Instructie DBC-registratie Neurologie v20110701 ingangsdatum instructie 1 januari 2012 Deze instructie bevat de regels die gelden voor alle DBC‟s die geopend zijn vanaf 1 januari 2011 en eventueel doorlopen in 2012 Contactgegevens Stichting DBC-Onderhoud Telefoon Helpdesk: 030-2850888 Fax: 030-2850801 E-mail helpdesk: [email protected] Internetadres: www.dbconderhoud.nl DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 1 Inhoudsopgave 1. Inleiding ........................................................................................................................................ 3 2. Een DBC openen en sluiten ........................................................................................................ 4 2.1 Hoofdlijnen van het registreren van DBC‟s ................................................................................. 5 2.2 Openen en sluiten van een reguliere zorg DBC (zorgtype 11) ................................................... 5 2.2.1 Openen van een reguliere zorg DBC (zorgtype 11) ................................................................... 5 2.2.2 Sluiten van een reguliere zorg DBC (zorgtype 11) ..................................................................... 6 2.3 Registratie van spoedeisende zorg ............................................................................................ 8 2.4 Openen en sluiten van een intercollegiaal consult DBC (zorgtype 13) ...................................... 9 2.5 Openen en sluiten van een vervolg DBC (zorgtype 21) ........................................................... 10 2.5.1 Openen van een vervolg DBC (zorgtype 21) ............................................................................ 10 2.5.2 Sluiten van een vervolg DBC (zorgtype 21) ............................................................................. 11 3. Bijzondere situaties .................................................................................................................... 12 3.1 Consult DBC ............................................................................................................................. 12 3.2 Dubbelzijdige organen .............................................................................................................. 13 3.3 Behandeling in tempi ................................................................................................................ 13 3.4 Complicaties ............................................................................................................................. 13 3.5 Multidisciplinaire behandeling ................................................................................................... 13 4. Parallelle DBC‟s en het begrip substantiële kosten en inzet: .................................................... 14 5. Overige en ondersteunende producten ..................................................................................... 15 6. Zorgtype 51 „Traject interne ondersteuning‟ t.b.v. „IC–zorgtrajecten‟ ........................................ 17 Bijlage 1 Typeringslijst Neurologie per 1 januari 2009 .......................................................................... 20 Bijlage 2 Wijzigingen en vereenvoudigingen voor Neurologie .............................................................. 21 Bijlage 3 Overige producten gekoppeld aan zorgtype 41 ...................................................................... 24 Bijlage 4a Zorgactiviteitenlijst Klinische neurofysiologie ....................................................................... 26 Bijlage 4b Algemene toelichting KNF-zorgactiviteitenlijst ...................................................................... 29 Bijlage 5 Instructie DBC-registratie Epilepsie 2008 en 2009 ................................................................. 32 DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 2 1. Inleiding In deze instructie wordt aangegeven hoe u de DBC‟s voor het specialisme Neurologie dient te registreren. In de afgelopen jaren zijn een aantal wijzigingen in de DBC-systematiek doorgevoerd die in deze instructie zullen worden behandeld. Deze wijzigingen hebben onder andere als doel vereenvoudiging van de registratie en het eenduidiger registreren door de verschillende specialismen. Deze instructie is bedoeld voor iedereen die te maken heeft met het registreren van DBC‟s: medisch specialisten, zorgadministrateurs, DBC projectleiders en andere betrokkenen in de instellingen. De juridische status van deze instructie ligt verankerd in de Wet marktordening gezondheidszorg (WMG). In hoofdstuk 2 worden de richtlijnen voor het openen en sluiten van DBC‟s behandeld. In hoofdstuk 3 wordt ingegaan op een aantal bijzondere situaties (waaronder de consult DBC). Hoofdstuk 4 gaat in op parallelle DBC‟s en het begrip substantiële kosten voor het ziekenhuis en extra inzet van de medisch specialist. Hoofdstuk 5 gaat in op de declaratie van overige producten. In hoofdstuk 7 staan een aantal vuistregels voor het registreren van DBC‟s weergegeven. In bijlage 1 treft u de typeringslijst Neurologie per 1 januari 2009. De belangrijkste wijzigingen en vereenvoudigingen ten opzichte van 2005 treft u aan in bijlage 2. Bijlage 3 beschrijft de overige producten die gekoppeld kunnen worden aan het nieuwe zorgtype 41. Bijlage 4 geeft een toelichting op klinische neurofysiologie. Bijlage 5 beschrijft hoe de epilepsie DBC producten in de epilepsie-instellingen kunnen worden geregistreerd. De wijze van uitvoering van het registreren is afhankelijk van de interne afspraken en de mogelijkheden van de DBC-registratiemodule in uw zorginstelling. Daarom wordt er in deze instructie vanuit gegaan dat er specifieke procedures worden vastgelegd voor de manier waarop de feitelijke registratie van de DBC‟s plaatsvindt. Afspraken hieromtrent worden in veel gevallen beschreven in het handboek AO/IC van de instelling. Om kennis te maken met de algemene spelregels van de DBC-systematiek verwijzen wij u naast deze instructie ook naar de DBC Leergang Somatiek Huidig. Deze leergang geeft u snel een gedegen introductie in het registratie-, validatie- en declaratieproces van het DBCsysteem. U kunt de leergang benaderen via www.dbcleergang.nl. De Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) geeft met enige regelmaat beleidsregels, circulaires en nadere regels uit met betrekking tot de declaratie van DBC´s. Raadpleeg daarom het DBCdossier van de NZa op www.nza.nl. Wanneer u vragen of opmerkingen heeft over deze instructie of over het registreren van DBC‟s, kunt u terecht bij de projectleider in uw zorginstelling of bij de helpdesk van DBCOnderhoud, [email protected] óf 030-2850888. Tevens kunt u rechtstreeks vragen stellen aan de vereniging van Neurologie op www.neurologie.nl. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 3 2. Een DBC openen en sluiten In dit hoofdstuk worden de regels voor het openen en sluiten van DBC‟s beschreven. Met het oog op de overgangsfase van DBC‟s naar DOT wordt als eerste hier aandacht aan besteedt. Overgangsperiode DBC-DOT 2012 De openingsdatum van een DBC respectievelijk de openingsdatum van een subtraject is bepalend voor welke (registratie)regels en tabellen van toepassing zijn. Met ingang van 1 januari 2012 doet zich gedurende een jaar de situatie voor dat er zowel DBC‟s als subtrajecten geregistreerd zijn: DBC‟s geopend voor 1 januari 2012 kunnen doorlopen in 2012 en; m.i.v. 1 januari 2012 worden subtrajecten geopend. DBC‟s geopend in 2011 en doorlopend in 2012 zijn de zogenoemde overloop-DBC‟s. Hiervoor gelden de Instructies per specialisme en de tabellen van de oude DBCsystematiek. Voor zorgvragen waarvoor met ingang van 1-1-2012 subtrajecten geopend worden, gelden de Registratieregels en de tabellen met een ingangsdatum van 1-1-2012. Gedurende de overgangsperiode is het nadrukkelijk niet de bedoeling om de DBC‟s die voor 1-1-2012 geopend zijn standaard per 31-12-2011 te beëindigen en een nieuw zorg- c.q. subtraject per 1-1-2012 te openen. In deze overgangsperiode worden bestaande zorgtrajecten niet afgesloten: waar eerder in een zorgtraject DBC‟s geopend werden, worden dat m.i.v. 1-1-2012 subtrajecten. Met andere woorden, een zorgtraject geopend voor 2012 blijft in 2012 gewoon open staan. Wanneer een lopende DBC in 2012 gesloten wordt, wordt vervolgens in hetzelfde zorgtraject aansluitend een subtraject geopend. Schematische weergave overgangssituatie Zorgtraject [----------------------------][------------------------------------][------------------------------------][-----------------------------] DBC zorgtype 11 geopend voor 2012 DBC zorgtype 21 geopend voor 2012 Registratie/validatie/declaratie volgens instructies en de tabellen van de oude DBC-systematiek subtraject zorgtype 21 geopend in 2012 subtraject zorgtype 21 geopend in 2012 Registratie/declaratie volgens Registratieregels en de tabellen met ingangsdatum 1-1-2012 Omdat met ingang van 1 januari 2012 DOT wordt ingevoerd, worden in de instructies per specialisme geen wijzigingen meer doorgevoerd. Vanaf dat moment gelden de documenten en tabellen met een ingangsdatum van 1-1-2012. Alleen op het gebied van de zorgactiviteiten zijn de instructies wel aangepast. De Afleiding Behandelas tabel is zodanig opgezet, dat de overloop-DBC‟s gevalideerd kunnen worden met zowel de oude zorgactiviteiten alsook de nieuwe zorgactiviteiten per 1-1-2012. Voor de geldigheid van de zorgactiviteiten wordt namelijk gekeken naar de datum waarop de zorgactiviteit wordt uitgevoerd. Alleen zorgactiviteiten geldig op het moment van uitvoering kunnen worden geregistreerd. In de periode t/m 29-12-2012 (de maximale looptijd van een DBC is 365 dagen, 2012 is een schrikkeljaar) kunnen bij de overloop-DBC‟s dus zowel oude DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 4 zorgactiviteiten als nieuwe zorgactiviteiten worden gebruikt (bepalend hierbij is de uitvoeringsdatum van de zorgactiviteit). Alle wijzigingen die doorgevoerd worden per 1-1-2012 (o.a. op diagnose- en zorgactiviteitcode gebied) zijn te vinden in de desbetreffende documenten, tabellen en de toelichtingen daarop. Deze kunt u downloaden via de website van DBC-Onderhoud. 2.1 Hoofdlijnen van het registreren van DBC‟s De typering van een DBC vindt plaats aan de hand van de volgende componenten: zorgtype, (zorgvraag), diagnose en behandeling. De combinatie van deze elementen bepaalt de DBC en vormt daarmee de basis voor een DBC-declaratie over een bepaalde periode. De registratie gebeurt aan de hand van de typeringslijst van uw specialisme. Met behulp van DBC‟s wordt een zorgtraject van een patiënt geregistreerd. Een zorgtraject bevat het geheel van activiteiten in het ziekenhuis, die een patiënt op basis van zijn of haar zorgvraag bij een bepaald specialisme nodig heeft. Het omvat het hele traject van diagnosestelling, behandeling en/ of nazorg van het eerste onderzoek/ polibezoek tot en met het laatste onderzoek/ (na)controle. Een zorgtraject kan uit meerdere opeenvolgende DBC (trajecten) bestaan. Eén reguliere DBC (zorgtype 11), eventueel aangevuld met vervolg DBC‟s (zorgtype 21). Voor de gevallen waarin u, tijdens een klinische opname door een ander specialisme binnen uw ziekenhuis, tijdens een klinische opname in consult geroepen wordt, kunt u een intercollegiaal consult DBC registreren (zorgtype 13). Het zorgtype 25 exacerbatie/ recidief is per 1 januari 2007 niet meer te registreren. Dit wordt verder toegelicht in paragraaf 2.5.2. Door samenvoeging van zorgtype 21 en 25 omvatten de huidige vervolg DBC‟s een gewogen gemiddelde profiel en normtijd van deze zorgtypen. Per 1 januari 2007 is het zorgtype 41 geïntroduceerd waaraan „overige producten‟ op aanvraag van de eerste lijn kunnen worden gekoppeld. Zie uitleg hoofdstuk 5. Per 1 april 2008 wordt het zorgtype 51 geïntroduceerd om een relatie te leggen tussen de verschillende IC-zorgactiviteiten en overige zorgactiviteiten gedurende de IC-periode. Via het vastleggen van de koppelgegevens kan een relatie worden gelegd met de DBC die bij de ICperiode hoort. Zie uitleg hoofdstuk 6. Vanaf 1 januari 2008 kan er voor een spoedeisende presentatie geen SEH-DBC meer worden geregistreerd (zorgtype 12). Voor verdere uitleg zie paragraaf 2.3. 