Guidance document Toezichtarrangementen Inhoud, ordening en abstractieniveau Versie 19 juli 2006 Directie Toezichtbeleid en Communicatie versie: 21 juli 2006 FLOWCHART TOEZICHTARRANGEMENT Toezichtarrangement n. Toezichtarrangement 2 Toezichtarrangement 1 Jaararrangement jaar x Jaararrangement jaar x +1 evaluatie projecten Jaararrangement jaar x + etc evaluatie projecten projecten 2 versie: 21 juli 2006 Inhoudsopgave 1. Definitie en omschrijving 4 2. Inhoud Toezichtarrangement 6 3. Ordening 10 4. Abstractie - / aggregatieniveau 15 Bijlage 1: Bijlage 2 : format toezichtarrangement format MCS – rapportage 3 versie: 21 juli 2006 1. DEFINITIE EN OMSCHRIJVING De ministeries van VWS of LNV zijn verantwoordelijk voor de formulering van beleidsdoelen om gezond gedrag, voedsel- en productveiligheid, voedselkwaliteit, diergezondheid en –welzijn te bevorderen. Om deze doelstellingen te bereiken kunnen diverse acties ondernomen worden, zoals het belasten van ongewenst gedrag, subsidiëren van gewenst gedrag, geven van voorlichting en sturing door middel van wet- en regelgeving. De VWA draagt door haar activiteiten bij aan de verwezenlijking van die beleidsdoelen. Wet- en regelgeving draagt slechts dan bij aan het bereiken van de beleidsdoelen als de regelgeving ook nageleefd wordt. De VWA houdt toezicht op en stimuleert de naleving van die regelgeving. De naleving kan op verschillende manieren gestimuleerd worden, zoals door het inzetten van inspecties, monsteronderzoek, handhavingcommunicatie, uitleg, scholing, erkenning, etc (zie kader). Rond het jaar 2000 heeft VWS tabaksgebruik als speerpunt geformuleerd. Als beleidsdoelstelling is geformuleerd dat het percentage rokers daalt van 28 % in 2004 naar 22 % in 2008. Daarvoor worden de volgende instrumenten ingezet: Subsidies aan gezondheidsbevorderende instellingen als NGZ, STIVORO, NISB en Trimbos-instituut. Leefstijlcampagneprogramma van ZonMW Stimuleren lokaal tabaksbeleid van gemeenste; Verbod op roken op de werkplek; Reclame verbod voor tabaksproducten; Verbod voor verkoop van tabaksproducten aan jongeren onder 16 jaar; Accijnsverhoging op tabak. De VWA is gevraagd om toe te zien op de naleving van de wetgeving. Daarvoor heeft de VWA een meerjarig Toezichtarrangement ontwikkeld, opgebouwd uit: Opbouw van handhavingsteams; Strikt handhaven leeftijd- en reclameverbod; Handhavingscommunicatie over het optreden; Klachtafhandeling roken op de werkplek. De door VWS en LNV gestelde doelen hebben veelal een lange termijn karakter, de uitwerking daarvan is meestal een meerjarige ontwikkeling. Het ligt dus in de rede dat de VWA activiteiten op het gebied van die doelstellingen in een meerjarenmodel worden vastgelegd. Het toezichtarrangement is daarvoor het instrument bij uitstek. Toezichtarrangement: een toezichtarrangement kan worden omschreven als een pakket aan handhavingsinstrumenten (waarnemings- en interventie instrumenten) die ingrijpen op de oorzaken of motieven van niet-naleving. Deze handhavingsinstrumenten worden volgens een vooraf bepaalde strategie ingezet. Bijzonder arrangement: naast directe toezichtactiviteiten (die in toezichtarrangementen kunnen worden ondergebracht) worden binnen de VWA ook andere projecten uitgevoerd, bijvoorbeeld op het gebied van risicobeoordeling door het Bureau Risicobeoordeling. Die activiteiten kunnen in zogenoemde bijzondere arrangementen worden gebundeld. In deze notitie wordt verder vrijwel uitsluitend het begrip 4 versie: 21 juli 2006 toezichtarrangement gehanteerd. De risicobeoordeling door het Bureau Risicobeoordeling is te onderscheiden van de risicobepaling die plaatsvindt in het stappenplan Effectief Toezicht, als onderdeel van het toezichtarrangement. Jaararrangement: dat deel van het toezichtarrangement dat gericht is op de werkzaamheden die in een bepaald jaar zullen worden uitgevoerd; het vormt de kapstok waaraan de in dat jaar uit te voeren projecten worden opgehangen. Tijd Jaar 1 Jaar 2 Toezicht Arrange ment Bijzonder arrangement. 