God boven, naast en in ons 18 mei - Drievuldigheidszondag (Exodus 34,4-9 - Johannes 3,16-18) ============ Een pastoor in Duitsland beklom de preekstoel op Drievuldigheidszondag om te zeggen dat hij niet zou preken. "Het gaat vandaag om een zo groot geheim, een absoluut mysterie, waar wij mensen niets van begrijpen. Ik kan er dus helaas niet over preken." Als we doen zoals die pastoor, mogen we eigenlijk nooit preken. Het gaat altijd over geloofsmysteries die we niet kunnen begrijpen. Maar we leven ervan. Ze zijn de zin van ons christelijk geloven. We preken niet om ze met ons verstand te verstaan, maar om er met ons hart in te geloven. Woorden schieten te kort. Ze kunnen het mysterie niet doorgronden, maar ze zijn als wegwijzers naar het mysterie van God. Als we al kunnen zeggen wat bedoeld wordt met Drievuldigheid of drie-eenheid, komt Gods menslievendheid ons nog beter voor ogen. --------------Het woord 'Drievuldigheid' komt niet voor in de Bijbel. Jezus heeft ook die naam voor God nooit gebruikt. Hij noemde God bij voorkeur 'Abba', lieve vader. Toch sprak hij ook over de Geest, die hij zou zenden als helper en trooster. Jezus zelf werd door de leerlingen 'Zoon van God' genoemd. Er is dus in de evangelies sprake van God als Vader, Zoon, en Geest. Als godsdienstleerkrachten of catechisten over de drie-ene God moeten spreken, gebruiken ze soms aanschouwelijke voorbeelden. Ze nemen drie lucifers te samen en steken die aan. Er is maar één vlam en er zijn drie lucifers. Of ze geven het voorbeeld van een jong echtpaar met hun eerste kindje: vader, moeder, kind. Drie personen in één gezin. Drie personen verbonden met elkaar, in dezelfde gemeenschap, door dezelfde liefde. Eén en toch drie. Men wil met die voorbeelden alleen aantonen dat er 'eenheid in verscheidenheid' bestaat. Maar dat kan ons hart niet raken. De drie-ene God zegt ons iets over de liefde van God voor ons. In ieder geval zijn de namen Vader, Zoon en Geest ons zeer vertrouwd. We spreken ze uit bij ieder kruisteken. Dat doen we gewoonlijk vóór ieder gebed, vóór iedere eucharistieviering, in alle sacramenten. Ook in onze geloofsbelijdenis. Die begint met God, de almachtige Vader, schepper van hemel en aarde. Over God-schepper is er de laatste jaren veel te doen. Er is een hele controverse en discussie of men het scheppingsgeloof (creationisme) nog mag opnemen in het onderwijs. De discussie laat zelfs de politiek niet onberoerd, vooral in Amerika en Nederland. De raad van Europa noemde eind vorig jaar het geloof in de schepping zelfs een gevaar voor de mensenrechten! Ook in het Vlaams parlement schonk men er aandacht aan, en er was een hele hetze in de pers tussen woordvoerders van Open VlD en CD&V. Een Gentse professor filosofie kreeg van de Vlaamse gemeenschap subsidies om tegen het scheppingsgeloof te argumenteren. God, zo geloven wij, is het begin van alles. Hij is de eerste. Hij gaat vooraf aan de schepping. Hij schept uit liefde. De schepping is een goddelijk geschenk. God schept voortdurend. Hij houdt alles in het bestaan. Maar wat God schept is 'buiten' hem. God geeft de schepping als het ware aan haarzelf. Hij is geen heelal-architect of kosmische ingenieur . Hij komt niet voortdurend tussen in de scheppingsprocessen en de zgn. natuurwetten. God zet de schepping, die anders is dan hijzelf, als het ware voor zich, en gunt het dat ze zichzelf organiseert. Ze gaat haar eigen gang. God bindt ze niet aan Hem, maar blijft er wel in liefde mee verbonden. Hij schept de mens als medeschepper. De schepping is een gave Gods maar ook een opgave. De mensen zijn er verantwoordelijk voor. Hij moet de schepping eerbiedigen, beschermen en voltooien. Hoe God schept, blijft voor altijd en iedereen, een groot ondoorgrondelijk geheim. De menselijke wetenschap zoekt al eeuwen naar het ontstaan van het universum. De miljarden melkwegstelsels en zonnestelsels, de uiterst complexe levende wezens, kunnen toch niet door dom toeval of door een blinde natuurkracht ontstaan zijn en verder bestaan. Daarom spreken wetenschappers op vandaag over een 'intelligent ontwerp'. Alles moet ontworpen en gestuurd worden door een intelligentie. Sommigen spreken van een intelligente god, met kleine g, omdat ze niet geloven in een persoonlijke God wiens mensen hem ter harte gaan. De meest aanneembare wetenschappelijke theorie over het ontstaan en bestaan van het heelal is op vandaag de evolutietheorie van Darwin. Die steunt op de zgn. big bang of 'oerknal', ongeveer 14 miljard jaar geleden. Alles is dan uit elkaar ontstaan. Het ene uit het andere. Er is een stapsgewijze evolutie van de ene soort naar de andere. Na honderden miljoenen jaren ontstaat dan, door genetische mutaties en natuurlijke selectie, een nieuwe soort. Wat de mens betreft, die stamt dan af van de mensaap. Het aannemen van die evolutietheorie kan samengaan met ons scheppingsgeloof. De wetenschappers beschrijven de evolutie maar kunnen ze niet verklaren. De Bijbel gelooft dat God schepper is, maar zegt niet hoe God schept. De Bijbel is geen wetenschapsboek. De Bijbel gelooft dat er een persoonlijke God, schepper is van het universum. Onze geloofsbelijdenis spreekt dan ook van een almachtige VADER, schepper van hemel en aarde. Hij draagt ons allen in zijn allesomvattende liefde. We zouden kunnen zeggen dat God, de Vader, alles en iedereen te boven gaat. Maar deze grote, mysterieuze God is ons nabij gekomen in Jezus. Een mens van vlees en bloed zoals wij, maar hij werd de unieke 'Zoon van God', de mensgeworden Liefde van God. Een liefde tot het uiterste. Het uiterste van de kruisdood, maar ook van de uiterste verhevenheid, als verrezene bij God. Omdat God Liefde is, is hij ook in ons. In het diepste van onze ziel is hij aanwezig als heilige Geest. Zo mogen we geloven. Dan is het Gods Geest, die Jezus helemaal vervult, die naar ons gezonden wordt, die ons bezielt en beweegt, die ons behoedt voor verstarring en inertie, die ons geestdriftig maakt, dynamisch en sterk, en ons doet leven met de gezindheid van Jezus. Dat is de drie-ene God: God boven ons, naast ons, en in ons. God boven ons, als schepper en Vader. God naast ons, als Jezus onze broeder en tochtgenoot. God in ons, als Geest van Liefde, vrede en gerechtigheid. Deze God moge ons zegenen, 'de Vader, de Zoon en de heilige Geest'. Rob Moens, dominicaan, Genk