2.2 Openen en sluiten van een reguliere zorg DBC (zorgtype 11) 2.2.1 Openen van een reguliere zorg DBC (zorgtype 11) Wanneer een patiënt, doorgaans op verwijzing van een huisarts, een specialist in een ander ziekenhuis of een ander specialisme in het eigen ziekenhuis, een medisch specialist voor de eerste maal consulteert wordt een (initiële) DBC geopend. Met de initiële DBC wordt de eerste DBC bedoeld die hoort bij het zorgtraject. De openingsdatum van een DBC is de datum waarop de eerste activiteit plaatsvindt in het kader van de zorgvraag van de patiënt voor uw specialisme. Dat kan de datum van het eerste onderzoek, maar ook de datum van het eerste polikliniekbezoek zijn. Voor het koppelen van de activiteiten aan de DBC is het van groot belang dat de openingsdatum van de DBC dezelfde is als de datum van de eerste activiteit. Onderstaand een voorbeeld: DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 5 Voorafgaand aan een eerste consult van een patiënt laat de neuroloog eerst een EMG of MRI uitvoeren De specialist opent de DBC met als openingsdatum de dag dat het EMG wordt uitgevoerd. Hierdoor worden „zwevende zorgactiviteiten‟ (zorgactiviteiten zonder DBC) voorkomen. Diagnose kan veranderen tijdens de looptijd van een DBC De eind- of definitieve diagnose is bepalend voor de DBC-code. Dit geldt niet alleen voor reguliere DBC`s, maar ook voor vervolg DBC`s. Als op basis van veranderd inzicht de diagnose voor de patiënt in de loop van de behandeling anders wordt, dan kan dit leiden tot een andere typerende diagnose binnen dezelfde DBC. Voor het zorgtype vervolg geldt dat dit zorgtype gehandhaafd blijft wanneer de aard van de zorgverlening een controletraject betreft en niet opnieuw een diagnosestelling en behandeling noodzakelijk is. Parallelle DBC’s (twee DBC’s bij hetzelfde specialisme die gelijktijdig open staan) Een patiënt kan met meerdere zorgvragen tegelijk bij een specialist komen. Doorgaans mag er dan slechts één DBC geopend worden. U registreert alleen de „zwaarste‟ DBC, d.w.z. de DBC waar de meeste tijd en/of kosten mee gemoeid zijn. Alleen wanneer er sprake is van substantieel meer inzet door de specialist of substantieel meer kosten voor het ziekenhuis, mag er een tweede DBC worden geregistreerd. Bijvoorbeeld wanneer de patiënt operatief poliklinisch behandeld kan worden voor een gebroken arm, maar ter observatie opgenomen wordt voor mogelijk hersenletsel. In hoofdstuk 4 wordt “substantieel meer inzet door de specialist en/of substantieel meer kosten voor het ziekenhuis” nader toegelicht. 2.2.2 Sluiten van een reguliere zorg DBC (zorgtype 11) Een reguliere zorg DBC wordt afgesloten in de volgende gevallen: - nadat de diagnosestelling en eventuele behandeling is afgerond en de patiënt uit controle/behandeling ontslagen wordt; - nadat de diagnosestelling en initiële behandeling is afgerond en de patiënt “overgaat” naar een langdurig periodiek controletraject. U opent in dit geval één dag na de einddatum van de reguliere DBC een vervolg-DBC (zorgtype 21) Voorbeelden: Voor CVA patiënten geldt dat voor de reguliere DBC het eerste controlebezoek op de poli na een klinische opname een onderdeel vormt van de reguliere DBC. Indien daarna meerdere controle afspraken op de polikliniek nodig zijn kan een vervolg DBC worden geopend aansluitend op het laatste poli bezoek. Voor HNP patiënten en vergelijkbare zorgtrajecten geldt dat de reguliere DBC gemiddeld bestaat uit een eerste polibezoek, daarna aanvullend onderzoek en een tweede poli bezoek voor bespreken uitslag en instellen behandeling (doorverwijzing of conservatief). Indien meer polibezoeken nodig zijn voor de behandeling van een chronische klacht kan aansluitend aan het tweede poli bezoek een vervolg DBC worden geopend; - na maximaal 365 dagen (dit kan geautomatiseerd plaatsvinden). Het is gebleken dat veel DBC‟s worden gesloten binnen of na een dag. Als aan bovenstaande sluitingscriteria van een reguliere DBC is voldaan, is het mogelijk een DBC op dezelfde dag te openen en te sluiten. Echter, het is expliciet niet toegestaan een DBC als een verrichting te hanteren. Is het zorgtraject na 365 dagen nog niet afgerond, dan wordt de reguliere DBC afgesloten en gedeclareerd. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 6 Is het zorgtraject na 365 dagen nog niet afgerond, dan wordt de reguliere DBC afgesloten en gedeclareerd. Eventueel kan (automatisch) een vervolg-DBC worden geopend. Sinds januari 2007 is een lijst met referentie doorlooptijden voor (klinische) DBC‟s beschikbaar (DBC Referentie Doorlooptijden Tabel). Deze lijst kan worden gebruikt als indicatief hulpmiddel binnen het ziekenhuis informatiesysteem voor het niet onnodig lang open laten staan van DBC‟s. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 7 2.3 Registratie van spoedeisende zorg N.B. Het zorgtype 12 “spoedeisende hulp” is per 1-1-2008 komen te vervallen. Hierdoor is het vanaf deze datum niet meer mogelijk een DBC met dit zorgtype vast te leggen. Alle DBC combinaties die mogelijk waren met zorgtype 12 zijn per 1-1-2008 niet meer te registreren. Registratie van Spoedeisende zorg vindt per 1-1-2008 plaats binnen een reguliere DBC (zorgtype 11) of vervolg DBC (zorgtype 21) door het vastleggen van één van de 2 onderstaande zorgactiviteitcodes naast het „normale consult‟ en naast eventuele andere zorgactiviteiten die worden uitgevoerd: zorgactiviteitcode 190015; Spoedeisende hulp contact op de SEH afdeling zorgactiviteitcode 190016; Spoedeisende hulp contact niet op de SEH afdeling, elders in het ziekenhuis Bij spoedeisende zorg gaat het om zorgvragen van patiënten die zich acuut en onmiddellijk voordoen. De patiënt wordt hierbij gezien op basis van verwijzing door een huisarts of andere hulpverleners in de keten van spoedeisende hulp of op basis van zelfverwijzing. Door het vastleggen van code 190015, bij elk contact op de afdeling SEH, wordt inzicht gehouden in het gebruik van de afdeling SEH. De code 190016 betreft spoedeisende contacten die niet op een SEH afdeling, maar elders in het ziekenhuis plaatsvinden. De zorgactiviteit in kwestie wordt aanvullend geregistreerd naast een te openen DBC met zorgtype 11 of 21 (met bijbehorende diagnose- en behandelcode) óf de zorgactiviteit valt onder een reeds openstaande DBC met ZT 11 of 21. Op deze manier wordt het spoedeisende contact een onderdeel binnen het profiel van de gehele behandeling. De zorgactiviteiten 190015 en 190016 spelen in de validatie van de DBC geen rol. Ze worden (zoveel mogelijk geautomatiseerd) als aanvullende zorgactiviteitcode vastgelegd. Op de spoedeisende hulp wordt dit vastgelegd naast het „normale consult‟ en naast eventuele andere zorgactiviteiten die geregistreerd blijven worden. De zorgactiviteiten kunnen worden geregistreerd bij alle specialismen (dus ook de specialismen die voorheen geen zorgtype 12 kenden) en bij alle diagnoses indien er sprake is van spoedeisende zorg. Voorbeeld 1: U verleent spoedeisende zorg, de patiënt is voor deze zorgvraag niet bekend bij uw specialisme Er kunnen zich 2 situaties voordoen: Het is een eenmalig consult, de patiënt wordt na de spoedeisende zorg niet verder behandeld. => er wordt een DBC zorgtype 11 geopend en dezelfde dag gesloten. Binnen deze DBC wordt de zorgactiviteit 190015 óf 190016 geregistreerd (in aanvulling op het normale consult en andere zorgactiviteiten). Indien voldaan wordt aan de definitie van een „Consult DBC‟(paragraaf 3.1) zal een consult DBC in rekening worden gebracht. Is dit niet het geval dan wordt een reguliere zorgtype 11 DBC in rekening gebracht. Het is een consult met een vervolgtraject: er wordt een reguliere zorgtype 11 DBC geopend. Binnen deze DBC wordt de zorgactiviteit 190015 óf 190016 (in aanvulling op DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 8 het normale consult en andere zorgactiviteiten) geregistreerd. Deze DBC blijft open staan. Voorbeeld 2: U verleent spoedeisende zorg bij een patiënt waarvoor reeds een DBC voor uw specialisme openstaat. Er kunnen zich 2 situaties voordoen: Het is een consult dat wordt uitgevoerd in het kader van een bestaande zorgvraag. Er wordt geen nieuwe DBC geopend. De zorgactiviteit 190015 óf 190016 wordt (in aanvulling op het normale consult en andere zorgactiviteiten) geregistreerd en gekoppeld aan de reeds openstaande DBC met zorgtype 11 of 21. Het betreft een nieuwe zorgvraag. Mits wordt voldaan aan de criteria voor het openen van een parallelle DBC (hoofdstuk 4), mag een parallelle DBC worden geopend voor de nieuwe zorgvraag. De zorgactiviteit 190015 óf 190016 wordt (in aanvulling op het normale consult en andere zorgactiviteiten) geregistreerd en gekoppeld aan een nieuw te openen DBC met zorgtype 11 of 21. 2.4 Openen en sluiten van een intercollegiaal consult DBC (zorgtype 13) Een intercollegiaal consult DBC (ICC-DBC) registreert u bij een kortdurend diagnostisch of screenend patiënt contact dat plaatsvindt op verzoek van een ander specialisme tijdens een klinische opname. N.B. Per specialisme is er per 1 januari 2007 1 DBC gereserveerd voor de ICC DBC. Zowel de diagnose als de behandeling staan daarbij vast. Alle andere combinaties zijn komen te vervallen. Voor het specialisme neurologie zijn echter 2 ICC DBC‟s vastgesteld: 13.9999.111 (intercollegiaal consult volwassenen) 13.9999.411 (intercollegiaal consult kinderen) De „diagnosecode‟ 9999 is nieuw en betekent: „ICC‟ Tijdens een klinische periode van een ander specialisme kan per specialisme 1 ICC DBC worden geopend. De ICC-DBC wordt (al dan niet automatisch) gesloten na ontslag van de patiënt. Bij de registratie van ICC-DBC kunnen zich 3 situaties voordoen: 1. Er is sprake van één of meer kortdurende diagnostische of screenende patiënt contacten. U registreert alleen één ICC-DBC 13.9999.111 of 13.9999.411. 2. 3. U besluit tijdens de ICC-periode dat zelfstandig behandelen van een nieuwe zorgvraag van de patiënt noodzakelijk is. Op de dag dat u besluit zelfstandig te gaan behandelen, wordt de ICC DBC omgezet in een reguliere DBC met zorgtype 11. Er wordt dan geen ICC DBC gedeclareerd (Een ICC-DBC afsluiten en vervolgens een reguliere DBC openen mag niet). U heeft de patiënt al onder controle/behandeling voor dezelfde zorgvraag. U mag één ICC-DBC (13.9999.111 of 13.9999.411) registreren naast uw lopende DBC. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 9 2.5 Openen en sluiten van een vervolg DBC (zorgtype 21) 2.5.1 Openen van een vervolg DBC (zorgtype 21) Bij het openen van een initiële DBC wordt automatisch een zorgtraject geopend. Een eerste (reguliere) DBC waarbij de diagnosestelling en behandeling plaatsvindt, kan bij een langdurige behandeling worden gevolgd door een vervolg-DBC. Bij een vervolg-DBC ligt het accent over het algemeen op controleactiviteiten of voortgezette behandeling. Een vervolg DBC wordt geopend op het moment dat, naar het oordeel van de medisch specialist, de diagnosestelling en behandeling (inclusief standaard controles en complicaties) is afgerond. Eerst wordt de reguliere (type 11) DBC gesloten, daarna wordt de vervolg DBC geopend. De openingsdatum van de vervolg DBC ligt één dag na de sluitingsdatum van de reguliere DBC (om parallelliteit te voorkomen). Uiteraard wordt er geen vervolg DBC geopend als de patiënt niet meer terug hoeft te komen voor deze zorgvraag. Openen vervolg DBC als eerste DBC in het zorgtraject In principe betreft de eerste DBC in het kader van een nieuwe zorgvraag een initiële DBC (reguliere zorg of intercollegiaal consult). Echter, in een bepaalde situatie kan de eerste DBC ook een vervolg DBC zijn: bij patiënten die zich in een controle traject van een ander ziekenhuis bevinden, en waarvan deze controle wordt overgenomen. Speciale situaties: De volgende diagnosen kunnen niet worden geregistreerd in een vervolgtraject en zijn in de typeringslijst te herkennen aan het * teken in de omschrijving: - diagnose 1401 schedelfractuur* diagnose 1409 overig letsel hoofd* diagnose 1412 multitrauma SEH* diagnose 1431 intoxicatie* diagnose 1499 overig letsel, intoxicatie* diagnose 9901 bewustzijnstoornis, niet elders classificeerbaar* diagnose 9902 pijn, niet elders classificeerbaar* diagnose 9909 neurologie, niet elders classificeerbaar* diagnose 9911 screening/onderzoek* diagnose 9919 geen neurologie, werkdiagnose overig* diagnose 9920 geen neurologie, werkdiagnose multiple sclerose* diagnose 9921 geen neurologie, werkdiagnose neopl intracerebraal * diagnose 9922 geen neurologie, werkdiagnose meningitis bacterieel * diagnose 9923 geen neurologie, werkdiagnose ov cognitieve en geheugenst * diagnose 9924 geen neurologie, werkdiagnose polyneuropathie anderszins * diagnose 9925 geen neurologie, werkdiagnose subarachnoidale bloeding * diagnose 9926 geen neurologie, werkdiagnose epilepsie gegeneraliseerd* diagnose 9927 geen neurologie, werkdiagnose TIA (incl amaurosis fugax) * Vanaf 1 april 2008 is het voor diagnose 1402 (commotio/contusio cerebri), 1411 (letsel wervelkolom/ruggemerg) en 9903 (duizeligheid, niet elders classificeerbaar) mogelijk deze als een vervolg DBC te registreren. