a deel 1 Op Op zoek naar de stroombron Opzoek zoeknaar naarde destroombron stroombron 1 Op zoek naar de stroombron Op stroombron zoek naar de stroombron Op de zoek naar de Op zoek naar stroombron Opdracht Opdracht11 Bekijk aandachtig de volgende voorwerpen of apparaten en de situatie waarin ze zich bevinden. Als je goed kijkt, zie je dat er in elke situatie iets ‘beweegt’. Als je nog wat verder nadenkt, kun je de vragen bij elke situatie vlotjes beantwoorden. Als je antwoorden juist zijn, kun je straks de geheimen van stroomproductie ontrafelen. Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron 1 1. Kokende met water 1. Kokende pan metpan water Een pan op een elektrisch vuur brengt water aan de kook. Bubbels in het water en stoom stijgt op a. Wat beweegt er? ............................................................................................................... De oorzaak is de hitte van de b. Wat veroorzaakt die beweging? ........................................................................................... elektrische plaat eronder. ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... c. De oorzaak van die beweging is dan weer het gevolg van een andere actie. Welke? De hitte komt van een elektrische weerstand: ......................................................................................................................................... als er elektriciteit door stroomt, warmt de weerstand op. ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... 2. Luchtballon 2. luchtballon 2 Een luchtballon stijgt hoog boven de bomen uit. De ballon beweegt, hij stijgt op. a. Wat beweegt er? ................................................................................................................ ......................................................................................................................................... Door verhitting van de lucht in de ballon: b. Wat veroorzaakt die beweging? ........................................................................................... een steekvlam warmt de lucht op. ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... c. De oorzaak van die beweging is dan weer het gevolg van een andere actie. Welke? De lucht komt uit een verbrander die op gas werkt, ......................................................................................................................................... onder de verbrander staan enkele gasflessen gemonteerd. ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron Op zoek naar Op zoek naar de st Op zoek naar de stroombron a deel 1 Op Op zoek naar de stroombron Opzoek zoeknaar naarde destroombron stroombron 2 Op zoek naar de stroombron Op stroombron zoek naar de stroombron Op de zoek naar de Op zoek naar stroombron Opdracht Opdracht11 Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron 3. Fietswiel met dynamo 3. Fietswiel met dynamo 4 3 De dynamo van een fiets in actie. Aan de buitenkant van de dynamo draait het rad en de top van a. Wat beweegt er? ............................................................................................................... de dynamo. Binnen in de behuizing roteert de as, die met het rad aan de top ......................................................................................................................................... verbonden is, zodat de magneet rond de koperen spoel draait. b. Wat veroorzaakt die beweging? ........................................................................................... Het rad aan de top van de dynamo wordt door het draaiende ......................................................................................................................................... fietswiel aangedreven. ......................................................................................................................................... c. De oorzaak van die beweging is dan weer het gevolg van een andere actie. Welke? ......................................................................................................................................... De fietser brengt de fiets in beweging, zodat de wielen draaien. ......................................................................................................................................... De voorwaarde dat de dynamo functioneert, is natuurlijk wel, ......................................................................................................................................... dat het rad van de dynamo tegen de band drukt. 4. Zeilboot 4. Zeilboot Een zeilboot ploegt door de golven. De wind. a. Wat veroorzaakt de beweging van de boot? ......................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... b. Hoe kan de boot sneller of trager varen? .............................................................................. Bij sterkere wind zal de boot sneller varen, bij zwakkere wind trager. ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... 5. Waterrad 5. Waterrad a. Wat veroorzaakt de beweging van het rad? .......................................................................... Het waterrad wordt in beweging gezet doordat water van boven op de ......................................................................................................................................... ......................................................................................................................................... schoepen valt. b. Waar kan de beweging voor gebruikt worden? ..................................................................... ......................................................................................................................................... De beweging van het draaiende rad wordt gebruikt om molenstenen te la......................................................................................................................................... ten draaien, maar kan evengoed gebruikt worden om een grote houtzaag ......................................................................................................................................... of zelfs een alternator aan te drijven. 5 Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron Op zoek naar Op zoek naar de st Op zoek naar de stroombron Op zoek naar Op zoek naar de stroombron a deel 1 Op Op zoek naar de stroombron Opzoek zoeknaar naarde destroombron stroombron 3 Op zoek naar de stroombron Op stroombron zoek naar de stroombron Op de zoek naar de Op zoek naar stroombron Opdracht Opdracht21 Elektriciteit wordt in energiecentrales opgewekt. De werking lijkt een complexe klus, maar eigenlijk is dat niet het geval. Hieronder vind je een tekening van de verschillende onderdelen van een elektriciteitscentrale die op fossiele brandstoffen werkt. Kun jij die opstarten? Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron Hoe? Hoe? 1) Volg nauwgezet de verschillende stappen en vul de tabel op volgende pagina in: • Wat beweegt er? • Wat veroorzaakt de beweging? • Wat heb je nodig om die oorzaak te laten plaatsvinden? Tip: de oorzaak van de beweging komt uit de vorige stap! 8 2 7 1 3 1 aanvoer brandstof 2 verwarmingsketel 3 stoomturbine 4 generator 5 transformator 6 elektriciteitsdraden 7 koeltoren 8 schoorsteen 4 6 5 Op zoek naar de stroombron Op zoek naar Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron a deel 1 Op Op zoek naar de stroombron Opzoek zoeknaar naarde destroombron stroombron 4 Op zoek naar de stroombron Op stroombron zoek naar de stroombron Op de zoek naar de Op zoek naar stroombron Opdracht Opdracht21 Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron Activiteit werking van de verwarmingsketel werking van de stoomturbine werking van de generator werking van de transformator Wat veroorzaakt de beweging? Wat heb je nodig om die oorzaak te laten plaatsvinden? Het opgewarmde water beweegt in de leidingen. De toevoer van de hitte in de verwarmingsketel verwarmt het water tot kookpunt, zodat er stoom ontstaat. Bij de verbranding van brandstoffen zoals steenkool, olie of gas komt de nodige hitte vrij zodat water tot stoom opgewarmd kan worden. De turbine draait. De aangevoerde stoom doet de turbine draaien. Om stoom op te wekken moet water aan de kook gebracht worden. In een generator beweegt de rotor. De rotor in de generator is met een as met de rotor in de turbine verbonden. De draaibeweging van de rotor in de turbine zorgt er dus voor dat de rotor in de generator ook draait. Om de rotor in de turbine te laten draaien heb je stoom nodig. De elektrische stroom wordt door een spoel gestuurd, waardoor er in een andere spoel een spanning ontstaat. Op die manier wordt de grootte van de spanning veranderd, naar omhoog of naar omlaag. Dit doet men om de elektriciteit bruikbaar te maken. In dit geval wordt de elektriciteit omhoog getransformeerd zodat ze door hoogspanningsleidingen getransporteerd kan worden. De voortdurende aanvoer van elektriciteit. Wat beweegt er? Hier ‘beweegt’ de elektrische stroom: hij verlaat de energiecentrale. Vanaf de generator, doordat de rotor draait wordt elektriciteit opgewekt. 