1A Toezicht arrangement Toezicht arrange-ment Jaar 3 Jaar 4 Toezicht Arrange ment n 3 Bijzonder arrangement. Toezicht arrangement 1B Jaar 5 4 Jaar 6 Jaar n Toezicht arrangement 2 Zowel Toezichtarrangementen als bijzondere arrangementen hebben een meerjarige focus. De jaarlijkse dwarsdoorsnede van alle Toezichtarrangementen vormen het VWA-jaarplan. 5 versie: 21 juli 2006 2. INHOUD TOEZICHTARRANGEMENT Beleidsdoelstelling Uitgangspunt voor toezichtarrangementen is steeds de doelstelling van het beleid. Daarom wordt allereerst beschreven welke wet - en regelgeving is afgekondigd om aan het bereiken van die doelstelling bij te dragen. Activiteiten De VWA draagt door haar activiteiten bij aan de verwezenlijking van die doelstelling; deze activiteiten worden beschreven in het toezichtarrangement volgens een vastgesteld format. De inhoud van het toezichtarrangement bestaat, naast de beschrijving van de beleidsdoelstelling voor een specifiek domein, uit de beschrijving van de afzonderlijke stappen van het Stappenplan Effectief Toezicht (bron: “Zicht op Toezicht, Effectief toezicht houden, hoe doe je dat?”, januari 2005): 1. 2. 3. 4. 5. 6 7. 8. 9. Scope bepalen Risico bepalen / prioriteren Bepalen huidige stand van zaken / context Bepalen operationele doelstelling Onderzoek naar oorzaken / motieven voor niet-naleving Ontwikkelen interventiemix (inspectie, systeemtoezicht, communicatie enz.) Uitvoeren interventies Evaluatie Communicatie ad 1: Scope bepalen / context beschrijven Het bepalen van de scope hangt af van de aanleiding voor het toezichtarrangement. Die ligt soms in wettelijke voorschriften (procesbenadering) en dan moet daarop toezicht worden gehouden (bijvoorbeeld Kaderwet Diervoeder). Ook kan een specifieke doelgroep, gezien de aard van haar activiteiten, onder de loep genomen moeten worden (bijvoorbeeld horeca) of een bepaald product dat onveilig is gebleken (bijvoorbeeld elektrisch gereedschap). Voorts wordt de huidige situatie van het onderwerp van toezicht beschreven. Hierbij dient gedacht te worden aan aspecten als: markt (omvang, type bedrijven, mate van import , ontwikkelingen en/of verschuivingen in de markt), consument (wat wordt waar gekocht, hoe en wat consumeert de consument), ontwikkelingen in het toezicht of binnen de VWA. andere relevante spelers, belangen- en krachtenveld. In deze stap wordt dus beschreven waar het toezichtarrangement zich op richt en wat de context is van het onderwerp van toezicht. Ad 2: Risico bepalen / prioriteren Nadat de scope bepaald is wordt nagegaan welke wettelijke voorschriften relevant zijn voor de realisatie van het beleidsdoel. De meest relevante wettelijke bepalingen zijn die bepalingen die bij niet-naleving met 6 versie: 21 juli 2006 grote waarschijnlijkheid leiden tot een onveilig product of een onveilige situatie voor de eindgebruiker. In deze stap wordt beschreven welke wettelijke voorschriften relevant zijn en welke risico’s zij betreffen. Ad 3: Bepalen huidige stand van zaken Nagegaan wordt wat bijvoorbeeld de mate van naleving is in het onderhavige domein. Het bepalen van naleefniveaus is op een aantal manieren mogelijk: schatting van naleving door experts, analyse van historische handhavingdata, nalevingmonitor m.b.v. veldonderzoek Voor een beschrijving van deze instrumenten, zie Zicht op Toezicht, deel 1. In de praktijk kan men vaak volstaan met analyse van historische handhavingdata. In deze stap wordt beschreven in welke mate de wettelijke regels worden