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 10 2.5.2 Sluiten van een vervolg DBC (zorgtype 21) Een vervolg-DBC blijft in principe 365 dagen openstaan en kan na 365 dagen (automatisch) gesloten en verlengd worden. Een vervolg-DBC wordt alleen eerder gesloten: als de patiënt uit controle ontslagen wordt; na afloop van een exacerbatie of recidief. Afschaffen zorgtype 25: Registratie exacerbatie of recidief nu tijdens het vervolgtraject Door het afschaffen van het zorgtype 25 exacerbatie/ recidief per 1 januari 2007 wordt een eventuele exacerbatie ondergebracht in de vervolg DBC (zorgtype 21) door aanpassing van de behandelas binnen de lopende vervolg DBC. Zodra de patiënt weer in de fase van regulier vervolg verkeert, sluit u de lopende vervolg DBC en opent u (automatisch) een nieuwe vervolg DBC(= 1 dag na de einddatum van de voorafgaande DBC). Dit is bijvoorbeeld een goede registratie manier voor de exacerbaties bij MS patiënten, Parkinson patiënten etc. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 11 3. Bijzondere situaties Bij de DBC registratie kunnen zich specifieke situaties voordoen, te weten: De consult DBC; Dubbelzijdige organen; Behandeling in tempi; Complicaties. Multidisciplinaire behandeling 3.1 Consult DBC Sinds 1 februari 2006 is de consult DBC, geïntroduceerd. De consult DBC is van kracht wanneer er in de looptijd van de DBC slechts één polibezoek plaatsvindt. Hierbij kunnen zorgactiviteiten plaatsvinden waarvoor de volgende afspraken gelden: Er mag óf slechts één therapeutische zorgactiviteit plaatsvinden met een maximum (landelijke) kostprijs van € 100,00, óf er mogen één of meer diagnostische zorgactiviteiten plaatsvinden, die afzonderlijk niet meer kosten dan de gemiddelde kostprijs van € 100,00. Ten behoeve van de consult DBC zijn een aantal behandelassen toegevoegd. Deze assen zijn opgenomen in de typeringslijst van uw specialisme. De keuze is aan u en het ziekenhuis of deze assen daadwerkelijk vastgelegd moeten worden. Als u ervoor kiest om op de oude manier vast te leggen zal in het geval van een consult DBC de DBC automatisch worden afgeleid naar een as die hoort bij de consult DBC, mits aan bovenstaande voorwaarden is voldaan. Het specialisme Neurologie kan de consult DBC typeren met behandelas: 114 enkelvoudig poliklinisch conservatief 414 kinderneurologisch enkelvoudig poliklinisch conservatief De consult DBC kan alleen worden vastgelegd in de gevallen dat het zorgtraject na maximaal één consult wordt beëindigd. Het is uitdrukkelijk niet toegestaan een zorgtraject op te knippen zodat er meerdere consult DBC‟s ontstaan. Consult DBC binnen het zorgtype vervolg De consult DBC kan alleen bij de zorgtypen 11 (regulier) en 21 (vervolg) voor komen. Bij zorgtype 21 zal pas na 365 dagen blijken of er voldaan is aan de voorwaarden van de consult DBC (zie boven). Met andere woorden: een vervolg DBC heeft in principe een looptijd van 365 dagen. De overige zorgtypen hebben een zodanig karakter en eigen profiel dat de consult DBC daar niet van toepassing is. Consult DBC en aansluitend een vervolgtraject Als een consult DBC wordt vastgelegd en aansluitend wordt binnen een jaar een vervolg DBC geopend, kan dit niet samengaan. Het zorgtraject is niet geëindigd na het ene consult. Er wordt niet voldaan aan het criterium van de eerste alinea. Consult DBC naast een ICC DBC Een consult/ reguliere DBC kan tijdens een klinische periode bij een ander specialisme niet naast een ICC-DBC worden geopend. Als er sprake is van een één of meerdere intercollegiale consulten tijdens een klinische opname bij een ander specialisme, wordt slechts één ICC-DBC geregistreerd. Als de patiënt ná de klinische periode onder behandeling blijft bij het consulterend specialisme wordt de ICC-DBC omgezet naar een reguliere DBC. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 12 Consult DBC en declaratiebepalingen Nederlandse Zorgautoriteit (NZa) Buiten bovenstaande registratievoorschriften van de consult DBC heeft de NZa in beleidsregels het volgende bepaald: - Er kunnen alleen consult DBC´s voorkomen in het A-segment. - Er mogen maximaal twee consult DBC´s per 365 dagen per patiënt per DBC-diagnose per poortspecialisme per instelling worden vastgelegd. - Indien er sprake is van dubbelzijdige behandeling tijdens één en hetzelfde consult kan er slechts één consult DBC in rekening worden gebracht. - De consult DBC kan niet in combinatie met een ICC tijdens opname bij een ander specialisme. - De consult DBC kan men niet gebruiken voor diagnostiek of zorgactiviteiten op verzoek van eerste lijn of derden in geval van onderlinge dienstverlening (dus niet in plaats van een overig of ondersteunend product O(V)P). - Er is geen sprake van een consult DBC indien er direct voortkomend uit het betreffende consult een vervolgafspraak wordt gemaakt met het betreffende specialisme. 3.2 Dubbelzijdige organen Indien een CTS zich bij het begin beiderzijds presenteert wordt gecodeerd met één DBC. Er kan alleen sprake zijn van 2 DBC‟s indien de patiënt bij presentatie eenzijdig CTS bleek te hebben en de patiënt ook slechts eenzijdig werd behandeld, maar in de loop van de tijd terwijl het gehele traject al was afgerond (en dus de betreffende DBC gesloten) zich alsnog presenteert met CTS aan de andere zijde. Vanaf 1-7-2009 zijn alle zorgactiviteiten enkelzijdig gedefinieerd. Indien een dubbelzijdige ingreep wordt uitgevoerd moet deze worden vastgelegd als twee enkelzijdige ingrepen. Deze wijziging heeft geen effect op de registratie van DBC‟s. 3.3 Behandeling in tempi Indien logischerwijs de behandeling in tempi wordt uitgevoerd is er slechts sprake van één DBC (bijvoorbeeld meerdere toedieningen van medicatie tijdens een chemo-kuur). 3.4 Complicaties Wanneer er sprake is van complicaties is de volgende regel van toepassing. Wanneer deze plaatsvinden binnen de looptijd van de (initiële) DBC, dan wordt er geen nieuwe DBC geopend. Uitzondering hierop is de hoofdpijn na lumbaalpunctie bij een poliklinische patiënt. Dit wordt afzonderlijk geregistreerd met de DBC: 11 (reguliere zorg).0799 (overige hoofdpijn).112 (reguliere behandeling met dagopname(n)) of 113 (reguliere behandeling met klinische episode(n)). Indien er sprake is van postpunctie-hoofdpijn bij een klinische patiënt wordt geen nieuwe DBC geopend. 3.5 Multidisciplinaire behandeling De DBC-registratie gaat uit van DBC‟s per specialisme. In het kader van sommige zorgvragen kan er sprake zijn van een behandeling waarbij meerdere poortspecialismen betrokken zijn. De multidisciplinaire specialistische behandeling is dan in feite een optelsom van verschillende DBC‟s door de betrokken specialismen. Randvoorwaarde hierbij is dat het gaat om therapeutische behandeling. Als de inzet van de andere specialist zich beperkt tot diagnostiek, is er sprake van ondersteuning, wat in het profiel van de DBC van de hoofdbehandelaar tot uitdrukking komt. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 13 4. Parallelle DBC‟s en het begrip substantiële kosten en inzet: Voor zorgvragen met een eigen zorgtraject bestaande uit diagnostiek en behandeling waarmee substantiële kosten van het ziekenhuis c.q. inzet van de medisch specialist zijn gemoeid, kan een nieuwe parallelle DBC worden geopend. Wel wordt wederom opgemerkt dat de Neurologie in het algemeen streeft naar zo min mogelijk DBC‟s per patiënt. Nadrukkelijk wordt er op gewezen dat geen DBC geopend dient te worden ter vastlegging van nevendiagnoses die niet leiden tot een substantieel zorgtraject. Zoals eerder ook aangegeven wordt geen DBC geopend voor de typering van symptomen die een directe relatie hebben met een onderliggende neurologische aandoening, ook indien voor deze symptomen wel behandeling plaatsvindt en deze symptomen indien zij niet in relatie tot een andere onderliggende neurologische aandoening voorkomen, als afzonderlijke DBC worden getypeerd (bijvoorbeeld hoofdpijn bij tumor cerebri of bij commotio). Enige uitzondering hierop vormen de epileptische insulten. Criteria voor het openen van een parallelle DBC: Er is sprake van een extra zorgvraag (een andere dan de al bestaande zorgvraag); Er is sprake van: “substantieel meer kosten voor het ziekenhuis c.q. meer inzet door de medisch specialist”. Alleen indien aan beide criteria is voldaan, mag een parallelle DBC (zorgtype 11) worden geopend! Voorbeelden van substantieel meer kosten of inzet door een extra zorgvraag zijn operaties in een heel ander gebied of uitgebreide dure diagnostiek rond een nieuwe zorgvraag. Als er sprake is van substantieel meer kosten of inzet bij dezelfde zorgvraag, mag u geen tweede, parallelle DBC openen. Er wordt dan niet voldaan aan het eerste criterium, een extra zorgvraag (een extra CT-scan is geen criterium om een extra DBC te openen). Als richtlijn kan worden gehanteerd dat er pas sprake is van “substantieel” als de inzet of de kosten 40% hoger liggen dan het gemiddelde van de al openstaande zorgvraag. Hierbij is het ook van belang om de essentie van de DBC-systematiek in het oog te houden. Het gaat om gemiddelde profielen. Een enkel consult extra levert in de regel geen substantiële extra kosten of inzet op. Vervolg DBC‟s Het is niet toegestaan om meerdere vervolg DBC‟s met dezelfde diagnose naast elkaar te hebben. Voor vervolg DBC‟s met verschillende diagnosen gelden dezelfde criteria als bij de reguliere DBC‟s. dus Er is sprake van een extra zorgvraag (een andere dan de al bestaande zorgvraag); Er is sprake van: “substantieel meer kosten voor het ziekenhuis c.q. meer inzet door de medisch specialist”. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 14 5. Overige en ondersteunende producten Los van de declaratie van DBC‟s kunnen ook overige en ondersteunende producten worden gedeclareerd. Dit zijn doorgaans diagnostische zorgactiviteiten die los declarabel zijn. Dit is mogelijk in een beperkt aantal gevallen. Overige en ondersteunende producten kunnen alleen worden gedeclareerd als deze worden uitgevoerd op aanvraag van: 1. de eerste lijn; 2. een specialisme dat geen DBC‟s registreert; 3. een ander ziekenhuis ( in het kader van wederzijdse dienstverlening (WDS)). Of het gevraagde in de categorie „overig‟ of „ondersteunend‟ valt, hangt af van wie de uitvoerende partij is. Als de uitvoering berust op een DBC-registrerend specialisme, dan spreken we van een „overig‟ product (OVP). Berust de uitvoering bij een specialisme dat geen DBC‟s registreert, dan is sprake van een „ondersteunend product (OP)‟. Het kenmerk van een overig of ondersteunend product is dat de aanvrager verantwoordelijk blijft voor (de behandeling van) de patiënt. U kunt geen overig of ondersteunend product declareren wanneer het om een aanvraag gaat van een DBC-registrerend specialisme binnen hetzelfde ziekenhuis. Een dergelijke aanvraag valt namelijk binnen het profiel van de DBC van de aanvrager. Bij DBC‟s zijn aparte honoraria opgenomen voor de ondersteunende specialismen waarin OVP‟s en OP‟s een plaats hebben. Overige en ondersteunende producten zijn te raadplegen in beleidsregels en de „DBCtariefapplicatie‟ op de website van de Nederlandse Zorgautoriteit (www.nza.nl). In de DBC Tarieventabel zijn overige producten te herkennen aan tarieftype 11 en ondersteunende producten aan tarieftype 10 (www.dbconderhoud.nl). Zorgtype 41: Introductie zorgtraject t.b.v. declaratie overige producten op aanvraag van de eerste lijn Vaak worden bij een patiënt op verzoek van de 1e lijn meerdere zorgactiviteiten uitgevoerd in het kader van een overig product. Aangezien er ook andere zorgactiviteiten worden uitgevoerd, wordt voor deze „behandelingen‟ sinds 1 januari 2007 een apart zorgtraject geopend met zorgtype 41. Hierin valt het overig product én de bijbehorende zorgactiviteiten, zodat in het kader van het overige product een profiel wordt opgebouwd. De patiënten zijn geen „eigen patiënten‟ van het ziekenhuis, maar blijven onder behandeling en verantwoordelijkheid van de aanvrager. De zorgtrajecten met zorgtype 41 zijn gestructureerd conform de DBC-systematiek, alleen worden de overige DBC componenten niet getypeerd, maar ingevuld met een default waarde „00‟. Aan dit zorgtraject worden alle uitgevoerde zorgactiviteiten, inclusief de overige producten, gekoppeld. Het openen en sluiten van dit zorgtraject hoeft niet door de specialist te gebeuren en kan zoveel mogelijk automatisch worden verzorgd. zorgtype 41 heeft alleen invloed op het registratieproces. Aan het declaratieproces verandert zorgtype 41 niets, omdat alleen de onderliggende OVP‟s worden gedeclareerd. De overige producten die binnen uw specialisme kunnen worden gedeclareerd (gekoppeld aan zorgtype 41) zijn vastgelegd in de DBC Tarieventabel met tarieftype 11. Deze tabel is te vinden op www.dbconderhoud.nl. Zie ook bijlage 3 van deze instructie. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 15 Het zorgtype 41 is ingevoerd voor de volgende 8 specialismen: Heelkunde, Gynaecologie, Interne geneeskunde, Kindergeneeskunde, Maag-, Darm- en Leverziekten, Cardiologie, Longgeneeskunde en Neurologie. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 16 6. Zorgtype 51 „Traject interne ondersteuning‟ t.b.v. „IC–zorgtrajecten‟ N.B. Het traject interne ondersteuning (zorgtype 51) wordt per 1 april 2008 officieel ingevoerd, maar heeft in de DBC tabellen de startdatum 1 januari 2008. Uw softwareleverancier heeft hiermee de mogelijkheid dit traject al per 1 januari 2008 operationeel te maken. Na overleg met de NVZ en de NFU is besloten zorgtype 51 per 1 april 2008 alleen voor IC trajecten in te voeren. Om het mogelijk te maken de uitgevoerde verrichtingen aan de juiste DBC te koppelen zal er per 1 april 2008 een wijziging in het bestaande koppelalgoritme worden doorgevoerd. De functionele ICT beschrijving is daarvoor aangepast. In 2006 zijn er voor de Intensive care (IC) aparte zorgactiviteiten in de DBC Zorgactiviteiten Tabel (ZA) opgenomen. Deze zorgactiviteiten worden per categorie IC geregistreerd en gedeclareerd (zie “instructies Intensive care v20081001”). De genoemde zorgactiviteiten worden los, zonder onderlinge samenhang en zonder samenhang met een DBC geregistreerd en gedeclareerd. Bovendien kunnen de ondersteunende zorgactiviteiten die ten behoeve van de patiënt op de IC worden uitgevoerd niet worden gekoppeld. Per 1 april 2008 is het mogelijk een traject met zorgtype 51 te openen, waaraan de verschillende IC-zorgactiviteiten en overige zorgactiviteiten die ten behoeve van de patiënt op de IC zijn uitgevoerd gekoppeld moeten worden. Koppelgegevens: Bij elk traject zorgtype 51 voor de IC zal aangegeven moeten worden bij welke DBC het traject hoort. Daartoe is het noodzakelijk een verwijzing te maken naar het zorgtrajectnummer van het verwijzende specialisme. De registratie van dit zorgtraject kent een default typering met nullen en kan volledig door het automatiseringssysteem worden afgehandeld. Het traject met zorgtype 51 wordt niet zelfstandig declarabel. De IC zorgactiviteiten (zie Intensive Care instructies) blijven onverminderd de declarabele prestatie. Hieronder wordt een aantal registratieregels voor IC-trajecten weergegeven: Openen van het IC traject Het IC-traject met zorgtype 51 wordt geopend bij de opname van de patiënt op de IC. Dit kan op twee manieren: 1. met een directe verwijzing van buiten het ziekenhuis (externe verwijzing) óf 2. op basis van doorverwijzing door een poortspecialisme (interne verwijzing). Het IC-zorgtraject kan op geautomatiseerde wijze worden aangemaakt bij opname op de IC. Bij interne verwijzing dient het IC-zorgtraject gerelateerd te worden aan het zorgtraject van de DBC van het intern verwijzende specialisme conform de eerder beschreven procedure. Voor patiënten die direct naar de IC verwezen worden, worden de externe verwijsgegevens vastgelegd. Sluiten van het IC traject Het vertrek van de patiënt van de IC is de bepalend voor het beëindigen van het IC-traject. Het sluiten kan dan ook op basis daarvan worden geautomatiseerd. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 17 Meerdere IC-opnames bij een opname Indien de patiënt meerdere malen tijdens een opname op de IC wordt opgenomen, worden even zoveel IC-zorgtrajecten aangemaakt. Er kan echter nooit sprake zijn van parallelle ICzorgtrajecten. Als de patiënt op de dag van ontslag van de IC weer op de IC wordt opgenomen, wordt er geen nieuw IC-zorgtraject geopend, het vorige dient te worden heropend. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 18 7. Vuistregels bij het registreren van DBC‟s Eén ICC-DBC (zorgtype 13) per opnameperiode per specialisme. ICC-DBC en reguliere DBC met dezelfde startdag mag niet. Wanneer u tijdens een intercollegiaal consult besluit dat zelfstandige behandeling nodig is, opent u een reguliere DBC (zorgtype 11) in plaats van een ICC-DBC of zet u de reeds geopende ICC-DBC om naar een reguliere DBC. Een ICC-DBC en een reguliere DBC met dezelfde startdatum is niet toegestaan. Geen parallelle DBC‟s, tenzij er sprake is van substantieel meer kosten voor het ziekenhuis en/of inzet van de specialist. Bij meerdere klachten tijdens één zorgvraag kiest u de “zwaarste” DBC. Een patiënt kan zich met meerdere nieuwe klachten gelijktijdig bij u melden. U registreert hier in principe één DBC (waar de meeste specialistentijd en/of kosten van het ziekenhuis mee zijn gemoeid) Gelijktijdige twee DBC‟s registreren is alleen toegestaan als er sprake is van substantieel meer kosten voor het ziekenhuis of substantieel meer tijdsinvestering van de specialist. Wijziging van behandeling leidt tot een wijziging in de behandelas en niet tot een nieuwe DBC. Een besluit om tijdens de looptijd van de DBC de zorgvraag van de patiënt anders te behandelen lijdt doorgaans tot een wijziging van de behandelas van de openstaande DBC en niet tot een nieuwe DBC. Een vervolg-DBC blijft 365 dagen openstaan, tenzij o De patiënt uit controle of behandeling ontslagen wordt o Er sprake is van een exacerbatie of recidief. In dit geval sluit u de lopende vervolg DBC pas nádat de exacerbatie/recidief is behandeld en de patiënt weer overgaat naar een (conservatief) controletraject DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 19 Bijlage 1 Typeringslijst Neurologie per 1 januari 2009 NB. Behandelas 212 „trombolyse dagbehandeling‟ heeft geen toegestane combinaties in de eindklassetabel en dient daarom niet getypeerd te worden. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 20 Bijlage 2 Wijzigingen en vereenvoudigingen voor Neurologie In deze bijlage worden de algemene wijzigingen van de afgelopen periode weergegeven. Ook enkele specifieke wijzigingen met betrekking tot het specialisme Neurologie die het registratieproces raken worden genoemd. Per 1 juli 2009 Update DBC Zorgactiviteiten Tabel in gebruik. Op 1 juli 2009 wordt een nieuwe DBC Zorgactiviteiten Tabel in gebruik genomen. Voor het specialisme neurologie zijn hierin nieuwe zorgactiviteiten opgenomen voor diagnostiek en dure geneesmiddelen. De zorgactiviteiten voor diagnostiek zijn specialisme-overstijgend gemaakt, dat wil zeggen dat aparte codes voor neurologie en de overige specialismen zijn samengevoegd tot één nieuwe zorgactiviteit. De zorgactiviteiten welke de inzet van dure geneesmiddelen beschrijven hebben een andere opzet gekregen waarbij onderscheid wordt gemaakt tussen inzet bij indicaties welke voldoen aan de NZa-beleidsregel dure en weesgeneesmiddelen en inzet bij indicaties welke hieraan niet voldoen. Het is voor de validatie van DBC‟s van groot belang dat er in de verrichtingenregistratie vanaf 1 juli 2009 alleen nog gebruik wordt gemaakt van de nieuwe DBC Zorgactiviteiten Tabel. Per 1 januari 2009 Epilepsie behandeling alleen van toepassing op de epilepsiecentra Onderstaand is aangegeven dat de epilepsie behandeling (behandelgroep 5) in 2008 alleen geldig is voor epilepsiecentra. Deze „juridische afscherming‟ zal ook geldig zijn gedurende het gehele jaar 2009. NB de „juridische afscherming‟ geldt ook in de jaren 2010 en 2011, dit is niet opgenomen in de omschrijving van de behandelingen op de typeringslijst maar moet wel als zodanig gezien worden. Per 1-1-2008 worden de Slaap/Waakbehandelingen, voor zowel ziekenhuizen als instellingen die deze behandeling uitvoeren, opgenomen in het B-segment met vrije prijzen en onderhandeling met de zorgverzekeraar. De slaapwaak DBC‟s worden op de gebruikelijke manier geregistreerd m.b.v. de typeringslijst neurologie. Wanneer epilepsie-instellingen deze behandeling uitvoeren vallen deze binnen het B segment en daarom buiten de juridische afscherming en de experimentstatus 2008 en 2009. Zie ook bijlage 5 van dit document. Per 1 april 2008 Zorgtype 51 „traject interne ondersteuning‟ t.b.v. IC-zorgtrajecten Om een relatie te leggen tussen de verschillende IC-zorgactiviteiten en overige zorgactiviteiten gedurende de IC-periode is zorgtraject 51 geïntroduceerd. Via het vastleggen van de koppelgegevens kan een relatie worden gelegd met de DBC die bij de IC-periode hoort. Zie voor verder uitleg hoofdstuk 6. Zorgactiviteit 190532 (Natalizumab) bij diagnose 0531 (Multiple Sclerose) leidt tot een cytostatica behandeling (251, 252 of 253) Wanneer een patiënt met diagnose 0531 (Multiple Sclerose) behandeld wordt met het medicijn Natalizumab dient een cytostatica behandeling (251, 252 of 253) geregistreerd te worden. Dit is mogelijk, omdat per 1 april 2008 de zorgactiviteit 190532 essentieel is geworden voor deze behandeltyperingen. Deze mogelijkheid is gecreëerd omdat het een passende behandeltypering voor indirecte kosten en inzet van de specialist betreft. Voor de registratie van het duur geneesmiddel Natalizumab bij Multiple Sclerose is de zorgactiviteit 190532 Natalizumab op 1 juli 2009 beëindigd en vervangen door zorgactiviteit 191532 Natalizumab, per toedieningeenheid van 1 mg bij indicaties welke voldoen aan de beleidsregel dure geneesmiddelen. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 21 Per 1 januari 2008 Zorgtype 12 (SEH) vervalt Het zorgtype 12 spoedeisende hulp komt te vervallen. Vanaf deze datum vindt de registratie van Spoedeisende zorg plaats m.b.v. de nieuwe zorgactiviteitcode 190015 “Spoedeisende hulp contact op de SEH afdeling” en 190016 “Spoedeisende hulp contact niet op de SEH afdeling, elders in het ziekenhuis” binnen een zorgtype 11 of 21 DBC. Zie voor verder uitleg paragraaf 2.3. Specialisme specifieke wijzigingen per 1 januari 2008 Behandelgroep 5 ‘Epilepsie behandeling’ is alleen van toepassing op de epilepsiecentra Aan de typeringslijst neurologie zijn nieuwe behandelassen toegevoegd onder behandelgroep 5 „Epilepsie behandeling‟. Dit zijn de nieuwe DBC behandelproducten op basis waarvan de epilepsie-instellingen sinds 1-1-2008 declareren. Met klem dient te worden gezegd dat de behandelproducten onder behandelgroep 5. alleen kunnen worden geregistreerd en gedeclareerd door neurologen in de epilepsiecentra en niet door neurologen in de algemene en academische ziekenhuizen. Deze „juridische afscherming‟ geldt gedurende het gehele jaar 2008. Registratie van DBC’s bij Slaap/waak behandeling Per 1-1-2008 worden de Slaap/Waakbehandelingen, voor zowel ziekenhuizen als instellingen die deze behandeling uitvoeren, opgenomen in het B segment met vrije prijzen en onderhandeling met de zorgverzekeraar. De slaapwaak DBC‟s worden op de gebruikelijke manier geregistreerd m.b.v. de typeringslijst neurologie. Wanneer epilepsie-instellingen deze behandeling uitvoeren vallen deze binnen het B segment en daarom buiten de juridische afscherming en de experimentstatus van 2008 en 2009. Per 1 januari 2007 Samenvoegen zorgtype 21 en 25 (zie paragraaf 2.5.2) Zorgtype 25 (exacerbatie) verdwijnt en wordt zorgtype 21 vervolg. Na het samengaan van de zorgtypen wordt het zorgtype 21 aangevuld met alle andere behandelmogelijkheden die mogelijk waren met zorgtype exacerbatie. Vereenvoudiging typering ICC (zie paragraaf 2.4) Voor zorgtype 13 (ICC) zijn vanaf 1 januari 2007 twee DBC‟s beschikbaar: 13.9999.111 (intercollegiaal consult volwassenen, conservatief poliklinisch) 13.9999.411 (intercollegiaal consult kinderen, conservatief poliklinisch) Introductie zorgtype 41: declaratie van overige producten (zie hoofdstuk 5) Per 1 januari 2007 wordt een nieuw zorgtype geïntroduceerd voor de declaratie van overige producten. Het betreft het zorgtype 41 “overig product”. Het gaat hierbij met name om diagnostische zorgactiviteiten die worden aangevraagd door de eerste lijn. Registratie telefonisch consult Per 1 januari 2007 wordt een nieuwe zorgactiviteitcode geïntroduceerd die betrekking heeft op het telefonisch consult. Deze code (190014) heeft de volgende omschrijving: “Doelgerichte telefonische consultatie van een poortspecialist door een patiënt bij een al geopende DBC ter vervanging van een fysiek consult.” Uit deze omschrijving blijkt wanneer de code gebruikt kan worden. Vooralsnog zal deze code geen rol vervullen als kostendrager of als essentiële zorgactiviteit. Toch is het belangrijk om deze code goed te registreren. Aan de hand van deze registratie zal het namelijk mogelijk zijn een juist beeld te krijgen van de mate waarin in de praktijk van telefonische consulten gebruik gemaakt wordt. Dit beeld kan gebruikt worden bij nadere besluitvorming omtrent de rol van het telefonisch consult in de DBCsystematiek. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 22 Specialisme specifieke wijzigingen per 1 januari 2007 Nieuwe DBC met diagnose 0809 met multidisciplinaire behandeling De problematiek rond met name traumatische plexusbrachialislaesies is complex, tijdrovend en multidisciplinair. Bij de diagnose 0809 (overige plexus / perifere zenuwaandoening) is multidisciplinaire behandeling gebruikelijk, maar deze kwam nog niet als geldige DBC voor. De volgende DBC‟s zijn daarom geldig gemaakt in combinatie met multidisciplinaire behandelingen: DBC PG DBC PG 11.0809.121 3032203 21.0809.121 3035104 11.0809.122 3032203 21.0809.122 3035104 Qua zorgprofiel en normtijd zijn ze vergelijkbaar met de diagnosen 0211 (neoplasma intracranieel extracerebraal), 0221 (neoplasma intraspinaal) of 0231 (neoplasma extraspinaal / epiduraal / wk) met dezelfde zorgtypen en behandeling. Deze DBC‟s horen tot het A-segment. Ze komen weinig voor en vervangen geen andere DBC „s. Nieuwe DBC-combinatie met diagnose 0551 aandoeningen autonome zenuwstelsel Bij neurologische ziekten met autonome disfuncties komt hyperhidrosis voor. Botuline toxine is hier een effectieve behandeling voor. De volgende DBC‟s zijn geldig gemaakt voor diagnose 0551 (aandoeningen autonome zenuwstelsel) in combinatie met botulinetoxinebehandelingen. Nieuwe DBC‟s 11.0551.231 11.0551.232 21.0551.231 21.0551.232 De essentiële zorgactiviteit is het gebruik van botulinetoxine. Zorgprofiel en normtijd zijn vergelijkbaar met diagnose 0511 „dystonieën (w.o. blefarospasmen)‟ met dezelfde zorgtypen en behandeling. Diverse vervallen behandelassen Behandelas 123 (multidisciplinaire polikliniek met tevens klinische episode(n)) is vervallen: deze kan niet in de kliniek voorkomen. Herleiding vindt nu plaats tot behandeling 113 „reguliere behandeling met klinische episode‟. Behandelas 212 „trombolyse dagbehandeling‟ heeft geen toegestane combinaties in de eindklassetabel en dient daarom niet getypeerd te worden. Onderstaande behandelassen kwamen nauwelijks voor en zijn ook komen te vervallen. Vervallen behandelassen 123 multidisciplinaire polikliniek met tevens klinische 311 behandeling met instellen apomorfinepomp episode(n) poliklinisch 132 post-operatieve begeleiding van patiënt met 342 behandeling me CT-injectie met dagopname(n) dagopname(n) 233 botuline toxine-behandeling met klinische episode(n) 343 behandeling me CT-injectie met klinische episode(n) 241 interferonbehandeling poliklinisch 351 behandeling met Epley poliklinisch 242 interferonbehandeling met dagopname(n) 352 behandeling met Epley met dagopname(n) 243 interferonbehandeling met klinische episode(n) 353 behandeling met Epley met klinische episode(n) Per 1 februari 2006 Consult DBC (zie paragraaf 3.1) Het specialisme Neurologie kan de consult DBC typeren met behandelas: 114 enkelvoudig poliklinisch conservatief 414 kinderneurologisch enkelvoudig poliklinisch conservatief DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 23 Bijlage 3 Overige producten gekoppeld aan zorgtype 41 Overige producten hebben geen formele status als DBC. Op aanvraag van de eerste lijn of derden kunnen overige producten gekoppeld aan zorgtype 41 worden gedeclareerd. NB. Voor Overige Producten uitgevoerd vanaf 01-01-2012 gelden de zorgactiviteiten en tarieven uit de tabellen met een ingangsdatum van 01-01-2012. Overige Producten zijn te herkennen aan tarieftype 11 in de Tarieven Tabel. Het specialisme Neurologie onderscheidt de volgende overige producten die te koppelen zijn aan zorgtype 41: Declaratiecode 033605 039702 039704 039705 039708 039709 039711 039712 039713 039714 039717 039718 039719 039721 039722 039726 039728 039729 039734 039735 039736 039741 039742 039743 039744 039745 039746 039747 039748 039749 039752 039760 Omschrijving declaratiecode Inbrengen van een port-a-cath systeem. Standaard electro-encephalografie (EEG) (<= 1 uur). Electro-encephalografie (EEG)-registratie (1-6 uur). Langdurige electro-encephalografie (EEG)-registratie (6-24 uur). Ambulante 24-uurs electro-encephalografie (EEG)-registratie. Electro-encephalografie (EEG) bij hersendoodprocedure. Electro-encephalografie (EEG) met inbrengen stenoïdale elektr. 24-uurs Electro-encephalografie (EEG)-registratie met diepte elektr. Electro-encephalografie (EEG)-registratie volgens 10-10 systeem. Electro-encephalografie (EEG)-registratie met bijz. prov. (bv. WADA). Aanvullende videoregistratie (tijdens standaard EEG). Aanvullende videoregistratie (tijdens langdurig of zeer langdurig EEG). Standaard monitoring (< 2 uur) bij intracardiale operaties met extra-corporale circulatie of bij operaties van cerebropetale vaten. Langdurige monitoring (2-4 uur) bij intracardiale operaties met extra-corporale circulatie of bij operaties van cerebropetale vaten. Electro-oculografie (EOG). Zeer langdurige monitoring (4-8 uur) bij intracardiale operaties met extracorporale circulatie of bij operaties van cerebropetale vaten. Uitgebreide monitoring met >= 1 KNF-techniek bij intracardiale operaties met extra-corporale circulatie of bij operaties van cerebropetale vaten. Slaap-Apneu registratie (screening). Multiple Slaap Latentie Test (MSLT). Polysomnografie (met nachtregistratie). Chronische electro-corticografie zonder aanvullende stimulatie/mapping (zie 039741 voor chronische electro-corticografie met aanvullende stimulatie/mapping). Chronische electro-corticografie met aanvullende stimulatie/mapping (zie 03936 voor chronische electro-corticografie zonder aanvullende stimulatie/mapping). Magneto-encefalografie. Standaard electromyografisch onderzoek (EMG) (< 45 min.). Uitgebreid electromyografisch onderzoek (EMG) (> 45 min.). Single fiber electromyografisch onderzoek (EMG). Macro electromyografisch onderzoek (EMG). Microneurografie. Eenvoudige kwantitatieve analyse macro electromyografisch (EMG). Uitgebreide kwantitatieve analyse macro electromyografisch (EMG). Brainstem auditory evoked potentials (BAEP/BER) zonder auto-akoestische emissie (zie 039760 voor BAEP met auto-akoestische emissie). Brainstem auditory evoked potentials (BAEP/BER) met auto-akoestische DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 24 Declaratiecode 039764 039765 039766 039767 039768 039769 039770 039771 039772 039773 039774 039775 039776 039777 039778 039779 039781 039782 039784 039785 039788 039790 039791 039793 039796 039797 039798 039799 039801 Omschrijving declaratiecode emissie (zie 039752 voor BAEP zonder auto-akoestische emissie). Somato sensible evoked potentials (SSEP/SER) niet in kader van een bronlokalisatie analyse (zie 039765 voor SSEP in kader van een bronlokalisatie analyse). Somato sensible evoked potentials (SSEP>SER) in kader van een bronlokalisatie analyse (zie 039764 voor SSEP niet in kader van een bronlokalisatie analyse). Visual evoked response (VER), exclusief objectieve visusbepaling (zie 039767 voor VER inclusief objectieve visusbepaling). Visual evoked response (VER), inclusief objectieve visusbepaling (zie 039766 voor VER exclusief objectieve visusbepaling). ERP (P300, MRCP. e.d.). MEP beperkt (magnetisch). Het met behulp van een plotseling veranderend magnetisch veld non-invasief stimuleren van electrisch exciteerbaar weefsel, zoals delen van het centrale zenuwstelsel, zenuwen MEP uitgebreid (magnetisch). Het met behulp van een plotseling veranderend magnetisch veld non-invasief stimuleren van electrisch exciteerbaar weefsel, zoals delen van het centrale zenuwstelsel, zenuw Standaard TCD. TCD-registratie voor emboliedetectie (>30 min.). TC-duplex. Duplex extracraniële halsvaten. Duplex bloedvaten in extremiteiten. Hematotachografie (HTG), Doppler. Duplex perifere zenuwen en spieren. Uitbreiding TCD/duplex met 1 aanvullende test. Uitbreiding TCD/duplex met >2 testen. Electronystagmografie (ENG)-registratie zonder calorisch onderzoek (zie 039782 voor ENG-registratie met calorisch onderzoek). Electronystagmografie (ENG)-registratie met calorisch onderzoek (zie 039781 voor ENG-registratie zonder calorisch onderzoek). Oogbewegingsonderzoek. Pupillometrie. Eenvoudige electro-retinografie (ERG) (zie 039790 voor uitgebreide ERG). Uitgebreide electro-retinografie (ERG) (conform internationaal standaard protocol. Zie 039788 voor eenvoudige ERG). Kwantitatief sensibiliteitsonderzoek Autonoom functieonderzoek met Ewing-batterij (zie 039796 voor autonoom functieonderzoek met de kantelproef) Autonoom functieonderzoek met de kantelproef (zie 039793 voor autonoom functieonderzoek met Ewing-batterij). PGR, SSR e.d. Tremorregistratie met polygrafische methode. Kwantitatieve spierkrachtmeting. Corticomusculaire coherentie. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 25 Bijlage 4a Zorgactiviteitenlijst Klinische neurofysiologie (aangepast per 01-01-2004) EEG, ECoG en MEG 39702 39704 39705 39708 39709 39711 39712 39713 39714 39736 39741 39742 39715 39716 39717 39718 Standaard electro-encephalografie (EEG) (<= 1 uur). Electro-encephalografie (EEG)-registratie (1-6 uur). Langdurige electro-encephalografie (EEG)-registratie (6-24 uur). Ambulante 24-uurs electro-encephalografie (EEG)-registratie. Electro-encephalografie (EEG) bij hersendoodprocedure. Electro-encephalografie (EEG) met inbrengen stenoïdale elektr. 24-uurs Electro-encephalografie (EEG)-registratie met diepte elektr. Electro-encephalografie (EEG)-registratie volgens 10-10 systeem. Electro-encephalografie (EEG)-registratie met bijz. prov. (bv. WADA). Chronische electro-corticografie zonder aanvullende stimulatie/mapping (zie 039741 voor chronische electro-corticografie met aanvullende stimulatie/mapping). Chronische electro-corticografie met aanvullende stimulatie/mapping (zie 03936 voor chronische electro-corticografie zonder aanvullende stimulatie/mapping). Magneto-encefalografie. Eenvoudige kwantitatieve analyse electro-encephalografie (EEG). Uitgebreide kwantitatieve analyse electro-encephalografie (EEG). Aanvullende videoregistratie (tijdens standaard EEG). Aanvullende videoregistratie (tijdens langdurig of zeer langdurig EEG). Elektromyografie/zenuwgeleiding 39743 39744 39745 39746 39747 39748 39749 Standaard electromyografisch onderzoek (EMG) (< 45 min.). Uitgebreid electromyografisch onderzoek (EMG) (> 45 min.). Single fiber electromyografisch onderzoek (EMG). Macro electromyografisch onderzoek (EMG). Microneurografie. Eenvoudige kwantitatieve analyse macro electromyografisch (EMG). Uitgebreide kwantitatieve analyse macro electromyografisch (EMG). Evoked Potentials 39752 39760 39764 39765 39766 39767 39768 39769 39770 Brainstem auditory evoked potentials (BAEP/BER) zonder auto-akoestische emissie (zie 039760 voor BAEP met auto-akoestische emissie). Brainstem auditory evoked potentials (BAEP/BER) met auto-akoestische emissie (zie 039752 voor BAEP zonder auto-akoestische emissie). Somato sensible evoked potentials (SSEP/SER) niet in kader van een bronlokalisatie analyse (zie 039765 voor SSEP in kader van een bronlokalisatie analyse). Somato sensible evoked potentials (SSEP>SER) in kader van een bronlokalisatie analyse (zie 039764 voor SSEP niet in kader van een bronlokalisatie analyse). Visual evoked response (VER), exclusief objectieve visusbepaling (zie 039767 voor VER inclusief objectieve visusbepaling). Visual evoked response (VER), inclusief objectieve visusbepaling (zie 039766 voor VER exclusief objectieve visusbepaling). ERP (P300, MRCP. e.d.). MEP beperkt (magnetisch). Het met behulp van een plotseling veranderend magnetisch veld noninvasief stimuleren van electrisch exciteerbaar weefsel, zoals delen van het centrale zenuwstelsel, zenuwen MEP uitgebreid (magnetisch). Het met behulp van een plotseling veranderend magnetisch veld DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 26 non-invasief stimuleren van electrisch exciteerbaar weefsel, zoals delen van het centrale zenuwstelsel, zenuw Ultrageluid 39771 39772 39773 39774 39775 39776 39777 39778 39779 Standaard TCD. TCD-registratie voor emboliedetectie (>30 min.). TC-duplex. Duplex extracraniële halsvaten. Duplex bloedvaten in extremiteiten. Hematotachografie (HTG), Doppler. Duplex perifere zenuwen en spieren. Uitbreiding TCD/duplex met 1 aanvullende test. Uitbreiding TCD/duplex met >2 testen. Monitoring tijdens ingrepen/interventies 39719 39721 39726 39728 Standaard monitoring (< 2 uur) bij intracardiale operaties met extra-corporale circulatie of bij operaties van cerebropetale vaten. Langdurige monitoring (2-4 uur) bij intracardiale operaties met extra-corporale circulatie of bij operaties van cerebropetale vaten. Zeer langdurige monitoring (4-8 uur) bij intracardiale operaties met extra-corporale circulatie of bij operaties van cerebropetale vaten. Uitgebreide monitoring met >= 1 KNF-techniek bij intracardiale operaties met extra-corporale circulatie of bij operaties van cerebropetale vaten. Slaaponderzoek 39729 39734 39735 Slaap-Apneu registratie (screening). Multiple Slaap Latentie Test (MSLT). Polysomnografie (met nachtregistratie). Overige 39781 39782 39784 39785 39722 39788 39790 39791 39793 39796 39797 Electronystagmografie (ENG)-registratie zonder calorisch onderzoek (zie 039782 voor ENGregistratie met calorisch onderzoek). Electronystagmografie (ENG)-registratie met calorisch onderzoek (zie 039781 voor ENGregistratie zonder calorisch onderzoek). Oogbewegingsonderzoek. Pupillometrie. Electro-oculografie (EOG). Eenvoudige electro-retinografie (ERG) (zie 039790 voor uitgebreide ERG). Uitgebreide electro-retinografie (ERG) (conform internationaal standaard protocol. Zie 039788 voor eenvoudige ERG). Kwantitatief sensibiliteitsonderzoek Autonoom functieonderzoek met Ewing-batterij (zie 039796 voor autonoom functieonderzoek met de kantelproef) Autonoom functieonderzoek met de kantelproef (zie 039793 voor autonoom functieonderzoek met Ewing-batterij). PGR, SSR e.d. