Jonge lidmatenkring Hersteld Hervormde Gemeente Oud-Beijerland seizoen 2016-2017 Thema: Een waar geloof Eerste bijeenkomst: Wat is een waar geloof en wat is het niet? 19 oktober2016 om 20.00 uur Welkom en korte kennismaking Opening: Zingen Psalm 27 : 7 en gebed Schriftlezing: Mattheüs 13:1-9 en 18-23 en bespreking Informatie 1. Uit de Schrift weten we dat het geloof onmisbaar is. In Hebreeën 4:6 staat dat het zonder geloof onmogelijk is God te behagen. En de Heere Jezus zegt Zelf dat wie in de Zoon gelooft het eeuwige leven heeft. Door het geloof wordt een zondaar verbonden met Christus. Dat geloof is een gave van God. 2. In onze tijd is het begrip `geloof' erg uitgehold. Vele mensen menen en zeggen: 'Maar ik geloof wel'. Ook al komt men nooit ofte nimmer in de kerk, al leest men nooit in de Bijbel, men wil niet graag voor een heiden doorgaan. Maar wat staat dat geloven ver van het ware, Bijbelse geloven. 3. Maar ook ‘kerkmensen’ moeten zich ernstig onderzoeken of datgene wat zij voor geloof houden het ware geloof is. Christus en de apostelen hebben nadrukkelijk gewaarschuwd voor zelfbedrog: 'Onderzoekt uzelf of gij in het geloof zijt, beproeft uzelf' (2 Cor. 13:5a). Als mensen bij Jakobus tegenwerpen dat ze wel geloven, zegt hij heel scherp: `Gij gelooft, dat God een enig God is; gij doet wel: de duivelen geloven het ook en zij sidderen' (Jak. 2:19). Het gebed: ‘Doorgrond mij, o God, en ken mijn hart, beproef mij en ken mijn gedachten, en zie of bij mij een schadelijke weg is en leid mij op de eeuwige weg' (Psalm 139:23-24) is geen enkele ware gelovige vreemd. 4. Hier komt nog eens bij dat in de Schrift het begrip 'geloof' eveneens in verschillende betekenissen gebruikt wordt. Dat blijkt bijvoorbeeld heel duidelijk uit de gelijkenis van het zaad en de uitleg daarvan (Matth. 13:1-9, 18-23). Soms wordt geloof genoemd, wat geen oprecht geloof is. We hebben het dan over een historisch geloof (verstandelijk aannemen en voor waar houden van wat in de Schrift geopenbaard wordt); een tijdgeloof (tijdelijk geloven, gevoelens zijn belangrijk, zonder diepte en wortel) en een wondergeloof (gave om wonderen te ervaren, maar ook de gave om wonderen te doen, heeft het Woord niet nodig; gebedsgenezing, alleen in dagen van ziekte de Heere aanroepen om genezing). Samenvattend noemen we dit schijngeloof. 5. Het is erg belangrijk om het onderscheid tussen een waar geloof en schijngeloof te zien omdat leven of dood, zaligheid of rampzaligheid, eeuwig behouden worden of eeuwig verloren te gaan, ervan afhangt. 6. Een waar (zaligmakend) geloof wordt gewerkt door de Heilige Geest in het hart door de verkondiging van het heilig Evangelie. Het kent zondekennis en schuldbesef, maar ook liefde tot Christus. U dan die gelooft is Hij dierbaar! 7. Een waar geloof is een hartenzaak en geen verstandszaak. We kunnen veel kennis hebben van de Schrift en het ware geloof missen. ‘Indien gij met uw mond zult belijden de Heere Jezus; en met uw hart geloven dat Hem God uit de doden opgewekt heeft, zo zult gij zalig worden.’ 8. Een waar geloof bouwt en vertrouwt niet op uitreddingen. Dat ik wonderlijk ben doorgeholpen. Niet één keer, maar keer op keer. Toen ik ziek was, kreeg ik beterschap; toen er spanningen in het gezin waren kreeg ik kracht; toen onze relatie stuk dreigde te lopen kwam er toch weer uitkomst. Uitreddingen kunnen er ook zijn bij onbekeerden. 