Weinig onderwerpen uit de psychiatrie zijn zo actueel als pedofilie. Door de toenemende mediabelangstelling en groeiende maatschappelijke bezorgdheid spitst meer en meer onderzoek zich toe op deze materie. Toch zijn er nog heel wat vraagtekens. Uit de vele artikels en het onderzoek is gebleken dat pedofilie het best bekeken kan worden als een eigen categorie van seksuele oriëntatie, niet als iets dat zich boven op een heteroseksuele of homoseksuele identiteit manifesteert. Deze theorie doet grote vragen rijzen. Kiezen mensen ervoor om pedofiel te zijn of zijn ze zo geboren? Zijn er bepaalde omgevingsfactoren die een oorzakelijke rol spelen? En worden slachtoffers zelf kindermisbruikers? Hieromtrent zijn in het verleden heel wat etiologische theorieën uitgewerkt die de nadruk leggen op de impact van de omgeving. Tegenwoordig verschijnen er evenwel steeds meer studies die de rol van neurobiologische factoren onderschrijven. Niettegenstaande de recente boost in research blijft er toch nog veel controverse bestaan. Wat maakt iemand tot een pedofiel? De etiologie van pedofilie Sebastiaan Tuyls1, Marc Eneman2, Dirk Van de Putte3 1. Student, 3e Master Geneeskunde 2. Psychiater, hoofdgeneesheer UPC St.Kamillus, stafmedewerker Provincialaat Broeders van Liefde Gent 3. Psychiater, PC Ziekeren, St.-Truiden, UZ Leuven, CGG Vlaams-Brabant Oost, Leuven Omschrijving van het begrip pedofilie Volgens de DSM-IV valt pedofilie onder de categorie ‘psychoseksuele stoornissen’, waarin het opgesomd staat met andere parafilieën zoals masochisme, sadisme, voyeurisme enz. (1). Het seksuele object van personen met een pedofiele voorkeur zijn prepuberale kinderen, in het algemeen 13 jaar of jonger. Volgens de DSM-IV moeten 3 criteria ingevuld worden (2): A.gedurende een periode van ten minste zes maanden recidiverende, intense seksueel opwindende fantasieën, seksuele drang of gedragingen met betrekking tot seksuele handelingen met één of meer kinderen in de prepuberteit; B. de persoon gedraagt zich naar deze aandrang of de drang of fantasieën veroorzaken duidelijk lijden of interpersoonlijke moeilijkheden; C. betrokkene is ten minste zestien jaar oud en ten minste vijf jaar ouder dan het kind (of de kinderen) uit criterium A. Pedofilie is een stoornis die reeds vroeg, bijna altijd prepubertair, aanwezig is en verband houdt met een afwijkende seksuele voorkeur of gerichtheid. Men neemt aan dat pedofilie uiteindelijk doorbreekt in het gedrag. Dit kan echter niet met zekerheid gesteld worden omdat pedofielen die enkel fantaseren en nooit feiten plegen, zich om overduidelijke redenen niet kenbaar maken. Er hoeft dus niet noodzakelijk daadwerkelijke seks met kinderen plaats te vinden om de term ‘pedofilie’ te kunnen gebruiken. Het pedofiele gedrag kan variëren van exhibitionisme en voyeurisme tot N1868N ongepast aanraken, orale seks en penetratie. Onder “gedraagt zich naar deze aandrang” kan verder ook het opzoeken van situaties met kinderen of het bekijken van kinderporno worden verstaan. 1 l Neuron Voor het stellen van pedoseksueel ge- andere manier in contact komt met het handelingen bij kinderen, is het machts- drag hoeft men echter geen pedofiel te gerecht. verschil tussen volwassenen en kinde- zijn. Iedereen kan pedoseksuele feiten ren, zoals bijvoorbeeld tussen een leraar plegen en het grootste deel van alle en een leerling (4). pedoseksuele feiten wordt zelfs door Pedofilie in het strafrecht niet-pedofielen gepleegd. Incestplegers Onderscheid moet hier gemaakt worden bijvoorbeeld zijn meestal gewoon hete- tussen de medische en juridische termi- rofielen die hun grenzen niet bewaken nologie. Pedofilie is een klinische diag- en vaak een laag moreel besef hebben. nose. De zedenwetgeving kent de ter- Vaak vertonen ze nog andere gedrags- men ‘pedofilie’ en ‘pedoseksualiteit’ problemen, zoals geweld op de kinderen niet, maar spreekt slechts van handelin- die niet seksueel misbruikt worden, part- gen en gedragingen waarbij bepaalde nergeweld en eventueel antisociaal ge- leeftijdscategorieën drag buiten het gezin. Deze incidentele Voorbeelden van strafbare handelingen seksuele gedragingen of gevoelens van betreffende