Nederland participatieland? Marja Jager-Vreugdenhil Presentatie voor • Diaconale studiekring • Beraad Kerk & Wmo 1 februari 2013 Nederland participatieland? Wmo als operatie om zorgstelsel te behouden Vier routes: 1. 2. 3. 4. Meer eigen verantwoordelijkheid bij zorgvragers Geen recht op zorg, maar beleidsvrijheid gemeenten Efficientieslag door aanpak op lokaal niveau Meer ‘civil society’ Route ‘civil society’ - Zorgvragers moeten eerst een beroep doen op hun omgeving - Prestatieveld 1: ‘Bevorderen van sociale samenhang en leefbaarheid in dorpen, buurten en wijken’ - Prestatieveld 4: ‘Ondersteuning vrijwilligers en mantelzorgers’ Vragen! - Wanneer is een beroep op het sociale netwerk reëel, wanneer niet? - Kan een overheid sociale samenhang bevorderen? - Leidt sociale samenhang tot informele zorg? - Zit er ruimte in het vrijwilligersaanbod? - Als de overheid een stap terug doet, stapt de ‘civil society’ daar dan in? Basis: visie op samenleving • Visie Wmo: • • • • Maakbaarheid? Marktvertrouwen? Optimisme over zorgzaamheid samenleving? Ondoordachte aannames? • Vrijheid gemeenten voor eigen beleid verschillende lokale visies Basis: visie op samenleving • Mijn onderzoek: • Mensen participeren niet in ‘de samenleving’, maar in specifieke participatiepraktijken • Elke participatiepraktijk kent eigen regels • Regels bepaald door specifiek doel van betreffende sociale verbanden • Participeren gebeurt met een specifieke motivatie • Participeren is het invullen van een specifieke rol Participatie Casusstudies: 1. De buurt 2. De mantelzorgrelatie 3. De kerk Casus 1: buurt • Buurt: geen ‘sociaal verband’, maar plek waar evt. wel sociale verbanden gevonden kunnen worden • Niet vanzelfsprekend gericht op zorg • Regels beperken zorg juist Casus 2: mantelzorgrelatie • Mantelzorgrelatie: relatie bij uitstek gericht op zorg • Persoonlijke relatie tussen zorgende en verzorgde staat centraal, niet doelen van een zorgorganisatie of van beleid • Elke mantelzorgrelatie is anders, hoe bepaal je of er ondersteuning nodig is? Is mantelzorger ‘ co-worker’, handige hulpbron of ‘co-client’? • Let op: mantelzorgers onder kerkleden! Casus 2: mantelzorgrelatie Casus 3: kerk(gemeenschap) Casus 3: kerk(gemeenschap) • Kerk: welk doel? Casus 3: kerk(gemeenschap) • Doelen (A. Noordegraaf): 1. Getuigenis 2. Dienst aan de samenleving 3. Gemeenschap • Vergelijk doelen van vrijwilligersorganisaties (Meijs): 1. Campaigning 2. Service delivery 3. Mutual interest Casus 3: kerk(gemeenschap) Kerkelijke documenten: - Verschillende visies o.a. op gewicht van de verschillende doelen en op plek kerk in samenleving - Toch sterke overeenkomsten in uitspraken over Wmo! - Erkenning van zorg als taak van de kerk Als instituut of als kerkgemeenschap? Al dan niet verbonden aan getuigenis? Voor eigen leden of ook voor anderen? Casus 3: kerk(gemeenschap) Belangrijkste redenen voor vrijwilligerswerk: - Ik werd ervoor gevraagd Ik vond het leuk om te doen Ik wilde graag iets voor een ander doen Casus 3: kerk(gemeenschap) Voor vrijwillige inzet in kerken vaker: - Ik werd ervoor gevraagd - Ik zag het als een opdracht van God - Ik vond het vanzelfsprekend om te doen Voor vrijwillige inzet elders vaker: - Ik wilde nuttig werk doen - Ik wilde iets voor de samenleving doen - Ik wilde graag met mensen werken Wat zien burgerlijke gemeenten als rol kerk? • • • • • • • • Belang voor de lokale samenleving: bron van informele zorg, ontmoetingsplaats, locatie voor buurt- of culturele activiteiten, positieve invloed op sociale cohesie Vindplaats maatschappelijke participatie: Vrijwilligers en mantelzorgers in kerken Deelname van mensen met beperking in kerken Jeugdwerk en opvoedingsondersteuning Inloopactiviteiten Wat zien burgerlijke gemeenten als rol kerk? - Kerkelijkheid als achtergrondkenmerk: • Positieve invloed op inclusie en participatie • Negatieve invloed: uitsluiting of discriminatie o.b.v. geloofsovertuiging • • • • Kerk als lokale samenwerkingspartner: Kerk als belangrijke vrijwilligersorganisatie Kerk als één van de maatschappelijke organisaties die geïnformeerd dient te worden Kerk als informatie kanaal van overheid naar burgers … en v.v., signaleringsfunctie: opsporen verborgen armoede, overbelaste mantelzorgers, verslavingsproblematiek, opvoedingsvragen en eenzaamheid Wat zien kerken als rol in Wmo(-adviesraad)? - Vertegenwoordiger van één van de maatschappelijke organisaties (als samenwerkingspartner) - Vertegenwoordiger van grote groep vrijwilligers (als doelgroep, belangengroep) - Motivatie: Voor belangen van zwakkeren in de samenleving Namens actieve groep vrijwilligers Stem van ‘wie geen helper heeft’ Enkele conclusies: Kerken hebben zeker een rol op Wmo-terrein, vinden zij zelf en vinden burgerlijke gemeenten Heel diverse invullingen door beide Risico op ‘verdringing van burgerschap’ Vrijwilligers/organisaties niet inzetten op andere activiteiten dan waarvoor ze gemotiveerd zijn Karakter kerken naar meer ‘service delivery’ leidt tot ander evenwicht vrijwillig-professioneel Open vragen o.a.: - Overheid moet niet teveel vóór kerken bepalen, maar wat willen kerken eigenlijk zelf? Afwachten? Visie formuleren? Eens met : zorgzame samenleving? eigen kracht? vangnetfunctie overheid? Te verwachten vraag: willen kerken eigen leden praktisch ondersteunen bijv. voor huishoudelijke hulp? Willen kerken weer zelf verantwoordelijk zijn voor (betalen, bemensen van) zorg- en welzijnsorganisaties?