Samenvatting Frans periode 3 Introduction De literatuur van voor WO II getuigde van vertrouwen in de maatschappelijke stabiliteit of van de zekerheid dat de samenleving ten goede zou kunnen veranderen. Men dacht dat WO I zich niet zou herhalen. Na WO II gaven de schrijvers geen optimistisch beeld van de werkelijkheid meer. Ze geloofden niet langer in de stabiliteit en de harmonie van de wereld. Na de oorlog werd het existentialisme belangrijk: een stroming die uitging van de absurditeit van de wereld. Jean-Paul Sartre, de leider van de stroming, stelde dat de mens zelf verantwoordelijk was voor zijn keuzes en daden. Daarom moest de mens actief betrokken zijn bij de maatschappelijke veranderingen (engagement). Eind jaren ’60 vervaagde de dreiging voor een nieuwe wereldoorlog. De wederopbouw was voltooid en mensen profiteerden van de verkregen rijkdom. Toch hield de economische vooruitgang op in de jaren ’80 en ’90: - Overbevolking; - Onherstelbare schade aan het milieu; - Individualisering van de samenleving. Prose Kenmerken traditionele roman: - Leesbaarheid: de roman bevat een logisch, meestal chronologisch lopend verhaal; - Geloofwaardigheid: de lezer kan zich vrij gemakkelijk identificeren met de hoofdpersonen; - Waarschijnlijkheid: de roman weerspiegelt op tamelijk nauwkeurige wijze de werkelijkheid. Chronologische weergave Een weergave waarin de gebeurtenissen worden beschreven in de volgorde waarin ze in de tijd plaatsvinden. Na WO II waren romans onder te verdelen in verschillende genres. De naturalistische roman De auteur schetst een beeld van de moderne wereld waar de hoofdpersoon zich niet thuis voelt. Hij is opstandig en weigert zich aan te passen. De ‘fantastische’ roman en het sprookje Auteurs onderzochten het terrein van de verbeelding en de fantasie. Antoine de SaintExupéry schreef in Le Petit Prince over de ware aard van liefde en geluk. De ‘vrije’ roman Rond de jaren ’50 reageerde een groep schrijvers, de hussards tegen de geëngageerde literatuur van de existentialisten. Ze schreven alleen om het plezier van het schrijven. Er is veel vrijheid, met name in de erotiek. Zo schreef Roger Nimier Le Hussard bleu. Françoise Sagan schreef in Bonjour Tristesse over het schrijnende gemis aan echte liefde tegen een decor van rijkdom, luxe en verveling. De historische roman In de moderne historische roman wordt een psychologische of sociologische analyse in een recent historisch decor gegeven. Le Silence de la mer van Vercors (pseudoniem van Jean Bruller) speelde tijdens de bezetting. Education européenne van Romain Gary (ook Emile Ajar, zie later) heeft het verzet als decor. De autobiografische roman Een autobiografie is een roman waarin de auteur (een deel van) zijn leven beschrijft. De realistische roman Rond de jaren ’60 weerspiegelden de romans de veranderingen in de consumptiemaatschappij. De schrijvers bespraken de wantoestanden van de moderne samenleving. Christiane Rochefort tekende in Les Petits Enfants du siècle het leven van een opgroeiend meisje in een voorstad van Parijs. De psychologische roman Dit was het meest beoefende genre. Schrijvers zochten naar beweegredenen voor het menselijk gedrag. De postmoderne roman In de jaren ’80 was er meer belangstelling voor het korte verhaal met zijn psychologische en morele verwikkelingen; vaak ironisch en ondermijnend beschreven. Michel Tournier herschreef Vendredi ou la vie sauvage over Robinson Crusoe (oorspronkelijk van Daniel Defoe). De begrippen romantiek en realisme kan je in ruimere zin opvatten: elk literair werk is ‘romantisch’ (de werkelijkheid ontvluchtend) of ‘realistisch’ (de werkelijkheid tonend). De meeste schrijvers van na WO II kan je zo indelen, zoals Françoise Sagan, Emile Ajar en Michel Tournier. Antoine de Saint-Exupéry Antoine was vliegenier en romanschrijver. Hij verwoordde de kern van het menselijk bestaan: - Liefde; - Rechtvaardigheid; - Verantwoordelijkheid. De schrijver/piloot overziet de chaos van het menselijk bestaan en brengt deze terug tot de essentie. Le Petit Prince (p. 145-146) 2. Wat is er komisch in het eerste fragment? De dronkaard drinkt omdat hij zich schaamt dat hij drinkt. 