kinderen zijn: elke vorm van volwassenen naar kinderen vallen dus penetratie, aanranding, exhibitionisme, niet onder de term ‘pedofilie’ en zijn kinderporno en kinderprostitutie. In te- geen uiting van ‘pedofiele gerichtheid’. genstelling tot de psychiatrische definitie De term ‘hebefiel’ wordt occasioneel ge- speelt het louter hebben van fantasieën bruikt voor personen met onaangepaste en gevoelens niet mee in het strafrecht, seksuele aantrekking tot postpubertaire maar is een eenmalige handeling wél re- adolescenten. levant. Termen zoals ‘kindermisbruik’, betrokken zijn. Het is moeilijk om een eenduidig persoonlijkheidspatroon van de pedofiel te vormen, vanwege de verschillende subgroepen van pedofilie die er bestaan. Toch zijn er correlaties gevonden tussen bepaalde psychologische karaktertrekken en pedofilie. ‘incest’ en ‘kindermolestatie’ zijn dus De prevalentie en incidentie zijn erg geen synoniemen van ‘pedofilie’. Zo zijn Profiel van de pedofiel moeilijk in te schatten omdat slechts 1 niet alle personen die minderjarigen sek- Het is moeilijk om een eenduidig per- op 20 gevallen van kindermisbruik wordt sueel misbruiken pedofiel, en maken soonlijkheidspatroon van de pedofiel te gemeld en veel pedofielen niet vrijwillig niet alle pedofielen zich schuldig aan vormen, vanwege de verschillende sub- hulp zoeken (6). Aangezien het stellen kindermisbruik. groepen van pedofilie die er bestaan. Zo wordt er een onderscheid gemaakt tussen de pedofielen met een voorkeur voor meisjes of jongens, of er al dan niet ge- Onderscheid moet gemaakt worden tussen de medische en juridische terminologie. In tegenstelling tot de psychiatrische definitie speelt het louter hebben van fantasieën en gevoelens niet mee in het strafrecht. Zo zijn niet alle personen die minderjarigen seksueel misbruiken pedofiel, en maken niet alle pedofielen zich schuldig aan kindermisbruik. bruik werd gemaakt van een computer of het internet om een kind te benaderen, of er al dan niet sprake is van misbruik van een familielid en of de pedofiele persoon een exclusieve voorkeur heeft voor kinderen (5). Pedofilie is dus als heterogene groep moeilijk in één enkel profiel te vatten. Toch zijn er correlaties gevonden tussen van een seksuele handeling niet noodza- Volgens de Belgische wetgeving is alle bepaalde psychologische karaktertrek- kelijk is voor de diagnose, blijven een seksueel verkeer verboden met een part- ken en pedofilie. Zo hebben pedofielen heel aantal pedofielen onopgemerkt en ner die jonger is dan 16 jaar, zelfs indien minder zelfvertrouwen, zijn ze vaker is het onbekend hoeveel individuen pe- die persoon daar toestemming voor eenzaam en hebben zij vaker gevoelens dofiele fantasieën hebben, maar daar geeft. Aan iemand die er “een gewoonte van inferioriteit en isolement (6). Veel nooit naar handelen. Veel informatie van gemaakt heeft”, kan dan vervolgens pedofielen hebben ook antisociale ka- hierover wordt dan ook gehaald uit ge- een zwaardere maximumstraf worden raktertrekken. Vaak kunnen ze moeilijk rechtelijke dossiers, wanneer de pedofiel opgelegd. Een belangrijk argument voor omgaan met negatieve gevoelens, waar- een strafbaar feit begaan heeft of op een de (extra) strafbaarstelling van seksuele door zij zich sneller wenden tot verdedi- 2 l Neuron gingsmechanismen zoals ontkenning (“Is gepast gedrag door vrouwen ten opzich- ging (MRI) en functional MRI (fMRI) heb- het dan fout om een kind een knuffel te te van kinderen dan ook beschreven als ben veel bijgedragen aan het in kaart geven?”), minimalisering (“Het was maar kindermisbruik en niet als pedofilie. Nu brengen van de hersenen. MRI geeft ons eenmalig”) en rationalisering (“Ik zie blijkt dat ongeveer 6% van de kindermis- een gedetailleerd beeld van de hersen- graag kinderen; daarom ben ik toch nog bruikers uit gerechtelijke dossiers vrou- structuren, fMRI brengt dan weer het geen pedofiel?”) (5). Met behulp van wen zijn (5). De meerderheid van deze functioneren in beeld. Dankzij deze deze cognitieve distorsies bekomen zij vrouwen misbruikt zeer jonge kinderen, beeldvorming verschijnen er steeds meer hun doel en rechtvaardigen ze het ge- in het bijzonder