nageleefd of in welke mate andere doestellingen, zoals bekendheid met regels, reeds zijn bereikt. Tevens wordt in deze stap onderzocht en beschreven welke andere voor het bereiken van het (beleids)doel relevante partijen zoals brancheorganisaties of andere Rijksinspecties actief zijn. Ad 4: Bepalen van operationele doelstelling In deze stap wordt beschreven op welke wijze de VWA denkt bij te dragen aan het realiseren van de eerder door het beleid geformuleerde doelstelling. In deze stap in het toezichtarrangement formuleert de VWA haar eigen doelstelling, op het operationele niveau. Een operationele doelstelling kan de vorm hebben van een na te streven nalevingpercentage, maar ook afgeleide doelstellingen zijn mogelijk, zoals een niveau van bekendheid met regels, een niveau van controleperceptie, etc. Ad 5: Onderzoek naar oorzaken / motieven voor niet – naleving Voor de keuze van een adequate interventiestrategie is het noodzakelijk na te gaan wat de oorzaken van niet – naleving zijn en hoe de doelgroep is samengesteld en zich gedraagt. Zo’n doelgroeponderzoek kan in beeld brengen hoe het verschil tussen het huidige en het beoogde naleefniveau te reduceren is. Doelgroeponderzoek richt zich zowel op de oorzaken van niet – naleving als op een mogelijke segmentering van de doelgroep in nalevers en overtreders. Ad 6: Ontwikkelen interventiemix (inspectie, systeemtoezicht, communicatie enz.) Er wordt een pakket toezichtinstrumenten vastgesteld dat ingrijpt op de oorzaken van niet – naleving of tot doel heeft naleving te stimuleren door bijvoorbeeld kennisverhoging. Deze instrumenten worden volgens een bepaalde strategie ingezet, waarbij gekozen wordt voor een optimale combinatie van in te zetten instrumenten, middelen, omvang en timing, gekoppeld aan doelgroepen. Bij uitwerking van deze stap zijn vaak randvoorwaardelijke aspecten aan de orde als: samenwerking compliance assistance effectief toezicht toezicht op controle transparantie systeemcontrole import Handhaven met verstand en Gevoel handhavingcommunicatie voorlichting 7 versie: 21 juli 2006 - snelle verwerking van meldingen en klachten enz. Steeds moet nagegaan worden of en zo, ja welke aspecten relevant zijn bij de keuze van het instrumentarium. Speciale aandacht vraagt het onderdeel meldingen en klachten. Hiervan moet een schatting gemaakt worden op basis van historische gegevens die door de Meldkamer kunnen worden aangeleverd. Het is essentieel hiervoor op deze wijze capaciteit te plannen, omdat het opnemen van vrije ruimte voor dit onderdeel niet is toegestaan. Ad 7: Uitvoeren interventies In deze stap wordt beschreven hoe, wanneer en door wie de interventies worden uitgevoerd. De beschrijving is zodanig dat specifieke werkzaamheden in een jaararrangement en projecten kunnen worden opgenomen en uitgewerkt. Ad 8: Evaluatie In deze stap wordt beschreven wanneer, door wie en op welke wijze het toezichtarrangement geëvalueerd wordt. Ad 9: Communicatie In deze stap wordt aangegeven op welke wijze over (de resultaten van) het toezichtarrangement gecommuniceerd wordt. Hieronder vallen bijvoorbeeld ook het adviseren van Beleid en het informeren van stakeholders. Budget In deze fase van beschrijven van activiteiten en bij dit abstractieniveau is het moeilijk nauwkeurig budgetten te alloceren. Het opstellen van een toezichtarrangement loopt vrijwel parallel met het opstellen en vaststellen van de (meerjaren)begroting. Op VWA – niveau is daarom bekend welke budgetten er jaarlijks en meerjarig ter beschikking staan. Wanneer in alle toezichtarrangementen zijn beschreven, zal, bij een bekend jaarbudget, in onderling overleg bepaald moeten worden hoe de budgetverdeling is over de verschillende domeinen. Een nadere detaillering kan binnen elk domein verkregen worden door de te verrichten activiteiten (producten) binnen elk arrangement te schatten en hiervoor met bestaande kostprijzen een globaal budget te bepalen. Belangrijk is aan te geven hoe de financiering plaatsvindt (VWS, LNV, retributie of overige bronnen). 