uniform eindexamen mulo 2008

advertisement
MINISTERIE VAN ONDERWIJS
EN VOLKSONTWIKKELING
EXAMENBUREAU
UNIFORM EINDEXAMEN MULO 2008
VAK
DATUM
TIJD
: BIOLOGIE
: WOENSDAG 09 JULI 2008
: 07.45 – 09.00 UUR
DEZE TAAK BESTAAT UIT 40 ITEMS.
TENZIJ ANDERS AANGEGEVEN, GAAT HET STEEDS OVER GEZONDE ORGANISMEN EN NORMALE OMSTANDIGHEDEN.
WEEFSELS EN ORGANEN
2
De foto geeft een model van een deel van de
mens weer.
1
De tekening geeft schematisch een lengtedoorsnede weer van een deel van de slokdarm
van de mens.
In de slokdarm bevindt zich voedsel.
P
1
1
2
3
2
4
voedsel
Zijn bij P de kringspieren van de slokdarm
samengetrokken?
Wordt het voedsel bewogen in richting 1 of in
richting 2?
A
B
C
D
kringspieren bij P
samengetrokken
ja
ja
nee
nee
beweging voedsel
in richting
1
2
1
2
Welk van de aangegeven organen bevindt zich
of welke bevinden zich onder het middenrif?
A
B
C
D
alleen 4
alleen 3 en 4
alleen 2, 3 en 4
1, 2, 3 en 4
STEVIGHEID
VOEDSEL EN SPIJSVERTERING
3
6
Het skelet van bejaarden bestaat uit been met
A
B
C
D
veel kalkzouten en veel lijmstof.
veel kalkzouten en weinig lijmstof.
weinig kalkzouten en veel lijmstof.
weinig kalkzouten en weinig lijmstof.
4
Welke beschrijving van het begrip “chitine” is
juist?
Chitine is een
A hoornachtige stof in het inwendig skelet
van geleedpotigen.
B hoornachtige stof in het uitwendig skelet
van insecten.
C kalkachtige stof in het inwendig skelet van
slakken.
D kalkachtige stof in het uitwendig skelet
van stekelhuidigen.
5
Twee beweringen over turgor zijn:
I
Turgor is de druk van de celinhoud op de
celwand.
II
Turgor geeft stevigheid aan kruidachtige
plantendelen.
Voor deze beweringen geldt:
A
B
C
D
alleen I is juist.
alleen II is juist.
I en II zijn beide juist.
I en II zijn beide onjuist.
In de keelholte van de mens kruisen de luchtweg
en de voedselweg elkaar. De huig en het
strottenklepje zorgen ervoor dat voedsel en lucht
op de juiste plaats terechtkomen.
Wanneer dit niet gebeurt, kunnen we ons
verslikken.
Waardoor verslikken we ons?
Doordat er tijdens het slikken
A
B
C
D
lucht in de slokdarm is gekomen.
voedsel in de slokdarm is gekomen.
voedsel in de neusholte is gekomen.
voedsel in de luchtpijp is gekomen.
7
Op welke wijze maakt het lichaam het grootste
deel van de bacteriën in het voedsel onschadelijk?
Door de werking van
A
B
C
D
alvleessap.
bloedplaatjes.
maagsap.
witte bloedcellen.
8
Enkele stoffen die bij planten en/of dieren
voorkomen zijn: glucose, glycogeen, eiwit en vet.
Welke van deze stoffen kunnen voorkomen in
cellen van een plant met bladgroen?
A
B
C
D
alleen glucose en vet
alleen glucose en glycogeen
alleen eiwit en vet
glucose, eiwit en vet
12
ASSIMILATIE / DISSIMILATIE
9
Meercellige organismen in een voedselketen
kunnen onder andere worden ingedeeld in:
planten, planteneters, vleeseters en alleseters.
In het lichaam van een pasgeborene vinden
onder andere de volgende processen plaats:
1. opbouw van eiwitten.
2. verbranding in de spieren.
3. uitscheiding van koolzuurgas via de longen.
In welke groep komen er organismen voor die
voor hun energievoorziening niet afhankelijk
zijn van andere?
Welke van deze processen vonden reeds plaats in
het lichaam vóór de geboorte?
A
B
C
D
A
B
C
D
de alleseters
de planten
de planteneters
de vleeseters
alleen 1
alleen 2
alleen 1 en 2
alleen 2 en 3
10
GASWISSELING
Welke grondstoffen heeft de plant nodig om
suiker te maken?
A
B
C
D
water en koolzuurgas
water en zouten
water en zuurstof
zuurstof en koolzuurgas
11
13
In welk van de hieronder genoemde gevallen
zal er lucht door de luchtpijp stromen?
A
B
C
D
Alleen als het middenrif omhoog gaat.