kinderen die aan hun beschrijvingen van bevindingen waarin pleegde misbruik. Ook hebben pedofie- zorgen zijn toevertrouwd. In tegenstel- een link wordt gelegd tussen pedofilie en len moeite met volwassen interpersoon- ling tot wat vroeger gedacht werd, han- een afwijkende structuur of functie van lijke interacties, zoals het opbouwen van delen de meeste vrouwelijke pedofielen de hersenen. normale relaties (hoewel toch 50% ge- alleen. Oraal-genitaal en digitaal-geni- huwd is). taal contact komen het vaakst voor (8). Over het algemeen oefenen pedofielen Waarom mannen een veel groter aandeel geen fysieke dwang uit om kinderen in hebben dan vrouwen in deze psychia- hun activiteiten te betrekken, maar maken trische stoornis zou te maken kunnen zij eerder gebruik van psychologische hebben met onder andere onderrap- manipulatie (vandaar de term ‘kinder- portering. Een reden hiervoor is mogelijk lokker’). Het contact komt vaak geleide- dat pedofiel gedrag bij vrouwen niet her- lijk tot stand, is doorgaans niet onmid- kend wordt omdat het zich voordoet tij- dellijk seksueel van aard en verloopt via dens moederlijke opvoedtaken, zoals een proces van verleiding en inkapseling het aankleden en het in bad steken van (grooming) (7). de kinderen (5). Zeer waarschijnlijk Dankzij beeldvorming verschijnen er steeds meer beschrijvingen van bevindingen waarin een link wordt gelegd tussen pedofilie en een afwijkende structuur of functie van de hersenen. wordt er een “dubbele standaard” gehanteerd inzake het geslacht als het op Over het algemeen oefenen pedofielen geen fysieke dwang uit om kinderen in hun activiteiten te betrekken, maar maken zij eerder gebruik van psychologische manipulatie. het rapporteren, arresteren en veroorde- Biochemisch werd vooral onderzocht of, len van pedofielen aankomt. zoals bij heel wat andere psychiatrische Het is echter zeer de vraag of onderrap- afwijkingen, een ontregeling in de wer- portering dit grote geslachtsverschil kan king van bepaalde neurotransmitters een verklaren. rol zou spelen bij pedofilie. Vooral de neurotransmitter serotonine en zijn functie werden daarbij bekeken. Van seroto- Etiologie: neurobiologische benadering nine is reeds lang bekend dat het een rol Uit reeds langer bestaande testmethodes die van Maes et al. is gebleken dat pedo- is gebleken dat, functioneel gezien, pe- fielen een sterkere respons vertonen op dofiele mannen een lager IQ hebben, ze serotonineagonisten, alsook meer ne- Zeer vaak wordt bij deze mensen een lager scoren op geheugentesten, vermin- veneffecten vertonen wanneer ze derge- veelheid aan psychiatrische comorbidi- derde cognitieve mogelijkheden hebben lijke middelen gebruiken (9). Farmaca teit vastgesteld. Zo heeft 50-60% van de en dat ze vaker linkshandig zijn (5). die ingrijpen op het serotoninemetabo- pedofielen een angststoornis, 60-80% Deze feiten geven ons echter geen lisme, worden ook in de behandeling een affectieve stoornis en 70-80% een aanwijzingen omtrent een etiologische van pedofielen gebruikt. Er wordt geop- persoonlijkheidsstoornis (5). Ook mid- factor. Dat er echter een oorzakelijk ver- perd dat compulsieve seksuele gedragin- delenmisbruik komt vaak voor. band zou kunnen bestaan tussen hersenaf- gen zoals pedofilie gerelateerd zouden wijkingen en het stellen van pedofiel kunnen zijn aan het obsessieve-compul- Individuen met pedofiele neigingen zijn gedrag, wordt al lang vermoed. Door de sieve spectrum waartoe impulscontrole- meestal mannen (3). Nochtans zijn er enorme vooruitgang op het gebied van afwijkingen behoren zoals pathologisch ook meldingen gemaakt van vrouwelijke medische beeldvorming kan hieromtrent gokken, trichotillomanie en kleptoma- pedofielen (5). Vroeger werd gedacht dat nu ook gericht onderzoek gedaan wor- nie. Ongeveer 30-50% van de pedofie- dit een zeldzaamheid was, en werd on- den. Vooral Magnetic Resonance Ima- len heeft comorbiditeit van een impuls- 3 l Neuron speelt in de impulscontrole. In een stu- controleproblematiek (10). Opvallend frontale regio die een onmogelijkheid tot amygdala, de hippocampus, het septale zijn alleszins de gelijkenissen in het stel- het inhiberen van impulsen veroorza- gebied