Hoofdstuk 4 De Romeinen Geschiedenis van het Romeinse Rijk ca. 750 v.Chr. – 476 n.Chr. Romeins Koninkrijk ca. 750 – 509 v.Chr. Romeinse Republiek ca. 509 – 27 v.Chr. Romeinse Keizerrijk 27 v. Chr. – 395 n.Chr West- Romeinse Rijk 395 – 476 (val) Oost – Romeinse Rijk 395 – 1453 (val) De Romeinse samenleving: de sociale ladder van de Romeinen in de tijd van de republiek en het keizerrijk. Aantekeningen §4.2 Patriciërs = rijke en machtige Romeinen die senatoren en consuls kozen Plebejers = Romeinse gewone volk Proletariërs = de arme Romeinen Brood en spelen = gratis voedsel en vermaak van Romeinse machthebbers voor arme stedelingen Brood en spelen was ervoor om te voorkomen dat het arme volk door de honger en verveling in opstand zou komen. Slavernij = Voor de Romeinen heel gewoon. Krijgsgevangenen of arme Romeinen die zichzelf als slaaf aanbieden. De Romeinse samenleving: De Republiek werd bestuurd door de Senaat. De senaat telde in het begin 300 mannen. Het waren allemaal rijke mannen, die we Patriciërs noemen. De senaat werd geleid door 2 mannen, de consuls. Die 2 mannen waren in oorlogstijd de baas van het leger, minister van justitie en minister – president. De 2 consuls werden ieder jaar gekozen door de mannelijke burgers in Rome. Buitenlanders, slaven en vrouwen mochten niet stemmen. Zij hadden geen enkele politieke rechten. Overheidsfuncties: consuls (leiders), proconsul (gouverneurs van een provincia), (praetors (rechters), quaestors (beheerders van de geld), aediles (verantwoordelijk voor openbare werken) en censors (verantwoordelijk voor de census, volkstelling). Nobiles: de eretitel voor families van wie de voorvaderen hoge functies in het bestuur hadden Cliens: De plebejers die bij een patricische familie in bescherming stonden Patronus: Beschermer van de plebejers. Volkstribuun: De belangrijkste functie van deze volkstribunen was het opkomen voor de belangen van de plebejers ('het gewone volk') tegenover het patriciaat. Boeren: - Werk van de boeren werd gewaardeerd - Boer van eigen landbouwbedrijf of als knecht voor rijke Romeinen Veel boeren moesten als legioensoldaat vechten. De uitrusting is typisch voor de 2e helft van de eerste eeuw n.Chr. Alle wegen leiden naar Rome De Handel Voordelen van het Romeinse rijk voor de handelaren: • Vrede binnen het Romeinse rijk • Het uitgebreide wegennet • Gebruik van de Romeinse munt, de sestertie Spartacus was een Romeinse slaaf, die een grote slavenopstand leidde die duurde van 73 v.Chr. tot 71 v.Chr. Zijn leger van ontsnapte gladiatoren en slaven versloeg het Romeinse leger in verschillende veldslagen. 6000 gevangen slaven werden langs de 200 kilometer lange Via Appia van Capua naar Rome gekruisigd. Hun lijken hebben nog jaren langs de weg gehangen als waarschuwing. Beeld van Spartacus in het Louvre Romeinen In Nederland