3. Wat is het oordeel van de kleine prins over volwassenen aan het eind van zijn bezoek aan de dronkaard? Volwassenen zijn vreemde wezens. 4. Op welke wijze wordt het thema ‘verantwoordelijkheid’ uitgewerkt? De vos wil dat hij getemd wordt. Zo zorg je ervoor dat iemand speciaal wordt (en dat je de verantwoordelijkheid over hem hebt). 5. Leg uit: ‘on ne voit bien qu’avec le coeur, l’essentiel est invisible pour les yeux’. Het allerbelangrijkste is onzichtbaar voor de ogen, je kunt alleen maar goed zien met je hart. Oftewel: innerlijk is belangrijker dan uiterlijk. Agota Kristof Op vroege leeftijd heeft Agota al veel ellende van WO II meegemaakt. Nadat ze van Hongarije naar Zwitserland was gevlucht doormaakte ze: - Eenzaamheid; - Het niet kunnen communiceren met de bevolking; - Het missen van familie, vrienden etc. Agota Kristof schreef Le Grand Cahier. Le Grand Cahier (p. 148-149) 9a. Waaruit blijkt de onverschilligheid van de oma? De kinderen moeten even hard blijven werken. Oma maakt het niks uit dat ze vasten. 9b. Noem 3 voorbeelden die aantonen dat oma de kinderen juist sart. 1. De kinderen moeten even hard blijven werken. 2. Ze maakt expres lekker eten (ze braadde een kip en maakte pannenkoeken met jam en kaas). 3. Ze nodigt de kinderen nadrukkelijk uit om wat te eten. 9c. De dag erop heeft oma nog een ‘verrassing’. Welke? Al het lekkere eten is verstopt in de kelder. 10. Wat is het vertelperspectief? Ik-verteller: het verhaal wordt verteld vanuit de twee kinderen. 11. Wat is het grote risico, als je zo gehard bent dat je geestelijke en lichamelijke pijn overwonnen hebt? Je bent volkomen afgestompt en niks raakt je meer. Vertelperspectief Er zijn drie vertelperspectieven: - Een auctoriale verteller (alwetende): hij staat boven het verhaal en overziet alles in ruimte en tijd. Hij weet ook alles over wat er gebeurd is in het verleden en wat er gaat gebeuren in de toekomst. - Een personale verteller: het verhaal staat in de hij- of zijvorm. Alle beschrijvingen in het verhaal neemt de lezer waar door de ogen van een personage. - Een ik-vertelsituatie: de ikfiguur speelt mee in het verhaal. De lezer ziet alles alleen door de ogen van de ik-verteller. Emile Ajar Emile Ajar was het pseudoniem van Romain Gary. Hij schreef La vie devant soi; een verhaal van de genegenheid tussen een oude joodse vrouw en een Arabisch jongetje. Ze zijn aan elkaar overgeleverd en beiden op zoek naar geborgenheid. Ajar bestreed in zijn boeken alle vormen van discriminatie. La vie devant soi (p. 151-152) 16a. Momo vertelt verschillende leugens, die niet echt geloofwaardig zijn. Waar gaat het bijna fout? - Momo doet alsof Madame Rosa en hij naar Israël moeten (de dokter wil mee). - Momo zegt dat er een Russisch visum nodig is voor Israël (maar dat hoeft niet). 16b. Waarom trapt dokter Katz toch in Momo’s leugens? Het kind is jong. 17. Waarom speelt de joodse afkomst van Madame Rosa een belangrijke rol? Dat ze Joods is, is de reden waarom ze naar Israël wil. De dokter snapt hoe belangrijk dit voor haar is. 18. Waarom is de uitspraak van dokter Katz in regel 48 komisch? Een Arabier stuurt een Jood naar Israël; Arabieren en Joden liggen elkaar niet zo. Alexandre Jardin Alexandre Jardin schreef onder andere Le Zèbre (ook verfilmd). Zijn boeken worden overheerst door één thema: het behouden van de hartstocht in de liefde. Naast schrijven houdt Jardin zich ook bezig met het regisseren van films. Le Zèbre (p. 153-156) 24a. Noem drie correcties van Gaspard bij het naspelen van hun