en kernen in de nabijgelegen len van repetitief en slecht gecontroleerd ken. De temporale-limbische hypothese area innominata betrokken zijn, een be- gedrag en het effect van farmacologische focust dan weer op de rol van de diepere langrijke rol spelen bij het seksuele ge- behandeling met serotonineagonisten, structuren in de temporale lob, die ver- drag en de paringsgewoonten. Ook is zowel bij pedofilie als bij dwangmatig antwoordelijk zijn voor het reguleren opgemerkt dat er bij patiënten met let- en impulsief gedrag. van seksueel gedrag. Tegenwoordig wor- sels in de anterieure temporale en fron- den steeds vaker ‘Dual Dysfunction The- tale lobben wijzigingen optreden in het Ook het al dan niet bestaan van een ver- ories’ naar voor geschoven, waarbij ge- seksuele gedrag. Deze kunnen variëren schil in de feitelijke activiteit van de her- steld wordt dat pedofielen lijden aan een van kleine subtiele veranderingen tot senen wordt onderzocht. Hiervoor wordt disfunctie in zowel het frontale (met enorme verschillen zoals bij het syn- de PET-scan gebruikt, waarbij een tracer stoornissen in de gedragsinhibitie als ge- droom van Kluver-Bucy, waarbij de pa- wordt geïnjecteerd die door zijn radio- volg) als het temporale gebied (met af- tiënten door het letsel plots symptomen actieve straling in beeld kan worden ge- wijkende seksuele drang als gevolg). vertonen van hyperseksualiteit, en zelfs bracht. Hoe meer opname van de tracer Ook omtrent masculinisatie, het effect van verandering in seksuele voorkeur in een bepaald hersengebied, hoe beter van testosteron tijdens cruciale fases van (14). Er zijn ook associaties gevonden deze gebieden zichtbaar zijn op de beel- de ontwikkeling van de hersenen, wor- tussen parafilie en temporaalkwabepi- den en des te hoger de metabole activi- den een aantal denkpistes gevolgd. Hoe- lepsie (13). teit (en dus de feitelijke werking). Hinkin wel deze theorieën intuïtief zeer plausi- et al. konden zo een belangrijk hypome- bel lijken, is er nog maar weinig echt In verschillende studies werden structu- tabolisme of verminderde werking vast- empirisch bewijs dat deze hypotheses rele verschillen aangetoond in het volu- stellen ter hoogte van de rechter tempo- ondersteunt. me van bepaalde hersengebieden. Dit rale lob. Hier zien we dus een verschil gebeurde door middel van MRI en voxel- tussen rechts en links. Gedacht wordt dat based morphometry (VBM) waarbij de vooral deze asymmetrie belangrijk zou computer het volume van de hersenen in zijn bij het verhogen of veranderen van zeer kleine pixels verdeelt. Zo kan men de seksuele interesse, en dus indirect ook bij het ontstaan van pedofilie (11). In een studie van Schiffer et al. werd door middel van fMRI bekeken of er een verschil was in neuronale activiteit tijdens seksuele opwinding. De onderzoekers vergeleken de reactie op verschillende stimuli bij een groep heteroseksuele mannen en een groep pedofiele mannen. Zo kon een duidelijk verschil In de ‘Dual Dysfunction Theories’ wordt gesteld dat pedofielen lijden aan een disfunctie in zowel het frontale (met stoornissen in de gedragsinhibitie als gevolg) als het temporale gebied (met afwijkende seksuele drang als gevolg). het volume van bepaalde hersengebieden van verschillende personen zeer nauwkeurig vergelijken. Deze VBM-analyses toonden bij pedofielen een afname in grijze materie in die hersenstructuren die geïmpliceerd worden in seksueel gedrag, zoals de septale regio, de hippocampus, het ventrale striatum, de orbitofrontale cortex en het cerebellum (14, 10). In de studie van Schiltz et al. werd een worden aangetoond in activiteit in zowel significant kleiner volume van de amyg- de subcorticale als de corticale regio’s. dala (die samen met o.a. de hippocam- Dit toont aan dat de neuronale netwer- pus het limbische systeem vormt) vastge- ken in de hersenen bij pedofiele mannen steld bij een pedofiele populatie, met het anders werken (12). Structureel gezien heeft men vooral de grootste verschil aan de rechterkant. frontale en temporale gebieden onder- Deze verkleining van de amygdala was Al dit onderzoek leert ons dat mensen zocht. niet leeftijdsgebonden en kon