De Middeleeuwen (500 – 1500 na Christus) Nadat het Romeinse Rijk door interne verdeeldheid uit elkaar was gevallen, werd de macht overgenomen door een groot aantal West-Europese stammen die hun macht onder invloed van de kerk en de adel steeds meer uitbreidde. Deze stammen moesten echter niets weten van alles wat de Grieken en de Romeinen hadden opgebouwd. In deze periode was er dan ook geen sprake van democratie. Op het gebied van bewegingsactiviteiten stonden zaken als boogschieten en schermen centraal. Vanuit de toernooien van de adel zien we de ridderspelen ontstaan (steekspellen, zwaardgevechten, boogschieten, etc.) en vanuit het volk volkspelen zoals kegelen en spelen die leken op voetbal en rugby.