2) Geef aan, vanaf welke stap er elektriciteit is. ................................................................................................... 3) Noteer waar de elektriciteit de centrale verlaat en haar weg naar woningen en fabrieken zoekt. Aan de transformator. ............................................................................................................................................................................... ............................................................................................................................................................................... Zodra de elektriciteit naar de gewenste spanning getransformeerd is, ............................................................................................................................................................................... wordt ze over het elektriciteitsnet verspreid. ............................................................................................................................................................................... Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron a deel 1 Op Op zoek naar de stroombron Opzoek zoeknaar naarde destroombron stroombron 5 Op zoek naar de stroombron Op stroombron zoek naar de stroombron Op de zoek naar de Op zoek naar stroombron Opdracht Opdracht31 Nu je weet hoe een klassieke energiecentrale werkt, is het aan jou om zelf aan de slag te gaan. Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron 1) Bouw de elektriciteitscentrale om tot een centrale die windkracht gebruikt. Hoe ga je hierbij te werk? • som de onderdelen op van de centrale die je nodig hebt; .................. Rotor (met 3 bladen), generator, mast, transformator. ....................................................................................................... ....................................................................................................... ....................................................................................................... ....................................................................................................... ....................................................................................................... • teken op de volgende pagina een schema van de centrale en verklaar in gelijkaardige stappen als bij je beschrijving van een klassieke energiecentrale (zie opdracht twee) hoe wind stroom opwekt; .............. • stap 1: ......................................................................................... De wind drijft de rotor aan ....................................................................................................... ....................................................................................................... ....................................................................................................... • stap 2: ......................................................................................... De draaibeweging van de rotor wordt door de ....................................................................................................... generator in elektriciteit omgezet. ....................................................................................................... ....................................................................................................... • stap 3: ......................................................................................... De geleverde elektriciteit wordt in de ....................................................................................................... transformator op geschikte spanning gebracht, ....................................................................................................... zodat ze in het elektriciteitsnet kan worden ....................................................................................................... geleid. • Som de voordelen van de windcentrale ten opzichte van een klassieke energiecentrale op. • milieuvriendelijk: er is geen uitstoot van roet en CO2, omdat er geen fossiele ..................................................................................................................................................................... brandstoffen verbrand worden ..................................................................................................................................................................... • duurzame en herbruikbare energiebron: de wind kan niet ‘opgebruikt’ worden; er is ..................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................... wind of er is geen wind. ..................................................................................................................................................................... ..................................................................................................................................................................... • Zijn er ook nadelen? Zo ja, welke dan? ..................................................................................................................................................................... • wind is weinig voorspelbaar: er is niet altijd voldoende wind en niet alle plaatsen zijn ..................................................................................................................................................................... geschikt voor het plaatsen van windmolens ..................................................................................................................................................................... • sommige mensen vinden windmolens landschapsverstoring ..................................................................................................................................................................... • de hoeveelheid elektriciteit geleverd door windenergie is nog altijd relatief laag ten .................................................................................................................... opzichte van klassieke energiecentrales. .................................................................................................................... .................................................................................................................... a deel 1 Op Op zoek naar de stroombron Opzoek zoeknaar naarde destroombron stroombron 6 Op zoek naar de stroombron Op stroombron zoek naar de stroombron Op de zoek naar de Op zoek naar stroombron Opdracht Opdracht31 Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de ron Schema Schema rotor wind generator elektriciteit elektriciteitsnet windmolenpark transformator Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron Op zoek naar Op zoek naar de st Op zoek naar de stroombron Op zoek naar Op zoek naar de stroombron a deel 1 Op Op zoek naar de stroombron Opzoek zoeknaar naarde destroombron stroombron 7 Op zoek naar de stroombron Op stroombron zoek naar de stroombron Op de zoek naar de Op zoek naar stroombron Opdracht Opdracht31 Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de ron 2) Bedenk nu je eigen energiecentrale. Hoe ga je hierbij te werk? • Wees creatief. Je energiecentrale mag geen kopie zijn van de klassieke centrale. Zoek een andere manier om via beweging stroom op te wekken. • Denk na over de manier waarop je beweging tot stand wil brengen: • Maak je gebruik van brandstof? Geef dan aan welke! Noteer waarom je die gebruikt! Zet ook de gevolgen voor het milieu op een rijtje. ................