dus niet met pedofilie verschillen in hun neurobi- Hoewel niet zoveel bekend is over even- toegeschreven worden aan een veroude- ologisch functioneren. De sleutelvraag is tuele afwijkingen van het brein bij men- ringsproces (14). De aangetoonde afwij- dan ook aan welke structuren deze func- sen met pedofilie, zijn de structuren die kingen in de frontostriatale gebieden zijn tionele verschillen gekoppeld kunnen betrokken zijn bij seksueel gedrag zeer interessant omdat deze gebieden beho- worden. Hierover werden verschillende intens bestudeerd bij andere populaties. ren tot het serotonerge systeem. Deze hypothesen geformuleerd. Zo vertrekt de Zo is vastgesteld in diermodellen dat een sluiten aan bij de eerder vernoemde bio- frontale hypothese van afwijkingen in de intens netwerk van neuronen, waarin de chemische bevindingen. 4 l Neuron Niet alleen in de grijze massa van de stoornis Bij these die in deze studie wordt gepo- hersenen, maar ook in de witte delen multipare vrouwen zou er soms via de neerd, is dat deze hoofdtraumata tijdens werden verschillen aangetroffen. Zo placenta wat embryonaal bloed in de de kinderjaren – een soort ontwikke- bleek dat pedofiele mannen regio’s met maternele bloedbaan terechtkomen, waar- lingsinsult in een kritieke fase in de ma- witte stof hebben met een significant bij er dan een immuunreactie optreedt. turatie van de hersenen – een verstoring kleiner volume (15). Zulke afwijkingen Zo zouden dan antilichamen gevormd geven van de ontwikkeling en resulteren doen vermoeden dat pedofielen, behal- worden tegen eiwitten (een kandidaat is in een seksuele oriëntatie naar kinderen ve hun seksueel afwijkend gedrag, nog het H-Y-antigen) die het product zijn van toe. Deze theorie dient nog bevestigd te additionele symptomen zouden verto- genen op het Y-chromosoom van de worden. nen. En inderdaad, zoals eerder aange- mannelijke foetus, dat voor de moeder haald, scoren deze mannen lager op IQ- uiteraard lichaamsvreemd is. Dit proces Conclusie is dat er, hoewel er duidelijke testen, presteren ze zwakker op visuo- zou een verstoring teweegbrengen op verbanden gelegd kunnen worden tus- spatiale en verbale geheugentaken en het niveau van de neuronale ontwikke- sen de aberrante werking van bepaalde haalden ze vroeger slechtere punten op ling en zo het afwijkend seksueel gedrag hersengebieden enerzijds en afwijkend school. verklaren. Ondanks deze zeer plausibele seksueel gedrag anderzijds, in de litera- verklaring zijn er ook epidemiologische tuur nog nergens sprake is van bepaalde studies die dit ‘older brother effect’ niet bewezen ‘pedofilielaesies’ in de herse- hebben vastgesteld. Harde evidentie, nen (18). De twee laatstgenoemde stu- bijvoorbeeld onder de vorm van moe- dies van Blanchard et al. proberen een derlijke antistoffen tegen die eiwitten, licht te werpen op het etiologische werd nooit gevonden. vraagstuk als een probleem in de matu- Een aantal interessante studies hebben het ‘older brother effect’ bestudeerd, de vaststelling dat de kans op pedofilie toeneemt met een hoger aantal oudere broers. van de hersencircuits. ratie van de hersenen, waarbij de neuroInteressant ook is een andere studie van logische ontwikkeling ergens vroeg in Blanchard et al., waarin problemen in het leven fout loopt. neurologische ontwikkeling als oorzaak Meer gericht onderzoek om deze theorie van pedofilie worden onderzocht (17). te staven, is in elk geval nodig. De onderzoeksgroep onderzocht 1.206 Een aantal interessante studies hebben pedofielen en deze rapporteerden opval- het ‘older brother effect’ bestudeerd, de lend vaak dat ze in hun jonge kinderja- vaststelling dat de kans op pedofilie toe- ren (vóór de leeftijd van 13 jaar) een Etiologie: sociale invloed en omgevingsfactoren neemt met een hoger aantal oudere hoofdtrauma hadden opgelopen waarbij Omgevingsfactoren kunnen bijdragen broers. Dit verschijnsel zag men voor het ze bewusteloos waren geweest. Bij een aan het stellen van pedofiel gedrag. Pe- eerst bij niet-pedofiele homoseksuele trauma opgelopen als volwassene zou, dofielen rapporteren vaak dat stress een mannen, waarbij werd vastgesteld dat in tegenstelling tot trauma’s