Stichting Inclusion Beleidsplan 2007 - 2014: Naar inclusieve ontwikkelingssamenwerking Inhoudsopgave 1 2 3 4 5 6 Inleiding Wat is Inclusion? Visie Strategie Doelen Methoden Financiering Verantwoording Bestuur Inleiding 1 2 3 4 6 7 9 9 9 Nieuwe technologie voor een oud probleem Inclusion maakt werk van het universele recht op leven in vrijheid en veiligheid en ontwikkelt daarvoor een methode om het onrecht van extreme armoede in ontwikkelingslanden te bestrijden: micropartnership. Micropartnership is gebaseerd op solidariteit tussen rijke en arme mensen en geeft de allerarmsten langdurig de beschikking over een klein periodiek basisinkomen. Dit basisinkomen is klein, maar groot genoeg om basiszekerheid te bieden. Vrij van de meest acute zorg om te overleven kunnen mensen nieuwe initiatieven ontplooien. Micropartnership projecten zijn naast hun directe bijdrage voor de vrijheid en overleving van arme mensen belangrijk om de levensvatbaarheid van een basisinkomen in ontwikkelingslanden te onderzoeken. Ze kunnen laten zien onder welke voorwaarden de invoering van basisinkomen leidt tot een duurzame verbetering van de individuele levensomstandigheden van de armen en een verdere ontwikkeling van de lokale economie en gemeenschap. 1 van 9 Stichting Inclusion Beleidsplan 2007 - 2014: Naar inclusieve ontwikkelingssamenwerking 1 Wat is Inclusion? Inclusion wil door het ontwikkelen van micropartnership een bijzondere samenwerking tot stand brengen en ondersteunen tussen mensen die op een directe en persoonlijke manier betrokken zijn bij het aanpakken van armoede. Het initiatief is genomen door een groep individuen met ervaring in ontwikkelingssamenwerking en het bedrijfsleven, en met het verlangen om bestaande strategieën te verbeteren. Inclusion past bij het ontwikkelen van micropartnership moderne technologie toe om mensen van alle rangen en standen, in alle economische, culturele, taalkundige en politieke omstandigheden, de mogelijkheid te geven mee te helpen in de strijd van de allerarmsten. Bij het ontwikkelen van micropartnership staat voorop dat de bekende oorzaken van het mislukken van ontwikkelingssamenwerking worden vermeden. Deze oorzaken zijn vooral corruptie, hoge overheadkosten, onvermogen om de doelgroep te bereiken en het kiezen van verkeerde doelen doordat de armen zelf geen invloed hebben. Inclusion richt zich op concrete, directe ondersteuning van de sociale en economische ontwikkeling van personen en groepen. Inclusion werkt onbureaucratisch, zonder winstbejag en onafhankelijk van religieuze overtuigingen en politieke partijen en ideologieën. Inclusion zoekt geen polarisatie maar wil samenwerken met iedereen die vanuit dezelfde waarden streeft naar een verbetering van de levensomstandigheden van de allerarmsten. 2 van 9 Stichting Inclusion Beleidsplan 2007 - 2014: Naar inclusieve ontwikkelingssamenwerking 2 Visie Het recht op leven in vrijheid en politieke, sociale en economische veiligheid is universeel. Leven in absolute armoede is een vorm van onrecht. Inclusion wil bijdragen aan een rechtvaardiger wereld, door mensen te helpen die op of onder het overlevingsminimum leven, die dagelijks moeten vechten voor hun primaire levensbehoeften. Arme mensen zijn over het algemeen zeer gemotiveerd om te investeren in verbetering van hun levensomstandigheden, en zij zijn zelf het beste in staat om te bepalen wat in hun eigen omstandigheden het meest nodig is. Door micropartnership te ontwikkelen en daarbij gebruik te maken van stateof-the-art technologie wil Inclusion zelfontplooiing mogelijk maken op basis van individuele keuzevrijheid, creativiteit en initiatief. Moderne identificatietechnologie stelt Inclusion in staat om een betrouwbare en efficiënte logistiek te organiseren, en internet communicatietechnologie maakt het mogelijk mensen met elkaar te verbinden op basis van persoonlijke solidariteit. Solidariteit tussen arme mensen, wier recht op leven in vrijheid en veiligheid tekort wordt gedaan, en rijkere mensen die verantwoordelijkheid willen nemen om dat onrecht recht te zetten, op een directe en persoonlijke manier. Micropartnership kan bijdragen aan de millenniumdoelstellingen van de VN om extreme armoede en honger te halveren en te komen tot een wereldwijd partnerschap voor ontwikkeling tussen rijke en arme landen. 