouwen hadden Hem lief. En dan is het geloof wel zwak, want zij zouden vanmorgen kunnen opstaan met de gedachte: De Heere gaat vandaag opstaan uit de doden. Hij heeft het ons voorzegd: ‘Ten derde dage zal Ik opstaan uit de doden’! Daar is niet één van de vrouwen die aan dat woord gedacht heeft. De liefde was in deze sterker dan het geloof. Het geloof is erg zwak. Ze zijn opgestaan en hebben de specerijen genomen die ze al klaargemaakt hadden voor de sabbat inviel. En nu gaan ze naar het graf van Jozef van Arimathéa. Dan zult u kunnen zeggen: ‘Die vrouwen zijn te bestraffen, want zij hadden toch zeker moeten bedenken dat de Heere die dag zou zijn opgestaan? Ze hebben het kunnen weten.’ Ja, maar toch www.prekenweb.nl 8/10 Ds. D. Rietdijk – De opstanding van de Heere Jezus Christus bestraft de Heere hen niet. Want als ze bij het graf komen, dan is dat open. Ze hadden een steen verwacht. Die steen lag eigenlijk als een steen op hun hart. Maar het graf is open! Onmiddellijk is er weer de vrees en de schrik. Wat zou er dan met het lichaam van de Heere zijn gebeurd? Bange vrees snoert hun kelen dicht. En nu komt die engel tot hen. U weet wel, die engel die daar zat. Hij ontmoet die vrouwen. En dan zegt Mattheüs - en dat is zo’n fijn trekje van Mattheüs: Maar de engel, antwoordende… Dus eerst de wachters die als dood liggen, en dan staat er tegenover: Maar de engel, antwoordende, zeide tot de vrouwen: Vreest gíjlieden niet. Die wachters wel, maar gijlieden niet. De ongehoorzamen ontvangen geen vertroosting en geen onderwijzing. Aan hen zal Jezus Zich niet openbaren. Hij openbaart Zich niet aan de wereld; daar verbergt Hij Zich voor. Maar aan die vrouwen gaat Hij Zich openbaren. Dan krijgen ze antwoord op hun vragen. Maar de engel, antwoordende… Wat een onderscheid, of je nu zo’n wachter bent met vijandschap, of je bent zo’n vrouw die komt, weliswaar met overbodige specerijen, maar dan toch uit liefde klaargemaakt. Want de Heere heeft niets nodig. Hij heeft ook geen specerijen nodig. Hij heeft zelfs de gaven van uw liefde niet nodig. Zij komen met hun specerijen naar het graf. Maar dan ántwoordt deze engel. Dat wil zeggen: hij weet van de vragen die in hun hart leven. Dat is geweldig mooi, dat die engel dat weet. En het wordt nog heerlijker, want hij komt met een volle troostboodschap van het Evangelie. Hij zegt: Vreest gijlieden niet. Daarop moet de nadruk vallen. Deze discipelinnen van Jezus hoeven niet te vrezen. Daar staat een groot aantal malen in de Bijbel: Vreest niet. De Heere komt Zijn volk telkens tegemoet met het ‘vreest niet’. De herders in Efratha’s velden vreesden met een grote vreze. Tot hen zegt de engel: Vreest niet, want zie, ik verkondig u grote blijdschap. (Luk.2:10) En nu zegt die engel weer: Vreest niet. En waarom niet? Wel, gemeente, die engel heeft een boodschap: Ik weet dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Die engel weet dat. En dan moet u goed bedenken dat engelen niet alwetend zijn. Zij kunnen niet in het hart kijken. Daar is er maar Eén alwetend; dat is God Die in de hemel leeft. En Hij heeft die boodschap aan die engel meegegeven naar de aarde en gezegd: ‘Als je nu die vrouwen tegenkomt daar bij dat geopende graf, zeg dan: Ik weet dat gij zoekt Jezus.’ Dus dat wil zeggen: God weet ervan, als je Jezus zoekt. De hemel wist dat. Gemeente, weet de Heere dat van ons ook? Weet de Heere dat van ons als kinderen, dat we Hem zoeken? Ik weet dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Zoeken we Hem? Zoeken we Hem in oprechtheid? Zeggen we: ‘Heere als ik U niet heb, dan heb ik niets in mijn leven. Maar als ik U heb, dan heb ik precies alles’? Het is alles of niets. Eén van de twee. Zoeken wij Jezus, Die gekruisigd was? Als dat waar is, dan weet de Heere daarvan. Hij weet dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd was. Dat is het wonder van de liefde van Christus. Die vrouwen zullen zalig worden, al is hun geloof zwak en al werkt hun liefde verkeerd. Ze zullen zalig worden omdat Jezus weet dat ze Hem zoeken. Daarom! En een scherpe luisteraar hoort in die woorden iets bijzonders. Ik weet dat gij zoekt Jezus, Die gekruisigd wás… Dat is voorbij. Dat hebben die vrouwen gezien daar bij dat graf waarin Hij gelegd was. Die engel sluit aan bij het denken en treuren van die www.prekenweb.nl 9/10 Ds. D. Rietdijk – De opstanding van de Heere Jezus Christus vrouwen. Jezus Die gekruisigd was, daar ging het immers om. Die was daar neergelegd in dat graf en nu komen ze Hem zoeken. Ik weet dat gij zoekt Jezus. Maar nu heeft hij een vrolijke boodschap; de boodschap van Pasen voor deze vrouwen: ‘Hij is hier niet! Hij is opgestaan! Jezus leeft!’ Dat is de blijde boodschap van Pasen. Zij die vrezen hebben niets te vrezen. De Gekruisigde leeft en Hij leeft voor eeuwig. En daarom zullen zij ook mogen leven. Gemeente, de Kerk mag leven zolang Jezus leeft. Beter kan het niet en zekerder kan het niet en blijer is er niet te vinden. Dat is de Paasboodschap uit de hemel. Hij is hier niet, Hij is opgestaan, Hij leeft! En dan zegt die engel er ook nog wat bij. Hij zegt: Komt herwaarts, ziet de plaats waar de Heere gelegen heeft. (Matth. 28:6) Hij had het eerst over Jezus Die gekruisigd was. En nu gaat Hij over op een andere Naam. Hij zegt: Ziet de plaats waar de Héére gelegen heeft. Dat is: de Eigenaar, de Bezitter. Dat is Degene Die gekocht heeft met Zijn bloed. Deze vrouwen wordt gezegd: Komt herwaarts, ziet de plaats waar de Heere gelegen heeft. Niet meer ‘Jezus Die gekruisigd was’, maar ‘waar de Heere gelegen heeft’. Hij is de Heere, de Eigenaar van Zijn Kerk, en ook de Heere over graf en over dood. Hij is de Heere Die over alle dingen beslist. En omdat het nu Pasen geweest is en die Heere leeft tot in alle eeuwigheid, daarom kunnen we nu vanuit de geestelijke dood overgezet worden in dat nieuwe leven. De grondslag is gelegd in Pasen. En als we overgezet worden in dat nieuwe leven, als we dat van Hem ontvangen, dan zullen we de blijdschap kennen om Hem Die leeft tot in alle eeuwigheid. Hij alleen kan het u geven. En dat geeft Hij met Zijn eigen hand. Dat geeft Hij door Zijn eigen Geest. Dat geeft Hij met milde hand. U kunt het niet grijpen, maar Hij wil het schenken. En Hij geeft het om niet. Hij geeft het uit genade. Daarom is Hij gekruisigd geweest. Hij geeft het uit enkele goedheid. Deze Jezus Die gekruisigd was gaat op Pasen het leven uitdelen en de gerechtigheid tot in eeuwigheid. Bij Hem kunt u terecht! Amen. Slotzang: Psalm 89:3 De hemel looft, o HEER’, Uw wond’ren dag en nacht; Uw waarheid wordt op aard’ de glorie toegebracht, Daar Uw geheiligd volk van Uwe trouw mag zingen; Want wie is U gelijk bij al de hemelingen? En, welke vorsten ooit het aardrijk moog’ bevatten, Wie hunner is, o HEER’, met U gelijk te schatten? www.prekenweb.nl 10/10