Alleen als het middenrif omlaag gaat.
Alleen als het middenrif niet beweegt.
Als het middenrif zowel omhoog als omlaag
gaat.
In het schema stellen de pijlen een omzetting
voor.
1.
2.
3.
4.
water en koolzuurgas
glucose en zuurstof
glucose en zuurstof
water en koolzuurgas
glucose
glycogeen
glucose
glycogeen
14
In het schema stellen de pijlen de gaswisseling
bij een organisme voor.
CO2
Welke van deze omzettingen kunnen plaatsvinden in cellen van de mensen?
A
B
C
D
alleen 1 en 3
alleen 2 en 4
alleen 1, 3 en 4
alleen 2, 3 en 4
O2
organisme
H2 O
Kan dit een organisme zijn met huidmondjes,
met longen of met tracheeën?
A
B
C
D
alleen een organisme met huidmondjes
alleen een organisme met longen
alleen een organisme met tracheeën
een organisme met huidmondjes, met
longen of met tracheeën
18
TRANSPORT
15
Uit welk deel van het hart van een mens wordt
bloed naar de longen gepompt?
Door welk bloedvat stroomt dit bloed?
deel van het hart
A
B
C
D
Aan een sinaasappelboompje hangen twee
sinaasappels P en Q.
Van de stam wordt op één plaats de bast
ringvormig weggesneden tot op het hout
(zie tekening).
bloedvat
linkerboezem
linkerkamer
rechterboezem
rechterkamer
R
holle ader
aorta
longader
longslagader
ringwond
P
16
Q
De tekening geeft schematisch de darm met
bijbehorende bloedvaten weer.
stroomrichting van het bloed
darm
Twee beweringen over opname van stoffen in
de twee sinaasappels (nadat de ringwond is
aangebracht) zijn:
R
I
Welk type bloedvat is R en wat kun je zeggen
over het zuurstofgehalte van het bloed in R?
A
B
C
D
bloedvat R is een
het bloed is
ader
ader
slagader
slagader
zuurstofrijk
zuurstofarm
zuurstofrijk
zuurstofarm
P kan water opnemen dat afkomstig is uit
de bodem.
II Q kan koolhydraten opnemen die gevormd
worden in blad R.
Voor deze beweringen geldt:
A
B
C
D
alleen I is juist.
alleen II is juist.
I en II zijn beide juist.
I en II zijn beide onjuist.
17
UITSCHEIDING / RESERVE VOEDSEL
Alcohol die zich in het bloed bevindt, kan ook in
de hersenen terechtkomen.
Welk bestanddeel van het bloed vervoert de
alcohol?
A
B
C
D
de bloedplaatjes
het bloedplasma
de rode bloedcellen
de witte bloedcellen
19
Urine gaat bij afvoer uit het menselijk lichaam
door verschillende organen.
Wat is de juiste volgorde?
A
B
C
D
urineblaas - nierbekken
urineblaas - urineleider
nierbekken - urinebuis
nierbekken – urineleider
- urineleider - urinebuis
- urinebuis - nierbekken
- urineblaas - urineleider
- urineblaas - urinebuis
20
Hoe ontstaan galkleurstoffen en door welk orgaan
worden de galkleurstoffen uitgescheiden?
A
B
C
D
door afbraak van
rode bloedcellen
witte bloedcellen
rode bloedcellen
witte bloedcellen
uitgescheiden door
de galblaas
de lever
de lever
de galblaas
24
Waar bevindt zich de schildklier bij de mens?
Door hormonen van welke andere hormoonklier(en) wordt de schildklier sterk beïnvloed?
A
B
C
D
de schildklier
ligt tegen
de luchtpijp aan
de slokdarm aan
de luchtpijp aan
de slokdarm aan
wordt beïnvloed door
hormonen van de
eilandjes van Langerhans
hypofyse
hypofyse
eilandjes van Langerhans
21
Koolhydraten worden in een cassaveplant
vervoerd als ..1.. en opgeslagen als ..2..
Wat moet bij 1 en bij 2 worden ingevuld?
A
B
C
D
bij 1
bij 2
glucose
glucose
zetmeel
zetmeel
glucose
zetmeel
zetmeel
glucose
25
Het hormoon dat in de puberteit baardgroei
veroorzaakt, wordt geproduceerd door
A
B
C
D
BESCHERMING EXTERN MILIEU
26
HORMONEN
22
Welk orgaan produceert hormonen die de
werking van de eierstokken en teelballen regelt?
A
B
C
D
de bijnier
de eilandjes van Langerhans
de hypofyse
de schildklier
Welk deel van de huid beschermt de mens tegen
infecties?
A
B
C
D
A het afnemen van de hoeveelheid glucose in
de bijnieren.
B het omzetten van glucose in glycogeen.
