6 boeken. DeMorgen. woensdag 06/05/2015 PEDOFILIE, HET LAATSTE TABOE 7 PEDOFILIE, HET LAATSTE TABOE Jamal Ouariachi over onze preutsheid en hysterie ‘Elke volwassen man is tegenwoordig verdacht’ Interview. De Nederlandse schrijver Jamal Ouariachi baseerde zijn prachtige roman Een honger op een Nobelprijswinnaar die veroordeeld werd voor pedofilie. Hoe kon een in moreel opzicht voorbeeldige man zo diep vallen, vroeg hij zich af. Wat is de som van een mensenleven? M ARNI X VE RPLA NC KE © DANIEL COHEN e Amerikaanse arts en medisch onderzoeker Carleton Gajdusek (1923-2008) kreeg in 1976 de Nobelprijs voor geneeskunde omdat hij ontdekt had dat op NieuwGuinea de kuru-ziekte veroorzaakt werd door kannibalisme, meer bepaald door het eten van de hersenen van gestorven familieleden. Deze lugubere ontdekking bracht Gajdusek roem en faam, tot hij in 1996 beschuldigd werd van pedofilie. De man had regelmatig kinderen uit ontwikkelingslanden meegenomen naar de VS om hen daar een opleiding te laten volgen. Een van hen beweerde seksueel misbruikt te zijn. Gajdusek bekende en kreeg negentien maanden cel. Toen Jamal Ouariachi (36) Gajdusek later ontmoette doordat zijn vriendin een bekende was van de man, raakte hij gefascineerd. Hoe kon een in moreel opzicht voorbeeldige man die vele levens had gered zo diep vallen, vroeg hij zich af. Wat is de som van een mensenleven dan? Hoe weeg je dat tegen elkaar af? “Als je met hem praatte, had je meteen door hoe briljant hij was”, zegt Ouariachi. “Hij wist alles over talloze vakgebieden, en een avondje in zijn gezelschap leek op een ritje op een rollercoaster. Maar af en toe, zo om de twee uur, barstte hij uit en dan ging hij tien minuten te keer over de schandalig hypocriete manier waarop wij met pedofilie omgaan. Zijn verhaal intrigeerde me, omdat ik me afvroeg of het waar was wat over hem beweerd werd. Had hij inderdaad kinderen misbruikt, of was er tijdens zijn gevangenisverblijf iets geknakt?” Ouariachi heeft van Gajdusek in de roman Een honger een Nederlandse ontwikkelingswerker gemaakt, Alexander Laszlo, een rijke man van Hongaarse afkomst die in het door hongersnoden getroffen Ethiopië van 1984 begint in te zien dat dit land niet alleen een tekort heeft aan voedsel, maar ook aan geschoolde mensen. Daarom zet hij het plan op om regelmatig kinderen over te vliegen naar Amsterdam, om ze daar in zijn herenhuis aan de Keizersgracht te laten opgroeien. Als de opleiding achter de rug is, gaan ze terug naar huis. Alles loopt op wieltjes, tot een van de kinderen klacht tegen hem indient wegens misbruik. Ouariachi combineert die verhaallijn met een regelrechte lovestory. Laszlo wil een boek schrijven over zijn leven. Hij roept daarvoor de hulp in van Aurélie, een tvredacteur met wie hij net voor hij gearresteerd werd een passionele relatie had. De vrouw heeft inmiddels een andere man en een dochtertje, Lydia. Het katapulteert Aurélie enerzijds terug in de tijd, naar de intens gelukkige periode die ze met hem ‘Toen ik een jaar of acht was liet een vrouw me haar vagina zien. Sommige mensen vonden dat een beetje raar, maar daar bleef het bij. Zo waren de jaren tachtig’ beleefde. Tegelijk confronteert het haar met twijfel en angst voor hem, zeker omwille van Lydia. Want Laszlo wil niet minder dan een apologie van de pedofilie brengen. Een honger is een roman geworden die een stevige thematiek koppelt aan een soepele leesbaarheid, die maatschappijkritisch is maar ook de mooiste pagina’s over de liefde bevat die we in jaren lazen. “Ik hou van contrasten”, legt Jamal Ouariachi uit. “Een boek mag niet alleen maar donker zijn. Ik ervaar de maatschappelijke problematiek van onze tijd zelf ook wel. Ik loop met open ogen over straat. Ik lees kranten en bekijk het journaal. Maar daarbuiten is er nog iets anders aan de hand. Ik heb een privéleven met vrienden, geliefden en ouders. Als ik over straat loop, denk ik niet: het is crisis.” Een honger was ook een moeilijk boek om te schrijven, vertelt Ouariachi. Hij begon er in 2010 aan en zat na tweeënhalf jaar compleet vast. Even een maandje aan iets anders denken, nam hij zich voor. Hij wou een paar korte verhalen schrijven. De eerste dag kreeg hij echter het idee voor de roman Vertedering, waaraan hij als een gek ging werken. Negen maanden later begon hij aan 25, het eerste deel van de trilogie 25, 45 en 70 die hij samen met David Pefko en Daan Heerma van Voss op papier zette. Het maandje rust werd uiteindelijk anderhalf jaar, waarna hij zijn manuscript van Een honger weer oppakte, helemaal herwerkte en er een dijk van een roman van maakte. Waarom hebt u niet gewoon een boek geschreven over Carleton Gajdusek? Jamal Ouariachi: “Ik wilde geen biografie schrijven. Om een roman te kunnen schrijven, moet ik mijn handen vrij hebben. De werkelijkheid is nooit de enige bron, ik gebruik hooguit een paar druppels of scheutjes. Bovendien: er worden veel boeken uitgegeven die over een persoonlijk levensverhaal gaan zonder dat er verder iets gebeurt met stijl of vorm, of zonder een diepere filosofische laag. Dan haak ik af. Dat is het fenomeen van de taxichauffeur die tegen je zegt: ‘Nou, ik heb dingen meegemaakt, ik zou er een boek over kunnen schrijven.’ Nee dus, dat kan niet, want zo werkt het niet.”