8 versie: 21 juli 2006 WAT HOE WIE & WANNEER Toezicht Arrangement Randvoorwaardelijke aspecten Randvoorwaardelijke aspecten •Samenwerking •Compliance Assistance •Effectief Toezicht •Toezicht op Controle •Transparantie •Systeemcontrole •Import •Handhaven met Verstand en •Planning •Budget •Planningssheets •Personeel •etc Beleidsdoelstelling & weten regelgeving Scope/context beschrijven Prioriteren obv risico’s Bepalen huidige stand van zaken Beoogd(e) doel(e) bepalen Oorzaakanalyse Gevoel •Handhavingscommunicatie •Voorlichting •???? Ontwikkelen/vaststellen interventiemix Uitvoeren interventies Evaluatie Communicatie 9 versie: 21 juli 2006 3. ORDENING 3.1 Plaats in de informatiestromen Door de VWA wordt informatie gegenereerd uit velerlei bronnen, zoals inspectielijsten, analyseresultaten, keuringen, dagen productmanagement, meldingen, maatregelen, maar ook uren inzet voor bijvoorbeeld communicatie, sociologisch en literatuur onderzoek. Deze producten kennen een kostprijs en daaraan verbonden kengetallen, zoals uren, middelen en overhead. Alle productie wordt uitgevoerd voor een project. Het project is daarmee de eerste ordening van gegevens. Op basis van de registratie van de producten zijn allerlei gegevens per project zichtbaar te maken, zoals aantallen activiteiten, de kosten daarvan, de inzet daarvoor, de overhead die daarbij hoort, etc. Een verdere ordening van gegevens kan bereikt worden door alle projecten te labelen. Elk gewenst of noodzakelijk label is denkbaar. Een directie verwijzing naar het toezichtarrangement is in ieder geval nodig, alsmede een verwijzing naar thema of een of meer van de in het vorige hoofdstuk onder ad 6 vermelde randvoorwaardelijke aspecten. Essentieel is, dat de informatiestromen éénduidig zijn. Daarom mag een project niet bij meerdere toezichtarrangementen horen en kan dus slechts gerelateerd zijn aan één jaararrangement (zie onderstaand schema). Schema 1 Jaararrangement Inspecties Project 1 Project 2 Keuringen Monsters Project 3 Productmanagement Overige producten Toezichtarrangementen (en bijzondere arrangementen) vormen op deze wijze de basis voor zowel het jaarplan als de meerjarenvisie (zie schema 3). 10 versie: 21 juli 2006 Schema 2 Evaluatie toezichtarrangementen jaar X toezichtsarrangementen jaar X+1 Meerjarenvisie Jaararrangementen jaar X+1 Copij contouren jaarplan jaar X+1 Contouren jaarplan jaar X+1 Concept jaarplan jaar X+1 Projecten jaar X+1 Werkplan jaar X+1 11 versie: 21 juli 2006 3.2 Plaats en tijdfasering in de planningcyclus De ontwikkeling van een nieuw toezichtarrangement kan op elk willekeurig moment van start gaan. Nadat het arrangement volledig is ontwikkeld en, indien het meerjarige activiteiten betreft, over de jaren gefaseerd is in (deel)doelstellingen en (deel)activiteiten kunnen de activiteiten ingepland en uitgevoerd gaan worden. Om te passen in de jaarplancyclus dient een toezichtarrangement wel in mei aan de contouren van het jaarplan en in september aan het concept jaarplan gekoppeld en opgenomen te worden. Bestaande toezichtarrangementen worden aan het eind van elk jaar (oktober t/m december) met het beleid geëvalueerd om te bezien of aanpassingen wenselijk / nodig / mogelijk (budget) zijn. Bij die discussie dienen uiteraard de resultaten van de dat jaar uitgevoerde jaararrangementen meegenomen te worden. Het aanpassen van de bestaande en het formuleren van nieuwe toezichtarrangementen moet dan eind februari