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... • Maak je gebruik van alternatieven, zoals water, zon, menselijke beweging, ..., maak dan duidelijk hoe je die in de energiecentrale opvangt of gebruikt. Denk er ook over na, waar je de energiecentrale zou bouwen en geef aan waarom. ....................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................... • Maak een tekening of een schema (op volgende pagina) van deze centrale en verduidelijk elke stap. Vergeet ook niet de plaats aan te geven, waar de stroom de centrale verlaat. Stappen: ................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... ......................................................................................................................................................................... Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroo Op zoek naar Op zoek naar de st Op zoek naar de stroombronOp zoek naar Op zoek naar de stroombron a deel 1 Op Op zoek naar de stroombron Opzoek zoeknaar naarde destroombron stroombron 8 Op zoek naar de stroombron Op stroombron zoek naar de stroombron Op de zoek naar de Op zoek naar stroombron Opdracht Opdracht31 Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de ron TeTe keke nin nigng Hier speelt het ontwerp van de leerling natuurlijk een cruciale rol. Kijk goed na of volgende omschrijving bij het ontwerp opgaat. Een turbine of een rotor, een generator en een transformator staan in een keten. De turbine drijft de generator aan, zodat er elektriciteit ontwikkeld kan worden. Aan het einde van de keten transformeert de transformator de opgewekte elektriciteit naar de gepaste spanning. Let ook op de inplanting van de centrale. Een waterkrachtcentrale hoort natuurlijk in de buurt van stromend water, een windmolen op een plek waar veel wind is, een kerncentrale op een wat geïsoleerde plek, enz. Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron Op zoek naar Op zoek naar de st Op zoek naar de stroombron Op zoek naar Op zoek naar de stroombron stroomtetestoppen? stoppen? 1 deel 2 IsIsIsstroom stroom te stoppen? Is stroom te stoppen? Is stroom te stoppen Is stroom te stoppen? stroom te stoppen? Is stroom teIsstoppen Opdracht Opdracht1 Je krijgt vijf situaties waarbij handig gebruik wordt gemaakt van geleiders om de stroom te transporteren én van isolatoren om de stroom weg te houden van plaatsen waar we die liever kwijt dan rijk zijn. Wat moet je doen? 1. Duid op elke tekening de geleiders aan. 2. Duid op elke tekening de isolatoren aan. Is stroom te stoppen? Is stroom te stoppen? Situatie Situatie1:1:DeDeomheining omheining 1 3. Beschrijf waarom de geleiders worden gebruikt. ........................................ De geleiders worden ingezet om vee of mensen tegen te ...................................................................................................................... houden die het afgebakende terrein willen verlaten of betreden. ...................................................................................................................... 4. Leg uit waarom net op die plek een isolator is aangebracht. ........................ De afstandsisolatoren zorgen ervoor dat de omheining en de palen niet onder spanning ...................................................................................................................... staan. Immers, men moet steeds de omheining en de palen kunnen aanraken, zonder een stroomstoot te krijgen. ...................................................................................................................... 5. Weet je ook op welk onderdeel de stroombron is aangesloten? .................... De stroombron is via de elektrische draad op de schrikdraden ...................................................................................................................... aangesloten. ...................................................................................................................... Situatie 2: Hoogspanningskabels Situatie 2: Hoogspanningskabels 3. Beschrijf waarom de geleiders worden gebruikt. ...................................................... Om de elektrische stroom van de elektriciteitscentrale naar de huizen .................................................................................................................................... en de fabrieken te brengen. .................................................................................................................................... 4. Leg uit waarom net op die plek een isolator is aangebracht. ...................................... Ze zorgen ervoor dat de elektriciteitspylonen niet onder stroom ko.................................................................................................................................... men te staan, zodat er geen lekstroom ontstaat. Bovendien moet men .................................................................................................................................... steeds de pyloon kunnen aanraken zonder een stroomstoot te krijgen. .................................................................................................................................... .................................................................................................................................... 5. Weet je ook op welk onderdeel de stroombron is aangesloten? .................................. .................................................................................................................................... Op de elektrische draden. .................................................................................................................................... 2 Is stroom te stoppen? Is stroom te stoppen? Is stroom te stoppen? Is stroom te stoppen? stroomtetestoppen? stoppen? 2 deel 2 IsIsIsstroom stroom te stoppen? Is stroom te stoppen? Is stroom te stoppen Is stroom te stoppen? stroom te stoppen? Is stroom teIsstoppen Opdracht Opdracht1 1. Duid op elke tekening de geleiders aan. 2. Duid op elke tekening de isolatoren aan. Is stroom te stoppen? Is stroom te stoppen? Situatie Het rijdende treinstel Situatie 3: Het3:rijdende treinstel 3. Beschrijf waarom de geleiders worden gebruikt. ................................................. Ze brengen de elektrische stroom van het net naar de motor van .............................................................................................................................. de trein. .............................................................................................................................. 4. Leg uit waarom net op die plek een isolator is aangebracht. ................................ Ze zorgen ervoor dat de pylonen en de trein zelf niet onder stroom .............................................................................................................................. komen te staan. Je moet de pylonen en de trein steeds kunnen .............................................................................................................................. aanraken zonder een stroomstoot te krijgen. .............................................................................................................................. 5. Weet je ook op welk onderdeel de stroombron is aangesloten? ............................ Op de bovenleiding via een schakelhuis en een schakelkast. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. 3 Situatie Situatie4:4:DeDestriptang striptang 3. Beschrijf waarom de geleiders worden gebruikt. ................................................. Een tang is gemaakt van metaal voor de stevigheid. Metaal geleidt. Deze .............................................................................................................................. eigenschap is bij een tang geen doel. Integendeel, ze is zelfs gevaarlijk .............................................................................................................................. als de tang gebruikt wordt om aan elektrische installaties te werken. .............................................................................................................................. 