opgelopen factor is die hun neigingen of verlangens homosekuele mannen significant vaker vóór de puberteit, geen associatie be- verergert (5). Maar zijn er ook omge- meerdere oudere broers hebben. De staan met pedofilie. De bevinding dat vingsfactoren die aan de basis liggen van kans op homofilie zou zelfs toenemen een dergelijk hoofdtrauma op jonge leef- de oorzaak? Al geruime tijd worden kin- met een derde bij elke oudere broer. tijd een predisponerende risicofactor dermisbruik en slechte hechting tussen Men vroeg zich af of dit ook het geval zou zijn voor het stellen van pedofiel ge- ouder en kind bekeken als oorzakelijke was bij pedofiele mannen. In een studie drag, maakt het probleem des te interes- factoren van pedofilie. In dit model wor- van Blanchard et al. (16) werden 260 santer, maar tevens complexer. De hypo- den seksuele fantasieën over kinderen pedofielen vergeleken met 260 controlepersonen. Zo werd er een correlatie vastgesteld waarbij homoseksuele pedofielen (dit zijn pedofielen met een specifieke voorkeur voor jongens) vaker meerdere oudere broers hebben. Een hypothetische verklaring voor dit ‘birth order effect’ of effect van volgorde van geboor- Hoewel er duidelijke verbanden gelegd kunnen worden tussen de aberrante werking van bepaalde hersengebieden enerzijds en afwijkend seksueel gedrag anderzijds, is er in de literatuur nog nergens sprake van bepaalde bewezen ‘pedofilielaesies’ in de hersenen. te wijst in de richting van een rijpings- 5 l Neuron en pedofiel gedrag gezien als een soort die van Marshall et al. kwam naar voor Discussie en conclusie copingmechanisme, een manier om te dat pedofielen vaker masturberen en op Uit de literatuur blijkt dat er heel wat fac- kunnen omgaan met de negatieve ge- die manier zichzelf conditioneren (20). toren worden gelinkt aan pedofiel ge- voelens en effecten van vroegere erva- De fantasieën tijdens de masturbatie zijn drag. ringen. gebaseerd op de vroegere seksuele erva- Op biochemisch vlak is er de verstoring Zo zou een inadequate hechtingsstijl als ringen toen zijzelf als kind werden mis- in werking van bepaalde neurotransmit- gevolg van een disfunctionele familie, bruikt. Positieve bekrachtiging van het ters waaronder serotonine, een functio- kinderen blootstellen aan emotionele denken en het gedrag bestaat dan uit het neel deficit – mogelijk als weerspiege- deprivatie en isolement, waardoor ze het orgasme bekomen tijdens het masturbe- ling van onderliggende structurele afwij- risico lopen op een abnormale ontwik- ren, waardoor het seksueel afwijkend kingen zoals afname van grijze massa in keling. Zo zouden ze problemen krijgen gedrag (i.c. pedofilie) wordt ingeprent. de hersenen (septale regio, de hippo- op het gebied van sociaal leren en zich Gedacht wordt dat dit verhindert dat campus, de amygdala, het ventrale stria- niet aanpassen aan conventionele gedra- misbruikte jongeren normaal evolueren tum, de orbitofrontale cortex en het ce- gingen. op seksueel vlak. Deze theorie wordt de rebellum) – en wittestofafwijkingen. laatste jaren echter sterk in twijfel ge- Functionele beeldvorming zoals de PET trokken door tegenstrijdige bevindingen. ondersteunt deze bevindingen, o.a. in Eén van de duidelijkst aangetoonde externe factoren waarvan is aangetoond het aantonen van een hypometabolisme dat zij de kans op het stellen van pedo- is bepaalde hersengebieden bij pedofie- fiel gedrag verhoogt, is het feit dat pedo- len. fielen vaak zélf het slachtoffer zijn ge- Deze bevindingen hebben geleid tot het weest van seksueel misbruik als kind. Deze relatie wordt aangeduid als de ‘victim-to-abuser cycle’ of het ‘abusedabuser phenomenon’ (19). De cijfers hieromtrent variëren enorm, afhankelijk van de selectiecriteria van de studie en de gebruikte populatie. De cijfers gaan van 28% tot maar liefst 93%, versus ongeveer 15% bij de controlegroep (5). Over het ontstaan van deze relatie zijn ook enorm veel theorieën geformuleerd. Zo is er de psychodynamische theorie die stelt dat emotioneel gedepriveerde kinderen die verleid worden door een Een inadequate hechtingsstijl als gevolg van een disfunctionele familie, zou kinderen blootstellen aan emotionele