van het daaropvolgende jaar gereed kunnen zijn. Door deze werkwijze en tijdplanning is het mogelijk in dezelfde periode waar nodig aanpassingen door te voeren in de meerjarenvisie. Direct daarna (maart) kunnen de jaararrangementen samengesteld worden. Die arrangementen vormen voor een belangrijk deel de basis voor de kopij voor het contourenjaarplan. Naast het gegeven dat de werkzaamheden m.b.t. de opzet van jaararrangementen en de levering van kopij voor het contourenjaarplan in die opzet vrijwel samenvallen, heeft de voorgestelde werkwijze nog drie andere belangrijke voordelen: - door het overleg met de opdrachtgevers zijn de wederzijdse verwachtingen en mogelijkheden duidelijk en zullen de kaderbrieven daarop nauw kunnen aansluiten; - het contourenjaarplan kan, meer dan nu het geval is, worden voorzien van capacitaire en financiële gegevens; - de afdelingen S&O kunnen eerder dan nu gebruikelijk (op basis van de jaararrangementen) beginnen met de formulering van projecten. Begin september wordt het contourenjaarplan voorzien van de jaararrangementen en wordt als conceptjaarplan aangeboden aan de opdrachtgevers. Na accordering van het conceptjaarplan door de opdrachtgevers kan een overzicht van de projecten worden toegevoegd, waardoor in oktober het werkplan ontstaat dat is bedoeld voor gebruik binnen de VWA (zie schema 4). In verband met de eventuele bijstelling van de meerjarenvisie en de opzet van de contouren van het jaarplan dienen aan het eind van elk jaar ook de bijzondere arrangementen te worden geëvalueerd en waar nodig te worden bijgesteld. Analoog aan de voorgestelde werkwijze bij de toezichtarrangementen dient ook in die periode de uitwerking plaats te vinden van nieuwe bijzondere arrangementen. 12 versie: 21 juli 2006 Schema 3 Werkplan Concept jaarplan Contouren jaarplan Jaararrangementen 13 Projecten versie: 21 juli 2006 3.3 Plaats in de control- en de verantwoordingscyclus In onderstaand figuur is de informatiepiramide voor de VWA weergegeven. In de loop van het jaar dient de VWA zich te verantwoorden over de werkzaamheden die uitgevoerd worden en de resultaten die dat oplevert. De VWA is goed in staat om te laten zien hoeveel inspecties, monsteronderzoek, keuringen en dagen productmanagement er uitgevoerd worden. Dat zijn de eenheden die geregistreerd worden en verantwoord kunnen worden. Deze eenheden kennen een kostprijs, dus ook de kosten kunnen verantwoord worden. Minder eenvoudig is het, om te laten zien welk resultaat dit oplevert. Ook daarin vervult het toezichtarrangement (TA), en per jaar het jaararrangement, een sleutelpositie. Immers, in het toezichtarrangement is vastgesteld welke doelen op welke wijze nagestreefd worden, en de verantwoording laat zien hoever de VWA daarin is. Ook het bijzonder arrangement (BA) vervult een essentieel onderdeel van het Jaarplan. schema 4 Met de opdrachtgevers is inmiddels een vereenvoudigde vorm van verantwoording vastgesteld. In de verantwoording wordt gerelateerd aan de doelstellingen zoals die in het jaarplan zijn vastgesteld, en in de verantwoording wordt aangegeven of de werkzaamheden nog op schema liggen of dat er afwijkingen te verwachten zijn. In dat laatste geval dient aangegeven te worden wat gedaan wordt om de doelstellingen, ondanks de afwijkingen, toch te halen. Aangezien de doelstellingen in toezichtarrangementen zijn opgenomen, dient de verantwoording ook op basis van toezichtarrangementen te gebeuren. En door vooraf in dezelfde vorm aan te geven wat de doelstellingen zijn, kan in de verantwoording ook eenvoudig op de afwijkingen gewezen worden. Daardoor kan de verantwoordingsrapportage, MCS-rapportage geheten, de vorm krijgen zoals weergegeven in bijlage 1. 