4. Leg uit waarom net op die plek een isolator is aangebracht. ................................ De isolator beschermt de persoon die de tang hanteert tegen onverwach.............................................................................................................................. te elektrische stroomstoten of zelfs elektrocutie. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. 4 Situatie5: De stroomdraad Situatie 5: De stroomdraad 5 3. Beschrijf waarom de geleiders worden gebruikt. ................................................. Ze transporteren de stroom van het stopcontact naar het toestel. .............................................................................................................................. .............................................................................................................................. 4. Leg uit waarom net op die plek een isolator is aangebracht. ................................ Ze beschermen de persoon die het toestel op het stopcontact aansluit en .............................................................................................................................. die het toestel dagelijks gebruikt. .............................................................................................................................. 5. Weet je ook op welk onderdeel de stroombron is aangesloten? ............................ De stroombron is het stopcontact. De stekkerpennen worden op het .............................................................................................................................. stopcontact aangesloten. .............................................................................................................................. deel 3 Een Een papieren stroomkring 1 Is stroom te stoppen? papieren stroomkring Een papieren stroomkring Een papieren stroomkring papieren stroomkring Eenstroomkring papieren Een stroomkring Een papieren Een elektrisch toestel en de handleiding stikken van de symbolen. Verwarrend? Mooi niet! In elke taal betekent zo’n symbool immers net hetzelfde. Zo kan één schema door een Belg, Amerikaan, Rus of Congolees op dezelfde manier worden gelezen. Dat is niet alleen handig, want het scheelt alvast een handvol Babylonische spraakverwarringen, maar is ook veilig voor iedereen die aan het toestel moet werken. Aan jou om de betekenis van de symbolen van een stroomkring te ontrafelen en ze op papier te zetten. Een papieren stroomkring Opdracht Opdracht11 Schrijf bij elke foto het cijfer van het passende symbool. Tip: Bekijk eerst de symbolenkaart! 3B. ......................... 7 A. ....................... 1 ........................ C. Je hebt de keuze uit zeven symbolen: 1. 2. 3. 4. 5. 6. 7. Opdracht Opdracht22 Vul de ontbrekende vakken in: Grootheid Symbool (grootheid) Eenheid Symbool (eenheid) stroom A I ampère spanning Uvolt V weerstand R ohm Ω vermogen P wattW Een papieren stroomkring Een papieren stroomkring Een papieren stroomkring Een papieren stroomkring a deel 3 Een Een papieren stroomkring 2 Is stroom te stoppen? papieren stroomkring Een papieren stroomkring Een papieren stroomkring papieren stroomkring Eenstroomkring papieren Een stroomkring Een papieren Opdracht Opdracht33 Op zoek naar de stroombron Op zoek naar de stroombron 1. a. Duid op het onderstaande schema de weerstand, de lampen en de motor aan. b. Hoeveel stroomkringen ontdek je? Hoe heb je dat ontdekt? .................................................................................. 2, er zijn twee stroombronnen die ieder in een aparte stroomkring staan. ............................................................................................................................................................................ c. Hoeveel schakelaars zijn er? Wat is er aan de hand met de schakelaars? ........................................................... 3, ze staan open. ............................................................................................................................................................................ Tip: Bekijk de symbolenkaart! A M 2. a. Wat gebeurt er in de huidige toestand? A. Niets. B. Er brandt één lampje. C. Alle lampen branden. D. De zoemer werkt. b. Wat gebeurt er als de bedieningsschakelaar A wordt ingedrukt? A. Niets. B. Alle lampen branden, de zoemer werkt niet. C. Er gaan twee lampen branden, de motor en de zoemer werken. D. Alle lampen branden. Ook de motor en de zoemer werken. deel 3 Een Een papieren stroomkring 3 Is stroom te stoppen? papieren stroomkring Een papieren stroomkring Een papieren stroomkring papieren stroomkring Eenstroomkring papieren Een stroomkring Een papieren Een papieren stroomkring 3. a. Bekijk de vier onderstaande schema’s b. In welk geval is de stroomkring gesloten? Welk toestel geeft dat aan? Er is een gesloten stroomkring in de schema’s 1, 3 en 4. In deze .......................................................................................................... gevallen vloeit er dus stroom. Het is de ampèremeter die dit aangeeft. c. In welk geval 2 A. Branden er geen lampen; ............................................................ 3 B. Branden er drie lampen; .............................................................. 4 C. Branden er vier lampen; .............................................................. 1 D. Branden er vijf lampen; ............................................................... E. Werkt de zoemer. ........................................................................ 1, 3 en 4 1 A A 2 3 A A 4 Een papieren stroomkring Een papieren stroomkring Een papieren stroomkring Een papieren stroomkring deel 4 Energieverbruik: letters ofofcijfers? Energieverbruik: letters Een papieren stroomkring Energieverbruik: letters ofcijfers cijfers 1 Energieverbruik: letters ofEnergieverbruik: cijfers of cijfers?letters of cijfers? Energieverbruik: letters Energieverbruik: letters of cijfers Je bent dol op ijsjes, maar de diepvriezer heeft het thuis begeven. Tijd dus voor een nieuwe! Maar zo’n coole kast kost flink wat geld. En dan verbruikt die ook nog een stevige brok energie. Er komt een nieuwe diepvriezer op voorwaarde dat die erg zuinig is. Je moet zelf de beste keuze maken. Opdracht Opdracht11 Energieverbruik: letters of cijfers? Energie Logo ABC 123 Fabrikant Model Naam en type van het toestel Laag verbruik Een toestel met label A verbruikt het minst, een toestel met label G het meest. De vergelijking gaat alleen maar op voor toestellen die bijna hetzelfde zijn (even groot, zelfde vriestemperatuur, ...) Hoog verbruik Energieverbruik in kWh/jaar (Op basis van de resultaten van de gestandaardiseerde tests gedurende 24 uur) XYZ De hoeveelheid kWh geeft aan hoeveel energie het toestel per jaar verbruikt. Het werkelijk verbruik is afhankelijk van het gebruik en de opstellingsplaats van het apparaat. Netto-inhoud koelgedeelte I Netto-inhoud vriesgedeelte I Geluid dB(A) re 1 pW xyz xyz De hoeveelheid vriesruimte in het toestel. * *** xz Een gegevensblad met informatie over overige apparaten is opgenomen in die brochures. Norm NEN 153, Uitgave mei 1990 Koelapparaten-richtlijn 94/2/EG Het label is Europees erkend. 