deprivatie en isolement, waardoor ze het risico lopen op een abnormale ontwikkeling. Zo zouden ze problemen krijgen op het gebied van sociaal leren en zich niet aanpassen aan conventionele gedragingen. formuleren van een frontale hypothese, waarbij er door disfunctie van de frontale regio problemen ontstaan met het controleren van impulsen, en van een temporolimbische hypothese, waarbij er vanuit de niet juist functionerende temporale en limbische regio’s van de hersenen afwijkend seksueel gedrag ontstaat. Beide worden elegant gecombineerd in de ‘Dual Dysfunction Theory’. Omgevingsfactoren zoals seksueel misbruik in de kindertijd en een inadequate hechtingsstijl spelen zeer waarschijnlijk ook een rol. De vraag is alleen: welke? volwassene, zich gaan binden en identi- Een zeer plausibele verklaring zou ficeren met deze persoon. kunnen zijn dat het gaat om uitlokkende Door zich te vereenzelvigen met de mis- factoren die bij (genetisch) kwetsbare bruiker, probeert het misbruikte kind een personen functionele en structurele ver- nieuwe identiteit te krijgen, een identi- Opgemerkt moet worden dat, hoewel anderingen teweeg brengen. Deze onder- teit waarbij opnieuw misbruik optreedt. misbruikte individuen meer kans hebben liggende (genetische) kwetsbaarheid be- Een variant op deze denkpiste is dat het om zelf te misbruiken, de meeste slacht- paalt dan de gevoeligheid van het indi- in de voetsporen treden van de vroegere offers deze vicieuze cirkel niet verder vidu voor deze factoren. Maar ook hier misbruiker een manier is om het gevoel zetten. komt er vanuit het onderzoek geen een- van machteloosheid teniet te doen. Ook is er een terechte bezorgdheid over duidige verklaring. Hoe omgevingsfacto- de accuraatheid van de zelf-rapporterin- ren in het plaatje passen, is dus nog niet Een tweede theorie bekijkt pedofilie van- gen door pedofielen die beweren zelf met zekerheid te zeggen. uit een cognitief gedragsmatig perspec- misbruikt te zijn. Deze verklaringen tief. Hierbij wordt afwijkende seksuele worden vaak afgelegd in een juridische De meest gangbare hypothese voor een opwinding geconditioneerd door fanta- context, en een aantal pedofielen trach- neurobiologische basis van pedofilie, en sieën tijdens de masturbatie. Uit een stu- ten hiermee hun gedrag goed te praten. voor parafilieën in het algemeen, is dan 6 l Neuron ook diegene waarin pedofilie als een de hippocampus, de temporale kwab en ‘neurodevelopmental disorder’ bekeken prefrontale cortex duiken in de psychia- wordt, als een stoornis in de ontwikke- trie in een ontelbare hoeveelheid neuro- ling van neuronale circuits. Dit is een imaging studies op en zijn zeer waar- visie die men ook hanteert voor andere schijnlijk betrokken in veel verschillende psychische stoornissen zoals schizofre- soorten van gedragingen en neurologi- nie. sche functies. Zo komt de ‘Dual Dys- De studies van Blanchard en al. wijzen function Theory’ ook voor bij heel wat in die richting: de lage intelligentie, de andere psychiatrische stoornissen zoals beperkte verbale vermogens en de stu- obsessief-compulsieve stoornis, psycho- dies in verband met de ongevallen met sen, autisme en psychopathie, en is het bewustzijnsverlies vóór de leeftijd van misschien nog altijd een te breed denk- 13 jaar, wijzen op een verstoring in de kader in het onderzoeken van deviant hersenontwikkeling. seksueel gedrag. Hoewel deze denkpiste de weg heeft vrijgemaakt voor vele an- 9. 10. 11. 12. 13. 14. 15. 16. 17. Aangetoond is dat een aantal hersenge- dere studies, dient er nog specifieker on- bieden die cruciaal zijn in de ontwikke- derzoek te gebeuren. Men is er immers 18. ling van seksueel gedrag, afwijkend zijn nog steeds niet in geslaagd echte ‘pedo- 19. bij pedofielen. Deze afwijkingen zijn filielaesies’ in de hersenen aan te dui- echter nog niet systematisch onderzocht. den. De hoeveelheid research met neuroimaging is op dit moment nog te beperkt Er zijn dus nog veel vragen omtrent pe- om duidelijke conclusies te trekken. Het dofilie. De ontrafeling inzake causaliteit, grootste probleem in dit onderzoeksge- wat nu juist oorzaak is en wat gevolg, bied is misschien dat neuro-imaging