3 van 9 Stichting Inclusion Beleidsplan 2007 - 2014: Naar inclusieve ontwikkelingssamenwerking 3 Strategie Inclusion schept het organisatorische kader en stelt de technologie ter beschikking die nodig is om mensen met en zonder kansen door micropartnership te verbinden. De allerarmsten zelf controleren de levering van het kleine, periodieke basisinkomen. Door hen zelf de controle te geven wordt hun maatschappelijke positie versterkt. Elk selectieproces brengt de bevoegdheid met zich mee om iemand uit te sluiten. In ontwikkelingsprojecten biedt dit even zo vele mogelijkheden voor corruptie en voor keuzes die mede door politieke overwegingen, economisch eigenbelang of ideologische overtuigingen worden bepaald. Wetenschappelijke studies geven aan dat doorgaans slechts een klein percentage van de fondsen voor ontwikkelingssamenwerking de armsten bereikt. Inclusion gebruikt een combinatie van drie methoden om de armsten te bereiken: geographical targeting, zelfselectie en community-based targeting. Geographical targeting is het selecteren op basis van objectieve economische en sociale indicatoren van gebieden waar een groot percentage van de bevolking in extreme armoede leeft. Binnen die gebieden kiezen micropartners vervolgens de gemeenschap waarmee zij persoonlijk het micropartnership willen aangaan. Vervolgens vindt de zelfselectie plaats: iedereen binnen de gekozen gemeenschap heeft recht op het basisinkomen. Tenslotte kunnen gemeenschappen een vorm van community-based targeting toepassen, waarbij een lokaal democratisch lichaam vaststelt welke gemeenschapsleden door een handicap niet in staat zijn om hun 4 van 9 Stichting Inclusion Beleidsplan 2007 - 2014: Naar inclusieve ontwikkelingssamenwerking basisinkomen te innen. Die meest kwetsbare groep komt in aanmerking voor (een deel van) het basisinkomen dat relatief rijke lokale mensen vrijwillig beschikbaar stellen. Omdat dit gebeurt op transparante wijze wordt daardoor de sociale cohesie versterkt. Inclusion streeft ernaar dat micropartners in het welvarende land zich organiseren en als groep een partnerschap met de gemeenschap in het ontwikkelingsland aangaan. Dit onder handhaving van een persoonlijke éénop-één verbinding. De hoogte van het basisinkomen wordt vastgesteld op basis van de lokale economische omstandigheden en andere relevante factoren. Materiële steun alleen is echter niet voldoende om armoede op te lossen. Een verscheidenheid van benaderingen is nodig om de verschillende oorzaken van armoede aan te pakken. Hiertoe bevordert Inclusion actief het contact tussen de micropartners en andere deelnemers. Inclusion streeft naar coherentie en kwaliteit door in de voorbereiding, monitoring en evaluatie van micropartnership te kiezen voor een wetenschappelijk verantwoorde aanpak. Wetenschappers met een verscheidenheid aan achtergronden en vrij van commerciële belangen monitoren sociaal-economische indicatoren en zullen steeds wanneer nodig adviezen geven over aanpassingen van de micropartnership methode en lopende projecten. Naast deze monitoring en evaluatie door een vaste begeleidingscommissie van wetenschappers wordt ook onafhankelijk wetenschappelijk onderzoek naar economische, sociale en culturele gevolgen van micropartnership verwelkomd, evenals journalistieke verslaggeving en het kritisch volgen van de projecten door anderen. 5 van 9 Stichting Inclusion Beleidsplan 2007 - 2014: Naar inclusieve ontwikkelingssamenwerking 4 Kerndoelen 2007-2014 Doelen 2007 - 2009 • In deze beginfase streeft Inclusion er naar aan te tonen dat het concept werkt door de eerste proof-of-concept projecten in 2008 van start te laten gaan. Micropartnership moet getest worden, niet alleen de praktische en technologische uitvoerbaarheid en de sociaal-economische resultaten, maar ook om te zien wat de sociale en culturele gevolgen zijn. Hoe reageren mensen op micropartnership? • Bij evaluatie van deze eerste fase is geconcludeerd dat: - de software in combinatie met biometrie hardware op de kernpunten in huis ontwikkeld moest worden. - de basis voor samenwerking met wetenschappelijke instituten is gelegd. Doelen 2009- 2014 • Ten eerste, het logistiek-administratieve systeem ontwikkelen dat het aan de unieke persoon gebonden recht op micropartnership waarborgt. • Ten tweede, de web-gebaseerde toepassing ontwikkelen die micropartners op transparante en gebruiksvriendelijke wijze in staat stelt deel te nemen via het web. • Ten derde, het logistiek-administratieve systeem en de web-gebaseerde systeem integreren, met vergaande organisatorische transparantie (de financiële administratie op het web) en met respect voor individuele privacy van de deelnemers. Een beheerssysteem ontwikkelen dat op relevante indicatoren wordt gebaseerd, dat up-to-date toegang tot alle gegevens verzekert, en vrijwillig contact tussen micropartners toelaat. 