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 27 39798 39799 39801 Tremorregistratie met polygrafische methode. Kwantitatieve spierkrachtmeting. Corticomusculaire coherentie. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 28 Bijlage 4b Algemene toelichting KNF-zorgactiviteitenlijst Om de lijst overzichtelijk te houden zijn registraties verricht op de kinderleeftijd of op een klinische niet KNF afdeling (bijv. ICU) niet als aparte coderingen opgenomen. Wel wordt sterk aanbevolen deze gegevens op de afdeling zelf bij te houden. Voor de locale tariefonderhandelingen kunnen deze gegevens een belangrijke rol spelen vanwege de grotere tijdsbelasting van dergelijke zorgactiviteiten. Om landelijke vergelijkingen goed inzichtelijk te maken, dient de leeftijd ingedeeld te worden in de categorieën <1 maand, 1-12 maanden, 1-6 jaar en ≥6 jaar. In principe zal elke zorgactiviteit één code opleveren. Hierop zijn echter een aantal uitzonderingen: Bepaalde (aanvullende) zorgactiviteiten of analyse technieken worden als een aparte 2e zorgactiviteit beschouwd en gecodeerd (zie ook de toelichtingen bij de diverse onderdelen): aanvullende video registratie bij een EEG in het kader van een aanvalsregistratie aanvullende kwantitatieve signaalanalyse (EEG, EMG) aanvullende functietesten bij ultrageluidonderzoek, zoals een CO2 reactiviteittest monitoring van ingrepen met 2 of meer KNF technieken Bij continu registratie met een bepaalde KNF techniek gedurende meerdere dagen (bijv. ICU bewaking) kan na elke verstreken periode van 24 uur de registratie weer als nieuwe zorgactiviteit worden beschouwd. Als er tijdslimieten staan vermeld bij een registratie wordt het volgende bedoeld: Bij EEG de tijdsduur van de registratie Bij EMG de onderzoekstijd voor de patiënt Bij monitoring de tijdsduur van de KNF bewaking tijdens de ingreep Bij kwantitatieve analyse de tijdsduur van de analyse Indien er bij een bepaald onderzoek 2 keuzes mogelijk zouden zijn, prevaleert een specifieke registratieomstandigheid boven een tijdsduurkeuze (dus “EEG bij hersendoodprocedure” prevaleert boven bijvoorbeeld “EEG registratie 1-6 uur”). Bij combinaties van specifieke registratieomstandigheden, zoals het inbrengen van sfenoïdale electroden bij een 32-kanaals registratie, prevaleert de categorie met de langste tijdsbesteding. Gehanteerde afkortingen AICD = Automatic Internal Cardioverting Device; CAS = Carotid Artery Stenting; CEA = Carotid Endarterectomy; ECoG = Elektrocorticografie; ENG = Elektronystagmografie; EOG = Elektrooculografie; ERG = Elektroretinografie; ERP = Event Related Potential; FFT = Fast Fourrier Transformation; HTG = Hematotachografie; MEG = Magnetoencefalografie; MEP = Motor Evoked Potential; MRCP = Movement Related Cortical Potentials; MSLT = Multiple Sleep Latency Test; MUNE = Motor Unit Number Estimation; MUP = Motor Unit Potential; OPG = Oculo-plethysmografie; PGR = Psychogalvanische Respons; SSR = Sympathic Skin Response;TCD = Transcraniële Doppler; TC-duplex = Transcraniële duplex. Toelichting per onderdeel EEG, ECoG en MEG De langdurige EEG registraties (039704, 039705, 039708, 039712, 039736, 039741) kunnen bijvoorbeeld uitgevoerd worden in het kader van ICU bewaking of epilepsiediagnostiek. Bij continu registratie gedurende meerdere dagen kan na elke verstreken periode van 24 uur de registratie weer als nieuwe zorgactiviteit worden beschouwd. Bij elektrocorticografie (039736) wordt een registratie bedoeld op een epilepsie monitoring unit met tevoren operatief ingebrachte electroden. Een kwantitatieve EEG analyse wordt altijd als een aparte zorgactiviteit beschouwd (039715, 039716), onafhankelijk of dit plaats vindt als uitbreiding op de visuele analyse van een registratie of als volledig aparte data acquisitie en analyse. In het geval van een uitbreiding op visuele analyse, wordt ook de EEG registratie zelf als aparte zorgactiviteit gecodeerd (bijv. 039702, 039704). De te kiezen categorie eenvoudige of uitgebreide analyse dient naar redelijkheid van gemiddelde tijdsbelasting voor een dergelijke analyse plaats te vinden (eenvoudig t/m 30 min, uitgebreid >30 min). DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 29 Door grote variatie in soorten analyses kunnen de genoemde voorbeelden slechts als globale richtlijn dienen. Als er een videoregistratie plaats vindt in het kader van een aanvalsregistratie kan dit als een aparte zorgactiviteit worden beschouwd (039717, 039718); voorwaarde is wel dat de videoregistratie daadwerkelijk beoordeeld wordt en uitgewerkt tot een verslag. Elektromyografie/zenuwgeleiding De genoemde onderzoekstijd is een richtlijn voor de tijd die gemiddeld genomen aan een EMG voor een bepaalde vraagstelling wordt besteed. In eerste instantie wordt dus de vraagstelling gebruikt voor de indeling in de categorie standaard, uitgebreid of zeer uitgebreid EMG. Als door locale verschillen in werkwijze de gemiddelde tijdsbelasting echter sterk afwijkt van deze richtlijn, dient de categorie gekozen te worden die gemiddeld genomen overeenkomt met de onderzoekstijd van een dergelijke patiënt. Ook bij een EMG voor niet genoemde vraagstellingen, kan de daadwerkelijke onderzoekstijd gehanteerd worden om de categorie te bepalen. Standaard EMG (039743) (richtlijn onderzoekstijd 45 min) Compressie neuropathie (CTS, tarsaal tunnel, e.d.) Erfelijke drukneuropathie Radiculopathie Mononeuritis multiplex Standaard protocol polyneuropathie Behandeling met botox Eenvoudig traumatisch perifeer zenuwletsel (laesie één zenuw) Uitgebreid EMG (039744) (richtlijn onderzoekstijd >45 min) Myasthenie Plexusletsel Myopathie Letsel van multipele perifere zenuwen Multipele pathologie Neuromusculaire transmissie stoornissen (repetitieve stimulatie) Ontstekingachtige polyneuropathie Motorische voorhoorncel-aandoening Een kwantitatieve EMG analyse wordt altijd als een aparte zorgactiviteit beschouwd (039748, 039749), onafhankelijk of dit plaats vindt als uitbreiding op het standaard EMG onderzoek of als volledig aparte data acquisitie en analyse. In het geval van een uitbreiding op het standaard EMG, wordt ook het EMG onderzoek zelf als aparte zorgactiviteit gecodeerd (bijv. 039743). Als er bijvoorbeeld alleen een MUNE meting plaats vindt, wordt uitsluitend de kwantitatieve EMG analyse gecodeerd. De te kiezen categorie eenvoudige of uitgebreide analyse dient naar redelijkheid van gemiddelde tijdsbelasting van een dergelijke analyse plaats te vinden (eenvoudig t/m 30 min, uitgebreid >30 min). Door grote variatie in soorten analyses kunnen de genoemde voorbeelden slechts als globale richtlijn dienen. Evoked Potentials Een uitgebreide MEP (039770) omvat stimulatie zowel corticaal als radiculair (cervicaal én lumbaal) en afleiding aan alle extremiteiten. Een beperkte MEP (039769) een gedeelte hiervan. Ultrageluid Een standaard TC-Doppler (039771) of TC-duplex (039773) onderzoek kan inclusief enkele extracraniële vaten zijn (bijv. a. vertebralis, a. ophthalmica). Aanvullende handelingen/testen bij TCD/duplex (039778, 039779) kunnen bijvoorbeeld zijn: Diamox/CO2 reactiviteittest carotis compressietest visuele neurovasculaire koppelingstest subclavian steal provocatie test toediening intraveneus echo-contrast Monitoring tijdens ingrepen De genoemde tijdsduur is een richtlijn voor de gemiddelde duur van de KNF bewaking tijdens een bepaalde ingreep. In eerste instantie wordt de indeling in de categorie standaard, uitgebreide of zeer uitgebreide monitoring bepaald door het soort ingreep. Als door locale verschillen in werkwijze de DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 30 gemiddelde tijdsbelasting echter sterk afwijkt van deze richtlijn, dient de categorie gekozen te worden die gemiddeld genomen overeenkomt met de onderzoekstijd van een dergelijke patiënt. Bij een monitoring tijdens een niet ingedeelde ingreep, dient de daadwerkelijke (gemiddelde) tijdsduur gehanteerd te worden om de categorie te bepalen. Standaard monitoring (039719) (richtlijn tijdduur <2 uur) Carotis ingreep (bijv. CEA, CAS, glomustumor) Cardiochirurgische ingrepen (bijv. coronair, hartklep, AICD implantatie) Perifere plexus-/zenuwreconstructies Stereotactische functionele neurochirurgie (implantatie microelektroden) Langdurige monitoring (039721) (richtlijn tijdsduur 2-4 uur) Bewaking hersenzenuwen zoals bij brughoektumor Wervelkolomchirurgie (bijv. scoliose) Selectieve dorsale rhizotomie Acute electro-corticografie Zeer langdurige monitoring (039726) (richtlijn tijdsduur 4-8 uur) Aortaboogchirurgie Neuro-chirurgische myelumchirurgie Acute electro-corticografie plus stimulatie zoals tijdens Penfield procedure en/of intra-operatieve SEP ter bepaling van de sulcus centralis Thoraco-abdominale aorta chirurgie Monitoring met 2 of meer KNF technieken worden als 2 zorgactiviteiten gecodeerd (bijv. voor EEG en TCD bewaking bij CEA de codes 039719 en 039728) Overige Met cortico-musculaire coherentie (039801) wordt de combinatie bedoeld van EEG (of MEG) met oppervlakte EMG en uitgebreide kwantitatieve analyse. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 31 Bijlage 5 Instructie DBC-registratie Epilepsie 2008 en 2009 1.1 Inleiding en definitie Per 1-1-2008 declareren de zelfstandige epilepsiecentra met behulp van de DBC-systematiek. Dit addendum op de registratie-instructies van neurologie beschrijft hoe deze epilepsieproducten kunnen worden vastgelegd door neurologen werkzaam in de epilepsiecentra. In 2008 heeft een normtijdenonderzoek plaatsgevonden. Het resultaat van dit onderzoek zijn valide normtijden per zorgactiviteit. Op basis hiervan zijn de honorariumtarieven van de epilepsieproducten voor de neuroloog per 2009 bijgesteld. Daarnaast worden er per 1-1-2009 twee zorgactiviteiten toegevoegd aan de huidige validatie van de epilepsie DBC met videomonitoring (zie paragraaf 1.5.3). Juridische afscherming en experimentstatus epilepsie-instellingen verlengd t/m 2009 Met klem dient te worden gezegd dat de epilepsie behandelproducten alleen kunnen worden geregistreerd en gedeclareerd door neurologen in de epilepsiecentra en niet door neurologen in de algemene en academische ziekenhuizen. Deze „juridische afscherming‟ geldt in ieder geval gedurende 2008 en 2009 (de afscherming is door de NZa met één jaar verlengd). In 2009 vinden activiteiten plaatst ten behoeve van verdere doorontwikkeling en onderhandelbaarheid van deze producten met de zorgverzekeraar. Algemene definitie Diagnose Behandel Combinatie De diagnose behandeling combinatie (DBC) typeert het geheel van zorgactiviteiten van ziekenhuis en medisch specialist, in een bepaalde periode, voortvloeiend uit de zorgvraag waarmee een patiënt de specialist in het ziekenhuis consulteert. 