14 versie: 21 juli 2006 4. Abstractie- / aggregatieniveau Abstractieniveau: In een toezichtarrangement wordt op relatief hoog abstractieniveau beschreven welke werkzaamheden gedurende een aantal jaren op een domein worden verricht. De informatie waarop dit gebaseerd is, zoals de doelstellingen van het beleid, de risicobeoordeling, de markt en marktontwikkelingen, wetgeving en consumentenperceptie is hierin op hoofdlijnen beschreven. Een toezichtarrangement is als het ware opgebouwd uit jaararrangementen die jaarlijks worden geëvalueerd en eventueel aangepast. Het jaararrangement is specifiek gericht op de werkzaamheden die in een bepaald jaar zullen worden uitgevoerd en vormt daarmee de kapstok waaraan de in dat jaar uit te voeren projecten worden opgehangen. Het is dus geen compilatie van projecten die in een jaar zullen worden uitgevoerd; projecten worden er dan ook niet in opgenomen. Aggregatieniveau: Het doel van een toezichtarrangement kan bereikt worden door de inzet van verschillende activiteiten, die meestal uitmonden in verschillende projecten. Zo kan op één of meerdere aspecten toezicht gehouden worden door inzet van inspecties en monsteronderzoek, voor andere aspecten is het geven van voorlichting of de confrontatie van ondernemers met tekortkomingen (strikt handhaven en handhavingscommunicatie) effectiever. De verschillende activiteiten / projecten kunnen elkaar in tijd gezien (deels) overlappen of aansluitend in een arrangement worden uitgevoerd. In onderstaand schema zijn de verschillende activiteiten en het meerjarig karakter van een toezichtarrangement geschetst. Het aantal toezichtarrangementen moet hanteerbaar blijven en daarom beperkt worden tot 20 á 25. Voor het gewenste aggregatieniveau moeten we dan denken aan een tijdhorizon van meerdere jaren en een financieel beslag van enkele miljoenen euro's. Schema 5 15 versie: 21 juli 2006 Bijlage 1: I Format toezichtarrangement Meerjaren arrangement (MJA) 1. Reikwijdte en context Samenvatting 1.1 Reikwijdte Hier wordt beschreven waar het toezichtarrangement (TA) zich op richt en wat de context is van het onderwerp van toezicht. (zie ook Guidance document, hoofdstuk 2, Stap 1 Stappenplan Effectief toezicht) Binnen de reikwijdte van een TA kunnen een beperkt aantal deelonderwerpen vallen die eventueel apart beschreven kunnen worden. Bijvoorbeeld: binnen het arrangement Alcohol en Tabak worden de deelonderwerpen Alcohol en Tabak apart beschreven. 1.2 Maatschappelijke context Geef een korte beschrijving van de maatschappelijke betekenis van het onderwerp van toezicht. Bijvoorbeeld: - politiek belang - consumentenperceptie - aandacht belangengroepen 1.3 Wetgeving Geef een korte beschrijving van de van toepassing zijnde wetgeving en eventuele ontwikkelingen. 2. Beleidsdoelen Korte weergave geven van de beleidsdoelstelling(en) opdrachtgever(s). Refereer aan relevante beleidsdocumenten. 3. Inzet VWA Samenvatting 3.1 Aansluiting VWA bij beleidsdoelstellingen Beschrijf de bijdrage van de VWA aan het realiseren van de beleidsdoelstellingen/oplossen van maatschappelijke problematiek. Geef ook aan wat de relatie is met andere beleidsinstrumenten die de opdrachtgever inzet en waarvoor VWA niet verantwoordelijk is. Breng risico’s in kaart en leg relatie met relevante wettelijke voorschriften. Beschrijf wat de naleving is van deze voorschriften en geef ook aan wat tot nu toe met welke VWA inzet is bereikt. Geef aan welk inzicht er 16 versie: 21 juli 2006 is in de nalevingmotieven van de doelgroep en welke andere partijen daar mogelijk van invloed op zijn zoals brancheorganisaties of andere Rijksinspecties. (zie ook Guidance document, hoofdstuk 2, Stappen 1, 2, 3 en 5 Stappenplan Effectief toezicht) 3.2 Toezicht Beschrijf de (meerjarige) doelstellingen