eerste ontmoeting. - onze salon - bontjas/regenjas - kom water 24b. Met welke correctie neemt Camille wraak? Ze gooit hem van de trap. La poésie de l’après-guerre Na WO II was de verzetspoëzie belangrijk; de periode erna was er parlandopoëzie. Een dichter uit deze in spreektaal geschreven poëzie was Jacques Prévert. Dichters voelden zich betrokken bij de veranderingen die na de oorlog plaatsvonden. Ze verwoordden wat de massa voelde. De verschillende genres in de poëzie vervaagden en rijm was niet meer noodzakelijk. Poëzie werd nu in opperste vrijheid gemaakt. Vrije vers Het vrije vers is een dichtvorm die niet uitgaat van de traditionele vorm: de strofenbouw, het metrum en het rijm ontbreekt en de verslengte is onregelmatig. 32. Waarom is de aansluiting van de ‘parlandopoëzie’ op de verzetspoëzie begrijpelijk? Verzetspoëzie moest door zoveel mogelijk mensen gelezen worden dus was het helder en duidelijk. De parlandopoëzie vervolgde dat. Jacques Prévert Hij was een erg populaire dichter vanwege dat iedereen zich herkende in zijn eenvoudige gedichten over het leven van de alledag. Prévert stond aan de linkse communistische kant. Hij schreef ook liedteksten voor Yves Montand en Juliette Gréco (de belangrijkste vertolkers van het Franse chanson). Hij schreef ook het filmscenario voor Les enfants du paradis. Paroles (p.158) 33. Wat is de keuze waarvoor de arbeider geplaatst wordt? Hij moet werken of hij kan van de zonnige dag genieten. 34a. Waarom knipoogt de arbeider naar de zon? De zon glimlacht naar hem. 34b. Hoe spreekt hij de zon aan en waarom? Als zijn vriend/kameraad, omdat hij de vrije dag wel met hem wil doorbrengen. 35. In welke regels is er sprake van een personificatie? R. 3: het mooie weer trekt de arbeider aan zijn vest. R. 7: de zon glimlacht. R. 10-14: de zon is de vriend van de arbeider. Personificatie Bij een personificatie worden levenloze voorwerpen of abstracties als levend voorgesteld of krijgen menselijke eigenschappen. De traditionele poëzie Rond de jaren ’50 waren er twee soorten poëzie te zien. Er was een terugkeer naar vaste en traditionele versvormen. Een belangrijke dichter was René Char. De postmoderne poëzie De postmoderne poëzie beperkte zich vaak tot kleine, simpele gebeuren van de alledag. In de poëzie vermeed men woorden die in de oorlog dienden als leugen en bedrog. Men keerde via een beknopte formulering terug tot een moeilijk toegankelijke geheimtaal. Veel dichters ruilden de stedelijke beschaving in voor een terugkeer naar de natuur (omdat er vaak oorlog in de steden was en in de natuur niet). René Char Tijdens WO II was Char een verzetsstrijder. Zijn dichtkunst werd geïnspireerd door zijn opvatting over de mens en wereld en zijn liefde voor de natuur. Hij schreef Les Matinaux. Les Matinaux (p. 159) 38a. In welk opzicht verschilt de genoemde streek van andere streken? In deze streek laat je een emotioneel persoon met rust. Deze streek heeft het weinige dat men heeft verkozen boven idealen. 38b. Leg uit: ‘Bonjour à peine… mon pays’ (r. 7). Dat wil zeggen dat als men elkaar tegenkomt, dan neemt men de tijd voor een goed gesprek (en is er geen overhaast afscheid). 38c. Aan welke streek moet je denken? Het platteland. Het zoeken naar het mysterie van het bestaan leidde bij een aantal dichters tot het zoeken naar het absolute. Het was een speurtocht naar het instinct; naar de wortels van het bestaan. La chanson de l’après-guerre Het chanson onderscheidt zich van moderne poëzie door regelmatige versregels, strofen en rijm. Het drukt vaak een lyrisch gevoel, een verlangen uit dat wij allemaal (her)kennen. De band tussen poëzie en chanson kent een lange traditie met als bakermat de cabarets van Montmartre. 