1.2 DBC typering 1.2.1 “behandelgroep 5 “epilepsie behandeling” op de typeringslijst neurologie In totaal bestaat de „productstructuur‟ van epilepsie uit 11 poliklinische (P1-11) en 6 klinische (K1-K6) producten. Deze behandelproducten zijn toegevoegd aan de typeringslijst van het specialisme neurologie onder behandelgroep 5 „Epilepsie behandeling‟. De epilepsie DBC‟s bevatten enkele typerende medisch inhoudelijke zorgactiviteiten zoals een uitgebreid psychologisch onderzoek, een routine EEG of Videomonitoring. Deze zorgactiviteiten hebben tevens een kostenvoorspellende waarde voor het zorgtraject. Daarnaast zijn de DBC‟s zorgzwaarte gerelateerd op basis van het aantal ligdagen van de patiënt of het aantal consulten van de patiënt bij de neuroloog. Tabel 1 beschrijft de epilepsieproducten, inclusief de behandelcodes. Productnr Nieuwe behandelcode Omschrijving behandelas P1 514 1 consult neuroloog, geen overige consulten, GEEN Uitgebreid psychologisch onderzoek P2 515 1 consult neuroloog, geen overige consulten, Uitgebreid psychologisch onderzoek P3 516 1 consult neuroloog, wel overige consulten, GEEN Consult psycholoog P4 517 1 consult neuroloog, wel overige consulten, Consult psycholoog P5 518 2 t/m 5 consulten neuroloog, geen overige consulten, GEEN Routine EEG P6 519 2 t/m 5 consulten neuroloog, geen overige consulten, Routine EEG P7 520 2 t/m 5 consulten neuroloog, wel overige consulten, GEEN Uitgebreid psychologisch onderzoek P8 521 2 t/m 5 consulten neuroloog, wel overige consulten, Uitgebreid psychologisch onderzoek P9 522 6 of meer consulten neuroloog, geen overige consulten, GEEN Routine EEG P10 523 6 of meer consulten neuroloog, geen overige consulten, Routine EEG P11 524 6 of meer consulten neuroloog, wel overige consulten K1 530 1 t/m 3 verpleegdagen, GEEN Uitgebreid psychologisch onderzoek K2 531 1 t/m 3 verpleegdagen, Uitgebreid psychologisch onderzoek K3 532 4 t/m 27 verpleegdagen, GEEN Video-monitoring epilepsiechirurgie K4 533 4 t/m 27 verpleegdagen, Video-monitoring epilepsiechirurgie K5 534 28 t/m 110 verpleegdagen K6 535 111 of meer verpleegdagen Tabel 1: Producten, behandelassen en omschrijvingen DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 32 De behandelcode wordt door de medisch specialist niet vastgelegd, maar wordt achteraf afgeleid op basis van het aanwezige zorgactiviteiten/verrichtingenprofiel. Vastleggen van de overige DBC componenten: Zorgtype en Diagnose Naast de behandelcode (1) is een DBC typering opgebouwd uit de elementen zorgtype (2) en diagnose (3). De combinatie van deze elementen bepaalt de DBC en vormt daarmee de basis voor een DBC-declaratie over een bepaalde periode. De registratie gebeurt aan de hand van de typeringslijst van het specialisme Neurologie. 1.2.2 Zorgtype Het zorgtype is een van de DBC componenten waarmee een DBC wordt getypeerd. De epilepsiecentra maken gebruik van het zorgtype reguliere zorg (11) en het zorgtype vervolg (21) het specialisme neurologie maakt daarnaast gebruik van het zorgtype 13, 41 of 51. Omdat de epilepsie producten worden toegevoegd aan de typeringslijst neurologie, staan deze zorgtypen wél vermeld op de typeringslijst, maar worden ze niet gebruikt in de epilepsiecentra. 1.2.3 Diagnose De zorgvraag waarmee de patiënt zich meldt, leidt tot een diagnosetypering. De drie diagnosen die epilepsieneurologen mogen typeren staan op de typeringslijst neurologie en betreffen: 06.. 0601 0602 0699 Paroxysmale afwijkingen epilepsie gegeneraliseerd epilepsie partieel overige paroxysmale afwijkingen Een mogelijke epilepsie DBC typering ziet er dus als volgt uit: 11-601-531 => Reguliere zorg – epilepsie gegeneraliseerd – 1 t/m 3 verpleegdagen, Uitgebreid psychologisch onderzoek 1.3 Zorgactiviteiten Naast de DBC typering worden ook zorgactiviteitcodes geregistreerd. Alle zorgactiviteiten die specifiek zijn geïntroduceerd voor epilepsiecentra staan in bijlage 1 bij dit addendum. Ze kunnen alleen worden geregistreerd in de instellingen en zijn opgenomen in de beleidsregel CI-905 van de Nederlandse Zorgautoriteit (www.NZa.nl). Daarnaast worden in de epilepsiecentra zorgactiviteiten geregistreerd die ook door neurologen in de ziekenhuizen kunnen worden geregistreerd en daarmee niet specifiek voor de centra geïntroduceerd zijn. Het betreffen (o.a.) de volgende zorgactiviteiten: 039700 (tot 01-07-2009, E.E.G. - uitgevoerd door neuroloog vanaf 01-07-2009 039702) Standaard electro-encephalografie (EEG) (<=1uur). 039705 Langdurige electro-encephalografie (EEG)-registratie (6-24 uur). 039708 Ambulante 24-uurs electro-encephalografie (EEG)-registratie. 039714 Electro-encephalografie (EEG)-registratie met bijz. prov. (bv. WADA). 039718 Aanvullende videoregistratie (tijdens langdurig of zeer langdurig EEG). 194161 Nieuwe inschrijving (verwijzing, registratie, informatie, dossier) - medisch psycholoog 194163 Behandelingscontact - medisch psycholoog 194164 Psychotherapiecontact - medisch psycholoog 194166 Psychotherapie groepscontact - medisch psycholoog Tabel 2: Zorgactiviteiten niet specifiek voor de centra Zorgactiviteiten uit beide bovenstaande categorieën kunnen in de epilepsie instellingen worden geregistreerd. Een aantal van bovenstaande zorgactiviteiten, zogenaamde essentiële zorgactiviteiten, zijn DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 33 dermate onderscheidend dat ze specifiek afleiden naar een van de 17 epilepsieproducten. Voorbeelden daarvan zijn 194008 “Psychodiagnostiek - neuropsychologisch onderzoek epilepsie - uitgebreid” die wordt geregistreerd in het kader van behandeling 515 “1 consult neuroloog, geen overige consulten, uitgebreid psychologisch onderzoek”. Een volledig overzicht van de essentiële zorgactiviteiten is opgenomen in bijlage 2 bij dit addendum. 1.4 Een DBC openen en sluiten 1.4.1 Openen van een zorgtraject Met behulp van DBC‟s wordt een zorgtraject van een patiënt geregistreerd. Een zorgtraject bevat het geheel van activiteiten in het ziekenhuis, die een patiënt op basis van zijn of haar zorgvraag bij een bepaald specialisme nodig heeft. Het omvat het gehele traject van diagnosestelling, behandeling en/ of nazorg van het eerste onderzoek/ polibezoek tot en met het laatste onderzoek/ (na) controle. Een zorgtraject kan uit meerdere opeenvolgende DBC trajecten bestaan; een reguliere DBC eventueel aangevuld met een of meerdere vervolg DBC‟s. 1.4.2 Openen en sluiten van een reguliere DBC Wanneer een patiënt, vaak op verwijzing van de 2e lijn, de neuroloog in het epilepsiecentrum voor de eerste maal consulteert, wordt een reguliere DBC geopend. Een reguliere DBC kan maximaal 365 dagen openstaan, maar kan eerder worden gesloten als de patiënt is uitbehandeld en/ of niet meer wordt terugverwacht. De openingsdatum van een DBC is de datum waarop de eerste activiteit plaatsvindt in het kader van de zorgvraag van de patiënt. Dit kan de datum van het eerste onderzoek zijn, maar ook de datum van het eerste polikliniekbezoek. Het sluiten van de DBC vindt plaats door het registreren van de sluitingsdatum. Het hoeft niet te betekenen dat het zorgtraject wordt gesloten. Immers een zorgtraject kan uit meerdere DBC‟s bestaan. 1.4.3 Openen en sluiten van een vervolg DBC Een reguliere DBC kan worden gevolgd door een vervolg DBC indien de behandeling na 365 dagen niet is afgerond of als een andere fase in de behandeling aanbreekt. Bij een vervolg DBC ligt het accent op controleactiviteiten of voortgezette behandeling (bij behandeling langer dan 1 jaar). Eerst wordt de reguliere (Zorgtype 11) DBC gesloten, daarna wordt de vervolg DBC (Zorgtype 21) geopend. De ingangsdatum van een vervolg DBC ligt een dag na de sluitingsdatum van de reguliere DBC om parallelliteit te voorkomen. Er wordt geen vervolg DBC geopend als de patiënt niet meer terug hoeft te komen voor deze zorgvraag. Ook een vervolg DBC kan maximaal 365 dagen open staan. Eerder sluiten kan als de patiënt is uitbehandeld en binnen een jaar niet meer wordt terugverwacht. 1.5 Overige zaken 1.5.1 Parallelliteit Het is niet toegestaan bij een en dezelfde patiënt gelijktijdig 2 epilepsie DBC‟s open te hebben staan. Het betreft één zorgvraag met diagnose 601, 602 óf 699. Een (werk)diagnose kan worden bijgesteld binnen de lopende DBC. 1.5.2 Eerste polikliniek bezoek en verpleegdag De algemeen geldende verpleegdag- en polikliniekbezoekcodes mogen vanaf 1-1-2008 niet meer door de epilepsiecentra geregistreerd worden. Bijvoorbeeld de zorgactiviteitcodes 190011 (Eerste polikliniekbezoek) en 190204 (Verpleegdag) worden in de epilepsiecentra vastgelegd met de codes 190072 (Eerste consult neuroloog - epilepsie categoraal) en 190211(Verpleegdag epilepsie categoraal (=gemiddelde verpleegdag). 1.5.3 Uitbreiding essentiële zorgactiviteiten videomonitoring per 1-1-2009 Op verzoek van de sector epilepsie worden in de afleiding van behandeling 533 „4 t/m 27 verpleegdagen, Video-monitoring epilepsiechirurgie‟ twee nieuwe zorgactiviteiten toegevoegd. In 2008 werd bij deze behandeling de volgende zorgactiviteit gevraagd: 039653 Video-monitoring epilepsiechirurgie - categoraal (beëindigd per 31-12-2011, zie nieuwe zorgactiviteiten 039648 en 039649). DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 34 Per 1-1-2009 zijn daar de volgende twee zorgactiviteiten aan toegevoegd: 039658 Video-monitoring differentiaal diagnose - epilepsie categoraal , nieuwe omschrijving m.i.v. 1-1-2012: Langdurige sensor gestuurde video-opname (24 uur) waarbij de geselecteerde stukken met positief sensorsignaal (= events) worden bewaard en beoordeeld. 039657 Video-monitoring epilepsiechir. subdurale electrode - epilepsie categoraal (beëindigd per 31-122011, zie nieuwe zorgactiviteiten 039648 en 039649) In de tabel „afleiding behandelas‟, leidt een opname van 4 t/m 27 dagen tot een opname videomonitoring epilepsiechirurgie als één of meer van de 3 genoemde zorgactiviteiten er in voorkomt. De verandering betekent dat of 039653(beëindigd per 31-12-2011) óf 039658 óf 039657(beëindigd per 31-12-2011) naar de behandelas 533 mag afleiden. Add. 1 Zorgactiviteiten toegevoegd voor registratie in epilepsiecentra Conform beleidsregel CI-905 Zie tabel pagina 38 voor een overzicht van de wijzigingen per 1-1-2012 Zorgactiviteitenlijst Epilepsiecentra - bijlage bij beleidsregel CI-905 (Verplichte DBC-registratie) CTG-Code CTG-Omschrijving 039651 EEG HERBEOORDELING - EPILEPSIE CATEGORAAL, nieuwe omschrijving m.i.v. 1-1-2012: Herbeoordeling elektroencephalografie (EEG) inclusief opstellen rapport. Deze herbeoordeling is zowel met als zonder videoregistratie. 039652 beëindigd per 31-12- BEOORDELING AMBULANTE EXTERNE EEG - EPILEPSIE CATEGORAAL 2011 039653 beëindigd per 31-12- VIDEO-MONITORING EPILEPSIECHIRURGIE - CATEGORAAL 2011 (zie nieuwe za‟s 039648 en 039649) 039654 beëindigd per 31-12- KNF - AANVALSDETECTIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 2011 039655 VISUEEL GEVOELIGHEIDS-ONDERZOEK - EPILEPSIE CATEGORAAL nieuwe omschrijving m.i.v. 1-1-2012: Uitgebreid visueel gevoeligheidsonderzoek tijdens EEG, tenminste onderzoek naar kleurenspectrumgevoeligheid, kleurdieptemodulatie, beeldschermgevoeligheid, lichtflitsprovocatie en patroonstimulatie. 039656 beëindigd per 31-12- KNF - AANVULLENDE LUCHT-VAARTKEURING - EPILEPSIE CATEGORAAL 2011 039657 beëindigd per 31-12- VIDEO-MONITORING EPILEPSIECHIR. SUBDURALE ELECTRODE - EPILEPSIE CATEGORAAL 2011 (zie nieuwe za‟s 039648 en 039649) 039658 VIDEO-MONITORING DIFFERENTIAAL DIAGNOSE - EPILEPSIE CATEGORAAL nieuwe omschrijving m.i.v. 1-1-2012: Langdurige sensor gestuurde video-opname (24 uur) waarbij de geselecteerde stukken met positief sensor-signaal (= events) worden bewaard en beoordeeld. 