6 van 9 Stichting Inclusion Beleidsplan 2007 - 2014: Naar inclusieve ontwikkelingssamenwerking 5 Methoden Stap 1 Zelfselectie en Logistiek Deze nieuwe benadering van armoedebestrijding is mogelijk multichannellogistiek, die wordt aangestuurd volgens het principe van zelfbeschikking. Door toepassing van biometrische technologie wordt het recht op micropartnership direct overgedragen aan ieder uniek individu persoonlijk. Deze kan zelf als enige directe persoonlijke controle uitoefenen op de logistiek. De armen zijn niet passief maar spelen ook in de logistiek een actieve en controlerende rol. De maatschappelijke positie van de armen wordt daardoor versterkt. Bovendien maken zij maximaal gebruik van de mogelijkheden ter plekke, van hun persoonlijke contacten, van lokale kennis en van het reeds aanwezige verkeer. Zo kan iedereen individueel en in overleg met anderen bepalen, wat de meest efficiënte en veilige manier is. De eerste micropartnership projecten zullen aantonen of deze participatieve logistiek ervoor zorgt dat micropartnership de armen direct bereikt, met minder machtsmisbruik en minder kosten dan bij andere distributiemethoden. Meer gedetailleerde technische informatie over de technologie achter participatieve multichannel-logistiek is te vinden op de website. 7 van 9 Stichting Inclusion Beleidsplan 2007 - 2014: Naar inclusieve ontwikkelingssamenwerking Methoden Stap 2 Gereedschapskist een flexibele en menselijke benadering Armoede heeft niet alleen economische maar ook sociale, psychologische, culturele en politieke aspecten. Het ondermijnt de menselijke waardigheid. De armen lijden door honger, dorst, ziekten, slechte huisvesting, slechte hygiëne; hun mogelijkheden om de eigen levensomstandigheden te verbeteren worden beperkt door gebrekkig onderwijs en het ontbreken van reserves om te investeren en risico's te nemen; ze lijden onder een voortdurende onzekerheid en worden vaak met weinig respect door anderen behandeld. Dagelijkse ontberingen en aanvallen op de menselijke waardigheid leiden tot geestelijke uitputting en verhinderen mensen om hun basisverantwoordelijkheden op zich te nemen. Hoe langer armoede duurt, hoe moeilijker het wordt een weg hieruit te vinden. Inclusion begint met materiële steun, niet met woorden. Maar armoede is complex, elementaire voorzieningen alleen lossen het probleem niet op. Door micropartners ervaringen en inzichten te laten delen is het mogelijk tot oplossingen te komen die de wortels van armoede aanpakken. Daarom stimuleert Inclusion actief het vrijwillige contact tussen micropartners. Mensen hebben de flexibiliteit en de intuïtie die bureaucratieën niet hebben. Inclusion biedt daarmee naast materiële steun ook een kanaal voor directe persoonlijke participatie in niet-economische aspecten van armoedebestrijding. 8 van 9 Stichting Inclusion Beleidsplan 2007 - 2014: Naar inclusieve ontwikkelingssamenwerking 6 Financiering voor de organisatie De organisatie wordt nu in de beginperiode gefinancierd door de bestuurders van de stichting en door donaties. Voor de verdere ontwikkeling van de micropartnership methode en de uitvoering van de eerste proof-of-concept projecten wordt financiering voorzien door micropartners: vooral personen maar ook instellingen die de verantwoordelijkheid voor een micropartnership willen aangaan. Om de technologie voor de proof-of-concept projecten te ontwikkelen is 25.000 euro nodig. Voor uitvoering van de eerste twee pilot-projecten in verschillende gebieden is 100.000 euro nodig. Om de technologie daarna verder uit te breiden en te ontwikkelen (doelstellingen op middellange termijn) is 25.000 euro nodig. Het eerste proof-of-concept project is in 2008 van start gegaan, na evaluatie in 2009 is besloten de software-ontwikkeling in combinatie met biometrie hardware op de kernpunten zelf te ontwikkelen. In 2014 volgt een evaluatie van dat ontwikkeltraject. Verantwoording Het bestuur heeft dit beleidsplan voor de periode 2007-2014 vastgesteld op 3 juni 2007, herzien 6 jan 2014. Bestuur De heer A. Stegehuis De heer G. Schouten De heer M. van Lunteren voorzitter penningmeester secretaris 9 van 9