1. Bekijk het energielabel. Op basis van welke gegevens kan je het verbruik aflezen? ........................................... • Letter van het energielabel ................................................................................................................................................................................... • Hoeveelheid kWh/jaar ................................................................................................................................................................................... Energieverbruik: letters of cijfers? Energieverbruik: letters of cijfers? deel 4 Energieverbruik: letters ofofcijfers? Energieverbruik: letters Een papieren stroomkring Energieverbruik: letters ofcijfers cijfers 2 Energieverbruik: letters ofEnergieverbruik: cijfers of cijfers?letters of cijfers? Energieverbruik: letters Energieverbruik: letters of cijfers Opdracht Opdracht22 Nu zo’n fiche met energielabel voor jou geen geheimen meer heeft, kun je aan de slag en een diepvriezer kopen. Je kunt evenwel niet zomaar het eerste het beste toestel kiezen. Je moet met de volgende factoren rekening houden: de grootte en het verbruik. De inhoud van de koelkast moet minstens 80 liter zijn. Hoe groter, hoe meer energie er nodig is om de ruimte te koelen. En als de diepvriezer te klein is, heb je er ook niks aan. Het energieverbruik moet zo laag mogelijk zijn. Dat kan je beoordelen op basis van de informatie op de fiche. Maar laat je niet vangen! Op de fiche staan meer gegevens dan je denkt. Energieverbruik: letters of cijfers? Je hebt de keuze uit: Energie Diepvries 1: Energie Fabrikant Model Quick Fris Laag verbruik A Diepvries 3: Ice Age 3 Laag verbruik B Hoog verbruik Hoog verbruik Energieverbruik in kWh/jaar (Op basis van de resultaten van de gestandaardiseerde tests gedurende 24 uur) Energieverbruik in kWh/jaar 275 (Op basis van de resultaten van de gestandaardiseerde tests gedurende 24 uur) Het werkelijk verbruik is afhankelijk van het gebruik en de opstellingsplaats van het apparaat. 165 Het werkelijk verbruik is afhankelijk van het gebruik en de opstellingsplaats van het apparaat. 160 l Netto-inhoud koelgedeelte I Netto-inhoud vriesgedeelte I * Netto-inhoud koelgedeelte I Netto-inhoud vriesgedeelte I *** 123 Geluid 100 l * *** 123 Geluid dB(A) re 1 pW Diepvries 2: Fabrikant Model dB(A) re 1 pW Een gegevensblad met informatie over overige apparaten is opgenomen in die brochures. Een gegevensblad met informatie over overige apparaten is opgenomen in die brochures. Norm NEN 153, Uitgave mei 1990 Koelapparaten-richtlijn 94/2/EG Norm NEN 153, Uitgave mei 1990 Koelapparaten-richtlijn 94/2/EG Energie IJsklomp De Luxe Fabrikant Model Laag verbruik Diepvries 4: Energie Fabrikant Model Cold&Small Laag verbruik A D Hoog verbruik Hoog verbruik Energieverbruik in kWh/jaar (Op basis van de resultaten van de gestandaardiseerde tests gedurende 24 uur) 200 Het werkelijk verbruik is afhankelijk van het gebruik en de opstellingsplaats van het apparaat. Netto-inhoud koelgedeelte I Netto-inhoud vriesgedeelte I Geluid dB(A) re 1 pW Energieverbruik in kWh/jaar (Op basis van de resultaten van de gestandaardiseerde tests gedurende 24 uur) 140 Het werkelijk verbruik is afhankelijk van het gebruik en de opstellingsplaats van het apparaat. 100 l * *** 123 Netto-inhoud koelgedeelte I Netto-inhoud vriesgedeelte I Geluid * 70 l *** 123 dB(A) re 1 pW Een gegevensblad met informatie over overige apparaten is opgenomen in die brochures. Een gegevensblad met informatie over overige apparaten is opgenomen in die brochures. Norm NEN 153, Uitgave mei 1990 Koelapparaten-richtlijn 94/2/EG Norm NEN 153, Uitgave mei 1990 Koelapparaten-richtlijn 94/2/EG a. Welk toestel koop je en waarom? .......................................................................... Toestel 3: goedkoopst in verbruik, voldoende vriesruimte ............................................................................................................................. Toestel 4 b. Welk toestel van de vier verbruikt het minst? .......................................................... c. Betekent het beste energielabel (letter A G) altijd het laagste verbruik? Neen, het geldt alleen maar voor toestellen uit Leg uit waarom (niet). ............................................................................................ dezelfde klasse qua grootte, vriestemperatuur, ... ............................................................................................................................. Het werkelijke verbruik wordt als kWh/jaar aangegeven. ............................................................................................................................. deel 5 Vind jijEnergieverbruik: tijdigEen depapieren specialist elektriciteit? letters of cijfers 1 stroomkring Vind jij tijdig de specialist electriciteit? Vind jij tijdig de de specialist electriciteit? Vind jij tijdig de specialist Vind jij tijdig specialist elektriciteit? Vind jij tijdig de specialist elektriciteit? Je bent de baas van een kleine supermarkt en je staat voor een erg druk weekend. Je verwacht zaterdagochtend een flinke toeloop. Je hebt immers een promotiefolder verspreid, waarin je een nieuw soort ijs hebt aangeprezen. Ook je champagne verkoop je tegen knalprijzen. Het is vrijdagavond en je personeel is nog druk in de weer om alles netjes in de rekken en de koeltogen te plaatsen. Je wil nog snel een promotiebord aan de muur hangen en boort een gat in de muur. Dan loopt het fout: je raakt met de boor een belangrijke elektrische leiding, veroorzaakt kortsluiting en de stroom valt uit. Met een zaklamp vind je de verdeelkast en je schakelt de zekeringen in. Er is weer stroom. De lichten branden, maar er gaat nog één en ander mis. Het alarm van de winkelbeveiliging gaat af en de koelinstallaties doen het niet meer. Bovendien werken de stopcontacten langs de leiding waar je hebt geboord, niet meer. Wat nu? Raadpleeg de telefoongids en bel de elektrische specialisten die je nodig hebt. Zorg dat de winkel zaterdagochtend zonder problemen open gaat! Vind jij tijdig de specialist elektriciteit? TeTlelfeofoonobnobeoke:k: Rubriek: elektriciteit – ondernemingen en zelfstandigen Schokmans André Elektrohandelaar. Speciaalzaak voor tven hifi-apparatuur. Ook gespecialiseerd in strijkijzers en droogtrommels. Herstellingen aan huis. Gesloten op maandag. Aardingstraat 25 3500 Hasselt 011-321321 Sleuf Valère & Zoon Elektrisch installateur in nieuwbouw en verbouwingen. Ook herstelling van storingen en defecten aan elektriciteitsnetwerk in woningen en in winkels. Snelle hersteldienst (ook ’s avonds en in het weekend). Kwaliteit en proper werk – daar gaan we voor! Paralleldreef 52 9000 Gent 09-654879 Plug it in bvba Verkoop, plaatsen en herstellen van inbraakbeveiliging van huizen, kantoren, winkels en bedrijven. Ook installatie van detectoren, sensoren, schakelaars, kasten en consoles voor warenhuizen en kledingwinkels. Programmering van beveiligingssoftware. Flies Sofie Koel- en vriesinstallaties = ons vak! Installatieplannen van alle merken. Controle van koelmiddelen en -leidingen, weerstanden en elektrische borden. Onderhoud van ventilatoren en filters. Onmiddellijke bijstand bij stroomonderbreking: dag en nacht, elke weekdag. Sirenedreef 100 Bus 2 2000 Antwerpen 03-789654 Ijsbloemsteeg 6 8500 Kortrijk 056-741852 Le Feu Bernard & Co Wij zijn marktleider in het plaatsen van sirenes, deurmagneten, rookkoepels en blusinstallaties. Van kabelgoot tot activering. Wij leveren en plaatsen in hotels, warenhuizen, ziekenhuizen en kantoorgebouwen. Productiehallen zijn onze specialiteit. 96, Avenue Brûlée 1000 Bruxelles 02-2006669 Coole Claas Installatie van compressoren, verdampers en condensatoren voor koelinstallaties, koelvrachtwagens en opslagplaatsen. Leggen van elektrische- en koelleidingen, montage van isolatiemateriaal. Van maandag tot vrijdag (ook zaterdagvoormiddag). Geen naverkoop- noch hersteldienst. Kleumlaan 89 3000 Leuven 0470-562389 Vind jij tijdig de specialist elektriciteit? Vind jij tijdig de specialist elektriciteit? deel 5 Vind jijEnergieverbruik: tijdigEen depapieren specialist elektriciteit? letters of cijfers 2 stroomkring Vind jij tijdig de specialist electriciteit? Vind jij tijdig de de specialist electriciteit? Vind jij tijdig de specialist Vind jij tijdig specialist elektriciteit? Vind jij tijdig de specialist elektriciteit? Vind jij tijdig de specialist elektriciteit? Opdracht Opdracht11 Noteer de namen van de specialisten die je nodig hebt naast de problemen die je graag snel opgelost ziet: Herstellen werking stopcontacten Sleuf Valère & Zoon Herinstalleren van de winkelbeveiliging Plug it in bvba Herstellen koelinstallaties Flies Sofie Herstellen doorboorde elektrische leiding Sleuf Valère & Zoon Opdracht Opdracht22 Ga naar www.stroomopwaarts.be/leerlingen/beroepen. Je vindt er filmpjes, foto’s en beschrijvingen van de belangrijkste