43. De liefde is het meest geliefde thema in het chanson. Waarom? Het heeft een lyrisch gevoel en muziek versterkt gevoelens. Na WO II maakten zangers muziek op bestaande gedichten van Franse dichters. De gedichten uit Paroles van Prévert werden gezongen en George Brassens maakte muziek bij de poëzie van Victor Hugo. In de jaren ’60 met Jacques Brel werden in chansons kritische ideeën geuit. Andere vertegenwoordigers (zangers) waren Charles Trenet en Charles Aznavour. De Mei-opstand onder studenten van 1968 beïnvloedde veel zangers. Ze verloren de illusie dat ze de maatschappij konden veranderen. Ze stopten met het uiten van standpunten in hun chansons, in plaats daarvan legden ze vast wat ze voelden, hoorden en zagen in hun omgeving en ze bezongen de intimiteit van het leven. Na 1968 waren er twee scholen te onderscheiden. Als eerste de school van Georges Moustaki die na 1968 een eigen droomwereld bezong en die de gevestigde orde bekritiseerde. Een belangrijke iemand was Patricia Kaas. Als tweede de school van Julien Clerc die probeerde de popmuziek en het Franse chanson te combineren. Belangrijk waren Michel Fugain en Gérard Lenorman. Patrick Bruel Bruel was zanger en acteur. In zijn teksten komt het thema van de romantische liefde aan de orde, maar ook de keerzijde ervan: angst, teleurstelling en verdriet. Bruel houdt zich ook bezig met het maatschappelijk engagement en vraagt hij in zijn teksten aandacht voor mondiale problemen. Si Ce Soir… (lied van Patrick Bruel) (p. 162-163) 46. Waarom mag de ikfiguur geen vragen stellen? Hij is klein en moet zelf achter het leven komen. 47a. Wat was de rol van zijn vader en moeder in zijn opvoeding? Vader: kleine rol, hij ging weg en zei nooit iets. Moeder: Beschermend, maar vond dat het kind te klein was om uitleg over dingen te geven. 47b. Wat bekritiseert hij in hun houding? Hij krijgt geen antwoorden op vragen. 48. In welk ander opzicht heeft hij een verkeerde voorlichting gehad? Mensen zijn altijd gelijk, maar dit is niet waar. De een geniet van de zon, de ander komt om van de dorst. 49. Leg uit: ‘tu meurs… bulles’ (r. 22). De armen in ontwikkelingslanden sterven van de dorst en de rijken geniet en van een drankje. 50. Wat is het gevolg van de verkeerde voorstelling van zaken? Hij krijgt twijfels en angsten en hij moet zijn wereldbeeld bijstellen (want het is toch niet zo rooskleurig als hij dacht). Théâtre Het theater heeft dezelfde kenmerken als de traditionele roman: geloofwaardigheid, een grote mate van realisme en een chronologisch verlopend verhaal. Een belangrijke vertegenwoordiger is Jean Anouilh. De personages in zijn toneelstukken zijn te verdelen in twee categorieën: zij die corrupt zijn en zij die zuiver zijn (wat niet vreemd is na twee WO’s). Het toneel weerspiegelt zijn strijd tussen onvermogen en redeloosheid. Jean Anouilh Zijn stukken zijn te verdelen in: - pièces noires: sombere stukken - pièces grinçantes: sarcastische stukken - pièces costumées: historische stukken - pièces roses: blije stukken die goed aflopen Toch dringt zijn pessimistische levensvisie ook in die blije stukken door. L’alouette is een pièce costumée over Jeanne d’Arc. L’alouette (p.164-166) 55. Wat zegt Jeannes moeder over haar relatie met de vader van Jeanne? De vader was niet moeders eerste keus, maar ze is toch gelukkig met hem geworden. 56. Wat is Jeannes opdracht? Van de engel Michaël moet ze zich als man verkleden om Frankrijk te redden van de Engelsen. 57a. Waarom mag Jeanne van haar moeder niet een paard berijden? Het past niet bij een meisje van haar stand (simpel plattelandsmeisje). 57b. Waarom mag ze niet van haar moeder het leger in? Omdat ze een meisje is. 58. Voor welke moeilijke keuze staat Jeanne? Ze weet niet of ze moet gehoorzamen aan haar ouders of aan de engel Michaël. 59. Op welke wijze stelt Michaël haar gerust? Hij zegt dat God haar zal bijstaan. Bij het boulevardtheater wordt er geprobeerd met banale middelen succes te oogsten.