ZITTING RECHTBANK TE (naam rechtbank) CIVIELE GRIFFIE, AFDELING KANTONZAKEN LOCATIE (plaats locatie rechtbank) OP (datum zitting ) rolnummer: (zie voor rolnummer de brief van de rechtbank) CONCLUSIE NA ENQUETE INZAKE (naam eiser(es)) wonende/gevestigd te (woonplaats/vestigingsplaat s eiser(es)) EISER(ES) CONTRA naam van gedaagde) wonende/gevestigd te ( woonplaats/vestigingsplaats gedaagde) GEDAAGDE (naam gemachtigde van gedaagde ) Eiser(es) doet eerbiedig zeggen: In een procedure kan door de rechter aan een of aan beide partijen een bewijsopdracht worden gegeven om de stellingen te bewijzen. Vaak is bewijs van de stellingen alleen door middel van bewijs door getuigen te leveren. De getuigen moeten hun verklaringen onder eed of onder gelofte doen. Van deze verklaringen wordt een verslag opgemaakt. Na deze verklaringen kunnen partijen in deze conclusie reageren en op grond van de overlegde verklaringen concluderen of de andere partij al dan niet is geslaagd in de opgelegde bewijsopdracht. Een partij kan problemen ondervinden als getuigen elkaar hebben tegengesproken, of niet uit eigen waarneming de verklaring af hebben kunnen leggen. Een partij mag louter en alleen op basis van de verklaringen van de getuigen zijn gevolgtrekking in de conclusie neerleggen. Er mag niet worden gereageerd op zaken die men eerder in de procedure heeft laten liggen en die met de verklaringen weinig van doen hebben. Met eindigt deze conclusie met de volgende formulering: MET CONCLUSIE Tot persistit! (men handhaaft de vordering dan onverkort; men vindt dus dat wederpartij niet is geslaagd in het opgedragen bewijs, of men vindt dat men is geslaagd in het opgelegde bewijs. Als men van mening is dat de vordering wijziging behoeft, dan kan men bij verlaging van de vordering bijvoorbeeld stellen: De vordering te verlagen met een bedrag € x tot een bedrag van € x, te vermeerderen met de wettelijke rente vanaf (datum) tot de dag der algehele voldoening, voor het overige tot persistit! (ondertekening akte; zonder ondertekening is de akte niet geldig) Aantal exemplaren: 1 exemplaar voor elke partij en 1 exemplaar voor de rechtbank (zie Landelijk procesreglement voor civiele rol, kantonzaken, artikel 2.4).