beroepen in de elektriciteitssector. Bekijk ze aandachtig. Nu je die informatie kent, is het aan jou om het juiste beroep te plaatsen bij de personen of bedrijven die je in het telefoonboek terugvond. Je kan kiezen uit: • • • • • • • • • Naam persoon/bedrijf Residentieel elektrotechnisch installateur Industrieel elektrotechnisch installateur Technicus toegangssystemen Technicus inbraakbeveiliging Technicus brandbeveiliging Koelmonteur Koeltechnicus Technicus domotica / immotica Verkoper van elektrische apparaten Beroep Schokmans André Verkoop van elektrische apparaten Sleuf Valère & Zoon Residentieel elektrotechnisch installateur Plug it in bvba Technicus inbraakbeveiliging Le Feu Bernard & Co Technicus brandbeveiliging Flies Sofie Koeltechnicus Coole Claas Koelmonteur Vind jij tijdig de specialist elektriciteit? Vind jij tijdig de specialist elektriciteit? Vind jij tijdig de specialist elektriciteit? deel 6 Ontsnapte Ontsnapte stroom? Houd de dief! Ontsnaptestroom? stroom?Houd Houdde dedief! dief! 1 Ontsnapte Houd Houd de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief!stroom? Ontsnapte stroom? de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief! Opdracht Opdracht11 a. Bekijk aandachtig alle elektrische toestellen in de woonkamer. Kun jij alle apparaten aanduiden die aan sluimerverbruik ‘lijden’? Hoeveel toestellen dat? ................................................................. 8 zijn b. Leg bij elk toestel uit waarom je denkt dat het (geen) sluimerverbruik heeft. (volgende pagina) c. Duid 3 toestellen met sluimerstand aan waarvan jij vindt dat ze evengoed zonder kunnen. Leg uit De laders van de gsm en de telefoon kunnen zonder sluimerwaarom: ................................................................. verbruik. Je kan de stekker uit het stopcontact halen telkens wanneer ............................................................................... je de lader niet gebruikt. Ook de printer kan zonder sluimerverbruik. Je kan deze aanzetten wanneer je hem nodig hebt. Uiteraard kunnen ............................................................................... eigenlijk alle toestellen zonder sluimerverbruik, mits je bereid bent wat in te boeten op gebruiksgemak. Enige uitzondering is de gsm die uiteraard steeds moet blijven aanstaan om bereikbaar te zijn. Ontsnapte stroom? Houd de dief! X X X X X X X X Ontsnapte stroom? Houd de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief! deel 6 Ontsnapte Ontsnapte stroom? Houd de dief! Ontsnaptestroom? stroom?Houd Houdde dedief! dief! 2 Ontsnapte Houd Houd de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief!stroom? Ontsnapte stroom? de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief! Opdracht 11 Houd de dief! Opdracht Ontsnapte stroom? Leg bij elk toestel uit waarom je denkt dat het (geen) sluimerverbruik heeft. kroonluchter ............................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... dvd-speler .................................................................................................................................................................. .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... schemerlampje ............................................................................................................................................................ .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... stofzuiger..................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... De gsm, de televisie, de dvd-speler, de lapradio .......................................................................................................................................................................... top, de stereo-installatie en de printer verbrui.................................................................................................................................................................................... ken energie in de stand-bystand. Er wordt .................................................................................................................................................................................... constant elektriciteit verbruikt om een lampje hifi-installatie ............................................................................................................................................................ of digitale wekker te doen branden. .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... De laders van de gsm en de telefoon verlader van een gsm ...................................................................................................................................................... bruiken nodeloos energie wanneer zij in het .................................................................................................................................................................................... stopcontact zitten, maar niet zijn aangesloten .................................................................................................................................................................................... op het toestel. De transformator wordt warm, gsm ......................................................................................................................................................................... om deze warmte te genereren is elektriciteit .................................................................................................................................................................................... nodig. .................................................................................................................................................................................... lader van een telefoontoestel ...................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... ventilator ..................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... pc ............................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... tv ................................................................................................................................................................................ .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... printer ......................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... .................................................................................................................................................................................... Ontsnapte stroom? Houd de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief! deel 6 Ontsnapte Ontsnapte stroom? Houd de dief! Ontsnaptestroom? stroom?Houd Houdde dedief! dief! 3 Ontsnapte Houd Houd de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief!stroom? Ontsnapte stroom? de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief! Opdracht Opdracht22Hoeveel olie drinkt jouw computer? Meer dan 30 miljard KWh aan energie gaat jaarlijks verloren, omdat computers niet worden afgezet als ze niet gebruikt worden. Wist je dat er evenveel energie nodig is om constant 15 computers te laten draaien, als voor het gebruik van een auto? Ontsnapte stroom? Houd de dief! a. Reken uit hoeveel vaten olie je nodig zou hebben om energie op te wekken om jouw computer een jaar lang dag en nacht te laten draaien! Tips: • Hoeveel energie een bepaald elektrisch toestel per tijdseenheid verbruikt, wordt in kW (kilowatt) uitgedrukt. We noemen dat ook vermogen. 1 kW = 1000 W. •kWh of kilowattuur is een eenheid die een hoeveelheid energie uitdrukt. Het wordt gedefinieerd als de energie die wordt gebruikt of opgewekt, als een energiebron een kilowatt (= 1000 watt) gedurende 1 uur moet leveren. Uit een vat olie van 160 liter kan 547,5 kWh aan elektrische energie worden opgewekt. •Je pc heeft een verbruik van 200 W per uur, het scherm van 50 W per uur. (200Wh + 50Wh) x 24(uur)= 6000 Wh per dag of 6 kWh per dag. .......................................................................................................................................................................... 