voor de VWA op het onderwerp TA. Geef aan welke veranderingen de VWA wil gaan realiseren ten opzichte van de huidige stand van zaken. Geef aan welke strategische uitgangspunten daarbij gelden. Geef daarbij specifiek aan op welke wijze ontwikkelingen binnen en buiten de VWA van invloed zijn op de werkwijze VWA voor het onderwerp van dit TA. Geef vervolgens aan welk pakket aan toezichtinstrumenten wordt ingezet (handhaving, nalevingondersteuning, handhavingcommunicatie, samenwerken met anderen, rol private controle systemen, afhandeling klachten/meldingen, kennisvragen RIVM, etc). Maak een keuze van een adequate interventiestrategie op basis van doelgroeponderzoek om het verschil tussen huidig en beoogd naleefniveau te reduceren. (zie ook Guidance document, hoofdstuk 2, Stappen 4 en 6 Stappenplan Effectief toezicht) (zie ook Handhaven met verstand en gevoel, 9 punten vernieuwing handhavingsbeleid) 4. Evaluatie en communicatie Beschrijf wanneer, hoe en door wie de doelstellingen uit het TA worden gevolgd en/of geëvalueerd. Geef ook aan hoe wordt gecommuniceerd naar opdrachtgever(s), stakeholders en consument. (zie ook Guidance document, hoofdstuk 2, Stappen 8 en 9 Stappenplan Effectief toezicht) 5. Financiering Maak een reële inschatting van de omvang van de uit te voeren activiteiten door de VWA en bepaal hiervoor aan de hand van bestaande kostprijzen het globaal in te zetten budget voor de duur van het meerjaren arrangement. Belangrijk om aan te geven hoe de financiering plaatsvindt (LNV, VWS, retributie of overige bronnen). II Jaararrangement (JA) 1. Operationele doelstellingen VWA voor jaar X Beschrijf wat de VWA in jaar X wil bereiken in het kader van de in het Meerjaren arrangement beschreven doelstellingen. Operationele doelstellingen kunnen de vorm hebben van een na te streven nalevingpercentage, maar ook afgeleide doelstellingen zijn mogelijk. (zie voor de relatie tussen het jaararrangement en het meerjaren arrangement Guidance document hoofdstuk 1 en hoofdstuk 4) 2. Activiteiten jaar X Beschrijf wat de VWA in jaar X gaat doen om de operationele doelstellingen te realiseren. Geef aan welke interventie-instrumenten op welke wijze worden ingezet. Ook onderzoek (naar doelgroepen of ten behoeve van risicobeoordeling) wordt hier beschreven. (zie ook Guidance document, hoofdstuk 2, Stap 7 Stappenplan Effectief toezicht) NB het JA bestaat binnen de VWA uit één of meerdere projecten. De beschrijving in het JA is een korte samenvatting van de uit te voeren projecten. 17 versie: 21 juli 2006 (zie voor relatie tussen jaararrangement en projecten Guidance document hoofdstuk 3) 3. Budget jaar X Maak een reële inschatting van de omvang van de uit te voeren activiteiten door de VWA in jaar X en bepaal hiervoor aan de hand van bestaande kostprijzen het globaal in te zetten budget in jaar X. 18 versie: 21 juli 2006 Bijlage 2: Format MCS-Rapportage Formulering van de doelstellingen van toezichtarrangementen en bijzondere arrangementen kan in de volgende overzichtelijke vorm gebeuren. Dit noemen we de nul-MCS. Thema Toezichtarr Beoogde angement Resultaat Blanco Doelstelling Aansluitend op jaarplan, kan een verzameling van projectdoelen zijn Opdrachtg Kosten ever LNV, Prognose van aantallen VWS monsters, inspecties, keuringen, productmanagement en andere producten, met een kostenraming. De MCS rapportage wordt volgens dezelfde opbouw opgesteld en ziet er dan als volgt uit: Thema Toezichtarr Bereikt angement Resultaat Kleurcode ring rood, oranje of groen. Voortgang Volgens plan, of bijzondere resultaten, problemen, knelpunten 19 Opdrachtg Kosten ever LNV, Ingezette aantallen monsters, VWS inspecties, keuringen, productmanagement en andere producten, met een kostenraming.