9. Een waar geloof bouwt en vertrouwt ook niet op eigen gerechtigheden. Dat ik al best wel ernstig ben, er meer mee bezig ben dan vroeger, niet meer dit of dat doe, graag in de Bijbel lees, nooit echt uit de band gesprongen ben. We mogen hier dankbaar voor zijn, maar het zijn geen bewijzen van geloof. Schijngelovigen kunnen ook een tijdje heel serieus zijn, en ook wel eens ernstig zijn en veel Bijbel lezen. Op eigen gerechtigheden kun je niet bouwen, dan bedrieg je jezelf. 10. Een waar geloof bouwt ook niet op gevoel. Dat ik wel eens me zo dichtbij God voelde. In die kerkdienst, bij die bijeenkomst, toen er zo mooi gezongen werd. Waar geloof bouwt daar niet op. Want zulk gevoel kun je ook opwekken. 11. Een waar geloof, dat de Heilige Geest werkt, bouwt alleen op Jezus Christus. Is op Hem gericht, Die Zichzelf gaf tot in de dood uit zo grote liefde tot de Vader en tot heil van zondaren. 12. Een waar geloof omhelst Jezus Christus met al Zijn verdiensten (NBG, art. 22). In omhelzen hoor je liefde. Hem willen hebben, nabij Hem willen zijn. ‘Want ik acht alle dingen schade en drek om de uitnemendheid van de kennis van Christus.’ Hem nodig hebben. Met al het mijne, met uitreddingen, gerechtigheden en gevoelens niet toe kunnen, maar Hem nodig hebben. Want bij mij is schuld, onbekeerlijkheid, zonden, begeerten. Hem heb ik nodig met al Zijn verdiensten. Omhelzen: daar zit ook in: steeds weer. Dagelijks Jezus nodig hebben, Jezus liefhebben met al Zijn verdiensten. 13. Een waar geloof doet Hem eigen maken (NBG, art. 22). Dat betekent: Hem toe-eigenen. Hem de mijne noemen en niets anders meer buiten Hem zoeken. Mijn Zaligmaker, mijn Borg, mijn Middelaar. Zondaren mogen Jezus toe-eigenen, omdat Hij hen wordt aangeboden. Hij laat Zich aanbieden. Hij wil Zich wegschenken. Het gaat om zondekennis en schuldbesef dat van zo’n aard is dat het mij in Zijn handen drijft. Zonder schuldbesef zal niemand Jezus nodig hebben en omhelzen. 14. Een waar geloof wordt zichtbaar in de werken, in de vruchten. ‘Toon mij uw geloof uit uw werken.’ (Jakobus 2:18). Als je levenswandel blijft lijken op die van de wereld is er iets mis. In de vruchten komt openbaar in Wie we geloven. Het geloof zonder de werken is dood. (Jakobus 2:20) 15. Een waar geloof kent strijd. De strijd des geloofs. De strijd tegen de drie-hoofdige vijand: de duivel, de wereld en ons eigen zondige hart. 16. Een waar geloof heeft iedere dag voedsel nodig. Zoals een lichaam iedere dag voedsel nodig heeft om in leven te blijven, zo geldt dat ook voor een ware gelovige. Het voedsel is het Woord van God. Schijngeloof heeft geen geestelijk voedsel nodig, want dat is een dood geloof. Jonge lidmatenkring Hersteld Hervormde Gemeente Oud-Beijerland seizoen 2016-2017 Thema: Een waar geloof Eerste bijeenkomst: Wat is een waar geloof en wat is het niet? 19 oktober2016 om 20.00 uur Gespreksvragen bij de eerste bijeenkomst. Vraag 1. Schrijf eens vijf Bijbelse kenmerken op van een waar geloof en bespreek samen welk kenmerk voor jou het belangrijkste is en waarom? Vraag 2. Waarom is onderzoek ‘of gij in het geloof zijt’ nodig en hoe vaak? Vraag 3. Het verschil tussen een waar geloof en een schijngeloof is soms klein. Op welke momenten in het leven komt het verschil heel duidelijk openbaar? Vraag 4. Er kan erg geworsteld worden met een tijdgeloof. Iemand kan enkele jaren geleden heel dicht bij de Heere geleefd hebben, terwijl het nu donker is. Wat is een teken dat dit toch niet altijd een tijdgeloof hoeft te zijn? Vraag 5. Kan een waar geloof samengaan met een slordige kerkgang en huisgodsdienst? Waarom wel of waarom niet? Vraag 6. Wat is onmisbaar in ‘de strijd des geloofs’? Vraag 7. Welke vraag heb jij of heeft de groep voor de plenaire bespreking op het eind van de avond?