6 kWh x 365 dagen = 2190 kWh per jaar .......................................................................................................................................................................... 2190 kWh/547,5= 4 vaten olie van 160 liter. .......................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... b. Kun je nagaan, hoeveel olie je bespaart, als je het scherm de hele tijd zou uitzetten? =1/5 (=50/ (200+50)), of 20% van het totaal verbruik (50/ (200+50)) of .......................................................................................................................................................................... 50 Wh x 24 (uur) = 1200 Wh per dag of 1,2kWh per dag .......................................................................................................................................................................... 1,2 kWh x 365 dagen = 438 kWh per jaar .......................................................................................................................................................................... 438 kWh/547,5 = 0,8 vaten olie van 160 liter .......................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... deel 6 Ontsnapte Ontsnapte stroom? Houd de dief! Ontsnaptestroom? stroom?Houd Houdde dedief! dief! 4 Ontsnapte Houd Houd de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief!stroom? Ontsnapte stroom? de dief! Ontsnapte stroom? Houd de dief! Opdracht Opdracht32 Steek het sluimerverbruik in je zak! Een ticket voor het pretpark kost flink wat geld: 20 euro! En bovendien zou je graag je beste vrienden meenemen. Met je zakgeld kom je helaas niet ver. Maar je hebt een lumineus idee! Je sluit een deal met je ouders: elke euro die jij op de energiefactuur kunt besparen, krijg je van hen terug in de vorm van zakgeld. Je gaat aan de slag door alle toestellen met een stand-by-stand écht uit te schakelen wanneer ze niet gebruikt worden. Ontsnapte stroom? Houd de dief! Reken uit hoeveel pretparktickets die actie jou na één jaar oplevert. Welke toestellen zijn er in huis? • 2 computers (elk met een beeldscherm) • 1 tv • 1 videorecorder • 1 dvd-speler • 1 gsm-lader Wat verbruiken de toestellen per jaar? • computer = 60 kWh • beeldscherm= 45 kWh • videorecorder = 70 kWh • tv = 70 kWh • dvd-speler = 60 kWh • gsm-lader = 80 kWh Hoeveel kost een kWh? Voor elke 7 kWh die je verbruikt, betalen je ouders aan de energieleverancier 1 euro. Bereken hoeveel euro je jaarlijks kunt besparen door het sluimerverbruik te doen stoppen. Is dat genoeg om je een ticket voor het pretpark te bezorgen? En kunnen er ook nog vriendjes mee? Hoeveel? ............................................................................................................................................................................ ((60+45)x2+70+70+60+80)kWh = 490kWh ............................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................ 490kWh / 7= 70 euro ............................................................................................................................................................................ 70 euro = 3 tickets + 10 euro zakgeld over. ............................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................ Je kent nu het bedrag dat je kan uitsparen door sluimerverbruik tegen te gaan. Zou dit bedrag je aanzetten om het comfort van de sluimerstand voortaan te laten? Leg uit waarom (niet) ............................................................................................................................... ............................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................ ............................................................................................................................................................................ ................................................................................................................................ .............................................................................................................................. deel 7 Veilig met elektriciteit Veilig met electriciteit 1 Veilig met electriciteit Veilig met electriciteit Veilig met electriciteit Veilig met electriciteit Veilig met elektriciteit Veilig met elektriciteit Opdracht Opdracht11 Herken je op de tekeningen de aarding? Duid ze aan en beschrijf waaraan je ze herkend hebt. Vertel ook waarom ze daar zijn aangebracht. Veilig met elek triciteit 1 2 3 a. Waaraan heb je de aarding herkend? .......................................................................................................... De aarding is de geel-groene draad. 1:....................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... De aarding is te herkennen aan het standaardsymbool. 2:....................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... De aarding is te herkennen aan het standaardsymbool. 3:....................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... b. Waarom zijn ze daar aangebracht? Toestellen worden geaard om de gebruiker te behoeden voor .......................................................................................................................................................................... elektrische schokken of zelfs elektrocutie. .......................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... .......................................................................................................................................................................... Veilig met electriciteit Veilig met electriciteit Veilig met elektriciteit Veilig met elektriciteit deel 7 Veilig met elektriciteit Veilig met electriciteit 2 Veilig met electriciteit Veilig met electriciteit Veilig met electriciteit Veilig met electriciteit Veilig met electriciteit Veilig met elektriciteit Opdracht2 Opdracht 1 de dief! Ontsnapte stroo2ud In het huis staan verschillende toestellen en apparaten. Kun jij aangeven welke toestellen een aarding nodig hebben? Veilig met elektriciteit GA A A A Weerbericht 1) Geef aan welke toestellen een aarding en welke geen aarding nodig hebben. Schrijf in het hokje ‘A’ (aarding) of ‘GA’ (geen aarding). 2) Teken hoe de aardleidingen moeten lopen! 3) Geef aan waar de aardleidingen met de aardpen verbonden worden. 4) Kan jij de plaats aanduiden waar de verdeelkast van de verschillende elektrische leidingen zit? Tip: alle elektriciteitsleidingen komen samen in de verdeelkast. Veilig met elektriciteit Veilig met elektriciteit Veilig met electriciteit Veilig met elektriciteit deel 8 De De gereedschapskist van deelectriciteit elektricien Veilig met Veilig electriciteit gereedschapskist vanmet de electricien 1 De gereedschapskist van de electricien gereedschapskisk electricien De gereedschapskist van de elektricien DeDe gereedschapskist vknvan dede elektricien Opdracht Opdracht11 1. Bekijk de 5 foto’s van de gereedschappen. Ontdek jij de verschillen? Schrijf bij de beschrijving op volgende pagina de naam van de tang op de foto. Tip: elektroclub.stroomopwaarts.be/de-gereedschapskist De gereedschapskist van de elektricien bektang bektang draadstriptang draadstriptang krimptang krimptang waterpomptang waterpomptang combinatietang combinatietang De gereedschapskist van de elektricien De gereedschapskist van de elektricien De gereedschapskist van de elektricien deel 8 De De gereedschapskist van deelectriciteit elektricien Veilig met Veilig electriciteit gereedschapskist vanmet de electricien 2 De gereedschapskist van de electricien gereedschapskist van electricien De gereedschapskist van de elektricien DeDe gereedschapskist van dede elektricien Opdracht 11 de dief! Opdracht Ontsnapte stroo2ud De gereedschapskist van de electricien A. Deze tang is een echte kameleon. Ze kan zich aanpassen kanten om verschillende soorten draad, zoals koperdraad, aan het voorwerp waarvoor ze bestemd is. De tang heeft elektriciteitsdraad en ijzerdraad mee door te knippen. aan de voorzijde een getand vlak gedeelte om allerlei dinDeze benen zijn meestal bekleed met kunststof. Hiermee is gen stevig vast te houden. Dan is er een ovaal gedeelte de tang geïsoleerd, wat meteen een extra veiligheid is, voor met tanden om ronde materialen, zoals assen en