blijkt zeer moeilijk te zijn. Het ontwik- studies, afhankelijk van de gebruikte tech- kelen van een brede onderzoekspiste nologie en het gebruikte onderzoeksde- heeft geleid tot het benoemen van een sign, sterk verschillen en daarom moei- aantal spelers, maar hun precieze rol is lijk te vergelijken zijn. Daar komt nog bij nog niet duidelijk. Het is ook zeer waar- dat pedofilie op zichzelf een heterogeen schijnlijk dat pedofilie etiologisch hete- gegeven is, en dat het bestaan van ver- rogeen is, en dat er dus verschillende schillende subgroepen het geheel nog modellen nodig zijn om pedofilie te ver- complexer maakt. Zo is het uitgesloten klaren. Verder gericht onderzoek, met een vergelijking te maken tussen studies duidelijke omschreven designs en on- uitgevoerd bij pedofielen met een voor- derzoeksgroepen, is dan ook noodzake- keur voor jongens en studies waarbij er lijk. een voorkeur voor meisjes is. Deze twee soorten verschillen daarvoor te sterk. Ook is het niet altijd duidelijk of de auteurs een goed onderscheid gemaakt hebben tussen de echte pedofielen (met een stoornis in de gerichtheid) en de pedoseksuelen. Aangezien veel onderzoekspersonen uit het forensische milieu komen, worden soms niet-pedofielen die veroordeeld zijn voor kindermisbruik in de studies opgenomen. Hersencircuits zijn daarenboven multifunctioneel. Structuren als de amygdala, Referenties 1. Gelder MG, Lopez-Ibor JJ, Andreasen N. New Oxford Textbook of Psychiatry. Oxford University Press; 1e edition. 2. American Psychiatric Association. Diagnostic and Statistical Manual of Metal Disorders. Revised 4th ed. (DSM-IV) Washington, DC; 2000. 3. Murray JB. Psychological profile of pedophiles and child molesters. J. Psychol 2000;134:211-24. 4. Belgische Strafwetboek: Boek II, Hoofdstuk V, Titel VII. 5. Hall Ryan CW, Hall Richard CW. A Profile of Pedophilia: Definition, Characteristics of Offenders, Recidivism, Treatment Outcomes, and Forensic Issues. Mayo Clin Proc (MAYO Foundation for medical education and research) 2007;82:457-71. 6. Cohen LJ, McGeoch PG, Watras-Gans S, et al. Personality impairment in male pedophiles J. Clin Psychiatry 2002;63:912-9. 7. Vandereycken W, et al. Psychopathologie deel 1. Bohn Stafleu van Loghum. 8. Michael C. Seto Pedophilia and Sexual Offenses Against Children. Annual Review of Sex Research. 7 l Neuron 20. Maes M, Van West D, De Vos, et al. Lower baseline plasma cortisol and prolactine together with increased body temperature and higher mCPP-induced cortisol responses in men with pedophilia. Neuropsychopharmacology 2001;24:37-46. Schiffer B, Peschel T, Paul T, Gizewski E, Forsting M, Leygraf N, Schedlowski M, Krueger T. Structural brain abnormalities in the frontostriatal system and cerebellum in pedophilia. Journal of Psychiatric Research 2007;75362. Mendez MF, Hinkin C, et al. Pedophilia and Temporal Lobe Disturbances. J. Neuropsychiatry Clin Neurosci 2000;12:71-6. Schiffer B, Paul T, Gizewski E, Forsting M, Leygraf N, Schedlowski M, Kruger T. Functional brain correlates of heterosexual paedophilia. NeuroImage 2008;80-91. Tost H, Vollmert C, Brassen S, Schmitt A, Dressing H, Braus DF. Pedophilia: neuropsychological evidence encouraging a brain network perspective. Medical Hypotheses 2004;63, 528-31. Schiltz K, Northhoff G, et al. Brain Pathology in Pedophilic Offenders. Arch Gen Psychiatry 2007;64:737-46. Cantor J, Kabani N, Richard BA, et al. Cerebral white matter deficiencies in pedophilic men. Journal of Psychiatric Research 2008;167-83 Blanchard R, Barbaree HE, Bogaert AF, et al. Fraternal birth order and sexual orientation in pedophiles. Arch Sex Behav 2000;463-78. Blanchard R, Christensen BK, Strong SM, et al. Retrospective self-reports of childhood accidents causing unconsciousness in phallometrically diagnosed pedophiles. Arch Sex Behav 2002;31:511-26. Fagan PJ, Wise TN, Schmidt CW, et al. Pedophilia. JAMA 2002;288(19):2458-65. Glasser M, et al. Cycle of child sexual abuse: links between being a victim and becoming a perpetrator. British J Psychiatry 2001;179:482-94. Marshall WL, Marshall L. The origins of sexual offending. Trauma, Violence & Abuse: A Review Journal 2000;25026.