039659 beëindigd per 31-12- VIDEO-MONITORING - EPILEPSIE CATEGORAAL 2011 039663 beëindigd per 31-12- EEG NA SLAAPDEPRIVATIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 2011 081089 MRI HERSENEN - UITGEBREID - EPILEPSIE CATEGORAAL nieuwe omschrijving m.i.v. 1-1-2012: MRI hersenen - uitgebreid 081090 beëindigd per 31-12- MRI HERSENEN - STANDAARD - EPILEPSIE CATEGORAAL 2011. Vanaf 1-1-2012 nieuwe za 081093 MRI hersenenstandaard DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 35 Zorgactiviteitenlijst Epilepsiecentra - bijlage bij beleidsregel CI-905 (Verplichte DBC-registratie) 081092 MRI HERSENEN MET CONTRAST - EPILEPSIE CATEGORAAL nieuwe omschrijving m.i.v. 1-1-2012: MRI hersenen - met contrast 190071 MDO MEDISCH SPECIALIST - EPILEPSIE CATEGORAAL 190072 EERSTE CONSULT NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190073 HERHALINGSCONSULT NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190074 TELEFONISCH CONSULT NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190075 KLINISCH CONSULT NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190076 ARTSENVISITE KLINIEK NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190077 CONSULT EXTERNE CONSULENT T.B.V. NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190078 EERSTE CONSULT NEUROCHIRURGIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 190079 HERHALINGSCONSULT NEUROCHIRURGIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 190080 OPNAMEGESPREK NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190081 MDO VERPLEEGKUNDIGE - EPILEPSIE CATEGORAAL 190082 EERSTE CONSULT GESPECIALISEERD VERPLEEGKUNDIGE - EPILEPSIE CATEGORAAL 190083 VERVOLGCONSULT GESPECIALISEERD VERPLEEGKUNDIGE - EPILEPSIE CATEGORAAL 190084 TELEFONISCH CONSULT GESPECIALISEERD VERPLEEGKUNDIGE - EPILEPSIE CATEGORAAL 190085 HUISBEZOEK GESPECIALISEERD VERPLEEGKUNDIGE - EPILEPSIE CATEGORAAL 190086 INFORMATIE EN VOORLICHTINGSCONSULT GESPECIALISEERD VERPLEEGKUNDIGE - EPILEPSIE CATEGORAAL 190087 ONTSLAGGESPREK NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190088 OPSTELLEN BEHANDELPLAN NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190210 DAGBEHANDELING EPILEPSIE CATEGORAAL 190211 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL (=GEMIDDELDE VERPLEEGDAG) 190212 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL VOLWASSENEN >17 JR. 190213 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL INTENSIEVE ZORG 190214 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL - KINDEREN 0 T/M 6 JAAR 190215 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL - KINDEREN 7 T/M 17 JAAR 190216 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL - VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN 190217 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL - VOORTGEZETTE BEHANDELING 192211 HUISBEZOEK VERPLEEGKUNDIGE MET VIDEOMONITORING - EPILEPSIE CATEGORAAL 193038 EERSTE CONSULT - ERGOTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193039 VERVOLGCONSULT - ERGOTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193040 ADVIESCONSULT - ERGOTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193041 EERSTE CONSULT - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193042 VERVOLGCONSULT - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193043 OUDERGESPREK - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193044 TELEFONISCH/E-MAIL CONSULT - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193045 EINDVERSLAG - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193046 GROEPSVOORLICHTING - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193047 KETOGEENDIEET BEREKENING - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193048 SLIK ADVIES TEAM - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193049 INDIVIDUELE BEHANDELING - CREATIEVE THERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193050 GROEPSBEHANDELING - CREATIEVE THERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193051 EERSTE CONSULT SPELTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193052 OBSERVATIE EN DIAGNOSTIEK SPELTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193053 BEHANDELING SPELTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193054 TELEFONISCH/ E-MAILCONSULT SPELTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193055 CONSULT SPELTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 36 Zorgactiviteitenlijst Epilepsiecentra - bijlage bij beleidsregel CI-905 (Verplichte DBC-registratie) 193056 EERSTE CONSULT ARBEIDSCONSULENT - EPILEPSIE CATEGORAAL 193057 CONSULT ARBEIDSCONSULENT MET PATIENT - EPILEPSIE CATEGORAAL 193058 BEMIDDELING DOOR ARBEIDSCONSULENT - EPILEPSIE CATEGORAAL 193059 TELEFONISCH/E-MAIL CONSULT ARBEIDSCONSULENT - EPILEPSIE CATEGORAAL 193060 CONSULT ARBEIDSCONSULENT (HER)INTREDING ARBEIDSMARKT - EPILEPSIE CATEGORAAL 193061 INDIVIDUEEL CONSULT PSYCHOMOTORISCHE THERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193062 GROEPSBEHANDELING PSYCHOMOTORISCHE THERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193063 OBSERVATIE PSYCHOMOTORISCHE THERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193064 TELEFONISCH/E-MAIL CONSULT PSYCHOMOTORISCHE THERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193065 PSYCHOMOTORISCHE SYSTEEMTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193066 KORT CONSULT MAATSCHAPPELIJK WERK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193067 EERSTE CONSULT MAATSCHAPPELIJK WERK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193068 VERVOLGCONSULT MAATSCHAPPELIJK WERK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193069 TELEFONISCH/ EMAILCONSULT MAATSCHAPPELIJK WERK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193070 EXTERN CONSULT I.K.V DIENSTVERLENING & BEMIDDELING - EPILEPSIE CATEGORAAL 193071 GROEPSCONSULT MAATSCHAPPELIJK WERK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193072 HUISBEZOEK MAATSCHAPPELIJK WERK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193073 DIENSTVERLENING & BEMIDDELING MW 30 MIN. - EPILEPSIE CATEGORAAL 193074 MDO PARAMEDISCH - EPILEPSIE CATEGORAAL 193075 BEHANDELINGSCONSULT LOGOPEDIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193076 TELEFONISCH/E-MAILCONSULT LOGOPEDIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193077 COMMUNICATIE ADVIES TEAM - LOGOPEDIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193078 LOGOPEDISCH ONDERZOEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193079 SLIK ADVIES TEAM - LOGOPEDIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193080 OUDERGESPREK PKL. EN KL. - LOGOPEDIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 194007 PSYCHODIAGNOSTIEK - NEUROPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK EPILEPSIE 194008 PSYCHODIAGNOSTIEK - NEUROPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK EPILEPSIE 194173 ASSERTIVITEITSTRAINING PSYCHOLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 194174 GEHEUGENONDERSTEUNING PSYCHOLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 194175 DOORVERWIJZING EXTERN PSYCHOLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 194176 COGNITIEF ONDERZOEK/EEG (PSYCHOLOOG) - EPILEPSIE CATEGORAAL 194177 BEGELEIDINGSCONSULT PSYCHOLOOG KINDEREN - EPILEPSIE CATEGORAAL 194178 INVASIEF ONDERZOEK - EPILEPSIECHIRURGIE PSYCHOLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 194179 KORT PSYCHOLOGISCH ONDERZOEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 194180 TELEFONISCH CONSULT PSYCHOLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 194185 EERSTE CONSULT PSYCHIATRIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 194186 VERVOLGCONSULT PSYCHIATRIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 194187 TELEFONISCH CONSULT PSYCHIATRIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 194188 E-MAIL CONSULT PSYCHIATRIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 194189 CRISISINTERVENTIE PSYCHIATRIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 194190 PSYCHIATRISCHE PSYCHO-EDUCATIE - EPILEPSIE CATEGORAAL DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 37 Wijzigen zorgactiviteiten voor neurofysiologie binnen categorale instellingen per 1 januari 2012. Er is een eerste stap gezet om zorgactiviteiten die binnen de categorale instellingen worden gebruikt te integreren binnen de Zorgactiviteiten Tabel. De zorgactiviteiten voor neurofysiologie die de categorale instellingen toepassen, zijn tekstueel aangepast en uitgebreid met nieuwe zorgactiviteiten of er zijn zorgactiviteiten afgesloten. Zorgactiviteit_ Zorgactiviteit_omschrijving Ingangsdatum Einddatum Actie 039651 EEG herbeoordeling - epilepsie categoraal 20060101 20111231 Tekstueel oud 039651 Herbeoordeling electro-encephalografie (EEG) inclusief 20120101 Code Tekstueel nieuw opstellen rapport. Deze herbeoordeling is zowel met als zonder nieuwe videoregistratie. 039652 Beoordeling ambulante externe EEG - epilepsie categoraal 20060101 20111231 Beëindigen 039655 Visueel gevoeligheids-onderzoek – epilepsie categoraal 20060101 20111231 Tekstueel oud 039655 Uitgebreid visueel gevoeligheidsonderzoek tijdens EEG, 20120101 Tekstueel nieuw tenminste omvattende onderzoek naar kleurenspectrumgevoeligheid, kleurdieptemodulatie, beeldschermgevoeligheid, lichtflitsprovocatie en patroonstimulatie. 039656 KNF - aanvullende lucht-vaartkeuring - epilepsie categoraal 20060101 20111231 Beëindigen 039658 Video-monitoring differentiaal diagnose – epilepsie categoraal 20090101 20111231 Tekstueel oud 039658 Langdurige sensor gestuurde video-opname (24 uur) waarbij 20120101 Tekstueel nieuw de geselecteerde stukken met positief sensor-signaal (= events) worden bewaard en beoordeeld. 039659 Video-monitoring - epilepsie categoraal 20060101 20111231 Beëindigen 039663 EEG na slaapdeprivatie - epilepsie categoraal 20060101 20111231 Beëindigen 081089 MRI hersenen - uitgebreid - epilepsie categoraal 20060101 20111231 Tekstueel oud 081089 MRI hersenen - uitgebreid 20120101 081092 MRI hersenen met contrast - epilepsie categoraal 20060101 081092 MRI hersenen - met contrast 20120101 081090 MRI hersenen - standaard - epilepsie categoraal 20060101 Tekstueel nieuw 20111231 Tekstueel oud Tekstueel nieuw 20111231 Beëindigen ivm samenvoegen 081290 MRI hersenen 20060201 20111231 Beëindigen ivm 081093 MRI hersenen – standaard 20120101 039654 KNF - aanvalsdetectie - epilepsie categoraal 20060101 20111231 Beëindigen 039653 Video-monitoring epilepsiechirurgie – categoraal 20080101 20111231 Beëindigen ivm samenvoegen Nieuw na samenvoeging doublure 039657 Video-monitoring epilepsiechir. subdurale electrode - 20090101 20111231 epilepsie categoraal 039648 Beëindigen ivm splitsen Video-monitoring per 24 uur met intensieve begeleiding - 20120101 diagnostiek in het kader van epilepsiechirurgie met Nieuw na uitsplitsing intracraniële elektroden inclusief stimulatie. 039649 Video-monitoring per 24 uur, regulier - diagnostiek in het 20120101 kader van epilepsiechirurgie met of zonder intracraniële Nieuw na uitsplitsing elektroden. DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 38 Zorgactiviteit_ Zorgactiviteit_omschrijving Ingangsdatum Interactief transplantatieschema, bepaling van traject en 20120101 Einddatum Actie Code 039650 Nieuw target van intracraniële implantatie elektroden door neuroloog en neurochirurg. Add. 2 Essentiële zorgactiviteiten Nr Omschrijving ZA codes 1. Consult neuroloog 190072 Omschrijving codes (afgekort) EERSTE CONSULT NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL 190073 2. Verpleegdag 190211 HERHALINGSCONSULT NEUROLOOG - EPILEPSIE CATEGORAAL VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL (=GEMIDDELDE VERPLEEGDAG) 190212 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL VOLWASSENEN >17 JR. 190213 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL INTENSIEVE ZORG 190214 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL - KINDEREN 0 T/M 6 JAAR 190215 190216 190217 3. 194008 4. Uitgebreid psychologisch onderzoek Consult psycholoog 5. Overige consulten 190078 VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL - KINDEREN 7 T/M 17 JAAR VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL - VERSTANDELIJK GEHANDICAPTEN VERPLEEGDAG EPILEPSIE CATEGORAAL - VOORTGEZETTE BEHANDELING PSYCHODIAGNOSTIEK – NEUROPSYCHOLOGISCH ONDERZOEK EPILEPSIE - UITGEBREID 194163 Behandelingscontact - medisch psycholoog EERSTE CONSULT NEUROCHIRURGIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 190079 190082 190083 HERHALINGSCONSULT NEUROCHIRURGIE - EPILEPSIE CATEGORAAL EERSTE CONSULT GESPECIALISEERD VERPLEEGKUNDIGE - EPILEPSIE CATEGORAAL VERVOLGCONSULT GESPECIALISEERD VERPLEEGKUNDIGE EPILEPSIE CATEGORAAL 193038 EERSTE CONSULT - ERGOTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193039 VERVOLGCONSULT - ERGOTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193041 EERSTE CONSULT - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193042 VERVOLGCONSULT - DIETETIEK - EPILEPSIE CATEGORAAL 193051 EERSTE CONSULT SPELTHERAPIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 193056 193057 EERSTE CONSULT ARBEIDSCONSULENT - EPILEPSIE CATEGORAAL CONSULT ARBEIDSCONSULENT MET PATIENT - EPILEPSIE CATEGORAAL 193067 193068 194161 EERSTE CONSULT MAATSCHAPPELIJK WERK - EPILEPSIE CATEGORAAL VERVOLGCONSULT MAATSCHAPPELIJK WERK - EPILEPSIE CATEGORAAL Nieuwe inschrijving (verwijzing, registratie, informatie, dossier) - medisch psycholoog DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 39 Nr Omschrijving ZA codes Omschrijving codes (afgekort) 194163 Behandelingscontact - medisch psycholoog 194185 EERSTE CONSULT PSYCHIATRIE - EPILEPSIE CATEGORAAL 194186 6. Routine EEG 039700 (tot VERVOLGCONSULT PSYCHIATRIE - EPILEPSIE CATEGORAAL E.E.G. - uitgevoerd door neuroloog 01-07-2009, vanaf 01-072009 039702) 7. Video-monitoring epilepsiechirurgie 039653 VIDEO-MONITORING EPILEPSIECHIRURGIE - CATEGORAAL beëindigd per 31-122011(vanaf 1-1-2012 zie nieuwe za‟s 039648 en 039649) 039658 Video-monitoring differentiaal diagnose - epilepsie categoraal nieuwe omschrijving m.i.v. 1-1-2012: Langdurige sensor gestuurde video-opname (24 uur) waarbij de geselecteerde stukken met positief sensor-signaal (= events) 039657 Video-monitoring epilepsiechir. subdurale electrode - epilepsie categoraal beëindigd per 31-122011(vanaf 1-1-2012 zie nieuwe za‟s 039648 en 039649) DBC-Onderhoud instructies Neurologie v20110701 40