C het omzetten van glycogeen in glucose
D het toenemen van de hoeveelheid glycogeen
in de bijnieren
de hoornlaag
de kiemlaag
de lederhuid
het onderhuids bindweefsel
ZENUWSTELSEL
23
Welk proces wordt door adrenaline bevorderd?
de prostaat.
de schildklier.
het strottenhoofd.
de teelballen.
27
Waar gaan de impulsen die de kniepeesreflex
veroorzaken over van gevoelszenuwcellen op
bewegingszenuwcellen?
A
B
C
D
alleen in de kleine hersenen
alleen in de grote hersenen
alleen in het ruggenmerg
in de kleine hersenen, de grote hersenen en
het ruggenmerg
31
28
Welk type zenuwcel kan in zijn geheel in het
ruggenmerg gelegen zijn?
A
B
C
D
alleen een bewegingszenuwcel
alleen een gevoelszenuwcel
alleen een schakelcel
zowel een gevoelszenuwcel, een bewegingszenuwcel als een schakelcel
29
Bekijk de tekening.
1
2
3
lampjes
De afbeelding geeft schematisch een oog van de
mens weer, met lichtstralen die van drie kleine
lampjes 1, 2 en 3 afkomen.
De lampjes staan veel verder van de proefpersoon af dan in de tekening is weergegeven.
Welke van deze lampjes worden met dit oog
waargenomen?
A
B
C
D
catcher
slagman
alleen de lampjes 1 en 2
alleen de lampjes 1 en 3
alleen de lampjes 2 en 3
de lampjes 1, 2 en 3
32
werper
Een honkbalwerper staat klaar voor het gooien
van de bal. Hij let goed op de slagman en de
catcher en beslist dan hoe hij de bal zal gooien.
De tekening is een schematische weergave van
de tong.
In welk deel van het centrale zenuwstelsel
vinden de processen plaats die leiden tot de
beslissing hoe hij de bal zal gooien?
A
B
C
D
in de grote hersenen
in de hersenstam
in de kleine hersenen
in het ruggenmerg
1
2
3
ZINTUIGEN
4
30
Wat zal het gevolg zijn van een beschadiging
van de oogzenuw?
A De geleiding van impulsen naar de hersenen
zal gestoord zijn.
B De ooglens zal niet meer kunnen
accommoderen.
C De werking van de kegeltjes en staafjes zal
gestoord zijn.
D Het netvlies zal gaan loslaten.
Welk cijfer geeft het gedeelte aan waarmee men
zoet kan waarnemen?
A
B
C
D
1
2
3
4
GROEI EN ONTWIKKELING
35
De tekening stelt een zaad van een kouseband
voor.
33
X
Hoe heet het deel dat met de letter X is
aangeduid?
Wat is de functie van dit deel?
A
X heet
Hierboven staat een schematische tekening van
een stamper nadat er bestuiving heeft
plaatsgevonden.
Wat gebeurt er met deel A na de bevruchting?
A
B
C
D
Het valt na een tijdje af.
Het wordt een kiempje.
Het wordt een vrucht.
Het wordt een zaad.
A
B
C
D
kiemwit
kiemwit
navel
navel
functie
opslag van reservevoedsel
bevestiging aan de vrucht
bevestiging aan de vrucht
opslag van reservevoedsel
36
Bekijk de tekeningen.
34
De tekening is een schematische weergave van
de ontwikkeling en groei van cellen.
1
2
3
4
dochtercel
moedercel
dochtercel
1
2
3
4
Welke processen treden er op tussen stadium
3 en 4?
A
B
C
D
celdeling en plasmagroei
kerndeling en celdeling
kerndeling en celstrekking
plasmagroei en celstrekking
Welke insecten maken tijdens hun ontwikkeling
geen popstadium door?
A
B
C
D
alleen 1
alleen 1 en 4
alleen 2 en 3
alleen 3 en 4
MILIEU
37
Welke delen van het milieu in ons land worden
vervuild door de goudwinning?
A
B
C
D
alleen het water en de bodem
alleen de bodem en de lucht
alleen de lucht en het water
het water, de bodem en de lucht
TROPISCHE HYGIENE
38
Gele koorts en dengue zijn tropische ziekten.
Hoe heten de overbrengers van deze ziekten?
A
B
C
D
gele koorts
dengue
Aedes aegypti
Anofeles
Aedes aegypti
Haemagogus
Aedes aegypti
Aedes aegypti
Haemagogus
Anofeles
39
Welk ziekteverschijnsel komt niet voor bij
Bilharzia?
A
B
C
D
bloedontlasting
buikpijn
darmafsluiting
diarree
40
De besmettelijke fase van de lintworm is
A
B
C
D
het ei.
de blaasworm.
de jonge larve.
de volwassen lintworm.
Download