buizen, als er aan elektrische circuits wordt gewerkt. combinatietang stevig vast te grijpen. Het scharnier aan het eerste been Naam van de tang: ...................................................... is verstelbaar, zodat de tang een bereik heeft van klein tot groot. Ideaal dus om leidingen voor water of de centrale E. Deze tang zorgt voor de perfecte aansluiting. Deze tang zorgt ervoor dat uiteinden van de stroomdraad voorzien verwarming mee vast of los te draaien. worden van een aangepast oogje, vlaksteekhuls of klemwaterpomptang Naam van de tang: ....................................................... metje zodat het perfect kan worden aangesloten op de batB. Deze tang legt graag alles bloot. Haar taak is immers een terij, printplaat of op een andere verbruiker. De tang heeft stukje isolatiemateriaal van een koperdraad te verwijderen. in de bek enkele uitsparingen met elk een verschillende De tang is voorzien van een ingenieus systeem dat het isovorm, zodat elk huls- of klemtype op de beste manier rond latiemateriaal doorknipt, maar de kern van koperdraad zelf een elektriciteitsdraad kan worden geklemd. krimptang onaangeroerd laat. Na het knippen is het trekken geblazen. Naam van de tang: ...................................................... Daarna is het uiteinde van de elektriciteitsdraad geschikt om op een stekker, een kroonsteentje of een lamphouder Tip: kijk ook op www.stroomopwaarts.be/elektroclub. In de fotogalerij vind je meer informatie over de verschilte worden aangesloten. lende gereedschappen en hoe ze eruit zien. draadstriptang Naam van de tang: ...................................................... C. Deze tang doet wat vingers niet kunnen. De bek van de tang bestaat uit twee lange fijne helften en heeft tanden. Ze wordt gebruikt om draden vast te grijpen of te buigen op plaatsen waar je met je vingers niet bijkan. Daarom is de punt van de bek smal. In sommige gevallen is de bek gekromd om nog beter in moeilijk bereikbare hoekjes te geraken. De tang wordt ook gebruikt om oogjes te maken aan geleiders. bektang Naam van de tang: ...................................................... D. Deze tang is een echte duizendpoot: ze kan immers heel wat verschillende taken aan. De bek heeft een geribbeld gedeelte waarmee vlakke voorwerpen krachtig kunnen worden vastgegrepen en vastgehouden. De bek heeft ook een plat, ovaal gedeelte met tanden. Hiermee krijg je pas echt grip op ronde dingen, zoals assen en buizen. Ten slotte bevat de bek nog een gedeelte met scherp geslepen snij- 2. Je bent een elektricien. Je wordt gevraagd om een elektrische draad te komen aansluiten op een lichtpunt in een woonkamer. Je mag twee tangen meenemen. Welke kies je? Waarom? • Een draadstriptang om het isolatie........................................................................................ materiaal rond de draad te verwijderen ........................................................................................ • Een krimptang om de draadhulzen ........................................................................................ aan de draad te bevestigen, zodat die ........................................................................................ gemakkelijker met de lusterklemmen ........................................................................................ verbonden kan worden. . ........................................................................................ ........................................................................................ ........................................................................................ Tip: in je materiaalkoffer heb je enkele lusterklemmen en draadhulsjes meegenomen. De gereedschapskist van de elektricien De gereedschapskist van de electricien De gereedschapskist van de elektricien deel 8 De De gereedschapskist van deelectriciteit elektricien Veilig met Veilig electriciteit gereedschapskist vanmet de electricien 3 De gereedschapskist van de electricien gereedschapskist van electricien De gereedschapskist van de elektricien DeDe gereedschapskist van dede elektricien Opdracht Opdracht21 Nu is het tijd voor het grote werk. Er moet met het onderstaande schema een stroomkring gebouwd worden. De stappen zijn omschreven, maar jij moet bij elke stap voor het juiste materiaal en gereedschap zorgen. Vul het rooster in. De gereedschapskist van de electricien Tips: Nog even enkele principes van de stroomkring meegeven: • een geleider zorgt ervoor dat stroom op de juiste plaats komt. De geïsoleerde koperen elektriciteitsdraad is daarvan het meest bekende voorbeeld; • een isolator belet elektriciteit in een ongewenste richting te stromen; • een verbruiker is een ander woord voor het toestel of apparaat dat werkt op stroom. Dat kan een koelkast of radio zijn, maar evengoed een lampje of haardroger; • een stroombron zorgt ervoor, dat elektriciteit in de stroomkring terechtkomt. Komt de stroom van een elektrische centrale, dan gebeurt de aansluiting met de stroombron via het stopcontact. Maar ook een fietsdynamo of een batterij kunnen perfect als stroombron gebruikt worden; • de geleiders zijn verbonden met een stroombron; • een stroomkring moet gesloten zijn, anders werkt de verbruiker niet. Aan de slag! De gereedschapskist van de elektricien De gereedschapskist van de elektricien De gereedschapskist van de elektricien deel 8 De De gereedschapskist van deelectriciteit elektricien Veilig met Veilig electriciteit gereedschapskist vanmet de electricien 4 De gereedschapskist van de electricien gereedschapskist van electricien De gereedschapskist van de elektricien DeDe gereedschapskist van dede elektricien Opdracht 22 de dief! Opdracht Ontsnapte stroo2ud De gereedschapskist van de elektricien Handeling Materiaal Stap 1 Knip de geleiders op de juiste lengte geïsoleerde stroomdraad (rol) combinatietang Stap 2 Verwijder de isolatie van de uiteinden van de geleiders stukjes geïsoleerde stroomdraad draadstriptang Stap 3 Schroef de uiteinden van de draden vast aan de ‘verbruiker’ stukjes ontmantelde stroomdraad, lamphouder met lampje schroevendraaier Stap 4 Plaats de schakelaar in de stroomkring stukjes ontmantelde stroomdraad, schakelaar schroevendraaier Bevestig ‘draadhoudertjes’ aan de uiteinden van de geleiders zodat ze aan de stroombron kunnen worden vastgemaakt stukjes ontmantelde stroomdraad, draadhulzen krimptang Sluit de kring aan op de stroombron waardoor de verbruiker werkt batterij (4,5V) / Stap 5 Stap 6 Gereedschap De gereedschapskist van de electricien De gereedschapskist van de electricien De gereedschapskist van de elektricien deel 8 De De gereedschapskist van deelectriciteit elektricien Veilig met Veilig electriciteit gereedschapskist vanmet de elektricien 5 De gereedschapskist van de electricien gereedschapskist van elektricien De gereedschapskist van de elektricien DeDe gereedschapskist van dede elektricien Opdracht 22 de dief! Opdracht Ontsnapte stroo2ud De gereedschapskist van de elektricien Je hebt de keuze uit de volgende materialen: 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 batterij (4,5 V) dubbele lusterklemmen geïsoleerde stroomdraad (rol) koperen buis lamphouder met lampje schakelaar stekker stopcontact stukjes geïsoleerde stroomdraad stukjes ontmantelde stroomdraad draadhulzen 2 1 4 3 6 8 5 7 9 10 11 De gereedschapskist van de electricien De gereedschapskist van de electricien De gereedschapskist van de elektricien deel 8 De De gereedschapskist van deelectriciteit elektricien Veilig met Veilig electriciteit gereedschapskist vanmet de elektricien 6 De gereedschapskist van de electricien gereedschapskist van electricien De gereedschapskist van de elektricien DeDe gereedschapskist van dede elektricien Opdracht 21 de dief! Opdracht Ontsnapte stroo2ud De gereedschapskist van de elektricien Je hebt de keuze uit de volgende gereedschappen: 1 2 3 4 5 6 7 8 1 boormachine combinatietang draadstriptang kniptang krimptang bektang schroevendraaier waterpomptang 2 4 5 3 8 6 7 Opdracht Opdracht33 Verzamel samen met je leerkracht het bovenstaand materiaal. Doe nu de proef op de som en probeer het zelf uit! De gereedschapskist van de electricien De gereedschapskist van de electricien De gereedschapskist van de elektricien